Skip to main content

413 - Debbie 'Blondie' Harry, tussen pop en punk

 
 
De kijkers van het AVRO’s TopPop kregen begin 1978 te maken met een voor hen nog onbekende Amerikaanse popgroep, die zich Blondie noemde. De zangeres, Debbie Harry, had volkomen blond haar. De andere leden van Blondie leken niet meer dan haar begeleiders te zijn en nauwelijks mee te tellen. Alles draaide om het meisje,
    In de presentatie werd Blondie aangekondigd als een echte punkgroep. Dat soort groepen zag je nauwelijks in het tv-programma. Ze stonden wel in de belangstelling, met name dankzij artikelen in de muziekbladen. Maar als de Nederlandse jeugd de platenwinkels bezocht, bleven al die punk-singles meestal onaangeraakt in de bakken liggen. 
    Blondie zorgde voor de uitzondering op de regel. ‘Denis’ bereikte op 25 februari voor het eerste de top 40. Drie weken later, op 18 maart 1978, stond de single al op nummer één genoteerd.
 
 
413 1 Blondie

 
 
Gesprek Debbie Harry met Tom Hibbert
 
 
Als je meer wilt weten over Debbie Harry, de frontvrouw van Blondie, lijkt het me een goed idee het interview te lezen dat Tom Hibbert, vijftien jaar later, in 1993, met haar had.
    Hibbert (1958-2011) was een handige journalist. Hij wist met beroemdheden in contact te komen en hen aan de praat te krijgen. Zelfs premier Margaret Thatcher was bereid haar verhaal aan hem te vertellen. Maar ook artiesten als Roger Waters (Pink Floyd), Chuck Berry, Pete Townshend, Jerry Lee Lewis, Gary Glitter, Boy George, David Crosby, Cliff Richard en leden van de Eagles, om maar eens een paar namen te noemen. En in 1993 dus Debbie Harry, die als Angela Trimble op 1 juli 1945 geboren werd in Miami (Florida).
    Angela had de naam Debbie Harry gekregen nadat ze geadopteerd was. “She has never known who her natural parents were. She was adopted by Richard and Catherine Harry and grew up in Hawthorne, New Jersey”.
 
 
Majorette
 
 
Op jeugdige leeftijd werd Debbie majorette bij de plaatselijke muziekkapel. “She did all the things that good girls from New Jersey suburbia are supposed to do. Like she wore a little majorette’s outfit with little tassled boots and a stupid hat and diligently twirled the baton”.
   “I wasn’t very good at twirling, actually. I’d get very nervous and I would always drop it. But I think that’s why they chose me. They had me there twirling and dropping the baton for the bending over aspect. I was there for the pervert fathers. Looking at my underpants!”, dat soort uitspraken wist de popjournalist te ontfutselen aan de celebrities, die hij aan de praat kreeg.
 
Debbie vertelde dat ze al vroeg tot het besef kwam dat ze meer in het leven wilde dan trouwen met de eigenaar van de lokale schoenenwinkel. Ze was voorbestemd om beroemd te worden en dat lukte op die manier niet.
   Toen Debbie nog geen tien jaar oud was experimenteerde ze al met make-up. “I used to come into school covered in beauty marks. I looked like I was splattered in mud so the other girls thought I was a little bit weird. And I used to come home for lunch and if my mother wasn’t home, I’d whip into her room and start applying stuff all over me”. 
   Experimenteren deed ze ook door haar haar een bijzondere kleur te geven. “There was no colour I didn’t try, including green”. In 1959 liep ze voor het eerste als een ‘blondie’ rond. Het saaie leven van een schoolmeisje trok haar helemaal niet aan.
 
 
New York
 
 
Wat doet een ambitieus meisje? Die gaat naar de grote stad, in haar geval naar het tamelijk nabij gelegen New York. Debbie, een jaar of twintig, wilde het podium op, zingen, is in de tekst van het artikel te lezen. Overdag werkte het meisje in een winkel. Maar ze deed – vergeefs – alle mogelijke moeite om mee te doen in een Broadway-musical. “She failed miserably”.
   In die tijd was folk-muziek populair. Peter, Paul & Mary stonden aan de top, onder andere door hun vertolking van het repertoire van de opkomende artiest Bob Dylan, zoals ‘Blowin’ in the Wind’. Ook ‘In the Wind’ was een van hun songs.
   In 1967 kwam Debbie Harry als vocaliste terecht in de folk-groep Wind In The Willows, vijf jongens en twee meisjes, die beschaafde muziek voortbrachten, een beetje in de stijl van het trio en de Mamas & de Papas. Ze wisten onder leiding van Artie Kornfield twee albums te produceren voor Capitol Records in Californië, het bedrijf dat de platen van de Beatles en de Beach Boys op de markt bracht. De eerste langspeelplaat, die in 1968 verscheen, belandde nog op een van de laagste plaatsen van de LP top 200 in Billboard. Dat was blijkbaar niet voldoende: hun tweede plaat kwam de archieven van de platenmaatschappij niet uit.
   Op de foto’s uit die tijd zie je Debbie Harry afgebeeld als een beschaafd meisje. Hibbert: “Harry’s hair was centre-parted in Laura Ashley mode. There’s lots of painted flowers and painted stars”.
 
 
413 2 Wind In The Willows

 
Het kostte de popjournalist nogal wat moeite om wat meer over die tijd te horen. Dat had Debbie jarenlang proberen te verbergen – alsof Wind In The Willows nooit bestaan had.
   Toch deed ze haar mond open. “I was a chirpy, cheery soprano in that group singing back-up and going, Oooooooo. Actually, I loved doing the music, because all I wanted to do was sing, to paint music, you know, but I was just really a sideman in that group and I found it very frustrating and I just lost interest”.
   Debbie bekende dat ze in geen twintig jaar meer geluisterd had naar haar eerste plaatopnamen. Maar al pratende kwamen de herinneringen boven. “I do actually remember some of the words. Isn’t that funny? I actually remember those sappy lyrics”.
   Tom probeerde haar zo ver te krijgen om een stukje te zingen. “Go on then, give us a burst of that long-forgotten poetry”. 
   Debbie liet zich echter niet in een hoek drukken. “No! Please! No, no, no, no!”
 
 
Drugs
 
 
Minder moeite had Debbie om over haar ervaringen met drugs te praten. Terecht stelde ze dat het gebruiken van ‘geestverruimende middelen’ in de tweede helft van de jaren zestig niet ongebruikelijk was in artistieke kringen.
   Ze moest glimlachen. “I had my drug experience, yeah. That was OK. I was doing heroin. I was taking a serious addictive substance. Actually, I should say, was taking several serious addictive substances. Plural. But, you know, at that time it was part of the scene. Everything was like, hey, man, this is the latest drug and this is the newest drug and here comes the next drug and you really ought to try this! So I tried it. Whatever it was”.
   Tom Hibbert legde het uit aan zijn lezers. “These were the days of the Velvet Underground and tiresome movies by Andy Warhol that went on for eight hours. Of course, one had to take drugs. The rest of America was in blissed-out, Woodstock don’t-touch-the-brown-acid haze, but New York was ‘art’ and ‘deviant’”.
   Debbie Harry: “Drugs was chic. Everybody in New York was fooling around with drugs. That’s just what the scene was like. It was just a very small, elitist art world. It was just a fashionable situation. The stockbrokers weren’t doing cocaine, only we were doing cocaine”.
   Debbie had de beste herinneringen aan haar drugsexperimenten. Behalve heroine en cocaine onderging ze ook wat LSD met je lichaam deed. “I’m tripping, I’m tripping!”, tekende de Brit op toen haar geheugen op volle toeren kwam.
 
 
Stilettos
 
 
413 3 bunnyDebbie Harry als 'bunny'
 
 
Om materieel in leven te blijven ging Debbie het vermaak in. Was het echt waar dat ze als ‘bunny girl’ gewerkt had, vroeg Tom Hibbert.
   Debbie: “Yeah, I hopped around as a bunny. It was a great way to make money. It was very lucrative”. De artieste benadrukte in 1993 dat ze geen ‘rare dingen’ hoefde te doen, waar ze zich voor moest schamen. “We got treated very well. It was one of the best jobs in terms of security that I ever had. It was all very middle-class. You were considered an asset”.
 
Debbie werkte bovendien als serveerster in Max’s Kansas City, een nachtclub. Daar was ze minder goed behandeld. “You were treated like a piece of spaghetti in that place. You were totally expendable and you were like a rat on a sinking ship.
   I was serving all these people like Jane Fonda and James Coburn and the Andy Warhol Factory crowd, but tottering around as I was with trays, half asleep on drugs, I was in awe of all that but at the same time it meant nothing”.
 
Debbie bediende bovendien de leden van de Jefferson Airplane toen die in augustus 1969 op weg waren naar het Woodstock-popfestival om er op te treden. Ook ontmoette ze er artiesten als Jimi Hendrix, Janis Joplin en Stevie Winwood.
   Aan Peter Verbruggen van Oor legde ze met glanzende ogen uit: “Het was een goeie ervaring voor me omdat ik zoveel mensen ontmoette. Ik was erg jong, het was interessant. Ik maakte vrienden onder de grote sterren, dat soort dingen. Het was een inspirerende tijd. Ik ontmoette al die beroemde mensen”.
   Omgaan met beroemde artiesten werkte als een leerschool. “Ik werkte daar, en toen ik er niet meer werkte zat ik er vaak. Ik ontmoette Jane Fonda en Roger Vadim, die mensen ontmoette ik ook, en dat was dan weer een heel andere scene. Max’s was een nogal ongewone hangout want er kwamen mensen uit de underground, rock and roll-mensen, filmsterren en kunstenaars. En het was een heel goeie ervaring om al die mensen te ontmoeten”.
 
 
413 4 StilettosDebbie Harry, gezicht van de Stilettos
 
 
Na Wind In The Willow kwam ‘Blondie’ anno 1972 terecht in een meisjestrio, de Stilettos. Hibbert: “A camp girl trio with mad blokes on the side. They sang to drunks in bars for pin money”.
   Debbie: “The Stilettos were only watched by drunks and low-life in sleazy bars. We made no money, but it was fun”. Met tal van voorbeelden benadrukte ze: “We were just fooling around. We were campy. The Stilettos were just like this absurd girlish thing. It was mostly the drunk perverts who liked it but, well, I was used to that”.
   Je zou het misschien niet verwachten van de latere punkzangeres, maar ook ‘Goldfinger’ (uit de gelijknamige Bond-film) hoorde tot het repertoire van de Stilettos. Tom hoefde Debbie niet aan te sporen. Uit volle borst zong ze: “Goldfinger! He’s the man, the man, with the Midas touch”. 
   ‘Goldfinger’ sloeg geweldig aan in 1964. In die tijd ook, kort daarvoor, verscheen er een ander liedje op de muziekmarkt – dat was ‘Denise’, een Amerikaanse hit voor Randy & The Rainbows.
 
 
413 5 Randy Rainbows Denise

Blondie
 
 
Een belangrijk moment in het leven van Debbie Harry naderde. In zijn artikel verwoordde Hibbert het als volgt: “One night at a Stilettos show, Chris Stein was in the audience. Deborah was on the stage and it was love both ways at first sight. They formed a band called Angel And The Snake and Chris Stein wrote a song called ‘Heart Of Glass’. Then, in 1974, they changed their name to Blondie”.
   Debbie: “We didn’t really know what we were doing when we started. We did some Tina Turner songs and a few Rolling Stones songs. We weren’t that good. We were just learning.
   All we wanted to do was songs that had a hook in them, that were danceable, because up to that point everybody was watching these long guitar solos and good old boys singing about ‘the road’ and it didn’t relate to our urban experience at all”.
 
Evenals Television, Ramones en Talking Heads mocht Blondie optreden in CBGBs (New York). 
   Dat was geen leuke tijd herinnerde de zangeres zich. “It was horrible. It was real disgusting. Every night you just had to watch where you walked. Dead dogs, vomit”.
   Van geld verdienen was geen sprake. “Paid? Bite your tongue. You’d get a couple of beers and then we’d owe them money. I’m serious. There was no money involved. The CBGBs guys were just happy to have somebody in there making some noise. It was a Hell’s Angels bar”.
   Hoe kon je in zo’n omgeving het hoofd boven water houden?
   Debbie: “I was working. I was bar-tending. I was selling pot – out of the trunk of my car”.
 
Blondie wist af en toe elders een betaald optreden te versieren. “Every once in a while the group would luck out and get to play at a party. One time we played this party after a horse show. It was a real rich person’s show, after a show jumping thing. So there were all these people from Uptown and we went to this beautiful town house and they were all in fancy dresses and asking us to play songs we didn’t know. Like ‘Hotel California’ [Eagles] and ‘Freebird’ by Lynyrd Skynyrd and old rock ’n’ roll stuff and Johnny Mathis”.
   Blondie kon of wilde Blondie daar verder niet op ingaan. “We just kept playing our same five songs all night. And they liked us. We got paid!”
 
Het ging er nogal primitief aan toe bij de groep, tekende Tom op uit de mond van de zangeres.
   “We had absolutely no equipment when we started out. We were terrible. Chris had a little tiny amp thing that was terribly noisy. The police radio never stopped coming through.
   Everyone was responsible for their own mix so it was all, Your amp is on 10 so mine’s going on 10, too, dammit! Let’s watch the singer bleed, I’m putting my amp on 11! See the singer bleed through the nose! But, oh, God, seriously, those were fun days at the beginning. We were disreputable and funky and sleazy and smelly in every way. We were jerks. We were the underdogs”.
 
 
1976
 
 
In 1976 slaagde Blondie erin een platencontract af te sluiten met Private Stock Records, het bedrijf dat opgezet was door Larry Uttal (1921-1993), een oude rot in het vak, met ervaring in het tot stand brengen van hitsingles. Uttal had zich in het verleden bemoeid met acts als Del Shannon (Runaway), Reparata en de Delrons (Captain of your ship), Box Tops (The Letter), Partridge Family met David Cassidy (I Think I Love You), Dawn met Tony Orlando (Tie A Yellow Ribbon) en de Britse boyband Bay City Rollers. Geen punk-omgeving dus.
   Andere artiesten op het label waren de Four Seasons en de Pearls. Een nieuwe aanwinst was Mud uit Engeland. Frankie Valli van de Four Seasons was tevens aandeelhouder van Private Stock.
 
In oktober 1976 publiceerde Ira Robbins een artikel over Blondie. Hij probeerde de nieuwe groep een plek te geven in de popmuziek van die tijd. “The group is trying to be a seventies answer to Lesley Gore and the Shangri-Las”, schreef hij. “Blondie is proving that a girl can sing in a rock band and not be a carbon copy of the obvious models” – zoals ‘Janis Joplin, Mama Cass en Ronnie Spector’.
   Debbie was volgens hem niet zo ‘wild’ als haar imago. Hij verwees naar haar verleden in Wind In The Willows. “Despite the tough girl image, her voice sounds more like Nico [van de Velvet Underground] in a sour mood than anyone else. Her styles range from show tunes [!] to mean Patti Smith postures, while she trips visually through adolescence to adulthood”.
   De popjournalist vertelde dat Blondie onder leiding van Richard Gottehrer een album opgenomen had. Ook Gottehrer had een verleden. Hij was lid geweest van de Strangeloves, die in 1965 een hit scoorden met ‘I Want Candy’. Bovendien had hij opgetreden als producer van ‘My Boyfriend’s Back’ (Angels, 1963) en ‘Hang on Sloopy’ van de McCoys (1965).
 
 
413 6 StrangelovesStrangeloves met Richard Gottehrer
 
 
Toen het eerste album van Blondie dat jaar verscheen werd het niet door iedereen positief ontvangen. Giovanni Dadomo, bijvoorbeeld, vond het toch al geen aanbeveling dat de groep dankzij Frankie Valli bij Private Stock onder contract gekomen was. “Considering the vinyl results of his decision leaves one in considerable doubt as to the wisdom of his actions. Because Blondie is a pretty dumb affair”.
   Ook Dadomo plaatste de muziek van Debbie Harry c.s. in het verre verleden. Een van de songs, het door Debbie geschreven ‘Little Girl Lies’, vergeleek hij met ‘Let The Little Girl Dance’ van Billy Bland, een succesnummer uit 1960 – en dat bedoelde hij niet als een compliment. Het riep bij hem slechte herinneringen op aan een haardos met brylcreem. De hoes, met gewoon een foto van de groep, zoals dat vroeger normaal was, dommer kon je je het in 1976 niet voorstellen. 
 
 
Debbie in Nederland, juni 1977
 
 
In het voorjaar van 1977 kreeg Blondie de kans zich in Europa te manifesteren. Als ‘punkgroep’ kon de band overal optreden. Met de Sex Pistols was voor menigeen immers een nieuw tijdperk aangebroken. De ‘Age of Aquarius’ van enkele jaren eerder was snel voorbij gegaan. Na ‘Anarchy in the U.K.’ stond de wereld van de popmuziek, zeker in Engeland, weer eens op zijn kop. Blondie liet niet na om ook Nederland aan te doen.
   Punk sloeg niet aan bij het platenkopend publiek. In de laatste week van juni 1977, bijvoorbeeld, vonden we geen enkele punk-single in de top 40, die beheerst werd door artiesten als Boney M. (Ma Baker), Guys & Dolls (You’re my world), George Baker (Beautiful Rose), Luv (My Man), Baccara (Yes Sir, I can boogie) en de Nederlandse Internationals (Young and in love). Een snelle stijger was ‘What kind of dance is this’ van Veronica Unlimited. Disco-muziek, muziek om op te dansen deed het veel beter.
 
Die zelfde week, op 29 juni 1977, deed Peter van Bruggen in Oor verslag van zijn ontmoeting met Debbie Harry, die hij omschreef als een ‘New Yorks punkmeisje’. Een intelligent gesprek werd het niet, schreef de popjournalist. Over de Stilettos vertelde ze: “Dat was een porno-groep met drie zangeressen, waarvan ik er dus één was”. En over de scene: “Ik vind de meeste New-Yorkse bands leuk. Ik ken die bands al vanaf de eerste dag dat ze speelden. Ik ga altijd naar nieuwe bands kijken”.
   Maar niet iedereen zag dat soort muziek zitten. “Ik heb eens vrienden uit New Jersey uitgenodigd om een optreden van ons bij te wonen in de CBGB’s. Die kwamen er met hun vingers in hun oren uit, klaar om te sterven, zogezegd. Ik vond nog wel dat het een leuk optreden was geweest”.   
   Debbie riep bij Peter herinneringen op aan een andere tijd. “Ze heeft gedanst als een verlegen godinnetje. Als een jonge bakvis. Ze deed me denken aan de meisjes die je in de fotoboeken over de jaren vijftig ziet. Dat was lang voor het verschijnsel van de snelle chick werd uitgevonden.
   Meisjes heetten toen nog elegant te zijn. Ze droegen nauw sluitende rokken of zwarte terlenka broeken met een splitje bij de hiel, en als het even meezat, mohair truien die poezelig aanvoelden. Als ze dansten bij de pick-up, het kleine altaartje, dat toen nog midden in de kamer op het jabo stond, draaiden ze ijverig met de scherpe naaldhakken, en knipten met de vingers. Je ziet ze ook nog wel in geïllustreerde boeken over populaire dansjazz, waar ze op de leuning van een stoel naar Chris Barber zitten te luisteren, het poederdoosje in de hand”.
 
 
Volop publiciteit
 
 
Zonder hitsingles wist Blondie in 1977 heel wat publiciteit te creëren. De jongens in de groep presenteerden zich in de punktijd als aanhangers van die muziek. Debbie Harry daarentegen was het sexsymbool, ze werd vergeleken met voormalige vedettes als Marilyn Monroe, Nancy Sinatra, Brigitte Bardot, ‘a one-woman reincarnation of the Shangri-Las’. Waar Blondie precies voor stond was onduidelijk, een mysterie zou je kunnen zeggen. Die onduidelijkheid, gecombineerd met het aantrekkelijke van de zangeres, zette de pennen in beweging.
   Alles wat de leden van de groep zeiden werd afgedrukt. Richelin Cromelin van Rolling Stone noteerde bijvoorbeeld uit haar mond: “I liked Brigitte Bardot a lot, when she was really cool. She was a sort of continental punk I guess. I always felt that sex is a cool thing to sell”.
   Drummer Clem Burke, wiens oom gespeeld had bij Joey Dee & de Starlighters (‘Peppermint Twist’, 1961), bestreed dat Blondie herinneringen aan het verleden op wilde roepen. “People say our look and sound is sixties”. Blondie was juist geënt op de toekomst. “I can pin it down to 1979. Disco’s dying. There’s more of a pop attitude coming about”.
   Toetsenman Jimmy Destri begreep dat het eventuele grote succes wel van de zangeres moest komen. “Debbie’s the focal point of the songs”. Gitarist Chris Stein, de partner van Debbie, verwoordde het met: “It all comes together through her, but I don’t think it’s really built on her”.
 
 
Met een nieuw album terug in Nederland
 
 
Zoals gezegd, de singles van het eerste Blondie-album – ‘X Offender’, ‘In The Flesh’, ‘Rip Her To Sheds’ – wisten de hitlijsten niet te bereiken. Tegen het einde van 1977 verscheen er toch een tweede album, opnieuw geproduceerd door Richard Gottehrer.
   Peter van Bruggen was op de hotelkamer van Debbie en Chris in het Amsterdamse Sonesta-hotel uitgenodigd om het via een cassette-bandje te beluisteren. “Maar het bandje deed het niet. Chris sloeg op het minuscule tape-recordertje dat stond aangesloten op een Vox-versterkertje”. De nieuwe plaat, ‘Plastic Letters’, kwam niet aan de orde in het uitgebreide artikel dat in het eindejaarsnummer van Oor werd afgedrukt.
   
Blondie had op 19 november in Paradiso opgetreden. Hester Carvalho keek erop terug in haar boek 50 Jaar Paradiso (2018). Veel punkbands werden in die tijd, aldus Cavalho, door Engelse zaaleigenaren geweerd – niet alleen de Sex Pistols, maar ook X-Ray Spex, The Clash en The Damned. Ze weken daarom uit naar Nederland. “Uit Amerika kwamen Television en The Ramones. Alle bands trokken een enthousiast publiek. Plotseling was Paradiso een drukbezochte club. ‘Het ging razendsnel. Eerst kwam er niemand en binnen een paar maanden zat het vol’, zei penningmeester Jaap van Beusekom. ‘We waren meerdere avonden per week uitverkocht’”.
 
 
Blondie in Paradiso
 
 
Ook Blondie was van de partij. Belangstelling was er genoeg. “Die avond in november stond er zo’n grote menigte op de Weteringschans dat de tram er niet meer langs kon”.
   De opkomst was zo groot dat de brandweer zich geroepen voelde in actie te komen. Barvrouw Marieke Heideman: “Ze keken naar de mensen buiten en vroegen hoeveel kaarten we verkocht hadden. Wij zeiden ‘vijftienhonderd’, waarop zij antwoordden ‘dat is dan vijfhonderd te veel’.
   We moesten ter plekke de deur dichtgooien. Een groot deel van het publiek stond al binnen, maar de rest mocht er niet in. Hoewel ze een kaartje hadden”.
   De aanhang was boos. Heideman: “We hoorden geschreeuw van buiten. Vlakbij werd aan de weg gewerkt, dus al snel vlogen de stukken steen tegen de ramen. Het ging maar net goed”.
   Hester Carvalho in haar boek: “Jan Vollaard (20), scheikundestudent, was dan al binnen. Hij was net naar voren gelopen toen de zaallichten uitgingen. ‘Vier muzikanten in scherpe pakken kwamen het podium op en speelden meteen het opwindende ‘Detroit 442’, een van de punky nummers. Als laatste kwam Debbie Harry aanlopen, zingend, met wapperend blond haar in een zwart jurkje. Het was een elektriserend moment’”.
   Daar bleef het niet bij hoorde Carvalho: “Het concert was net begonnen toen de linker zijdeur open vloog en een paar honderd man naar binnen stormde. Daarna stond de zaal zo vol dat je niet meer kon bewegen”.
   Debbie Harry vroeg de aanwezigen of ze het warm hadden: “Anders trek je kleren maar uit, hoor. Vinden we prima”.
 
 
413 7 Blondie in ParadisoPunkzangeres Debbie Harry met Blondie in Paradiso (19 november 1977) 
 
 
Van het optreden was een radioregistratie gemaakt en die kon Hester Carvalho tientallen jaren later beluisteren. Op basis daarvan schreef de popjournaliste van het NRC: “De band speelde in hoog tempo eenentwintig liedjes, de hele debuut-elpee, en bijna alles van het voor het publiek nog onbekende tweede album, ‘Plastic letters’. Als vijfde speelden ze het nieuwe nummer ‘Denis’”.
   Jan Vollaard, die een collega bij de krant werd van Hester, wist: “Het nummer sloeg meteen aan. Iedereen begon te duwen en te springen. Dat hield daarna niet meer op”.
   Angela Groothuizen (toen 18 en zangeres van de Howling Hurricanes) was die avond voor het eerst in Paradiso. “Het was stampvol en ik ben klein dus ik kon niets zien. Toen heb ik me naar voren gedrongen en ben omhoog geklommen tegen de speakers, tot ik half boven het podium hing. Daar raakte ik compleet onder de indruk van Debbie Harry. Dat slordig gebleekte haar, die kleren, hoe ze danste en zong. Je kon je ogen niet van haar afhouden. Ze had niet eens zo’n goede stem, een beetje schril, maar dat maakte niet uit”.
   Alles aan de band was nieuw en bijzonder, vertelde Angela aan Hester. “Dat maakte me ook een beetje droevig. Ik dacht: dit niveau van ‘coolheid’ zal ik met mijn band nooit halen”.
 
Naar eigen zeggen had Peter van Bruggen van Oor de muzikanten (de begeleiders van Debbie en Chris Stein) naar Paradiso gebracht. De redacteur maakte dus zelf mee hoe groot de opkomst was. Eind 1977 liet hij afdrukken: “Toen we bij Paradiso kwamen, waar alle deuren aan het gezicht onttrokken waren door wachtend publiek, bleven de jongens wat angstig in de auto zitten.
   ‘Kun je je auto niet gewoon voor de ingang drukken. Ze gaan wel opzij’, suggereerde een van de jongens achterin. Ze durfden niet naar binnen. Uiteindelijk renden ze alle vier opzichtig in de richting van de ingang en haalden het”.
 
 
‘Denis’
 
 
Vanwege de optredens kon het tweede album van Blondie rekenen op uitgebreide recensies bij de internationale muziekpers. Bij mijn onderzoek voor dit artikel viel me op dat ‘Denis’ niet genegeerd werd, maar ook niet speciaal werd aanbevolen. De gerenommeerde popjournalisten zagen Blondie als een punkgroep – verwacht werd daarom wel dat ze korte nummers moesten brengen, maar of er een hitsingle uit voort zo komen, dat leek van minder belang.
   Die single, die kwam er: ‘Denis’, een cover van een vijftien jaar oud liedje dat in Nederland nooit bekend geworden was. Voor de makers van AVRO’s TopPop aanleiding om de punkgroep in de studio uit te nodigen. De clip van ‘Denis’ sloeg aan als de spreekwoordelijke bom. In korte tijd stond Debbie Harry, pardon Blondie, op nummer één in de Nederlandse top 40.
 
 
413 8 Denis

 
In het thuisland, Amerika, werd ‘Denis’ niet opgemerkt. Dat gebeurde pas later. Mike Chapman, die eerder hits geproduceerd had met onder anderen de Sweet (Funny Funny), Mud (Dynamite), Smokey (Living next door to Alice) en Suzie Quatro (Can the Can) werd enthousiast toen hij de groep zag optreden en bood aan om met Blondie te werken.
   Na al die Brits-georiënteerde hits verhuisde Mike naar de VS om zich op die muziekmarkt te concentreren. 
 
 
‘Heart of Glass’
 
 
Misschien wel omdat het succes in Amerika uitbleef, besloot Blondie van producer te veranderen. Mike: “I wanted to produce Blondie because I loved them. I’d seen them live and couldn’t wait to get into a studio with them”, verklaarde hij later.
   Het duurde enige tijd voor Chapman het vertrouwen van Debbie Harry wist te winnen. “She didn’t want to let her defences down for anybody – I was just another jerk record producer who was going to interfere with her life, as far as she was concerned”.
   Het ijs was pas goed gebroken toen Mike mogelijkheden zag in ‘Heart of Glass’, een song die Chris Stein en Debbie al vier jaar eerder geschreven hadden en steeds op een andere manier uitgeprobeerd hadden, maar altijd tevergeefs. Chapman gaf meteen aanwijzingen wat je moest doen om het nummer te perfectioneren voor een mogelijke single. 
   Dat viel in goede aarde. Op straat na de repetitie sloeg Debbie onverwacht een andere toon aan.  “Mike, I really like what you did with our songs today. As a matter of fact, what you did to ‘Heart of Glass’ sounds really good”. 
 
De inventieve producer zette een soort eurodisco-beat neer als basis van ‘Heart of Glass’. Blondie en hij lieten zich hierbij inspireren door Giorgio Moroder, de man die een jaar eerder ‘I feel love’ van Donna Summer vervaardigd had. In een recent interview verklaarde Debbie dat Blondie die single goed gekend had, het stond zelfs op hun repertoire. “We’d covered ‘Lady Marmalade’ and ‘I feel love’ at gigs”.
   Misschien wel vanwege de gelijkenis met die Amerikaanse top tien hit werd Blondie voor het eerst door de Amerikaanse deejays opgepakt. ‘Heart of Glass’ maakte definitief een einde aan het punk-imago van Blondie. Zonder problemen ging dat niet, aldus Debbie: “Lots of people were mad at us for going disco with ‘Heart of Glass’. There was the Disco Sucks movement, and there had even been a riot in Chicago, with people burning disco records. Clem Burke, our drummer, refused to play the song live at first”. 
 
“Wij hebben drie jaar tegen dat punk-stigma moeten werken eer we, met ‘Heart of Glass’, goed genoeg bevonden werden om in de ether losgelaten te worden”, was de ontboezeming van Debbie Harry tegenover Marc Didden in Oor, anno 1981. “Wat heb ik destijds gehuiverd van dat punk-image. Ik vond van het begin al dat wij veel meer met pure pop te maken hadden dan met die zielige New-Yorkse popscene”.
 
 
413 9 punk imago

 
Harry Knipschild
21 december 2020
 
Literatuur
Giovanni Dadomo, ‘Blondie’, Sounds, 22 januari 1977
Greg Shaw, ‘Blondie’, Phonograph Record, februari 1977
Ira Robbins, ‘Blondie’, Trouser Press, februari 1977
Richard Cromelin, ‘Wild About Harry’, Rolling Stone, 21 april 1977
Peter van Bruggen, ‘Het is heel verleidelijk haar Blondie te noemen’, Oor, 29 juni 1977
Peter van Bruggen, ‘Serveerster gevraagd’, Oor, december 1977
Jane Suck, ‘Peroxide pop rock: Blondie, Plastic Letters’, Sounds, 28 januari 1978
Kris Needs, ZigZag, ‘Plastic Love. A Day with Blondie’, februari 1978
Howard Wuelfing, ‘Suicide outclasses Blondie’, Unicorn Times, maart 1978
‘‘Denis’ al vijftien jaar oud’, Hitkrant, 9 maart 1978 
Marc Didden, ‘Deborah Harry’, Oor, 26 augustus 1981
Tom Hibbert, ‘Debbie Harry – Three Times A Lady’, Q, augustus 1993 
Dave Simpson, ‘How we made ‘Heart of Glass’’, Guardian, 29 april 2013
Hester Carvalho, 50 Jaar Paradiso. In vijftig legendarische concerten, uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2018
Harry Knipschild, ‘Mike Chapman, liedjesschrijver en producer (2)’, website Harry Knipschild, 30 juni 2018
 
Clips
 
 
  • Hits: 4814