334 - Stukjes uit ‘Rhythm and Blues’ (1962-1963)
In het begin van de jaren zestig schreef ik – vol jeugdige overmoed – mijn eerste stukjes over popmuziek. Ze werden afgedrukt in het maandelijks verschijnende ‘Rhythm and Blues’, in Hoorn uitgegeven door Piet N. Nooy, assistent-accountant, die tevens het bestuur vormde van de Nederlandse Fats Domino Fanclub. Een jaarabonnement kostte niet meer dan een gulden.
Onlangs kwam ik opnieuw in het bezit van een aantal jaargangen van Rhythm and Blues en kon ik mijn eerste schrijfsels van ruim een halve eeuw geleden teruglezen. Ik was toen nog geen twintig jaar. Popmuziek was vrijwel alleen te beluisteren via buitenlandse radiozenders. Echte informatie was alleen te verkrijgen door het lezen van Engels-georiënteerde popkranten (Record Mirror, New Musical Express) en het peperdure Amerikaanse vakblad Billboard. Popgroepen live of playback op tv was een sporadisch verschijnsel.
In dat tijdperk, na de eerste rock & roll-golf en vóór de opkomst van de Britse beatgroepen, was rhythm & blues de meest ‘progressieve’ muziek, al hadden ze daar bij de omroep in Hilversum geen weet van. Verreweg alle samenstellers van radioprogramma’s waren opgegroeid met artiesten als Frank Sinatra en hadden met een enkele uitzondering geen binding met de tijdgeest van dat moment. Voor een nieuwe generatie popmuziek-liefhebbers was dat vervelend.
Onderstaand enkele korte artikelen die ik in de periode 1962-1963 op papier zette.
1 De schijnwerper op Dee Dee Sharp (juli 1962)
Een zangeres, die de laatste tijd veel opgang maakt, is ongetwijfeld Dee Dee Sharp, het pittige zangeresje met haar grote hit ‘Mashed Potatoes’. Dee Dee Sharp of Dione La Rue, zoals ze eigenlijk heet, werd op 9 september 1945 in Philadelphia geboren. En evenals vele andere artiesten, begon ook zij haar muzikale carrière in een kerkkoor, het koor van haar grootvader.
Maar het zingen in een koor heeft ze al vlug links laten liggen. Met enkele vriendinnen ging ze pianoles nemen en zoals het in Amerika gaat, wilde ze direkt op de plaat. Talrijke platenfirma’s heeft zij afgewerkt, maar ze kon niemand overtuigen van haar talenten als zangeres en pianiste. Wel slaagde ze erin verschillende artiesten op de plaat te begeleiden.
De grote stap in haar carrière deed ze pas, toen ze schreef op een advertentie van Cameo Records (Columbia in Nederland) waarin een meisje gevraagd werd dat muziek kon lezen, piano spelen en zingen. Ze werd aangenomen en begeleidde Bobby Rydell op verschillende platen. Maanden later kwam ze Bernie Lowe, de direkteur van Cameo onder ogen, en deze was erg onder de indruk van haar zang. Ze mocht dan ook een plaatje maken, en het was meteen raak: na daverende recensies van Billboard en Cashbox (de beste reclame) werd ‘Mashed Potatoes’ (letterlijk vertaald: ‘puree’) eerst een hit in New York en New Orleans en het nummer steeg binnen enkele weken tot de tweede plaats van de hitparade.
Dee Dee, die nog op de high school zit, is nog met twee nieuwe platen gekomen: ‘It’s mashed potato time’, en een LP met nummers als ‘Splish Splash’, ‘I sold my heart to the junkman’, ‘Gravy’, ‘Eddie my love’ en natuurlijk ‘Mashed Potatoes’.
Van deze nummers is op verzoek van de Amerikaanse DJ’s ‘Gravy’ als single uitgebracht, en staat nu in twee weken op de 24e plaats van de hot 100. Zo stromen de dollars haar laatje binnen en het ziet er naar uit, dat die stroom nog wel even kan aanhouden. Wij wensen Dee Dee nog veel succes in de toekomst!
2 Top of Flop (mei 1963)
Al meer dan een jaar zendt de VARA TV maandelijks het ‘tiener’- programma Top of Flop uit. Het idee is niet gek. Het is echter niet van de VARA maar van de BBC afkomstig, waar elke week het programma Jukebox Jury wordt uitgezonden. Hierin krijgen dan de groten uit de showbusiness gelegenheid hun mening uit te spreken over de nieuwste platen en te voorspellen of ze al dan niet een hit zullen worden.
De VARA, die een korreltje van het succes mee wilde pikken, had ‘weer’ een tienerprogramma klaar, zonder veel moeite.
Herman Stok werd aan het werk gezet om het programma voor ons land geschikt te maken en om het populair te zeggen: klaar was Kees. Draaien maar!
Herman Stok
Tenminste dat dacht men, want in de praktijk bleek het toch niet zo gemakkelijk om in een TV-programma wat plaatjes te bepraten en dat nog wel elke maand. Het publiek in de studio en de jury moesten zorgvuldig bewerkt worden. In de huiskamer moest men namelijk zoveel mogelijk van dit programma kunnen genieten.
De goedkoopste oplossing om het publiek in de studio te bewerken was ’t inschakelen van ’n fabrikant in kauwgum. Speciale attracties zijn ook vereist. Een hond, die op twistmuziek kan meewiegen. Meisjes die hun haar op zodanige manier ‘verzorgd’ hebben, dat een hele huiskamer er tot het volgende programma over kan praten; en nog andere artiesten meer, in burger uiteraard.
Aan de jury, die toch de hoofdrol moest spelen, werd ook aandacht geschonken. Nog excentriekere typen worden aangetrokken, mensen die zonder blikken of blozen weten toe te geven dat Cliff een sul is, mensen die a priori iets tegen teenagermuziek hebben, er zelfs in hun jeugd niet van gehouden hebben (we zeiden: excentriek), maar er nu in geen geval ook maar iets van af weten.
Een veerman, die opzettelijk leuk probeert te zijn, maar ook niet weet wat dat is is. Mensen die via de plaat koffie en andere artikelen moeten verkopen, vliegende en zingende dominees en zo. Deze mensen moeten beoordelen of platen wel of niet een hit worden.
Nou ja, heeft de VARA zelf niet gezegd dat het niet de bedoeling is om te voorspellen welke platen hits zullen worden. Dat is waar. Dat heeft de VARA gezegd na twee programma’s, toen ze zag dat het niet ging, maar dat Top of Flop op een andere wijze aantrekkelijk moest worden.
Nu gaat het er om dat de heren en dames juryleden hun mening verkondigen.
Goed, we kunnen nog steeds lachen om hun idiote meningen, maar het is toch met lichte kiespijn, want weet u, heren van de VARA, dat Top of Flop ook goed kan zijn. Gaat u maar eens in Engeland kijken.
Ik heb in elk geval een idee voor verbetering en dat brengt ook nog geld op voor betere kauwgum. Zendt tussen de plaatjes reclame-boodschappen uit. Als u dat zelf mag doen, bent u er toch niet tegen?
Piet Slinger over Top of Flop
In een eerder artikel in het blad (juli 1962) was Piet Slinger al kritisch over de selectie van de leden de jury. “Door onervarenheid praat de een voortdurend de ander na. Vooral in de eerste vijf uitzendingen mocht dat een gewoonte worden genoemd, omdat de mindere het liefste in de kaart speelde van degene die iets meer invloed had in de platen- of muziekwereld, zodat men niet het risico liep om op een beschamende wijze op de vingers getikt te worden”.
Slingers conclusie: “De opzet van dit programma is uiteraard goed bedoeld, maar het resultaat is helaas beneden verwachting”. Klagen had volgens de redacteur geen zin. “Kritiek zal weinig indruk maken. Klachten worden gewoon op een stapel gelegd – totdat deze stapel eens zal omvallen en men er aandacht aan zal moeten schenken”.
Er was dus nog hoop in omroepland voor de jeugd: “De wijze waarop dit dan zal gebeuren is mij nog volkomen onbekend”. Piet Slinger wees met name op de uitzendingen van de jonge zeezender Veronica. “Terecht hoor je [in het westen van het land] op strand, in bos, in auto’s overal Veronica. Want altijd heb je daar muziek. En muziek heeft de mensen altijd getrokken”. Bovendien: “De programma’s mogen er echt zijn. Zoveel echte tienerprogramma’s als Veronica heeft geen enkel station in Nederland”.
deskundigen (2 oktober 1963), links Lien Dresse, rechts Pé Mühren (Volendam)
3 The Four Seasons (juni 1963)
Hoe groot was mijn verbazing, toen ik bij ’t nakijken van oude Billboards in ’t nummer van 27 januari 1962 een advertentie zag staan die als volgt luidde: “Heading for Hitsville: The Four Seasons with their latest disk ‘Bermuda’”.
Degene, die deze advertentie opgemaakt heeft, heeft goed gebluft. Weliswaar werd ‘Bermuda’ geen hit – dat kon ook niet anders want Linda Scott had ’t nummer ook opgenomen en die ging er, omdat ze bekend was, de hitparade mee in.
The Four Seasons zouden echter ook nog wel aan de beurt komen, en hoe! Maar zo ver was het nog niet. De vier blanke jongelui, die zich de vier jaargetijden noemen, moesten nog eerst hun kans afwachten en zoveel mogelijk optreden om zich populair te maken.
Bermuda advertentie in Billboard
Hun kans kregen ze in augustus [1962] toen het grote platenmerk Veejay, dat in ons land door NV Bovema wordt vertegenwoordigd, zich in hen begon te interesseren. Ze werden snel gecontracteerd en er werd een plaatje van hen uitgebracht, nl. ‘Sherry’. En ja, daar kwam ’t succes, en deze keer begon de victorie in Seattle. Vandaar uit verspreidde de faam van ‘Sherry’ zich over de rest der States en nadat het nummer in vier weken van het niets naar de bovenste plaats van de Hot 100 geklommen was – er werden bijna 1.500.000 exemplaren van ‘Sherry’ verkocht – begon de rest van de wereld zich voor The Four Seasons te interesseren.
Het gevolg: ‘Sherry’ in de top tien van Engeland, Nieuw Zeeland, Australië, Hongkong, Israel, België, Nederland en nog vele andere landen.
Daar kwam natuurlijk meer van: toen hun eerste LP ‘Sherry and 11 others’ met o.a. ‘Oh Carol’, ‘Never on Sunday’, ‘Yes Sir’ en ‘I can’t give you anything but love’ uitkwam, waren de discjockeys erg enthousiast over ‘Big girls don’t cry’ en op hun verzoek werd het als single uitgebracht.
En ja hoor, u weet het al, ‘Big Girls’ werd ’n nog groter succes dan ‘Sherry’ en niet minder dan zes weken bleef het no. 1.
Reden tot juichen ja, maar niet tot opgeven. Nieuwe albums en singles werden gemaakt. Met Fats’ song ‘Ain’t that a shame’ staan ze op ’t ogenblik weer in de volle belangstelling. Hun volgende gouden plaat zal dit zeker worden.
Het zou me niets verwonderen als de Four Seasons binnenkort de plaats gaan innemen van de vocalgroup, wiens roem de laatste tijd steeds meer [ver] te zoeken is, nl. The Everly Brothers. Een ding is in ieder geval zeker: ze hebben een fris, nieuw geluid en talent… The Four Seasons.
Harry Knipschild
7 juli 2018
Met dank aan Hennie Verwey
Clips
- Raadplegingen: 4458