Skip to main content

382 - De Hep Stars en Nederland

 
 
In de jaren vijftig veroverde Amerikaanse popmuziek de westerse wereld. De rock & roll van de Amerikaanse sterren werd in Groot-Brittannië en elders geïmiteerd. Vanaf 1964 traden Engelse groepen, in de samenstelling van Buddy Holly en z’n Crickets, op de voorgrond. Dat soort groepen trof je na korte tijd in elk land, waar men eerder Amerika als het grote voorbeeld gezien had, aan. Zo verschenen de Phantoms, Motions, Maskers, Golden Earrings en Outsiders in Nederland.
   Elders in Europa vond een soortgelijke ontwikkeling plaats. In Zweden bijvoorbeeld. Behalve gewone vokalisten had je er in het begin van de jaren zestig al de Spotnicks die hun muziek – in de stijl van de Engelse Shadows – met succes over de grenzen wisten te brengen. Je hoefde de Engelse taal niet te beheersen om je muzikaal te uiten. Dat speelde in die tijd een rol.
 
 
382 1 Spotnicks
 Spotnicks
 
 
Zweden
 
 
Stockholm had in het midden van de sixties een uitstraling. De Nederlanders Cornelis Vreeswijk en Rob Hoeke gingen er wonen en optreden. Britse groepen trokken er heen. Naar eigen zeggen zou Hoeke er met de Stones gespeeld hebben. Natuurlijk kwamen er ook Zweedse groepen, die in eigen land succes hadden op de bühne en op de plaat. Zo had je Tages, Shamrocks, Ola & de Janglers en de Hep Stars.
   Veel van die groepen begonnen met het coveren van bestaande hitsongs, maar gaandeweg profileerden ze zich ook met eigen repertoire. Hitsucces in het buitenland voor Zweedse beatgroepen leek in die tijd onmogelijk, zoals ook Nederlandse groepen ondanks allerlei pogingen vrijwel alleen in eigen land de platenpersen in beweging konden krijgen.
   De Hep Stars zijn om twee redenen interessant. Ze hadden kortstondig succes in Nederland. Dat was bijzonder. Bovendien werd een van, toetsenist Benny Andersson, oprichter van ABBA. Waarschijnlijk vanwege dat vervolg gaf Bé Annen, uit Appelscha, onlangs een boekje in eigen beheer uit, Hep Stars, The Dutch Road.
 
 
382 2 Benny Andersson Bé Annen 2019
 Benny Andersson en Bé Annen, 2019
 
 
Hep Stars
 
 
De Hep Stars traden in 1963 voor het eerst onder die naam op met zanger Svenne Hedlund als het gezicht van de groep. ‘Hep’ is het Zweedse woord voor ‘hip’, een aanduiding dat je met de moderne tijd mee ging. In 1967 had Patricia Paay succes met de single ‘Je bent niet hip’. Op het internet kun je lezen dat de Zweden hun naam ontleend hadden aan een zinnetje uit de song ‘Razzle Dazzle’ (1955) van Bill Haley & His Comets. Mensen die zich in de sixties hip gedroegen werden met ‘hippies’ aangeduid.
 
Progressief waren de Hep Stars niet. Met ‘Tribute to Buddy Holly’ bereikte ze in 1965 de Zweedse hitlijsten, weldra met groeiend succes gevolgd door covers van Eddie Cochran (‘Summertime Blues’), ‘Farmer John’, ‘Cadillac’ (Vince Taylor) en ‘Bald headed woman’. Op YouTube filmpjes kun je zien hoe het publiek enthousiast reageerde op hun wilde bühne-act.
   In 1965 werd de muziek van de Hep Stars melodischer. Toetsenman Benny Andersson, die er in 1964 bijkwam, liet van zich horen met composities als ‘No response’, ‘Wedding’, ‘Consolation’ en ‘She will love you’, allemaal grote hits in eigen land.
 
 
382 3 Hep Stars goud
Hep Stars met edelmetaal
 
 
Een bijzonder Andersson-nummer was ‘Sunny Girl’. Dat leverde de Hep Stars anno 1966 in Zweden een nummer één hit op. Bovendien werd de song ook uitgevoerd door een andere Zweedse groep, de Hootennany Singers met daarin Björn Ulvaeus. Die groep trad een paar keer voor de Nederlandse tv op, wist Tom Steenbergen onlangs te achterhalen. Mede dankzij zijn speurwerk kun je dat Nederlandse optreden nu op YouTube zien.
 
 
Stefan Schroeder
 
 
Succes buiten Zweden hadden de Hep Stars niet. Om dat alsnog tot stand proberen te brengen stuurde platenmaatschappij Cupol iemand naar Nederland: Stefan Schroeder die een Nederlandse moeder had.
   Dat bleek een goede keus te zijn. Stefan sprak niet alleen wat Nederlands, hij was bovendien overtuigend en vriendelijk. In het voorjaar van 1968 kreeg ik [HK] met hem te maken. Misschien was hij al een tijdje in Nederland (hij huurde een kamertje in hotel Krasnapolski) en had wellicht bij grote platenmaatschappijen bot gevangen met de Olga-singles die hij in ons land aan de man probeerde te brengen. Want wie had er nou belangstelling voor beatgroepen uit Zweden?
   Bij Iramac, het bedrijf in Bussum waar ik werkzaam was, lagen de zaken anders. Iramac had geen Engelse of Amerikaanse popartiesten onder contract en dus geen toegang tot de Anglo-Amerikaanse muziekmarkt. Bovendien was de kleine maar actieve platenmaatschappij in financiële problemen geraakt.
 
Zonder afspraak meldde Schroeder zich bij de receptie van Iramac. Hij werd naar mij doorgestuurd. “Ik vertegenwoordig Cupol”, vertelde Stefan, “en ik heb een stapeltje singles bij me. Heeft Iramac belangstelling om die in Nederland uit te brengen?”
   Omdat hij zich zo aardig opstelde wilde ik wel luisteren naar muziek die waarschijnlijk niet de moeite waard was. We legden wat plaatjes op de draaiftafel, waaronder enkele van de voor mij onbekende Hep Stars. Ze maakten lekkere muziek, vond ik. Ik viel, als ik me goed herinner, vooral op ‘Flower in my garden’ en ‘Malaika’.
 
Toen Stefan merkte dat ik bereid was om toe te happen, deed hij een genereus aanbod. “Als jullie met Cupol in zee gaan, krijg je de banden gratis aangeleverd. Een voorschot is niet nodig. Jullie rekenen gewoon per verkochte plaat af. We doen samen de publiciteit. De kosten van eventuele advertenties zijn voor onze rekening”.
   Dat was een goed voorstel, zeker op een moment dat Iramac er financieel niet goed voor stond. Afspraken waren snel gemaakt. Op verzoek van Stefan brachten we als eerste single ‘Sunny girl’ uit, de Zweedse nummer één van twee jaar eerder.
 
 
Succes in Nederland
 
 
Stefan Schroeder besefte dat je de Nederlandse media, radio en televisie, nodig had om wat te bereiken. Op 25 mei 1968 plaatste hij een advertentie onder de top 40 van Radio Veronica – met de tekst:
   “Komt men in Zweden een Zweed en een Zweedse tegen, vraagt men in het Zweeds aan die Zweden, wie Svenne is, krijgt men in het Zweeds natuurlijk, altijd hetzelfde Zweedse antwoord: Svenne? Dat is Sven Hedlund van de Hep Stars”.
   Iramac en Olga wisten bovendien de KRO-televisie te interesseren voor het Zweedse fenomeen. De Hep Stars mochten niet alleen optreden in het tv-programma ‘Waauw’, aangekondigd door Theo Stokkink, maar werden bovendien in staat gesteld zich in een televisie-special te presenteren.
 
Radio Veronica pakte ‘Sunny Girl’ weldra op in de programmering. Op 22 juni 1968 belandde de single op de vierde plaats in de tipparade om een week later op die lijst door de stijgen naar nummer één. Op 6 juli verschenen de Zweden zowaar in de Nederlandse top 40.
   ‘Sunny Girl’ verbleef drie maanden in de hitlijst en bereikte zelfs een vierde plaats. Eindelijk hadden de Hep Stars een grote hit buiten het eigen land.
 
382 4 25 mei 1968 top 40
advertentie onder de top 40
 
 
De Hep Stars kregen nu ook aandacht in de Nederlandse pers. In het popmaandblad Teenbeat kon je lezen: “Voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse hitwezen is een Zweedse plaat in de topdinges doorgedrongen. De Hep Stars zijn de populairste groep van Zweden”.
   Voor de redactie aanleiding om een verslaggever in het verre land aan het werk te zetten.
   Hij was niet enthousiast over de kwaliteit van de popmuziek daar. “Zo’n tachtig procent van de Zweedse beatgroepen speelt dezelfde lievige stijl. Ze kunnen wel aardig, meerstemmig zingen, maar instrumentaal stellen ze weinig voor en eigen komposities hangen aan elkaar van waterige klisjees”.
   De redacteur kwam in contact met The Flying Dutchmen, een Zweedse groep, die succes had met een Zweedse versie van het Jules de Corte-nummer ‘Ik zou wel eens willen weten’. Bovendien was hij tijdens zijn speurtocht aangenaam verrast overal posters te zien met daarop de naam en het portret van Cornelis Vreeswijk (“bekend van ‘De nozem en de non’”). Minder enthousiast was hij over de prijs van de ‘geestverruimende middelen’. Die waren er drie keer zo duur als in Amsterdam.
   In de Leidsche Courant werd in een artikel gemeld dat van de Hep Stars in Zweden meer platen verkocht waren dan van de Beatles en Rolling Stones samen.
 
 
Album van de Hep Stars
 
 
Het begin was er dus voor de Hep Stars. Zeker naar aanleiding van de tv-special was er aanleiding om het meest recente Zweedse album in Nederland op de markt te brengen. Op de al in 1966 in Zweden uitgebrachte langspeelplaat, geproduceerd door Gert Palmcrantz, waren enkele Benny Andersson-songs te vinden maar ook ‘It isn’t easy to say’, een samenwerking van Benny Andersson en Björn Ulvaeus van de Hootenanny Singers. Het album opende met ‘No Time’, alleen geschreven door diezelfde Ulvaeus.
   Opvallende kritieken kreeg het album niet in ons land. Een regionale krant meldde dat het ‘een fijne lp was, de moeite van het beluisteren waard’:
   “De muziek die de Hep Stars brengen is lekker, rustig, lief en melodieus. Ze zijn met geen enkele groep te vergelijken, of het moest al met de [Nederlandse] Buffoons zijn, die heel in de verte wel iets aan de Hep Stars doen denken, maar lang niet in hun schaduw kunnen staan. De jongens zingen soms meerstemmig en het verrassende van de plaat is vooral de inleiding van de liedjes – een kerkorgel, een elektronisch aandoend aanzwellend gekuid, klassiek pianospel. De plaat is uitgebracht op het merk Olga”.
   Een echte bestseller was het album niet in Nederland.
 
 
Nieuwe activiteiten: een toernee van de Hep Stars in Nederland
 
 
In de jaren zestig probeerden Nederlandse groepen zich een plek in het buitenland te verwerven door er op toernee te gaan. De Hep Stars deden het zelfde in ons land. Als ik het goed heb waren ze vooral van de partij buiten de Randstad. Dat is ook op te maken uit de gegevens die Bé Annen een halve eeuw voor zijn boekje heeft weten te verzamelen.
   Ook nu deden regionale kranten verslag. Een van de initiatiefnemers was Telstar in Sneek, een actief artiestenbureau. Op 7 september 1968 gaf directeur Bauke Algera, voormalig belastingambtenaar, in de Leeuwarder Courant al aan: “In oktober krijgen we de Zweedse Hep Stars hier”. Telstar boekte wel meer Scandinavische bands, soms ‘in ruil’ voor Nederlandse groepen die in het noorden van Europa wilden optreden.
   Algera in het boekje: “We hebben een lang weekend gedaan met The Hep Stars, die ik daarvoor in Zweden aan het werk had gezien. De groep was van 4 tot en met 7 oktober in ons land. Ze deden in vier dagen zes plaatsen aan en hierbij ook nog de Hilversumse studio’s. Er zijn optredens gedaan in o.a. de Schaapsberg (Zandberg), de Drie Provinciën (Leek-Tolbert) en in een hotel in Kollum”.
 
 
382 5 Hep Stars in Nederland 6 oktober 1968
 
 
De Hep Stars hoefden niet in armoede te arriveren. Door hun succes in Zweden hadden ze goed kunnen investeren. Algera: “Ze kwamen naar ons land met twee indrukwekkende vans, revolutionair in die tijd. Deze, voor hen speciaal ontworpen wagens, waren uitgerust met vliegtuigstoelen om gemakkelijk op één avond, voor verschillende shows, grote afstanden te kunnen overbruggen. Revolutionair in die tijd waren de compacte, technische spullen die de band bij zich had. Ze waren hun tijd ver vooruit”.
   Gerard Grotenhuis, directeur van hotel-dancing Modern in Enschede en manager van de Buffoons, had de groep eveneens geboekt. Addy Scheele van Teach In was erbij. Ook hij was onder de indruk van de uitrusting van de Hep Stars.
   “Het was voor het eerst dat we een band zagen optreden met een p.a.-versterking. Nauwelijks versterkers op het podium en een vent in de zaal achter een paneel met heel veel knoppen. We wisten niet eens dat zoiets bestond! Ook reden ze in twee busjes en gebruikten ze walkie-talkies voor de onderlinge communicatie. Het deed allemaal heel futuristisch aan – alsof er een band uit een ander universum was neergestreken in Enschede”.
 
Tijdens de toernee bleek bovendien dat de groep extra versterking gekregen had. Een zwarte Amerikaanse zangeres, Charlotte Walker, was lid geworden van de Zweedse topgroep.
   De Nederlandse Chains, die samen met de Hep Stars in Leek optraden, zouden de kleedkamer delen. “Toen de zanger met een vrouw binnen kwam, mochten zij er niet meer in”. In die tijd was Grace Slick toegetreden tot Jefferson Airplane. Later trok Shocking Blue zangeres Mariska Veres aan en nog weer later was Earth & Fire in de weer met Jerney Kaagman.
 
Bauke Algera had de Hep Stars in samenwerking met Jan Vis ook in Noord-Brabant weten onder te brengen. Hans van Liempt van de Shuffles (de groep met Albert West als zanger en de hit ‘Cha la la I need you’ in 1969) was erbij. Jan Vis had een boekingskantoor en was manager van de Shuffles.
   “In die tijd organiseerde de fanclub van de Shuffles maandelijks een soort fanavond [in de Kentering, Rosmalen]. Daarbij probeerden ze ook altijd een bekende artiest te regelen. Voor die dag waren dat dus de Hep Stars, die toen een hit hadden met ‘Sunny Girl’.
   Van Liempt liet Bé Annen uit zijn herinnering weten dat Benny Andersson op een gegeven moment in Rosmalen boven op de piano stond.
 
382 6 3 augustus 1968 top 40
 Hep Stars op 4 in de Nederlandse top 40
 
 
Nieuwe singles in Nederland
 
 
Stefan Schroeder en Iramac zetten zich in om het succes van de Zweedse groep te continueren. Een nieuwe single, ‘Music Box’, in de stijl van ‘Sunny Girl’, wist opnieuw de top 40 te bereiken. Daarmee was het hoogtepunt evenwel voorbij.
   De derde Nederlandse single, ‘Let it be me’ (van Gilbert Bécaud’), wist de tipparade niet te ontstijgen. Bij die opname liet ook Charlotte Walker van zich horen. Waarschijnlijk probeerden de Hep Stars zich nu op Duitsland te richten. In elk geval werd ‘Music Box’ met een Duitse tekst op de plaat gezet.
 
Op basis van de goede relaties, die hij inmiddels had opgebouwd, slaagde Stefan er nog in een tweede Zweedse act in de top 40 te krijgen – het Zweedse duo Tom & Mick. Met ‘Somebody’s taken Maria away’ wisten de Zweden zich drie weken te klasseren.
 
Hep Stars bij Dureco
 
 
Begin 1969 kondigde Iramac aan niet langer te zullen doorgaan. Schroeder ging nu in zee met de Amsterdamse platenmaatschappij Dureco. Dat leidde nog tot een bijzonder experiment, mede omdat Stefan intussen bevriend was geraakt met mijn broer Paul, die evenals hij in Amsterdam woonde.
   Paul in het boekje van Bé Annen: “In de tweede helft van de jaren zestig studeerde ik geneeskunde in Amsterdam. Via mijn oudere broer Harry kwam ik in contact met Stefan Schroeder, een magere Zweedse jongeman die redelijk goed Nederlands sprak.
   Ik kon het goed met hem vinden en verrichtte later ook enige hand- en spandiensten voor hem. Stefan had ‘iets’ met een nummer van de Hep Stars, ‘I natt jag drömde’, dat een grote hit was geweest in Zweden. Andere artiesten [inclusief de Zweedse Hootenanny Singers] zetten in die tijd buitenlandse liedjes met een Nederlandse tekst op de plaat. Stefan vroeg mij wie volgens mij het beste een Nederlandse tekst kon maken op de bestaande melodie [‘Last night I had the strangest dreams’].
   Dapper heb ik hem toen voorgesteld dat ik het best zelfs eens wilde proberen. De melodie vond ik matig, maar een Nederlandse tekst kwam er destijds wel. Met de oorspronkelijke Zweedse tekst had de mijne niets van doen. Achteraf gezien is de mijne een ietsje te veel cabaret-tekst, staat de tekst ietsje te ver af van popmuziek”.
   In een Nederlandse studio kwam ‘Aldus mijn horoscoop’ tot stand. Paul: “De volledige Hep Stars met Charlotte Walker waren present. Zanger Svenne had echter weinig zin om er werk van te maken. Vooral Benny was bereid zich de tekst enigszins eigen te maken en het Nederlandse nummer op de plaat te zetten. Mij staat nog bij dat de VARA-tv tijdens de opname in de studio heeft gefilmd en dat het filmpje daarover op de Nederlandse tv is uitgezonden.
   Het werd geen hit en met de populariteit van de Hep Stars was het niet veel later ook definitief afgelopen”.
 
 
 382 7 aldus mijn horoscoop
 
 
Nadagen van de Hep Stars
 
 
In het boekje van Bé Annen is te lezen dat de Hep Stars inmiddels contact hadden met de Volendamse Cats. “Op hun verzoek”, aldus bassist Arnold Mühren, “zijn we op toernee door Zweden gegaan. Ze vonden onze nummers geweldig en waren tijdens hun toernee in 1968 helemaal gek van ons nummer ‘Vaya Con Dios’. Ze zagen wel eens kans voor ons in Zweden. Met het vliegtuig zijn we naar Göteborg gevlogen en van daaruit met de bus verder”. Tijdens een van de open lucht festivals speelden ze samen. Bauke Algera, die de Nederlandse toernee van de Hep Stars op poten gezet had, regelde ook de optredens van de Cats in Zweden.
   Zanger Piet Veerman was niet geweldig positief over de muziek in dat land. “Ik vond de popscene er een beetje achterlijk. Een topband waren de Hep Stars niet [meer]. Ze speelden een soort van ouderwetse rock and roll, wat live echt niet zo heel veel voorstelde. Ik zal niet zeggen dat het slecht was, maar ze vielen mij tegen”.
 
In de tijd dat de Hep Stars in Nederland doorbraken liep het succes in eigen land enigszins terug. Misschien was de motivatie na een aantal jaren er wel uit. Toetsenist Benny Andersson en Björn Ulvaeus van de Hootenanny Singers, die elkaar in 1966 hadden leren kennen, gingen steeds meer samenwerken. Op het internet is te lezen dat Björn in 1969 zelfs nog met de Hep Stars meespeelde, totdat de groep er aan het einde van de zomer een punt achter zette.
 
 
Later
 
 
Benny en Björn gingen door in een bondgenootschap met de gerenommeerde Zweedse muziekuitgever Stig Anderson. Samen met Agnetha Fältskog en Anni-Frid Lyngstad traden ze weldra op onder de naam Björn, Benny, Anna & Frida. Hun single ‘People need love’ wist in 1972 de Zweedse hitlijsten te halen. Nog meer succes had het viertal met ‘Ring Ring’, in de hoop daarmee uitgezonden te worden naar het Eurovisie Songfestival.
   De uitgeverij van Dureco benaderde mij met de vraag of ik ‘Ring Ring’ wilde uitbrengen bij Polydor, de platenmaatschappij waar ik na de ondergang van Iramac aan het werk was gegaan. Toen ik enthousiast reageerde kwam al snel een optreden in het tv-programma ‘Popzien’ tot stand, met Eddy Ouwens als presentator. Bij die gelegenheid maakte ik in een Chinees restaurant in de Leidsestraat voor het eerst kennis met de uit Stockholm overgevlogen groep. Toen ik met eigen ogen constateerde hoe perfect hun presentatie was in studio Bellevue, begon ik te beseffen dat ik met getalenteerde artiesten te maken had. ‘Ring Ring’ bereikte een hoge klassering in Nederland.
 
 
382 8 Popzien
Debuut van Björn, Benny, Anna & Frieda, studio Bellevue, Amsterdam, voorjaar 1973
 
 
Een jaar later zat ik thuis gewoon naar het Eurovisie Songfestival kijken en tot mijn vreugde eindigde ‘Waterloo’ als winnaar. Een Zweedse popgroep bracht verandering in de rol van het festival, kunnen we achteraf vastellen.
 
In januari 1975 moest er een echte opvolger voor ‘Waterloo’ komen. Op hun uitnodiging en kosten vloog ik naar Stockholm. Ik ontmoette er Stefan Schroeder, die inmiddels werkzaam was bij Phonogram in Zweden. Stefan, met wie ik goed contact was blijven houden, liet me het Vasa-schip zien, dat in 1628 in de haven gezonken was.
   Ook wandelde ik in Stockholm al pratend rond met Sid Bernstein (1918-2013), de man die de Beatles naar Amerika gehaald had en zich inspande om ABBA in de VS van de grond te krijgen.
   ABBA gaf bij die gelegenheid een spectaculair optreden. Sven Hedlund en Charlotte Walker waren eveneens van de partij als toeschouwers. De volgende dag kwamen we met een groepje bij elkaar op het kantoor van Stig. Aarzelend werd ons de mogelijke nieuwe single gepresenteerd, het nummer ‘Bang a boomerang’.
 
Terug in Nederland werd ik er snel van op de hoogte gebracht dat er andere single kwam, ‘I do I do I do I do’. “Bang a boomerang’ verscheen tevens op de platenmarkt, maar nu gebracht door Svenne Hedlund, voormalig zanger van de Hep Stars, samen met Lotte, de Amerikaanse zangeres Charlotte Walker.
   Benny Andersson was mijn belangstelling voor ‘Flower in my garden’ van de Hep Stars niet vergeten. Als we elkaar in de jaren zeventig ontmoetten en er was een piano in de buurt liep hij er een heen en speelde de song met een glimlach in mijn richting. Ook vroeg hij wel eens hoe het met Cornelis Vreeswijk ging. Maar dat is alweer lang geleden.
 
Bé Annen had in augustus 2019 een ontmoeting met Benny Andersson en Görel Hanser (Johnsen), die vroeger voor Stig Anderson werkte nu voor Benny Andersson. “Görel vertelde dat Benny geen enkele specifieke herinnering [meer] heeft aan de optredens in Nederland”.
 
Harry Knipschild
2 december 2019
 
Clips
 
 
Literatuur
 
‘Hep Stars’, Teenbeat, 1968
‘Zweedse groep hoog op Nederlandse top tien’, Leidse Courant, 17 augustus 1968
Bé Annen, Hep Stars. The Dutch Road, Appelscha 2019
 
 
  • Raadplegingen: 9658