394 - Chris Montez in de voetsporen van Ritchie Valens
Halverwege de jaren vijftig brak een nieuw tijdperk aan in de popmuziek – het tijdperk van de rock & roll. De blanke Amerikaanse jeugd viel voor de opwindende muziek van nieuwe idolen als Little Richard, Bill Haley, Elvis Presley, Chuck Berry en Carl Perkins.
Er werd niet alleen geluisterd maar ook gedanst. Een lokale disc-jockey was vaak van de partij in een zogenaamde record hop. Norm Prescott wijdde in 1955 een artikel aan het fenomeen in het maandblad Record Whirl.
“A record hop is a dance in any hired hall, emceed by a radio disc jockey who brings with him about 100 of the top records, turntables, engineer, mike, P.A. system, and any available stars appearing in town at the time, to provide additional entertainment for record fans”, legde hij uit. “It is usually sponsored by schools, churches, social groups, or charity benefits. The kids congregate to dance and see their favorite disc jockey”.
Twee jaar later, in 1957, hadden Danny & The Juniors een hit met het liedje ‘At The Hop (Let’s go to the hop)’. Sha Na Na bracht ‘At the Hop’ nog eens ten gehore in de Woodstock film, die in 1970 de westerse wereld veroverde.
De ‘hop’ werd zo populair dat een nieuw medium, de televisie, het idee oppakte. Teenagers die dansten op 45 toeren grammofoonplaten, afgewisseld met een artiest die zijn nieuwste single kwam playbacken. Prescott: “Record hops spread to television”.
Zo kwam het succesvolle en invloedrijke tv-programma Bandstand vanuit Philadelphia tot stand met Dick Clark als presentator.
Steeds nieuwe dansen
Artiesten en platenmaatschappijen haakten in op de record hops. Aan de lopende band werden nieuwe dansen gelanceerd voor de jeugd. Chubby Checker, in wiens carrière Clark financiële belangen had, was de koning van de dansen. Vooral de twist (vanaf 1960) deed het goed met superhits als ‘The Twist’ en ‘Let’s Twist Again’. Checker scoorde ook met de hucklebuck, pony, fly en niet te vergeten: de limbo. Bovendien trad hij in het huwelijk met Rina Lodders uit Haarlem.
Chubby Checker was natuurlijk niet de enige die nieuwe dansen in die tijd lanceerde. Zo had je bijvoorbeeld de Loco-Motion met Little Eva, de Stroll (Diamonds), de Hully Gully (Olympics), de Mashed Potato (Dee Dee Sharp), Monkey (Major Lance, Miracles) en Watusi (Orlons). Maar niets was te vergelijken met de populariteit van de twist. Zelfs Frank Sinatra, het grote idool van vóór de rock & roll, voelde zich geroepen een twist-song op de plaat te zetten (‘Everybody’s twisting’).
Chubby Checker en Rina Lodders
Vóór de doorbraak van de Beatles was dansen een thema in de popmuziek. Een van de grootste hits in het begin van de jaren zestig had als titel ‘Save the last dance for me’. Ben E. King van de Drifters trad als zanger op de voorgrond.
Chris Montez maakte in 1962 een andere superhit: ‘Let’s dance’. In de tekst haakte hij in op wat er in die tijd speelde. “Hey baby won’t you take a chance? Say that you’ll let me have this dance. Well, let’s dance. We’ll do the twist, the stomp, the mashed potato too. Any old dance that you wanna do. But let’s dance. You thrill me so. Hold me tight, don’t you let me go”.
Chris Montez en Ritchie Valens
Chris Montez, zanger van ‘Let’s dance’, heet in werkelijkheid Chris Montanez. Op 17 januari 1943 is hij geboren in Los Angeles, Californië, niet ver van de grens met Mexico. Het Latijnse bloed stroomt door zijn aderen, zoals dat bij veel inwoners van de Amerikaanse deelstaat het geval is.
In een interview met een Britse popjournalist ten tijde van zijn hit verklaarde hij dan ook meteen: “I really like Spanish dancing best. I jive and I twist a lot. But the Spanish blood makes me wanna get up and do the flamenco instead of the mashed potatoes”.
Chris speelde gitaar en zong in de Rhythm Dukes, een plaatselijke groep, die weldra zijn naam veranderde in Chris Montez and the Invincibles. In het najaar van 1958 trad zijn grote voorbeeld, Ritchie Valens, op in Hawthorne (Montez: een ‘hop’). De zaal was helemaal uitverkocht. Montez moest achterin staan.
Ritchie Valens had besloten om van achteren op te komen en stond plotseling naast Chris. In het hoofdstuk over Chris Montez in het boek Where have all the popstars gone is te lezen: “Valens chose to make a dramatic entrance from the rear of the club, and emerged from a door to the right of young Montez.
Chris was stunned when he turned to the right and gazed at the dimly lit figure standing right next to him, awaiting his cue.
The starstruck young man gasped, ‘You’re Ritchie Valens, aren’t you?’
Valens smiled and nodded”.
“I didn’t know what to say to him”, vertelde Montez later aan de auteurs van het boek. “I wanted to tell him how great I thought he was, but I couldn’t express myself. I managed to tell him I wanted to be a singer like him, and he thanked me. Then the announcer introduced him, the spotlight hit him, and he ran up on stage”.
Ritchie Valens, januari 1959
Een paar maanden later hoorde Chris, pas 16 jaar geworden, dat Ritchie Valens (samen met Buddy Holly en de Big Bopper) bij een vliegtuigongeluk om het leven gekomen was. Voor hem was dat definitief aanleiding om in de voetsporen van zijn ‘held’ te treden, vertelde hij aan iedereen die het maar wilde horen. Montez wilde een tweede Valens worden.
Ritchie Valens (1941-1959) had Valenzuela als zijn echte achternaam. Ze groeiden allemaal op in Los Angeles en omgeving, Ritchie Valens, Chris Montez, Jan & Dean en de jongens van de Beach Boys. Aan het einde van de jaren vijftig brak de ‘warmbloedige’ Ritchie Valens door met het liedje ‘Donna’. Nog vóór zijn dood legde hij ook Latijns-Amerikaanse rockers als ‘La Bamba’ en ‘Come on let’s go’ in de geluidsstudio vast. Ritchie had een grote uitstraling bij de Spaanstalige Californische jeugd.
De populariteit van Valens bleef voortbestaan. In 1987 verscheen de film ‘La Bamba’. Los Lobos, eveneens afkomstig uit Los Angeles, had een wereldhit met hun bewerking van de song die door Valenzuela beroemd geworden was.
Ook in het Nederlandse muziektijdschrift Tuney Tunes kon je anno 1963 lezen dat Ritchie Valens een bron van inspiratie voor Chris Montez was.
Doorbraak van Chris Montez met ‘Let’s Dance’
In 1972 keek Chris terug op de eerste jaren van zijn muzikale loopbaan. Hij begon met nog eens zijn Mexicaanse afkomst te bevestigen. “My parents only spoke Spanish and I had a bit of trouble reading English in school”. In het grote gezin kreeg hij gitaarles van zijn broers. Samen zongen ze liedjes van de Everly Brothers.
Daar bleef het evenwel niet bij. Chris was ambitieus en wilde verder in het leven. “I studied flute and played some piano. I fancied rock and I wanted to sing some English songs. There weren’t any Spanish rock songs around”.
Terwijl hij nog op school zat probeerde Chris een en ander te bereiken. “I invested ten dollars on making a demo while I was in high school and took it round to companies”. Op de Amerikaanse westkust schoten kleine platenmaatschappijen vanaf de jaren vijftig als paddenstoelen uit de grond, soms met enorm succes, zoals Specialty (Lloyd Price, Little Richard), Imperial (Fats Domino, Ricky Nelson) en Del-fi (Ritchie Valens en Sam Cooke).
Chris, die nog in de schoolbanken zat, vond in eerste instantie weinig gehoor. “They said come back when you graduate”.
Montez hield vol. Toen hij in 1960 van school kwam schreef hij ‘She’s my rockin’ baby’ en spendeerde nog eens dertig dollar voor een opname, samen met zijn Invincibles, in een kleine Long Beach-studio.
Deze keer was het raak. Chris vond gehoor bij Billy Sherman en Barry DeVorzon van Tamerlane Music, die eerder met Johnny Burnette gewerkt hadden. Met een omweg kwam hij terecht bij Jim Lee die de grote hit ‘A thousand stars’ (Kathy Young) geproduceerd had en ervaring had met het ‘pluggen’ van singles.
Jim Lee maakte een overeenkomst met Montez en het tweetal. Op zijn eigen label Monogram bracht hij begin 1962 ‘All you had to do’ op single uit, die door hen al een tijdje daarvoor was opgenomen. Diverse radiostations in Los Angeles waren bereid het nummer, een beetje in de stijl van Richie Valens’ ‘Donna’ te laten horen. Bij het populaire station KFWB bereikte ‘All you had to do’ zelfs een zevende plaats in de top 40.
Door het regionale succes wilde Jim Lee, 24 jaar, wel verder met de jonge zanger van Mexicaanse komaf. Later legde hij uit hoe hij op het idee kwam een song voor hem te schrijven.
“One afternoon I was on the way home from my office on Hollywood Boulevard, and I became stuck in a traffic jam on La Brea Avenue. At the time I lived on Coliseum down in Baldwin Hills”.
Wat doe je als je vast zit in het verkeer?
Jim Lee: “I started patting my legs, and the words just began to come out – ‘Hey baby, won’t you take a chance, say that you let me have this chance, let’s dance’”.
Terwijl hij stil stond pakte hij een velletje papier en schreef zijn vondst meteen op. Eenmaal thuis pakte hij naar eigen zeggen meteen de telefoon en vroeg Chris om te komen.
“I called Chris. He came over. We started rehearsing it”.
Lee was ervan overtuigd dat hij een echte hit had geschreven. Daarom ook was hij bereid wat meer geld dan anders uit te geven vertelde hij aan de auteurs van het boek. “Lee hired seasoned studio musicians – drummer Jessie Sayles, organist Ray Johnson, bass player Ray Pullman, and lead guitarist Joel Scott Hill”.
Achteraf werd de indruk gewekt dat geprobeerd werd om de sfeer van de Ritchie Valens nummers ‘Come on let’s go’ en ‘La Bamba’ door middel van ‘Let’s dance’ nieuw leven in te blazen. En misschien was dat ook wel zo. Hoe dan ook, ‘Let’s dance’ bereikte de hoogste regionen van de Amerikaanse hitparade en daarbuiten. Na ‘A thousand stars’ van Kathy Young en de Innocents had Jim Lee een nieuwe hit te pakken.
Montez werd door ‘Let’s dance’ van het ene op het andere moment een tieneridool.
Chris Montez
Korte loopbaan als rocker
Zoals gebruikelijk werd Chris op pad gestuurd om zo aan zijn loopbaan als rocker te werken. Met artiesten als Sam Cooke, Jerry Butler, Clyde McPhatter, Miracles, Drifters en Platters stond hij op het toneel. In Engeland zorgde Andrew Loog Oldham voor publiciteit toen hij daar optrad met Helen Shapiro, Tommy Roe en de Beatles ten tijde van hun eerste hit ‘Love me do’.
Engeland was het enige land waar het plaatsucces gecontinueerd werd. Evenals ‘Let’s Dance’ belandde ‘Some kinda fun’ er in de top tien. In Amerika zelf lukte het niet meer ondanks samenwerking met Lee’s andere ontdekking Kathy Young.
Chris gaf Lee de schuld. “My producer wanted to be an artist”, vertelde hij in Engeland.
Lee dacht er anders over: “I was very young. I had met with success early – maybe too early. I had no musical or business education. I hadn’t even graduated from high school”.
Lee besloot alsnog te gaan studeren en kwam in de makelaardij en het onroerend goed terecht.
Chris deed hetzelfde. Ook hij ging weer in de schoolbanken zitten – deze keer van het El Camino College in Torrance. Het leek erop dat zijn loopbaan ten einde was gekomen.
Herb Alpert
Tijdens zijn muziekstudie in Torrance had Chris Montez een bijzondere ervaring – met de eigenaar van nóg een beginnende platenmaatschappij in de omgeving van Los Angeles. Dat was Herb Alpert, de ‘A’ van A & M Records. “While I was picking up some tapes, I ran into Herb Alpert, who asked if I’d considered doing any more recording”.
In het popboek werd een en ander netjes uitgelegd. “In those days, A&M was seeking to expand its catalog beyond the offerings of the Tijuana Brass and the Baja Marimba Band”. Alpert en zijn partner, Jerry Moss, waren op zoek naar nieuw talent – geen rockers maar artiesten die muziek maakten voor alle leeftijden.
Alpert kende ‘Let’s dance’ en bood aan Montez voor A&M te contracteren.
Chris twijfelde. In eerste instantie reageerde hij negatief, maar bedacht zich. Die kans wilde hij niet laten lopen. Zo verscheen de singles ‘Call me’ (1965) en ‘The more I see you’ (1966), die door Herb Alpert zelf werden geproduceerd.
Het verschil met de stevige rocker ‘Let’s dance’ was groot. Diverse disc-jockeys die de platen enthousiast aankondigden dachten zelfs met een zangeres te maken te hebben. Maar toen er een album verscheen met een foto van Montez erop was het misverstand opgelost. Bovendien verwees Beatles-publicist Derek Taylor in de hoestekst ook naar zijn verleden.
Taylor: “I heard this melodious girl’s voice singing a pretty song and I thought the jockey said ‘Miss Montez’. Of course, it turns out to be Chris Montez, and we all know he’s male. Chris Montez is a very good performer. He has charm, a great sense of music and he started early enough to learn the trade in the middle years of rock ’n’ roll when he, in line with everyone else, was recording numbers like ‘She’s my rocking baby’. Now, with many tours, several hits (remember million seller ‘Let’s dance’), he has made a delightful album for these light, bright evenings”.
Door de aanpak van A&M, met nieuwe hits als ‘There’ll never be another you’ en ‘Time after time’ kwam Chris Montez in een heel ander circuit terecht. A&M bereidde zijn artiestenstal uit met Sergio Mendes (‘Mas Que Nada’), Antonio Carlos Jobim (‘Wave’) en de Sandpipers (‘Guantanamera’).
Herb Alpert en Chris Montez
Zuid-Amerika
Zuid-Amerika was belangrijk voor de platenmaatschappij. Opnieuw werd Chris op pad gestuurd, ook naar een land als Brazilië. Daar bleken ze hem goed te kennen.
Montez: “On that flight the captain was so thrilled we were on the plane, and persuaded the stewardess to ask me to sing a few bars over the PA system. And I did [met een heleboel gekraak]”.
Bij aankomst verkeerde de zanger in de veronderstelling dat er zojuist een beroemdheid geland was in Rio de Janeiro. “I saw a huge crowd. I figured that there must be some important people or some kind event happening. It was like all these people were waiting for the Beatles – but they were waiting for me!
There were all these banners that said ‘Chris Montez’, and I was protected by guards. I thought, ‘You must be kidding’”.
De beroemdheid was Chris Montez zelf.
Zanger Johnnie Ray had eenzelfde ervaring toen hij in 1951 door Columbia Records per trein naar Cleveland gestuurd was om ‘Whiskey and Gin’ te promoten en zich bij aankomst op het station aldaar verbaasde dat het er zo druk was. Ook Ray was ervan overtuigd dat het toegestroomde publiek er stond voor een (andere) beroemdheid.
Door zijn verbintenis met A&M Records kreeg Montez grote bekendheid in Zuid Amerika. Maar in 1968 verliet hij die platenmaatschappij. Op het Paramount-label maakte hij een Latijnse hit met een eigen song: ‘Loco por ti’, die zowaar ook in de Nederlandse top tien verscheen. Vervolgens tekende hij bij CBS International, dat het goed deed in Spaanstalige regionen. Julio Iglesias is een mooi voorbeeld van zo’n CBS-wereldster.
‘Ay no digas’
Voor CBS nam Chris Montez zijn eigen song ‘Ay no digas’ op, half Spaans, half Engels. De platenmaatschappij stuurde hem naar Europa waar hij in diverse landen op het televisiescherm verscheen. In Nederland was hij te gast bij Eddy Becker (NCRV) en Avro’s Toppop. Met ‘Ay no digas’ maakte hij in ons land in 1973 zijn grootste top 40 hit.
‘Ay no digas’ verscheen niet alleen in Nederland hoog in de hitlijsten. Bovendien kwamen er covers. Albert West trad ermee op. De Joegoslavische Bata Illic scoorde ermee in een Duitse vertaling (‘Komm auf das Schiff meiner Träume’), Frank en Mirella in het Nederlands (‘Wat ik zou willen’). Op het internet zijn talloze clips te zien, tot en met ‘Ay no digas’ op panfluit.
Chris Montez, te gast bij Eddy Becker, 25 april 1974
Vervolg?
Na ‘Ay no digas’, 47 jaar geleden, heeft Chris Montez bij mijn weten niet veel meer van zich laten horen. In de biografie op zijn website verwijst hij naar het succes van de film ‘La Bamba’, zijn Mexicaanse afkomst en zijn band met Ritchie Valens:
“Chris Montez’ well-known hits and his heritage are part of the Richie Valens legacy.
‘I am very conscious of my culture’, says Chris, who performed as Chris Montez on tours to Japan, South America and Europe. Today, Chris Montez is just hitting his stride. Born into a bi-cultural city [Los Angeles] with a rich heritage, he emerges trim and fit, an energetic performer with a history and cultural relevance that is unique”.
Brian Wilson en Chris Montez, 2018
In interviews, te zien op YouTube, benadrukte hij tevens hoe hij als jongetje omging met de broertjes Wilson, dat Brian Wilson hem vertelde dat ze zich de Beach Boys gingen noemen. In andere clips zie en hoor je hem behalve de eigen hits van weleer, Ritchie Valens songs als ‘La Bamba’ en ‘Donna’ uitvoeren.
In het het boek over popsterren van vroeger, Where have all the pop stars gone? uit 2011, is te lezen: “In the late 1990s Chris became a regular member of a recurring oldies concert ensemble known as the Rock and Roll Army Tour. As part of that touring group, he appeared with Gary Lewis and the Playboys, Mitch Ryder, Brian Hyland, Tommy Roe, Billy J. Kramer, Dickey Lee and Len Barry”.
Voor wie het interesseert, Chris Montez, 77 jaar, is volgens zijn website nog steeds te boeken: bij Oscar Arslanian van Arslanian & Associates in Los Angeles.
Op YouTube kun je een film vinden van Janis Joplin die kort voor haar dood deelnam aan de reünie van haar school. Een mooi inkijkje in de wereld van 1970. Veertig jaar later, in 2010, trad Chris Montez op tijdens een feest van zijn oude school, het Camino college. Al Jardine van de Beach Boys speelde mee. In de finale rende Montez van het podium af om zich onder het publiek te mengen en met de mensen te dansen. Uiteraard met zijn enige wereldhit, uit 1962: ‘Let’s dance’.
Harry Knipschild
16 mei 2020
Clips:
Literatuur
Norman Jopling, ‘Chris Montez – Give me the flamenco’, Record Mirror, 2 februari 1963
Langley Johnson, ‘Chris Montez and his shirts’, Record Mirror, 30 maart 1963
‘Chris Montez: Ik kom er eerlijk voor uit, ’t was Ritchie Valens’, Tuney Tunes, mei 1963
Louise Criscione, ‘Chris Montez back’, KRLA Beat, 19 februari 1966
Lon Goddard, ‘Come back when you graduate’, Record Mirror, 13 mei 1972
‘Chris Montez nu bij CBS’, Veronica-blad, 9 september 1972
‘Montez’, Vrije Volk, 29 oktober 1973
‘Eddy Go Round Show’, PopTelescoop, 27 april 1974
Marti Smiley Childs, Jeff March, Where have all the pop stars gone?, Davis, Californië 2011
Burt Kearns, ‘Chris Montez & Brian Wilson: 50-year high school reunion’, website Please Kill Me, 25 april 2018
Biografie Chris Montez, op zijn website, mei 2020
- Raadplegingen: 5295