Skip to main content

400 - Warner Landkroon, een hippie uit Amsterdam (1965-1967)

 
 
In 1966 was ik [HK] verantwoordelijk voor de promotie bij Negram-Delta in Haarlem. De platenmaatschappij bracht regelmatig singles van nieuwe Nederlandse beatgroepen in roulatie. Directeur Hans Kellerman probeerde van alles uit – als het maar niet teveel kostte.
    Bij Negram waren we dat jaar succesvol met de Motions, Tee Set, Sandy Coast en de Fighting Cats, de groep van Roek Williams. Andere Negram-Delta groepen (Marquees, Hangmen, Tremors, Selfkick, Triffits, Beat Buddies, Robbins) wisten nauwelijks iets te bereiken. In zo’n geval kwam de verkoop niet verder dan hooguit een paar honderd stuks. Een van die groepen heette N.V. Groep ’65 en was afkomstig uit Amsterdam. Warner Landkroon nam de zangpartij voor zijn rekening.
    In Hilversum, zowel bij de publieke omroep als radio Veronica, was er niet de minste belangstelling voor de Amsterdammers. Ik vond ‘Dankzij de Heer’ en ‘Pipe and you like it’, verschenen op het Delta-label, bijzondere singles. Tegelijk besefte ik dat de artiesten met hun bijzondere aanpak moeilijk bij de omroepen lagen.
    In een interview verklaarde Landkroon later dat ‘Dank zij de Heer’ een 23ste plaats in de Veronica top 40 gehaald had, maar desondanks door de zender geboycot werd. Dat was onjuist: de single werd gewoon niet opgepakt en verscheen ook niet in de hitlijst.
 
 
400 1 NV Groep 65

 
 
Landkroon in Hitweek
 
 
Helemaal onopgemerkt verliep de carrière van de groep echter niet. Met name Hitweek besteedde aandacht aan Warner en zijn muzikale compagnons. Peter J. Muller bezocht een optreden in een Amsterdams katholiek verenigingsgebouw.
    “Is Jezus binnen?” vroeg de redacteur.
    Met Jezus werd in dit geval de zanger genoemd: “Jezus, zo noemen de fans hem in grenzeloze verering en met een toon van milde spot. Met open monden staren ze naar de groep op het podium. Opzienbarend in de korte tijd van hun bestaan, vooral dankzij de zanger, de maker van onder andere de herkenningsmelodie ‘Dankzij de Heer’.
    Hij staat onbeweeglijk op het podium en slaat mat en ongeïnteresseerd op zijn tamboerijntje. ‘I’m down’ zingt de baardige figuur. Zijn trui slobbert om zijn tengere lichaam en in zijn grauwe broek zitten knieën van weken. Blote voeten steken in lederen sandalen. Soms sluit hij zijn ogen en kronkelt in magische uitdrukking de armen in de lucht.
    Het publiek vindt het meesterlijk, machtig en eindeloos. Ze noemen hem Jezus: de man achter de bar, de portier, de juffrouw van de garderobe. De zanger zingt moeiteloos, lacht soms tegen zijn publiek, tilt af en toe bij een nogal wild nummer een been op en slaakt een vermoeide kreet, door de echo-installatie en de versterkers vervormd tot een dierlijk gebrul. De toeschouwers applaudisseren”.
    Muller vond Warner in 1965 ‘een stille jongeman, die daarin van zijn leeftijdgenoten verschilde dat hij het haar tot ver over de schouders had hangen en angstige gelijkenis vertoonde met de Jezus Christus figuur’.
    Tijdens een praatje in de pauze vertelde de artiest: “Vroeger vond ik Bill Haley wel goed. Favorieten heb ik niet, Bob Dylan soms”.
 
De leden van de groep wisten dat ze niet bij iedereen in de smaak vielen. “De jongens worden godsdienst-verkrachters, heidenen, vloekers en kwajongens genoemd. Dominees keuren hun song ‘Dankzij de Heer’ heftig af”.
    “Het doet me niks”, liet Warner in Hitweek afdrukken.
    Muller bleef ook na de pauze. Zo kon hij schrijven: “Na beëindiging hief de zanger als een zucht de handen ten hemel. Hij sloot de ogen en keek over zijn publiek heen in de verte. Zijn act was ten einde”.
 
 
Laurie Langenbach bij de familie Landkroon thuis
 
 
400 2 Ontbijt en lunchOntbijt en lunch bij de familie Landkroon
 
 
Hitweek bleef NV Groep ’65 volgen. In 1966 zocht redactrice Laurie Langenbach de zanger thuis op rond het middaguur. Warner woonde nog bij zijn ouders. De familie zat aan de lunch, Warner aan het ontbijt. Laurie ontdekte dat ze met een artistieke familie te doen had. Vader Landkroon was kunstschilder, tweelingbroer Jan studeerde op het conservatorium, een oudere broer, Piet, speelde viool.
    In het interview, ‘Bij de ster thuis’, legde Warner uit waarom hij nog bij zijn ouders in de Trompstraat woonde. “Ik heb nooit een geregeld inkomen gehad. Het is moeilijk een kamer te vinden in Amsterdam”. Voor de rest: “Ik leef een beetje langs het gezin heen. Ik heb jofele ouders, maar ik leid hier mijn eigen leven”.
 
 
Hippies
 
 
Nieuwe tijden waren aangebroken. Nieuwe waarden deden opgang bij de jeugd in de westerse wereld. In 1967 vond in Californië het Monterey-popfestival plaats, met artiesten als Jimi Hendrix, Scott McKenzie, Mamas & Papas, Country Joe McDonald, Otis Redding, Janis Joplin en de Who. Wat noordelijker, in San Francisco, voerde een jonge generatie, die van de hippies, de boventoon.
    In zijn verslag over de tijd die hij uit eigen ervaring meemaakte schreef Abram de Swaan, de latere Amsterdamse sociologie-hoogleraar, over de hippies die hij met hipsters aanduidde. “Zij willen leven in onmiddellijk contact met hun emoties, op de toppen van hun zintuigen. Door marihuana en LSD zijn zij ontwaakt, maar eenmaal bevrijd kan het ook zonder middelen. Wie eenmaal is aangeslagen, gaat op in zijn gevoelens, gewaarwordingen en herinneringen, bloemen, beesten en andere mensen. Aan geld en werk valt niet meer te denken, dat is alleen nog maar verlies van levenstijd. De hippies zijn uitgestapt. Zij leven in primitieve anarchie, met hun oosterse mystiek, uitheemse kleren en modieuze fratsen. Hun muziek en sierkunst zijn in heel Amerika doorgedrongen”.
 
 
400 3 Timothy LearyTimothy Leary predikt de hippie boodschap, San Francisco 14 januari 1967
 
 
Kranten en tijdschriften hielden niet op met schrijven over de hippies, hun levensfilosofie, muziek en experimenten met drugs. In september 1967 plaatste popmaandblad Teenbeat een artikel over het fenomeen dat iedereen in z’n ban hield. Hits waren er voor de Beatles (‘All you need is love’, ‘Lucy in the Sky with Diamonds’), Scott McKenzie (‘San Francisco, wear some flowers in your hair’) en de Stones (‘We love you’).
    Over twee pagina’s las je koppen als “Lief zijn, grootste rage sinds de Beatles” en “Music for love, hippiedom een religie, LSD het sacrament”.
    In de tekst: “De hippies nemen hun zaak serieus en praten over een machtige uiting van protest van de jeugd. De hippies hopen een paradijs te scheppen. Een gelukkiger wereld zonder oorlog, zonder kleurentelevisie, zonder atoombommen, zonder torenhoge flatgebouwen. Ze geloven er heilig in, als in een religie en deze Hof van Eden wordt gecreëerd met LSD en alle mogelijke ‘drugs’.
   Dr. Ellis D. (‘LSD’) Sox, door het gemeentebestuur van San Francisco aangesteld om de verslaafden wat op te kalefateren, vertelde: ‘Er wonen hier ongeveer 10.000 hippies, waarvan er velen een ernstige verslavingsgraad hebben bereikt. Om hen een beetje te helpen wordt er op dit moment elke maand 150.000 gulden uit de stadskas gehaald. En dan spreek ik nog niet eens over de bijzondere gevallen als ernstige infecties bij mensen die zich prikken met een niet gedesinfecteerde naald. Er zijn zelfs gevallen van tyfus voorgekomen. Als dit zo doorgaat kunnen we spreken van een noodsituatie’.
   Op de universiteiten van Amerika, waar – volgens enquêtes – het gebruik van verdovende middelen een epidemische vorm heeft aangenomen, is een belangrijke verschuiving merkbaar in de keuze van studievakken. Filosofie en kunst worden veel gekozen, maar vooral theologie (oosterse godsdiensten). De hippies verdiepen zich in de leer van Gandhi, noemen Jezus Christus ‘a groovy cat’ en weten wilde verhalen te vertellen over de boeddha.
   Het hippiedom ontwricht de gehele economie. De neger, die zich helemaal niet met de flower power bezig houdt, zal wellicht met zijn black power gelijke rechten verwerven. Zoals het zich nu laat aanzien de enige vooruitgang”.
 
 
400 4 San Francisco 1967San Francisco 1967
 
 
Hans Born en Warner Landkroon
 
 
Een maand later, oktober 1967, liet Teenbeat-redacteur Hans Born een bijzondere hippie aan het woord. Het was Warner Landkroon, zanger van de voormalige NV Groep ’65 die, zoals Jerome Blanes het in zijn Outsiders-boek uitdrukte, uit elkaar gevallen was omdat de artiest wegens drugsgebruik in de gevangenis terecht gekomen was.
   Hans Born: “‘Tune in, turn on and drop out’ is de slogan van het Amerikaanse hippie-dom. ‘Drop out of society’, stap uit de maatschappij, die uit egoïsme en haat is opgebouwd.
   Steeds meer jonge mensen vertikken het met de maatschappij mee te doen, vertikken het te werken. Soms is een (hippie) filosofie de grondslag van zo’n besluit, soms de onmacht om tot een keuze te komen, dikwijls is het gewoon luiheid. Warner Landkroon is ‘uitgestapt’ voordat de hippie-filosofie hier was doorgedrongen”. Volgens de popjournalist was Warner een echte drop-out.
 
Hans zag hem lopen op het Rembrandtplein. “Ik had hem al honderd keer voorbij zien komen. Ik kende hem ergens van. De volgende keer wist ik het: het was Jezus, Jezus van NV Groep ’65, een beatgroep met een zeer gruizig imago, die zo’n jaar geleden nogal furore maakte. Hun plaatje ‘Dankzij de Heer’ werd commercieel geen succes maar bracht Jezus en z’n discipelen wel uitgebreid in de publiciteit, want een heleboel mensen waren kwaad geworden.
   ‘Dankzij de Heer’ was net een psalm en mensen die ’s zondags dit soort teksten op saaie melodieën ten gehore brachten, vonden de concurrentie van deze woest uitziende beatjongens schokkend en ongepast. Al maandenlang hebben we niks meer van ze gehoord. De Jezus van de NV behoort tot de categorie getuimelde beat-idooltjes.
   Ik stevende Jezus achterna. Een sombere gestalte in een slobberige donkerblauwe manchester broek, een dito jekker en veel haar, triest neerdruipend van schedel en kin. Hij liep, naar de grond starend, schijnbaar doelloos maar toch ‘met gezwinde tred’. Hij was al bij de Phonobar toen ik hem inhaalde.
   ‘Zeg ben jij niet Jezus van de NV Groep ’65?’
   Hij keek me verbaasd aan. ‘De groep bestaat al bijna een jaar niet meer’”.
 
 
400 5 ex Jezus

 
Interview tegen betaling
 
 
Landkroon wilde zich wel laten interviewen, maar niet zonder voor voorwaarden. “Wat brengt het op?”, vroeg hij belangstellend.
   Born was bereid een tientje te betalen, zodat ze even later samen op een terras zaten. “Hij ziet er armoedig uit. Warner is geen vlotte prater. Hij neemt zijn teugen pils behoedzaam, hij is een denker”.
   Werd hij nog steeds Jezus genoemd?
    “Ik heb het zelf niet verzonnen. Het was ook geen idee van de groep. Het was niet voor de publiciteit. De fans noemden me zo en ik heb die naam nog steeds. Ze kennen me hier allemaal. Er is hier een soort kliek, maar dat interesseert me niet. Ik ga m’n eigen gang”.
   Warner gaf toe dat zijn groep niet meer bestond. “Ik vond het muzikaal niet goed genoeg. Ik had iets anders in m’n gedachten. Het kwam er niet uit en daarom ben ik ermee gestopt”.
   Na de opheffing had hij zich naar eigen zeggen bezig gehouden met nadenken. “Ik denk nog steeds. Over mezelf. Iedereen denkt toch over zichzelf”.
 
Born vroeg hem of hij bezwaar had tegen werken.
   “Nee, ik heb geen principiële bezwaren tegen werken, maar het is niks voor mij”.
   Lui was hij evenwel niet. “Veel mensen denken dat natuurlijk. Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Hier op het plein zitten veel lui, die inderdaad alleen maar lui zijn. Ik vind me niet lui. Ik werk. Ik ben creatief. Ik denk veel. Denken is werken voor mij. Ik speel gitaar en ik teken ook veel. Ja, ik ben creatief. Gitaar speel ik waar ze een gitaar voor me hebben, bij vrienden bijvoorbeeld, waar ik slaap”.
   Had hij dan geen eigen onderdak?
   “Nee, bij m’n ouders kom ik haast nooit meer. Ik kan niet meer thuis leven. Ik heb geen ruzie met ze maar ik word er zo moe van. Iedere keer weer uitleggen waarom. Soms denk ik dat ze het begrepen hebben, maar even later merk ik dan dat ze het helemaal niet begrepen hebben. Verdovende middelen bijvoorbeeld, dat zullen ze nooit snappen.
   Ik kom af en toe thuis om te bewijzen dat het wel kan met verdovende middelen. Ik laat zien dat ik nog gewoon gezond ben. Maar ze willen het niet geloven. Ze denken dat ik uiteindelijk toch naar de verdommenis ga”.
 
 
Drugs
 
 
Verdovende middelen, drugs, was een belangrijk thema in 1967. Softdrugs (hasjies) en LSD spraken tot de verbeelding van de nieuwe jeugd.
   Landkroon was vastbesloten niet naar de verdommenis te gaan. “Het is heel eenvoudig. Je moet gewoon zorgen dat je niet verslaafd wordt. Het is stom om verslaafd te worden. Als je verslaafd bent, krijg je geen kicks meer”.
   De voormalige ster in Hitweek (uitdrukking van Laurie Langenbach) praatte de Teenbeat-redacteur bij. “Amfetamine is een rage geworden. Ik gebruik het al heel lang. Een heleboel lui kunnen er niet tegen. Maar voor mij is amfetamine ongevaarlijk. Je moet het natuurlijk niet weken achter elkaar elke dag gebruiken, dan ga je malen.
   Ik gebruik het gemiddeld één keer per week, af en toe een paar dagen achter elkaar als ik er voor in de stemming ben. Ik vind het wel fijn. Ik krijg er goeie kicks van, goeie ideeën krijg ik. Het heeft veel invloed op m’n denken.
   Ik heb een soort verschijningen gehad. Dat bevestigde m’n kijk op het leven, m’n filosofie kan je wel zeggen. Ik werd er zekerder door.
   Toch zou ik amfetamine niemand aanraden. De meesten kunnen er niet tegen. Hele vervelende mensen soms, erg argwanend, achtervolgingswaanzin en zo. Ik probeer die mensen tot rust te brengen. Dat beschouw ik als mijn werk. Dan voel ik me erg nuttig als ik die mensen helpen kan”.
 
Hoe kon een gebruiker andere gebruikers helpen?
   “Ik vertel ze wat ik zelf heb meegemaakt. ik heb het ook gehad dat ik nergens rustig kon zitten, dat iedereen over mij zat te ouwehoeren. Maar daar heb ik me uitgedacht. Ik heb me gedwongen te luisteren naar wat die mensen werkelijk zeiden en dan hadden ze het over heel iets anders.
   Als je het spul gebruikt moet je weten wat er kan gebeuren, anders gaat het mis. Je weet dat je last van achtervolgingswaanzin krijgt en als je dat nou maar goed in gedachten houdt, kom je niet in paniek. Als het je een paar keer lukt, heb je er op het laatst geen last meer van.
   Het is net als met LSD. Dat is niet voor iedereen. Je moet je eruit kunnen denken, anders loop je vast. Ik kan me eruit denken”.
   Warner gaf aanvullende informatie. “Amfetamine prik ik meestal. Soms slik ik het gewoon, als er geen gelegenheid is om te prikken, of als ik de tijd heb en lekker op m’n kick wil wachten. Amfetamine vind ik toch wel het fijnst. Maar ik gebruik alles. Opium heb ik maar een paar keer gebruikt. Dat vond ik niet jofel. Soms als ik amfetamine op heb en enorm opgejut ben, wil een heel klein pietsie opium wel eens helpen. Als je het gewoon gebruikt word je er alleen maar rielekst van en dat ben ik toch al.
   Er gebeurt niks in een opium-kick. Je schiet er niks mee op. Al die mooie verhalen over opium-dromen, daar geloof ik geen barst van”.
 
 
Muziek
 
 
Uiteraard wilde een redacteur van een popblad weten hoe het nu verder ging met de frontman van NV Groep ’65. Wat waren zijn ambities?
   “Ik ga weer opnieuw beginnen. Maar dat kan nog wel een jaar duren, ook nog wel tien jaar. Tijd is voor mij niet belangrijk. Ik denk niet dat ik nog met een groep begin. Ik kan toch de juiste mensen niet vinden. Als de rage voorbij is, de rage van de protestzangertjes met een gitaar, dan begin ik. Ik hou er nou eenmaal niet van in een rage mee te lopen. Het is niet dat ik al die jongens slecht vind hoor. Dylan is natuurlijk meesterlijk”.
   Wat trof hem het meest in Dylan’s teksten?
   “Z’n teksten kan ik meestal niet verstaan. Hij zingt zo onduidelijk.
   Zelf schrijf ik teksten als ik soms een paar dagen bij m’n ouders ben. Veel dingen die ik tijdens m’n trips gezien heb, erg goede, psychedelische teksten. Als ik een erge goeie kick heb hoef ik het niet op te schrijven, dan vergeet ik het toch niet meer”.
 
 
400 6 Bob Dylan in 1967Bob Dylan in 1967
 
 
Geld
 
 
Veel gedreven hippies zetten zich af tegen het kapitalisme. Hoe hield Landkroon zich in leven, die vraag werd hem voorgelegd.
   “Ik leef helemaal op de biets. Meestal krijg ik wat van de mensen die ik hier ken. Maar soms, als het hard nodig is, ga ik op vreemden af. Soms heb ik niks, niks te eten, niks om te prikken, niks om te slapen, helemaal niks. Dan biets ik me de klere, dan ben ik hard bezig, dan ben ik niet minder afgepeigerd dan iemand die normaal gewerkt heeft.
   Bietsen is niet voor iedereen weggelegd. Je moet iets van de mensen begrijpen. Ik biets bij mensen waarvan ik denk dat ze bietsen ‘in’ vinden. Langharige provo’s kunnen best een piek missen voor een medemens, zou je zo denken, maar meestal geven ze niks.
   Zo ontmasker ik ze, zo haal ik de echte provo’s tussen de onechte uit. Je hebt mensen die er uitzien als soortgenoten, maar in werkelijkheid vijanden zijn en andersom ook. Je kan alleen goed bietsen als je zelf geen egoïst bent. Dat moeten de mensen kunnen zien. Ik zelf ben geen egoïst. Dat zien de mensen wel”.
   Warner zei zich meestal gelukkig te voelen. “Ik heb de gebruikelijke ups-and-downs, maar geen echte depressies, zoals vroeger. Het is erg lekker in de zon. Als het winter wordt ga ik naar het buitenland waar de zon schijnt”.
   Het eten schoot er desondanks wel eens bij in. “Ik heb vaak honger, maar lijd nooit honger. Ik koop meestal brood en fruit – nee, geen vlees, dat is verkeerd plantaardig voedsel, dus kan je beter meteen het plantaardige eten. Niet dat ik principieel vegetariër ben hoor. Ik vind een stukje vlees best lekker af en toe. Maar als je leeft zoals ik ga je eten wat het beste, het gezondste is”.
 
 
Positieve verwachtingen voor de toekomst
 
 
Warner Landkroon was ervan overtuigd dat hij eens rijk zou worden. “Als ik poen heb, wil ik alles terugbetalen wat ik gebietst heb. Als ik rijk ben komen die mensen vanzelf naar me toe. Dan krijgen ze het met rente terug. En ik koop een groot huis waar iedereen mag komen slapen die geen bed heeft – echt waar, een huis voor iedereen, geen luxe voor mezelf.
   En die poen komt er ook, als ik maar eenmaal ga zingen.
   Ik kan zo beginnen. Peter Muller [van Hitweek] wil m’n manager worden. Maar ik ben liever m’n eigen manager. Ik wacht nog. Tijd is niet belangrijk en ik kan hier nog een heleboel mensen helpen. Ik heb hier voorlopig nog werk genoeg, kan je wel zeggen”.
   Hans Born: “Jezus kwam opvallend met het woord ‘werken’ aandragen. ‘Denken is werken’. ‘Praten is werken’. ‘Bietsen is werken’”.
   Zocht Jezus een verontschuldiging voor zijn manier van leven?
   “Nee, nee, helemaal niet. Maar dat kan ik jou toch niet uitleggen. Jij begrijpt me niet. Wat hadden we ook al weer afgesproken – een tientje, hè. Fijn, bedankt. Daar kan ik weer een dag of vier van leven”.
 
 
Frank Dam en Warner Landkroon
 
 
400 7 Armand

Na het gesprek met Hans Born verdween Warner Landkroon uit de publiciteit. In zijn plaats kwamen er nieuwe spraakmakende Nederlandse popartiesten als Armand, Wally Tax, Herman Brood en Jan Akkerman.
   Frank Dam, voormalig medewerker van Hitweek (1965-1969), wist hem in 1999 nog eens op te sporen ten behoeve van een serie artikelen over oude beatgroepen op de achterpagina van NRC Handelsblad.
   Ruim dertig jaar na het korte bestaan van NV Groep ’65 vertelde de voormalige zanger opnieuw zijn verhaal – met aanvullingen en wijzigingen.
 
Over zijn drugsgebruik zei hij in 1999: “De eerste keer dat ik ermee in aanraking kwam was na de middelbare school. Het was om in een bepaalde geestesgesteldheid te geraken. Ik had het al een beetje met yoga ervaren. Drinken deed ik ook hoor, maar die drugs, dat trok me heel erg aan, dat was me heilig.
   Ik gebruikte alles: het begon met marihuana. Dat was soft, maar het kon ook wel hard aankomen. Vooral met die pep erbij. Met die peppillen kon je bergen verzetten en die marihuana maakte creatief. Die combinatie heb ik veel gedaan. Ik gebruikte ook LSD. Ik spoot wat er maar te spuiten viel. Ik had wel eens van die ongecontroleerde flips. Ik was niet bang. Ik was vermetel!”
 
Over NV Groep ’65: “Pim Abbestee was een jongen die ik kende van de kunstnijverheidsschool. Hij speelde sologitaar in een bandje genaamd The Amulets en Frits Kerkhoff kende ik uit de Phono-bar. Pim vroeg mij als zanger bij een nieuw te vormen bandje. Hij leerde een ander vriendje, een zekere Paul Frie, wat akkoorden, zodat die basgitaar kon spelen.
   Ik had altijd liedjes in mijn hoofd. Ik was vaak in een melige bui en dan bedacht ik teksten – Nederlandstalige teksten. Dat was voor een beatgroep in die tijd wel uitzonderlijk. De naam van de nieuwe groep moest iets bijzonders worden. Het werd NV Groep ’65. Zo’n bedrijfsnaam – dat was anders?
   We waren een bijzonder groepje. Een beetje dadaïstisch zou je kunnen zeggen. Ik was het gezicht van de groep. Vanwege mijn lange haar en mijn baard kreeg ik de bijnaam Jezus. Tijdens onze optredens stond ik altijd met m’n blote voeten in sandalen op het podium en maakte onder het zingen bezwerende gebaren.
   Na een paar maanden intensief repeteren wonnen we het ‘beatkampioenschap 1965’ in Purmerend en daardoor kregen we een contract voor het maken van twee singletjes”.
   In de biografie van Joop van den Ende is te lezen dat hij het kampioenschap organiseerde. Maar de naam NV Groep ’65 komt in het verslag niet voor.
 
 
400 8 Frank DamFrank Dam boek met NRC-artikelen
 
 
In het interview met Frank Dam benadrukte Landkroon, inmiddels bijna zestig jaar, de tekst van het liedje ‘Tanger’, de b-kant van ‘Dankzij de Heer’: “Je had in die tijd mensen die vanuit Amsterdam op en neer naar Tanger reisden: de eerste ‘drugstoeristen’. Het liedje ging over de hele dag ‘high’ zijn en dat een ‘verdoving’ beter is dan een ‘verloving’”.
   De song kun je nu via YouTube beluisteren: “In Tanger ben ik high. Want in Tanger verkopen ze wietjes – allemaal voor mij. Daarom ga ik naar Tanger, om te voldoen aan mijn verlangen. We zijn de hele dag high. Ik ben verzot op verdoving, dat gaat boven verloving, nog liever ben ik high. Als ik mijn wietjes niet krijg, dat is een ramp voor mij, want dan ben ik niet meer high”.
   Het thema drugs werd eveneens behandeld in de tweede single ‘Pipe and you like it’. Landkroon: “Het was een ode aan de hashpijp. Dat plaatje deed nog minder dan het eerste”.
   Over het einde van de groep meldde Landkroon in 1999: “Op een gegeven moment kon ik niet meer doorgaan met de band; ik werd te zeer door het experimenteren met drugs in beslag genomen. Daarmee was het voor N.V. Groep ’65 afgelopen. De band had veertien maanden bestaan”.
 
Over de verdere experimenten met drugs kreeg Frank Dam te horen: “De mix van LSD met heroïne geldt als dodelijk, maar zover ben ik wel gegaan. Ik had een keer LSD ingenomen en dat begon een beetje te werken en thuis gekomen lag daar die lepel met een restant heroïne en dat spoot ik ook nog eens naar binnen.
   Ik dacht nog bij mezelf: ‘Staan blijven, hè? Niet vallen, hè’ Toen ik bijkwam lag ik toch op de grond met die bebloede spuit naast me”.
 
Landkroon hield zich naar eigen zeggen overeind tot in 1992. “Toen kwam ik in een enorme depressie: de drugs werkten niet meer zoals ze moesten werken. De hele scene was gecriminaliseerd. Ik had een poosje een eigen woning maar die zat vol met junkies. Na een mislukte afkickkuur kwam ik weer op straat te staan”.
   Opnieuw kwam Warner bij de kerk uit, deze keer als ‘cliënt’. “Ik wist van het bestaan van een tehuis en ben er heen gewandeld. Er was plaats. Een evangelist kwam met me praten.
   Ik zit hier al weer zes jaar. Ik heb het hier goed, een eigen kamer, onderdak en onderhoud. Dat staat ook in de bijbel? Gisteren was ik jarig. Ik heb de hele dag in de bijbel gelezen. Morgen ga ik naar mijn moeder. Ze vindt het een wonder dat ik nog leef. Ik ben in Jezus. Ik heb Jezus gevonden – of liever gezegd: Hij heeft mij gevonden”.
 
 
400 9 NV Groep 65 NV Groep '65
 
Harry Knipschild
20 juli 2020
 
Clips
 
 
 
Literatuur
 
Peter J. Muller, ‘NV Groep ’65. Optreden smakeloos?’, Hitweek 15 oktober 1965
Laurie Langenbach, ‘Bij de ster [Warner Landkroon] thuis’, Hitweek, 3 juni 1966
A. de Swaan, Amerika in termijnen. Een ademloos verslag uit de USA, Amsterdam 1967
‘Hippiedom’, Teenbeat, september 1967
Hans Born, ‘Gesprek met een drop-out [Warner Landkroon]’, Teenbeat, oktober 1967
Jerome Blanes¸ Outsiders door Insiders. De Amsterdamse legende in woord en beeld, 1997
Frank Dam, Nederbeat, Amsterdam 2000
Henk van Gelder, Joop van den Ende. De biografie, Amsterdam 2012
   
  • Raadplegingen: 5713