374 - Een interview met ‘Tom Parker’ (1963)
Tom Parker is niet weg te denken uit de geschiedenis van de popmuziek. De ‘kolonel’, zoals hij zich liet noemen, was de manager van Elvis Presley (1935-1977), die als rock & roll-artiest in de tweede helft van de jaren vijftig eerst Amerika en daarna de rest van de westerse wereld veroverde en (na Bill Haley) de nummer één artiest in het genre werd.
Dries van Kuijk en Elvis Presley
Er bestond overigens een tweede Tom Parker. Die andere Tom Parker (1944-2013), een Schot, was zelf muzikant en speelde toetsen bij de groep Apollo 100. In 1979 zette hij de New London Chorale op. Met dat gezelschap ‘verjongde’ Tom de klassieke muziek van onder meer Bach, Händel, Verdi en Mozart. Tijdens een ontmoeting begin 1986 vroeg hij mij [HK, in die tijd directeur van Universal Songs] om suggesties voor zijn Mozart-project. Niets vermoedend liet ik hem een fragment van een klarinet-concert horen, dat ik mooi vond.
Parker reageerde met: “Prima, dat gaan we doen”. Dat zelfde jaar nog bereikte Vicki Brown, echtgenote van de Engelse popzanger Joe Brown, met zijn bewerking ‘Stay with me till the morning’ een behoorlijke top 40-klassering.
Tom Parker en Elvis Presley
De ‘echte’ Tom Parker heette helemaal niet Tom Parker. Hij was op 26 juni 1909 in Breda geboren als Andreas Cornelis (Dries) van Kuijk. Dries was de zoon van een employee bij Van Gend & Loos in de Brabantse stad.
Dries van Kuijk na aankomst in Amerika
Op jeugdige leeftijd stak Van Kuijk over naar de Verenigde Staten, waar hij zakelijk in het amusement terecht kwam – allereerst in de wereld van het circus. Later stapte de Bredanaar over naar de muziek. In die hoedanigheid was hij betrokken bij de carrière van zangers als Gene Austin, Eddy Arnold en Hank Snow. Van Kuijk, ‘Col. Tom Parker’, ontdekte hoe goed de arme artiest Elvis Presley over kwam bij jonge Amerikaanse teenagers. Onder meer met de belofte dat hij hem binnen een jaar miljonair zou maken slaagde Parker erin zijn manager te worden.
Na enkele singles op het Sun-label (zonder klassering in de pop-hitlijsten) verscheen ‘Heartbreak Hotel’ begin 1956 op het label RCA Victor.
In de Billboard van 5 mei 1956 bereikte Elvis met zijn RCA-single de nummer één positie, vóór onder anderen Perry Como (Hot Diggity), Carl Perkins (Blue Suede Shoes), Pat Boone (I’ll be home), Otis Williams (Ivory Tower), Kay Starr (Rock and Roll Waltz) en Little Richard (Long Tall Sally). Het eerste album van Presley stond die dag eveneens op nummer één genoteerd. Een nieuw tijdperk in de pop-geschiedenis was aangebroken.
Billboard, 5 mei 1956
Tijdens een interview in Vancouver op 31 augustus 1957, verklaarde Elvis: “I wasn’t known at all until Col. Parker started managing me, you see, and I got on RCA Victor and on television. And then I started being known”.
Zaken en muziek
Tom Parker en Elvis Presley hadden een bijzondere relatie. De een hield zich uitsluitend met zo veel mogelijk geld verdienen bezig en de ander totaal niet: hij gaf het uit. Wat Elvis privé deed en hoe hij zich muzikaal wenste te uiten ging de manager niet aan of interesseerde hem niet (nauwelijks). Als er maar dollars in het laatje kwamen. Voor alles moest stevig betaald worden – uiteraard voor het maken van plaatopnamen, voor zijn rollen in films, ja zelfs als men hem wilde interviewen of laten optreden in een tv-programma om daar zijn hoogstwaarschijnlijk nieuwe hitsingle uit te voeren.
De Amerikaanse autoriteiten wilden weldra een eind maken aan de populariteit van rock & roll-muziek, die de jeugd zou verpesten. Elvis werd opgeroepen voor de dienstplicht en verdween naar het veraf gelegen West-Duitsland. Zijn familie reisde hem achterna. Parker niet. Die bleef vanuit de VS de muzikale loopbaan van zijn ‘jongen’ zakelijk sturen.
Kort voordat Elvis onder de wapenen kwam kon je in de krant lezen wat de zakelijke consequenties daarvan waren: “There was nothing cheerful about the situation to Presley’s manager Tom Parker of Nashville, Tennessee, who can’t help but think of the drop in income. Presley makes $ 50,000 or so a month with a couple of personal appearances. As an army private he would draw $ 78 a month”.
Het Amerikaanse leger wilde Elvis het liefst als entertainer voor de troepen hebben. Dat was evenwel niet besteed aan de manager. “A sure way to debase your merchandise, is to give it away”, was zijn redenering. Om economische redenen zou de artiest gewoon soldaat geworden zijn.
In die uitspraak werd de artiest dus als ‘handelswaar’ gezien.
Films en muziek
Bij terugkomst in Amerika bleek Elvis een soort heropvoeding gekregen te hebben. Hij had heel wat van zijn wilde haren verloren. Zijn eerste nieuwe single, ‘Stuck on you’ (1960), was voor menigeen al meteen een teleurstelling.
De voormalige rocker ging zich steeds meer gedragen als entertainer. Dat bleek uit de aanpak van nieuw repertoire – met onder meer ‘It’s now or never’, ‘Are you lonesome tonight’, ‘Surrender’, ‘Wooden Heart’, ‘Can’t help falling in love’ en ‘Return to sender’.
De kassa moest snel gevuld worden. Billboard meldde in april 1960: “Elvis Presley’s TV price is going up – to $150,000 an appearance – and then only if it doesn’t conflict with the singer’s film work. So said Col. Tom Parker, his manager, who told The Billboard he isn’t eager for too many TV appearances.
‘I don’t want Elvis to compete with his own movies’, he explained. Parker said Presley received $125,000 for his guest shot on Frank Sinatra’s tele spectacular”.
Van optreden kwam niet veel na zijn Duitse periode. In plaats daarvan wisten hij en Tom Parker veel geld te verdienen met rollen in speelfilms die elkaar snel opvolgden. Het begon met ‘G.I. Blues’ in 1960, gevolgd door ‘Flaming Star’, ‘Wild in the Country’, ‘Blue Hawaii’, ‘Follow that Dream’, ‘Kid Galahad’, ‘Girls! Girls! Girls!’ en ‘It happened at the World’s Fair’, begin 1963.
New Musical Express en Tom Parker
Veel nieuws over de activiteiten van popsterren vanaf 1958 kon je vinden in Britse muziekkranten als New Musical Express, Record Mirror en Disc.
De redactie van New Musical Express had zelfs weten te bereiken dat er op 7 september 1956 een artikel werd afgedrukt dat door Elvis zelf geschreven zou zijn. Daarin was onder meer lezen: “I’m afraid to wake up each morning. I can’t believe all this has happened to me. I just hope it lasts.
Thanks to all my faithful teenage fans, I have made a lot of money all of a sudden. Just two years ago I was driving a truck for $35 a week in Memphis, Tennessee, and before that I was knocking down $14 a week (that’s less than 5 pounds in your money) as a theatre usher.
Then one day my father gave me a guitar. Although I didn’t know a b-flat from c-sharp, I finally learned to play.
My career as a singer started by accident. I went into a record shop to make a record for my mother, just to surprise her. Some man in there heard me sing and said he might call me sometime. He did, a year and a half later. He was Sam Phillips, the owner of Sun Records and I made a couple of records for him.
Mr. Steve Sholes, who is the head of country-western music at RCA Victor, happened to hear one of them and wanted to sign me up with his company. It was Mr. Sholes who gave me ‘Heartbreak Hotel’ to cut and, as you know, it turned out to be a million seller”.
Parker, Arnold, Presley, Sholes
‘Bossa Nova Baby’
De Brit Chris Hutchins werd als teenager een fan van Elvis Presley. In 1961 wist hij een baan als redacteur van New Musical Express te bemachtigen. Zo kwam hij naar eigen zeggen in rechtstreeks contact met Tom Parker. Dat leidde tot een interview per telefoon. Op 6 september 1963 werd het afgedrukt.
Hutchins was naar de nieuwe Presley-film ‘Fun in Acapulco’ gaan kijken. “Several weeks ago I attended a sneak preview of the film given by producer Hal Wallis in London”. Eén van de songs uit die film vond hij zo goed dat die volgens hem zeker op single uitgebracht moest worden. Chris besloot de manager van Elvis te bellen. “I placed a transatlantic call to Colonel Tom Parker last week. I was particularly keen on one number and told the Colonel how much I liked it”.
Hutchins hoorde dat er nog geen besluit genomen was over de keuze van de volgende single. “It was a decision Elvis and the Colonel had been trying hard to make their minds up on for several days, he told me. ‘We want it to be one of the songs from ‘Fun In Acapulco’ (the next Presley film to be released), but can’t decide which one’, the Colonel explained”.
De NME-medewerker hoefde weinig moeite te doen om de manager van zijn keuze (‘Bossa Nova Baby’) te overtuigen. “I told the Colonel how much I liked it”.
Parker wist dat Presley die keuze ook al min of meer gemaakt had. “After pledging me to secrecy on its title for the time being, he called back across 6,000 miles of telephone cable. ‘Then that’s the one. Elvis likes it, too, but couldn’t be certain about its suitability as his next single - the choice is always left to him.
But I’m going to tell him this afternoon that he’s got an impartial supporter for it on the other side of the Atlantic. I know it’s all he needs to finally make up his mind’”.
Trans-Atlantisch aan de praat
Omdat ze het eens waren over de single-keuze hadden ze nog wat tijd over om andere onderwerpen aan de orde te stellen. Wat Hutchins liet afdrukken gaf een mooi inkijkje in de samenwerking tussen de ‘voormalige’ rocker en de man die zijn zaken regelde.
“For more than half an hour we chatted about things close to Elvis and his career - the legendary manager in his office in the heart of the Hollywood film empire and me in mine at the NME’s headquarters’ in the centre of London’s Tin Pan Alley. We talked about the unique artist-manager relationship which exists between ‘El and Tom’, as they are affectionately referred to by close associates”.
Hutchins was al een beetje op de hoogte. “I had heard, of course, the stories about the Colonel’s big-business manner, his showmanship and his wit”.
Twee gescheiden levens
Parker draaide er geen doekjes om tegenover de journalist.
“I got the full dose”, constateerde Hutchins.
“‘He don’t stick his nose in the way I conduct the business, and I keep way out of his private life’, he said bluntly. “You know, in the eight years we’ve been associated with each other, we’ve had dinner together only twice.
Only a couple of months back, I wanted him to sign some important papers urgently, but I had to get somebody who knew it to drive me to his house in Bel Air. I knew roughly where it was, but I would probably have spent hours trying to find the exact spot’”.
Uit de woorden van de manager bleek dat hij met zijn artiest nauwelijks sociale contacten had. Hij wist niet eens precies waar Elvis op dat moment woonde of verbleef.
De vroegere inwoner van Breda vond het niet nodig aanwezig te zijn als zijn beroemde pupil weer eens een nieuwe plaat aan het opnemen was. Dat leidde volgens hem alleen maar af van zijn bezigheid: geld verdienen. “He took a deep breath before going on to reveal: ‘I never attend his recording sessions. When he’s in the studio – always late at night – making those discs, I’m in my bed asleep.
I figure there’s nothing I can contribute to his recording – he’s got it all worked out to a fine art. So I’m much better off getting my sleep so that the next day I’m alert and ready to do the kind of deal that will bring our boy in some more money’”.
Tom Parker thuis
In 1963 was Elvis nog niet getrouwd. In menige film verschenen aantrekkelijke vrouwen. Zou Parker een tipje van de sluier willen oplichten? Hoopte menige actrice niet om op de filmset ook privé met de alom bewonderde artiest verenigd te worden?
“I asked about the reported romance between Elvis and his current co-star in ‘Viva Las Vegas’, Ann-Margret”.
Parker nam dat soort affaires ogenschijnlijk niet serieus. “Listen, our boy had one hobby last year, he has the same this year, and it’ll be the same next – pretty girls. I’ve met Ann-Margret, of course, and she’s real pretty, but there’ll be others to follow”.
De kolonel ging door. “Like I don’t have any part in his personal movements, I don’t choose his girls. Remember I’m thirty years older than Elvis”. Hij voegde er nog aan toe: “I don’t feel it, mind”.
Films
Dries van Kuijk gaf eerder in het interview aan dat hij (zelden of) nooit aanwezig was in de studio. Omdat films op dat moment een zeer belangrijk rol van inkomsten waren voor het tweetal, stelde Hutchins dat onderwerp aan de orde. “We talked about Elvis’s film career”.
Tot zijn verbazing nam de manager het initiatief. “You know, there’s three of Elvis’s films I’ve never even seen”.
Om ‘Kid Galahad’ (1962) te zien ging de manager gewoon naar de bioscoop. “I tried to get into the cinema to see ‘Kid Galahad’, but the place was packed out. And there’s no sense in keeping out a paying customer just so I can have a seat! I know if Elvis made the picture it was good”.
Parker lette altijd op de kleintjes. Als er geld verdiend kon worden, hoe weinig ook, kreeg dat van hem alle prioriteit.
In de tijd dat beslist moest worden over de single-keuze voor de ‘Fun in Acapulco’ was Parker tevens in de weer voor het grote geld. In de nog te maken MGM-film ‘Kissin’ Cousins’ zou zijn protégé een dubbelrol gaan spelen. Dan moest zijn gage dus ook verdubbeld moeten worden, was de stelling van de zakenman.
“I liked the idea of him playing a dual rôle, but I guess the film company didn’t fall in line with my suggestion that he should be paid his normal fee for each of the two parts”.
De filmmaatschappij verdiende volgens Parker genoeg om met meer dollars over de brug te komen. “Sure Elvis earns a bomb for his pictures. But I figure that if they go on paying him this kind of money (he now gets £175,000 a film in addition to 50 per cent of the profits) they must be making a heck of a lot of money, too”.
Wanneer treedt Elvis op in het buitenland?
Nu hij rechtstreeks contact had met de man die alle zakelijke beslissingen nam voor de loopbaan van de meest populaire jonge artiest van het moment, kwam de ‘hamvraag’ aan het einde. Elvis had nog nooit buiten het Amerikaanse continent opgetreden. Hoe lang moest zijn aanhang nog wachten?
“Towards the end of our conversation I asked him the question every Presley fan in Britain wants the answer to: When, if ever, will Elvis come here?”
Een reactie liet niet op zich wachten. “His answer was frank, to the point: ‘We get requests from every country in the world for the boy to make personal appearances. Until the opportunity arises - if it ever does - for us to agree to all the requests, we don’t think it’s fair to pick out any one’”.
Dries van Kuijk, de Nederlander die (waarschijnlijk) illegaal Amerika was binnengekomen en om die reden geen Amerikaans paspoort had, eindigde zijn reactie met de woorden: “It’s not a question of money”.
Terecht merkte Chris Hutchins op: “Coming from Colonel Tom Parker, that last sentence was a pretty big statement to make!”
Harry Knipschild
12 september 2019
Clips
Literatuur
‘Call Presley for Induction, Studio to ask 8-week deferment’, Adirondack Daily Enterprise, 31 december 1957
Lillian Roxon, ‘I met the Colonel’, 9 september 1959, website Elvis Australia
Mick Farren (red.), Elvis in his own words, Londen 1981
‘Elvis’ price up to $150.000’, Billboard, 25 april 1960
‘The Man Who Sold Parsley’, Time, 16 mei 1960
Chris Hutchins, ‘A conversation with the Colonel’, New Musical Express, 6 september 1963
James L. Dickerson, Colonel Tom Parker. The curious life of Elvis Presley’s eccentric manager, New York 2001
Alanna Nash, The Colonel. The extraordinary story of Colonel Tom Parker and Elvis Presley, New York 2003
- Raadplegingen: 10490