428 - Creedence in 1969
Als je in de jaren vijftig en de eerste helft van de jaren zestig naar rock- en popmuziek luisterde, betrof het meestal singles, eerst ook nog grote, zware schijven op 78 toeren, later alleen kleine 45-toeren plaatjes, die je niet in de zon moest laten liggen, want dan trokken ze krom.
Voor de jeugd waren langspeelplaten bijna niet te betalen. Wie had eenentwintig gulden (de toenmalige prijs) van zijn zakgeld te besteden? Ik [HK] in elk geval niet. Op hitlijsten die weergaven wat de best verkochte albums in de jaren vijftig waren, moest je goed zoeken om popmuziek te ontdekken.
Een voorbeeld: de eerste Amerikaanse album hitlijst van de jaren zestig in het vakblad Billboard. In de hoogste regionen vond je ‘Fabulous Fabian’ op nummer 8, ‘Swinging on a rainbow’ van Frankie Avalon op 19, ‘That’s all’ van Bobby Darin op 32 en ‘Songs by Ricky Nelson’ op 34.
Voor hoge klasseringen kwam je terecht bij crooners Johnny Mathis, Bing Crosby en Perry Como, koren van Mormonen en Mitch Miller, de orkesten van Ray Conniff en Mantovani, uitvoeringen van musicals (‘Sound of Music’, ‘Porgy and Bess’) en de folkmuziek van Harry Belafonte en het Kingston Trio.
hitlijst 4 januari 1960
Ontwikkelingen in de jaren zestig
In de loop van de jaren zestig kreeg de jeugd steeds meer geld te besteden, onder andere om muziek op 45 toeren te kopen. De Beatles gaven vanaf 1963 een enorme impuls aan de populariteit van speciale muziek voor de jeugd. Singles als ‘She loves you’, ‘I want to hold your hand’, noem maar op, ze waren niet aan te slepen. In hun voetspoor doemde overal in het westen ‘langharig werkschuw tuig’ (volgens een oudere generatie) op, jongelui, drie gitaristen, een drummer en een zanger. Met zeker in het begin simpele liedjes zetten ze de wereld op stelten.
De nieuwe ‘beatgroepen’, zoals ze aanvankelijk genoemd werden, mochten van de platenmaatschappijen ook langspeelplaten maken, maar dat was – vanwege de beperkte verkoopmogelijkheden – aanvankelijk niet meer dan bijzaak. Voor het maken van een album werd niet meer dan hooguit een paar dagen studio uitgetrokken. Live-albums werden op één avond opgenomen – het moest meteen goed zijn. De Haagse studio GTB had buitenapparatuur voor geluidsversterking. Met eenvoudige middelen – ik was erbij betrokken – kwamen dankzij vader en zoon Bakker op die manier bij Iramac live albums in één keer tot stand van de Amsterdamse Outsiders (in Breda) en soulzanger Davy Jones (in de Amsterdamse Lucky Star). In de Haagse ‘Drie Stoepen’ werd door een technicus van Radio Veronica (Jurg van Beem) zo een album met Nederlandse bluesmuziek opgenomen.
In 1968 kreeg de Voorburgse Sandy Coast, eveneens bij GTB, maar liefst vijf dagen studiotijd (à duizend gulden per dag) om een album te maken. Dat was mogelijk omdat de groep een grote hit had met ‘I see your face again’. Het opnemen van het album pakte positief uit omdat een van de tracks, ‘Capital punishment’, een hoge klassering in de top 40 bereikte. Zelfs in die tijd werden er vaak niet meer dan een aantal honderden exemplaren verkocht.
Andere pop-albums waren samengesteld uit al eerder op single uitgebrachte nummers.
Van single naar album
In de tweede helft van de jaren zestig was er sprake van een ommekeer, zeker in het grote Engelstalige buitenland. Jongelui, die eerder vrijwel alleen singles hadden aangeschaft, stapten over op langspeelplaten. Ze hadden er het geld voor. Bovendien gingen de groepen steeds meer experimenteren met muzikale concepten, die op albums gerealiseerd konden worden. Bekende voorbeelden van deze ontwikkeling, in 1967, waren ‘Pet Sounds’ van de Amerikaanse Beach Boys onder leiding van Brian Wilson en ‘Sgt Pepper’ van de Britse Beatles.
Niet iedereen was het met deze ontwikkeling eens. Een van hen verklaarde in 1969 dat popmuziek nodeloos ingewikkeld was geworden door die ‘psychedelische’ conceptalbums. In twee transatlantische telefoongesprekken, van de Amerikaanse westkust tot in het hartje van Londen vertelde de succesvolle Californische artiest aan popjournalist Pete Goodman: “The late ’fifties – that’s when rock really started. Where I lost it was when the psychedelic stuff came in.
Don’t get me wrong. I’m not against experimenting with music – that’s what things are all about – but some of the groups went just too far. They freaked out, even the Beatles to an extent, and left people wondering. Things got frantic with Jimi Hendrix and the Cream and so on, but they were good enough to carry it off. It’s all the bands that followed… that’s where it went wrong.
You see, I look on pop as an art form – rock is an art form. But that’s a whole lot different than being arty. Once you stretch it too far, that’s it baby, it’s ruined”.
John Fogerty aan het woord
De artiest in kwestie was John Fogerty. Jarenlang zat hij in een groep met zijn oudere broer Tom, die ritme-gitaar speelde, Stu Cook op basgitaar en Doug Clifford achter het drumstel. Ze hadden opgetreden onder diverse namen, zoals de Blue Velvets en Golliwogs. Vervolgens had John zijn militaire dienstplicht vervuld. Bij zijn terugkomst in het burgerleven anno 1967 waren ze gaan werken onder de naam Creedence Clearwater Revival.
John Fogerty
John Fogerty: “I was called up on Army service and this created a kinda lull in the group. When I came back, there was one helluva lot of competition in the San Francisco scene. Groups from there were getting the recognition they’d long deserved and the whole area became a kind of Mecca for musicians.
The list was long – like Jefferson Airplane, Country Joe and the Fish, Moby Grape and Big Brother and the Holding Company. I guess there were 50 groups all of the same high standard – and there was, at last, a lot of work available.
Regular concerts at the Fillmore West, at the Avalon Ballroom, then the clubs like New Orleans and the Matrix. Then again there were the free concerts in the parks there – something which helps a band get a big following.
When we changed our name, we also changed our direction. Before we’d had smart-attack managers who tried to make us a kinda fungroup, wearing all the way-out clothes and so on. We got a complicated story about how we got the new name”.
De naam
Goodman kreeg te horen wat de naam van de groep betekende. “Clearwater actually comes from a television commercial for beer. Creedence is the name of a friend of ours. As for Revival… well , that simply implied that we got back to roots. You could say that we’re in there mid-way between blues and rock ’n’ roll, but you can’t say that we’re directly a product of San Francisco”.
De Britse popjournalist werd geïnformeerd over de oorsprong van de CCR-muziek.
“Our inspiration comes right from Louisiana, over the other side. What I dug was the Southern folk-scene, the stories of Mark Twain and all. That Mississippi basin scene – well, ‘Proud Mary’ was the story about a riverboat in those parts. Though I never lived in those parts, my song writing comes right from there.
All of us in the Revival, all of us we listen to Muddy Waters and Howlin’ Wolf, and the original Sun Memphis boys, Elvis and Johnny Cash – and when we listen to them, we think we’re listening to the greatest. Greatest of all is Carl Perkins. His achievements held us together during those years when we were just clowning around, no direction – wondering whether we shouldn’t just get to hell out of the music business”.
Fogerty had het zuiden van de VS bezocht. Hij was naar eigen zeggen gaan kijken en onderzoeken hoe het er in de studio’s toeging. “Nothing disappointed me. There was the air of history there, the knowledge that the pioneers of country-rock and country-blues all started there. My head was full of fantasies about how it would be and nothing happened to disappoint me”.
De leider van Creedence had er geen behoefte aan om ‘progressief’ te zijn – de trend bepalen . Hij wilde juist muziek maken in de Amerikaanse rock-traditie. In 2013 vertelde hij trots dat hij op veertienjarige leeftijd al dat soort muziek maakte, op een single met de Blue Velvets. Gitarist Duane Eddy was zijn held verklaarde hij en ook gitaargroepen als de Ventures hoorden tot zijn favorieten.
Simpele Amerikaanse rockmuziek
In Engeland moest men nog wennen aan het ouderwetse geluid van de groep, die vanuit San Francisco opereerde, schreef Goodman in Beat Instrumental.
In 1968 was het daar begonnen. “Last year was the build-up era. They signed with Fantasy Records, based in San Francisco. Their first album, ‘Creedence Clearwater Revival’, went straight into the charts. A single, ‘Suzie Q’ [van Dale Hawkins], was taken from the album and became a hit. Then ‘I put a spell on you’ [van Screamin’ Jay Hawkins], from the same album, also made the charts. Then came ‘Proud Mary’ [song van John Fogerty], a track from the huge-selling ‘Bayou Country’ album – and suddenly fans were talking about the group in Britain”.
Alles draaide om de eenvoud. “The Creedence Clearwater boys look like pointing the group scene back to a stronger sense of simplicity”.
Niet voor niets waren ‘ouderwetse’ singles van wezenlijk belang voor de CCR-doorbraak. Bij groepen als Pink Floyd, Big Brother & The Holding Company, Led Zeppelin, The Band en Bob Dylan speelden die meer een album-ondersteunende rol.
Ook bij concerten ging het er conventioneel aan toe. “We figured that groups were tending to over involve the audiences. Sure, it was a good thing to get away from basic monotony, but the experimentation in the studios was so strong that some of the fans lost the way.
We find that audiences like to sit and listen to us, but it’d be fine by us if they got up and danced around. we want to be happy and make people happy… there’s a whole lot too much of the big-voiced we-gotta-protest thing creeping in to al kinds of music”.
Van protesteren tegen de Amerikaanse politiek, bijvoorbeeld het Vietnam-beleid, daar moest je bij hem niet mee aankomen.
De aanpak van de Californische muzikanten had goed gewerkt, zeer goed zelfs. In de Amerikaanse pers kon je lezen: “Creedence Clearwater – biggest breakthrough since Elvis Presley”.
Vanuit Londen bekeken leek dat misschien overdreven. Maar, schreef de redacteur, Creedence was een groep die waarschijnlijk nog lang van zich zou laten horen. “Sounds rather far-fetched, in point of fact, but there’s enough evidence pouring from America to suggest that the four-strong team are going to have a longish spell as the top Stateside rock group”.
Woodstock, augustus 1969
Bijzonder vond ik dat er in het interview van september 1969 met geen woord gesproken werd over het optreden van Creedence tijdens het Woodstock-festival dat kort daarvoor had plaatsgevonden. Tijdens een gesprek met Randy Lewis van de Los Angeles Times in 2019 legde Fogerty alsnog uit hoe het hem daar vergaan was – heel anders dan hij gewild had.
“I’d been seeing a lot of billboards that said something like ‘Come to Woodstock for three days of Peace, Love and Music’. I got the call to perform in June or maybe July, which seemed pretty late in the game. I wanted to make sure Creedence got a good spot and they agreed to put us on at 9 on Saturday night.
It turns out we were the first act to sign, and once we did, all the other acts fell in step. But I didn’t know this at the time. We were told we would go on after the Grateful Dead. They didn’t start until after 9, and they played for 45 minutes and I thought, ‘Great, we’ll be on pretty soon’.
But then they started playing again, and played for another 45 minutes. They didn’t finish until after midnight. I found out in the ’90s that they’d dropped LSD before they went on, and so there they were onstage, what do you say, pretty bewildered.
We ran onstage ready to rock ’n’ roll, but everybody was just lying there in front of the stage asleep.
About halfway through, I went to the microphone and said, ‘We’re playing our hearts out for you and want you to have a good time’.
And from the back of the field somewhere I heard a voice shout, ‘Don’t worry about it, John’.
So in my mind, there was one guy who was awake and we finished our set for that guy”.
Zo had Creedence het zich niet voorgesteld. Om die reden ook wilde Fogerty niet dat het optreden gebruikt zou worden in de film die in het voorjaar van 1970 met groot succes in de bioscopen vertoond werd. Bovendien wist hij te verhinderen dat de muziek uitgebaat zou worden op de Woodstock-albums die ter gelegenheid van de film in de platenwinkels verkocht werden.
Een nieuw interview met Pete Goodman
Twee maanden later spraken Pete Goodman en John Fogerty opnieuw met elkaar via de telefoon.
De leider van Creedence maakte een opgeluchte indruk op de Britse journalist. Na ‘Proud Mary’ was ook de Fogerty-song ‘Bad Moon Rising’ tot de top van de Amerikaanse hitlijsten doorgedrongen. Beide singles bereikten een tweede plaats.
De groep was er volgens hun frontman nog steeds in geslaagd de progressieve politiek te vermijden. “There was a lot of talk that we’d joined the protesters, the anti-world commentators, with ‘Bad Moon Rising. Now that can be a bad thing in the top pop music of today. It’s a label that doesn’t necessarily bring success”.
Voor het Britse gehoor legde de zanger, gitarist en componist het nog eens uit. “‘Bad Moon Rising’ is simply a summing up of the fact that there are good and bad sides to life. Nothing more than that.
‘Bad Moon Rising’ is an example of the kind of lyrics I like to do, and hear. It’s got some point to it, all about natural catastrophes in this world of ours, and I think there’s something worth considering in the song”.
Hoe blijf je aan de top?
Het leek er in november op dat de internationale top nu wel bereikt was. “So now we have two hits in Britain and two albums that are doing well. In the States, there are three albums, and the singles just keep on registering”.
Nu ging het erom aan de top te blijven. “This is good, but now it’s us who have to beware. We just can’t afford to get stale, musically speaking”.
Volgens John Fogerty moest je oppassen om niet uit de top verdrongen te worden. Hard blijven doorwerken was zijn boodschap. Teveel groepen rustten meteen op hun lauweren en dan was het in een mum van tijd afgelopen. “The fact is that a lot of groups tend to get success and then sit back and admire themselves. Before they know it, they’re in trouble. Other people, other acts, catch up and overtake and you’re right at the bottom of the pile”.
Bij Creedence werd continu doorgewerkt. Van een rustpauze was geen sprake. “We rehearse and record for five days of the week. Then we go on the road on Saturdays and Sundays. That way, we’re keeping up to scratch in terms of development but also working on the sounds which are registering for us on records”.
Goodman kon het naar eigen zeggen goed vinden met de artiest, ver weg aan de lijn in California. “Fogerty is an easy conversationalist. You can almost hear him smiling as he contemplates the different tags put on the Clearwater music. ‘Basically we’re a rock band’, he said. ‘This talk about Bayou Rock… well, I guess it means more to you than it does to me. You see, this suggests that my ideas come from that special type of music from round the Mississippi Delta, and I don’t think it’s true. Maybe I don’t change it much, but it’s mostly my own musical idea’”.
John was teruggekomen op zijn enthousiaste verhalen over zijn sterke band met de muziek uit het bayou-gebied. Dat soort dingen gebeurden wel meer kon je in het tijdschrift ZigZag lezen. “A good singer and musician John Fogerty may be, but he’s also an expert at misleading telephone interviewers. I’ve seen six phone interviews he’s done, participated in one, and read an in person discussion. The number of times he contradicts himself is incredible”.
Bewondering voor Carl Perkins
John Fogerty sprak zichzelf in elk geval niet tegen als hij het had over Carl Perkins. Voor de muzikale kwaliteiten van Carl en andere artiesten uit het Amerikaanse zuiden had hij nog steeds de grootste bewondering. “I feel some kind of rapport with the artists who came from that part of the South. I mentioned these guys last time we talked – like Carl Perkins.
Come to that I mention Carl Perkins whenever I get the chance. It’s where they are at, musically, that interests me, not their actual style of producing. Still, I guess our rock is strictly emotional”.
Het leek erop of Fogerty het artikel in Beat Instrumental van september 1969 gelezen had en daar nu op reageerde. Wellicht had Goodman het hem toegestuurd.
Ook in het tweede telefonische interview reageerde de leider van CCR op de muziek die de laatste jaren op de plaat gezet was. Die had volgens hem aan spontaniteit ingeboet. “I hear some of today’s music and it’s got so hard, so exact, so precise, that sometimes it seems to me it’s like a mathematical equation. Everything worked out to the last degree, so that it just leaves me cold”.
Supergroepen
John was op de hoogte van een nieuw fenomeen: supergroepen. Bekende muzikanten uit rockgroepen (Byrds, Buffalo Springfield, Hollies, Cream, Spencer Davis Groep, Family) kropen bij elkaar in de studio. Zo waren eerder dat jaar Crosby, Stills, Nash & Young in de VS en Blind Faith in Engeland tot stand gekomen.
Fogerty had er zo zijn mening over. Volgens hem was juist Creedence Clearwater Revival een supergroep omdat de leden het al zoveel jaar met elkaar hadden uitgehouden. “Don’t forget that we’ve been together for the best part of 10 years. In that sense, I guess WE are a super-group, but I can assure you there is a fine relationship among us”.
Voor hem was duidelijk waarom de leden van Creedence het zo goed met elkaar konden vinden. Ze maakten niet van die ingewikkelde muziek, die met veel dubben en apparatuur in de studie tot stand gekomen was.
“We make sure, on records, that you can hear every single instrument. After all, that’s what each of us is paid for – to be heard.
You can experiment with monster amplifiers which is okay for some, but the distortion is enormous and you end up with somebody playing his heart out and not even being heard on the record”.
Toch was er ook bij CCR een beetje verschil tussen de sound in de studio en die bij de optredens. Dat was nu eenmaal niet te vermijden. “There are refinements, like the use of echo in the studio, that we can’t really do without when it comes to production. But when you figure it out, most halls and clubs have their own built-in echo. You just have to adapt”.
Fogerty benadrukte in november 1969 nog eens hoe goed de sfeer binnen de groep was. “We really are friends, not just working mates. Maybe it’s a good thing from the musical point of view – we have a tight little circle, not too many friends outside it, and it leads us to a tight musical sound. You just can’t help it that if you spend about 16 hours a day virtually in each other’s company. We read of groups splitting for the slenderest of reasons and we just thank our lucky stars that it’s different with us”.
Bubble-gum muziek
Als je in 1969 met goed in het gehoor liggende popmuziek in de hitlijsten verscheen, werd die regelmatig door de pers ‘geframed’ als bubble-gum. Bekende voorbeelden in die tijd waren de Monkees, Archies, Ohio Express en 1910 Fruitgum Company.
Goodman vroeg Fogerty om commentaar: “So simplicity is the key. But isn’t basic bubble-gum music just that – simple? And if so, how come the Clearwater boys came out on top in the contest”.
Veel bubble-gum groepen hielden het niet lang vol kreeg hij als antwoord. “For me, the reason the pure bubble-gum teams didn’t make it is that they sounded so darned young. I mean specially the singers. There were guys – we knew they were 18 at least, but they sounded like they were only eight. Maybe it came from the lyrics which, most of the way, sure weren’t very thought-provoking. You gotta have at least a measure of believability in music, no matter where it’s aimed”.
Bij de traditionele Amerikaanse rock & roll-muziek waar hij zich mee verbonden voelde was dat anders. “You just can’t split rock and roll, I guess, except in the two categories. Good… and lousy. Guys like Howlin’ Wolf, or Fats Domino, Carl Perkins again, but they were much copied. That doesn’t matter just so long as the fans know what is good and what is bad. Unfortunately, that isn’t always true. So, for a while at least, you get the bad stuff selling and the good flopping”.
Carl Perkins
Creedence was niet de enige groep die vanwege zijn eenvoud in verband gebracht werd met bubble-gum muziek. Dat gebeurde eveneens met de Haagse groep Shocking Blue die in december 1969 in Amerika doorbrak met ‘Venus’. Componist Robbie van Leeuwen moest zich later tegen die ‘beschuldiging’ verdedigen.
In 2010 maakte Jan van der Plas in Oor een vergelijking van Shocking Blue met CCR. “De groep was een serieuze concurrent van Creedence Clearwater Revival – ook zo’n singlesband waarvan de albums pas jaren later werden ontdekt. Dat componist, gitarist en producer Robbie van Leeuwen er tussen de tournees door ieder jaar twee albums uit perste, werd door de serieuze muziekpers slechts voor kennisgeving aangenomen. De fans wisten wel beter, want vooral ‘At Home’ en ‘Scorpio’s Dance’ gingen in 1970 als warme broodjes over de toonbank”.
Goodman bracht zijn gesprekspartner op de hoogte van de open lucht-festivals in Engeland. Opnieuw geen woord over Woodstock. Pete verwees wel naar diverse free concerts in het Hyde Park in Londen en het optreden van Bob Dylan op het eiland Wight.
Fogerty was er door gefascineerd, noteerde hij. “That’s the sort of scene we’d like. The open air suits us. Sounds like you do that scene well – here, everybody got in on it and it lost its originality. It just went stale on us”.
Een goede toekomst voor Creedence Clearwater Revival
De redacteur van Beat Instrumental voorspelde aan het eind van zijn tweede artikel een goede toekomst voor Creedence. “Personally I think the saga of Creedence Clearwater Revival adds up to a fascinating bit of pop history. All those years together, the hectic years when nobody wanted to know. Then finally the success. And the determination to stick together”.
Ze hadden al vier hits in Amerika (‘Susie Q’, ‘I Put a spell on you’, ‘Proud Mary’, ‘Bad Moon Rising’), waarvan twee in Engeland. En de volgende hit was in aantocht. “‘Green River’ is the next single – title track of an album. There’s not too much change. Should be a third-in-a-row hit. And should finally preface a tour here. Maybe with a musical take-over bid for Hyde Park or the isles of Man or Wight, or something. Should be quite a scene”.
Aan succes zou het in de jaren erna inderdaad niet ontbreken.
Creedence bleef aanzienlijk korter bestaan dan gedacht. Twee jaar na het telefonische interview verdween Tom Fogerty (1941-1990), de oudere broer van John, uit de groep. Dat was het begin van het einde. Onenigheid tussen John en platenmaatschappij Fantasy Records (met Saul Zaentz) leidde er toe dat hij er een punt achter zette in 1972. De aanloop tot het succes duurde een decennium, het enorme succes besloeg slechts enkele jaren. De ‘mythe’ is tot de dag van vandaag doorgegaan.
Harry Knipschild
17 juni 2021
Clips
Literatuur
Pete Goodman, Creedence Clearwater Revival’, Beat Instrumental, september 1969
‘What’s In A Name? Creedence Clearwater Revival’, Zig Zag, oktober 1969
Pete Goodman, Creedence Clearwater Revival’, Beat Instrumental, november 1969
Jip Golsteijn, Barry Zand Scholten, ‘Robbie van Leeuwen: wat is er eigenlijk tegen bubblegum?’, Telegraaf, 15 augustus 1972
Jan van der Plas, ‘Shocking Blue – ‘At Home’, ‘Scorpio’s Dance’’, Oor, 21 oktober 2010
Bob Mehr, ‘John Fogerty’, Mojo, juni 2013
Randy Lewis, ‘John Fogerty on the Grateful Dead at Woodstock: ‘They sabotaged our chance in the limelight’’, Los Angeles Times, 18 augustus 2019
- Raadplegingen: 3839