285 - Jan Versteegen van de Shoes (deel 1)
In de geschiedenis van de popmuziek heeft Nederland iets speciaals. Twee gerenommeerde groepen bestonden voor een belangrijk gedeelte uit een eeneiïge tweeling. Bij Earth & Fire waren dat Chris en Gerard Koerts, op 10 december 1947 geboren in Leiden. Henk en Jan Versteegen van de Shoes waren al eerder in die stad geboren, op 18 januari 1946.
Op 9 februari 2017 was ik [HK] op bezoek bij Ada en Jan Versteegen, die ik tevens regelmatig ontmoet in gezellige Leidse restaurants als La Bota en Malle Jan. De groep waarvoor Jan de muziek schreef, bereikte in de jaren 1966-1974 maar liefst vijftien keer de top 40. Drie van de Shoes-successen, ‘Na Na Na’ (1967), ‘Don’t you cry for a girl’ (1968) en ‘Osaka’ (1970) drongen door tot in de top tien. Er zijn niet zoveel popgroepen in Nederland die een dergelijk plaat-succes gekend hebben.
Zoeterwoudse Mandoline Vereniging
Mandoline vereniging. Moeder Versteegen achter midden in het wit met gitaar
De familie van Jan Versteegen is afkomstig uit Zoeterwoude bij Leiden. Zijn ouders hadden elkaar leren kennen dankzij de Zoeterwoudse Mandoline Vereniging. In het amateurgezelschap werd niet alleen op mandolines gespeeld maar tevens op mandola en gitaar.
In huize Versteegen ontbraken radio, pick-up en televisie. Er was alleen draadomroep. Muziek was er vooral om zelf uit te voeren. De moeder van Henk en Jan speelde gitaar. Het instrument hing ze thuis zo hoog op dat haar zoons er voorlopig niet bij konden. Die ‘hoge’ gitaar bleef daardoor steeds een uitdaging, vooral ook omdat het instrument in de popmuziek een steeds grotere rol ging spelen. Tijdens het gesprek uitte Jan nog eens zijn bewondering voor gitaristen als Chet Atkins en Les Paul – en de Ventures, een gitaargroep.
In een interview met Ruud Pattiapon (2007) vertelde broer Henk: “We kregen samen les op één gitaar. Pas na bemiddeling van dirigent Van Maarsbergen konden we een extra gitaar kopen. Wim van Huis, eveneens uit Zoeterwoude, was onze vriend. Die vond het wel stoer dat gitaarspelen, en werd toen ook lid van de vereniging. Niet lang daarna richtten we een bandje op, dat de Rocking Friends heette. Wij zongen liedjes van onder meer de Everly Brothers en Wim van Cliff Richard”.
Jan: “Op initiatief van mijn broer veranderden we de naam van Rocking Friends in The White Shoes”.
In die tijd kon je aan de weg timmeren door aan talentenjachten mee te doen. De eerste erkenning, in Noordwijk, liet niet lang op zich wachten. Jan: “We traden eens op voor een talentenjacht. In de jury zat Ria Valk. Volgens haar hadden we gewonnen, als we die nummers van Cliff Richard maar niet hadden gedaan”.
Voor het opdoen van inspiratie gingen de broers vanuit Zoeterwoude op de brommer naar Scheveningen. “We keken er naar het optreden van de Tielman Brothers en Crazy Rockers. Met die indo-groepen is de popmuziek begonnen in Nederland”.
Het begin van de White Shoes
Opleidingen op hoog niveau waren in die tijd niet makkelijk weggelegd voor jongens uit een dorp. Na de lagere school in Zoeterwoude volgde de ambachtsschool (LTS), helemaal in Leiden. Henk en Jan organiseerden er ook klasseavonden, waar ze zelf, met Wim van Huis, optraden. In die tijd was Jan Versteegen samen met Henk en Wim de zanger.
In 1967 vertelde Theo van Es aan journalist Kees de Leeuw hoe hij bij zo’n gelegenheid aansluiting wist te vinden bij de ‘rockende vrienden’. “We hebben elkaar ontmoet op de ambachtsschool aan de Haagweg. Jan, Henk en Willy stonden met zijn drieën te spelen en toen kwam er opeens een klein jongetje [hij zelf] naar voren of hij twee liedjes mocht zingen. Ze vonden het goed.
Ik leende een gitaar [van Jan] en begon als een gek te spelen en te zingen, want dit was het moment waarop ik had gewacht”.
Theo zong twee liedjes van Elvis Presley. Jan Versteegen: “We hoorden alle drie dat hij beter zong dan wij dat konden. Wil je bij ons in de band komen, vroegen we meteen. ‘Dat is goed’, zei hij, ‘als jullie een echoput hebben’. Die hadden we net aangeschaft. Zo waren The White Shoes compleet”.
Bij die groep was bovendien gitarist Jan Heemskerk van de partij.
In Leidse kranten uit het begin van de jaren zestig werd regelmatig melding gemaakt van optredens van de White Shoes in Zoeterwoude, Leiden en omgeving. Meer dan eens traden ze samen op met René (Nodelijk) & His Alligators.
Twee jonge teenagermeisjes, Duifje en Castry Gout, die zich presenteerden als de Gold Sisters, werden ‘met enorm succes’ al eerder door de White Shoes begeleid. “Waar het aanvankelijk populaire volksdeuntjes waren, werden het langzamerhand populaire liedjes, zoals het destijds populaire rock and roll-genre. Op talentenjachten in onder andere Wassenaar, Zoeterwoude en Roelofarendsveen wisten ze zo steeds tot de ereplaatsen door te dringen”, kon je toentertijd in de krant lezen .
Jan Versteegen liet mij een mooie foto zien in die bezetting, met de ‘Gold Sisters’ voorop.
vlnr in 1960 Jan Versteegen (Wandre Davoli Rock Basso), Wim van Huis, Jan Lelieveld, Jan Heemskerk, Henk Versteegen, met Gold Sisters
Eerste ervaring in West-Duitsland
Na het voltooien van de ambachtsschool gingen Jan en Henk meteen aan de slag: bij de EMAF-fabriek (electro en mechanische apparaten) in Zoeterwoude. Ze hadden zich intussen bekwaamd als machine-bankwerker. Het werk bleek uitermate saai te zijn, kon Jan zich nog goed herinneren. “Henk en ik moesten elke dag precies hetzelfde doen. Een verzoek om onderling te mogen afwisselen werd afgewezen. Maar onze baas kon ons als tweeling niet uit elkaar houden. Door van broekriem te wisselen kregen we dat toch voor elkaar”.
EMAF, Zoeterwoude
Ondanks dat hielden ze het niet lang vol in de fabriek. Bij de tuinderij van Theo van den Berg hadden ze het meer naar hun zin. Bovendien verdienden ze intussen zoveel dat Jan kon sparen voor een Fender-gitaar die hij op het oog had. Hoe groot was zijn vreugde toen Van den Berg hem na enige tijd aanbood het nog benodigde geld voor een Dynacord-versterker voor te schieten. Nu kon hij spelen zoals Jet Harris dat deed in Engeland.
Mede dankzij betere spullen kregen de White Shoes steeds meer faam in de regio. Ze kwamen in contact met een Nederlander, ‘Martin’, die samen met zijn vrouw Beppie in de omgeving van Regensburg naar eigen zeggen een groot horeca-etablissement bestierde.
Wilde je het in die tijd maken dan trok je naar Duitsland. In Nederland moesten de zalen om twaalf uur of zo al dicht. In West-Duitsland ging het er anders aan toe. In heel wat clubs kon je er van acht uur ’s avonds tot drie uur ’s nachts terecht voor levende muziek. Vooral Nederlandse en Engelse groepen waren in trek. De Tielman Brothers waren vermaard vanwege hun optredens in de Bondsrepubliek. En nu kregen de White Shoes de kans om in de voetsporen van de indo-rockers eveneens die kant op te gaan.
Jan Versteegen: “Mijn vader, die ons streng had opgevoed, was er mordicus tegen dat wij als beroepsmuzikanten in het buitenland zouden gaan werken. Vergeet niet dat Henk en ik pas zestien jaar oud waren toen we het aanbod kregen om een aantal maanden tegen een flink salaris aan de slag te gaan”.
Met veel aandringen kregen ze toch toestemming van hun ouders. Met hun gitaren maakten ze de verre reis, bijna 800 kilometer, in de auto van Martin. Het etablissement viel tegen bij aankomst. Het was een restaurant zonder podium. Een maand lang traden ze iedere avond bijna 7 uur op. Voor onderdak en eten (‘elke dag hachee, door Beppie bereid’) werd gezorgd.
Jan Versteegen: “Van ons werd verwacht dat we op zo’n avond niet steeds hetzelfde repertoire brachten. Dat was geen probleem. We hadden ons in Nederland een enorme hoeveelheid songs eigen gemaakt. Daar konden we makkelijk uit putten”.
De White Shoes stuitten op andere problemen. “We verwachtten dat we na een maand hard werken volgens ons maand-contract uitbetaald zouden worden. Maar dat gebeurde niet. Intussen bleven we optreden. Hoe groot was onze verrassing, onze verbijstering, toen we twee weken later ineens voor een gesloten deur stonden. Er waren planken voor de ramen aangebracht. Van Martin en Beppie geen spoor. Het bedrijf was failliet. Onze kostbare instrumenten, het enige wat we bezaten, leken verdwenen. Daar stonden we dan zonder een rooie cent. We barstten bovendien van de honger.
Gelukkig kregen we hulp. Met hulp van buiten wisten we onze instrumenten op te sporen. Om die te bemachtigen moesten we wel ergens inbreken. Toen we vervolgens ons verhaal vertelden aan de Nederlandse consul in Regensburg was die bereid ons te helpen. Hij bezorgde ons één maaltijd en treinkaartjes om Venlo te bereiken.
Terug in Nederland gebruikten we onze laatste gulden om onze honger met wat brood en wat beleg te bestrijden. Liftend kwamen we thuis”.
Opnieuw naar Duitsland
Vader Versteegen was niet blij toen zijn zoons onverwacht voor hem stonden. Dat muzikanten-gedoe had hij nooit als positief ervaren. Henk en Jan moesten maar weer gauw aan het werk. Na korte tijd vonden ze dat bij Nutricia.
West-Duitsland bleef echter trekken. Via een ander contact (impresario ‘Bopain’?) belandden de White Shoes voor de tweede keer bij onze oosterburen. Vanaf die tijd hadden ze heel andere ervaringen. Gitarist Jan Heemskerk vond er de liefde. Hij liet de Shoes voor wat ze waren en bleef in West-Duitsland achter. Enkele jaren later kwam Petra Schmidt in het leven van Theo. Hun relatie liep uit op een huwelijk. Theo van Es nam Petra mee naar Nederland. Samen kregen ze twee kinderen.
Basgitarist Jan Versteegen: “Het vertrek van Jan Heemskerk was voor ons en zeker voor mij muzikaal van groot belang. Jan was een prima gitarist. In plaats van met z’n vijven traden we nu met een persoon minder op. Wij met z’n vieren kregen daardoor meer ruimte voor onze eigen ideeën. Door het vertrek van Jan Heemskerk, zou je kunnen zeggen, werden wij de Shoes in plaats van de White Shoes.
In die tijd begon ik ook met het schrijven van eigen materiaal. Mijn tweelingbroer Henk [de drummer] is eerder dan ik geboren. Dat heeft onze relatie altijd bepaald. Ik was wat meer een gevoelsmens. Zo werd het mijn taak in de groep om aan de hand van grammofoonplaten uit te zoeken hoe een arrangement in elkaar zat. Ik draaide die singles vele, vele malen om alle details te ontdekken. Nadat Jan Heemskerk de White Shoes verlaten had kon ik mezelf nog meer ontwikkelen, ook door het schrijven in Duitsland van ‘Standing and Staring’ en andere liedjes.
In die tijd ook ontwikkelde Theo, die de stemmen van andere zangers perfect kon nadoen, zijn zo kenmerkende geluid”.
Een paar jaar later vertelde Theo: “In Duitsland zong ik van alles, o.a. Elvis, Cliff, Buddy Holly, Beatles en Stones. Nu heb ik een eigen stijl”.
Zo was er een taakverdeling, waarin trouwens ook Wim een rol speelde – naast zijn prima gitaarwerk zorgde hij tevens voor het afrekenen.
Na die eerste mislukking kwam er een zekere regelmaat in het werk van de White Shoes in West-Duitsland. Ze verbleven er steeds zes maanden en kwamen dan voor een maand ‘vakantie’ terug in Zoeterwoude en Leiden. Bij West-Duitse clubs verdienden ze samen een bedrag van vijf- à zevenduizend marken per maand. Per persoon hielden ze daar soms 1500 gulden maandelijks van over. Een stevig bedrag in het begin van de sixties.
In Duitsland maakten de White Shoes bovendien twee platen op Monty Records. Op ‘Warum weinst du’ werd een Duitse fan door de Nederlanders begeleid. In ruil daarvoor financierde deze ‘Bye Baby Bye Bye’ en “I will be home again’ (in 1963).
White Shoes, Duitse plaat
Jan: ‘We hadden vaak weinig kosten. Wat Henk en ik niet uitgaven stuurden we op naar onze ouders in Zoeterwoude. Die mochten dan de helft zelf houden. Zo kon mijn vader zien dat het toch een goede beslissing geweest was om muziek in het buitenland te maken. Mijn moeder zette de andere vijftig procent van het in Duitsland overgehouden geld op de bank. Van verspilling was voor Henk en mij geen sprake”.
In West-Duitsland, stelde ik, had je de Amerikaanse legerzender AFN. Als je daarnaar luisterde hoorde je steeds de allernieuwste popmuziek.
Jan: “Als je elke dag zeven uur muziek maakt, heb je nauwelijks gelegenheid om uitgebreid naar de radio te luisteren. Wij deden het anders: we kochten volop platen en gingen die naspelen. Bovendien hadden we als publiek in sommige steden tal van Amerikaanse soldaten die er gelegerd waren. We raakten bevriend en hebben heel wat met hen gepokerd. Een van die militairen had albums van de nog onbekende Beach Boys bij zich, die eerder succes hadden dan de Beatles. De samenzang van de Beach Boys was voor ons een bron van inspiratie. We kregen ook te horen dat er voor ons kansen waren om (later als zij terug waren) in Amerika op te treden, maar daar is nooit wat van gekomen”.
In de Leidse pers was later te lezen: “Langzaam maar zeker kreeg de beat vat op de Shoes, en nog meer het rhythm and blues-werk, zoals dat door mensen als Wilson Pickett, James Brown en groepen als de oude Animals en Spencer Davis wordt gebracht”.
Je hoort steeds van al die groepen die naar Duitsland trokken. Hoe was het met het onderlinge contact?
Jan: “Dat was niet zo groot. Meestal had je in een Duitse stad niet meer dan één gelegenheid met levende muziek. Dus dan was je op jezelf aangewezen. Maar als we de kans kregen gingen we naar andere groepen kijken en soms met hun meespelen. Zo zijn we wel eens ingevallen bij de Tielman Brothers, als één van de broers elders gewenst was. Jammer genoeg hebben we de Beatles gemist. Precies op de dag dat wij in Hamburg arriveerden waren zij juist vertrokken”.
Natuurlijk moeten er ook problemen onderling geweest zijn. Dat kan niet anders als je ver van huis bent en maandenlang met elkaar optrekt, met elkaar moet optrekken. Uit de woorden van Jan begreep ik dat Theo wel eens heimwee had.
Jan: “Uiteindelijk waren we pubers toen we naar Duitsland gingen. We hebben elkaar opgevoed. Dat bleek onder andere bij de aanschaf van een dure microfoon. Wie moest die betalen? Theo wilde niet en besloot naar huis te gaan. Gelukkig hebben we hem op het station kunnen tegenhouden en was de hele affaire snel weer vergeten”.
Bij menige andere groep, vroeger en nu, leid(d)en lange toernees wel eens tot niet meer te overbruggen spanningen.
Terug naar Nederland
White Shoes in Morspoort, 16 oktober 1964, Leidsch Dagblad
In de kranten verschenen af en toe korte berichten over wat zich op honderden kilometers ver in het oosten afspeelde. In een artikel van de Leidse Courant werd anno 1963 geschreven over het ‘in Zoeterwoude bekende, maar in inmiddels verdwenen rock-bandje The White Shoes’. Een jaar later kon je in het Leidsch Dagblad lezen over hun ‘enorm succes’. In die tijd viel dat nauwelijks te controleren.
Vóór hun vertrek naar Duitsland, hoorde ik, traden de White Shoes regelmatig op in café de Morspoort (Het Achtje, Nieuwe Beestenmarkt 8). Jan Versteegen: “Aad van Delft was er altijd bij. Bovendien kwam hij af en toe naar Duitsland om ons aan het werk te zien”.
Aad (Jan: ‘onze ontdekker’) was het die de jongens overhaalde om West-Duitsland tot nader order de rug toe te keren en het succes in eigen land te zoeken.
Jan: “Aad wist voor ons twee optredens te organiseren. Bovendien, zo vertelde hij ons, had hij contact met Freddy Haayen van platenmaatschappij Polydor in Den Haag. We hebben ons door Aad laten overtuigen. Met de auto ben ik naar West-Duitsland teruggegaan en heb al onze spullen, die we er hadden achtergelaten, opgehaald”.
Contract bij Polydor
Op zaterdag 26 februari 1966 speelden de Shoes (of White Shoes, zoals ze nog regelmatig genoemd werden) in het Sint Antoniushuis op de Lange Mare. In de Leidse Courant werd bij die gelegenheid nog eens gemeld dat ‘deze jongelui in Duitsland triomf op triomf behaalden’. Triomf of niet, wat vaststond was dat ze in dat land zeer ervaren geworden waren, zoals dat eerder bij de Beatles het geval geweest was. Drummer Henk Versteegen gaf later in een interview aan: “In Hamburg hadden we veel contacten met Engelse groepen, waardoor we een voorsprong hadden op Nederlandse bands. Die waren nog lang niet zover. Dat bleek toen we in Nederland terug waren. Iedereen was razend enthousiast. We begrepen er werkelijk niets van”.
Jan vertelde mij: “Tijdens het optreden in het Sint Antoniushuis zagen we iemand geweldig meeleven met onze muziek. Hij stond van enthousiasme te zwaaien en te dansen. Dat bleek Freddy Haayen te zijn, die al eerder een paar hits van de Golden Earrings geproduceerd had. Op uitnodiging van Aad van Delft was hij naar Leiden gekomen. Freddy zag ons helemaal zitten. Ter plekke haalde hij een Polydor-platencontract te voorschijn. Of we dat maar even wilden tekenen, dan was alles geregeld. Natuurlijk deden we dat, zonder ook maar een woord te lezen”.
Voor de Leidse popscene was dat een gebeurtenis van de eerste orde. Op maandag 28 februari verscheen er al een stukje in het Leidsch Dagblad met als titel: ‘Platencontract voor Leidenaars’: “Voor de Leidse beatgroep The Shoes, die zaterdagavond in het St. Antoniushuis optrad voor ‘Eureka’ is het een uitermate plezierige avond geworden. Niet alleen speelden zij voor een enthousiast publiek (de zaal was zo goed als uitverkocht), maar daarnaast kregen zij een platencontract aangeboden. Voor het einde van april zullen de eerste exemplaren van hun zwarte schijf verschijnen”.
Standing and Staring, oktober 1966
Zo snel ging het nu ook weer niet. Op 26 maart meldde de Leidse Courant: “The White Shoes, die vooral furore maken in Duitsland, gaan in april naar Engeland voor hun plaatopname”.
Daarvan was, hoorde ik van Jan Versteegen, nooit sprake. In plaats daarvan maakte Freddy Haayen met de groep in de Haagse GTB-studio een demo van het nummer ‘Standing and Staring’ van Jan met een tekst van Theo van Es. In vijf uur stonden er twee nummers op de band. Voor zo’n demo rekende de familie Bakker niet veel meer dan een paar tientjes. Op 23 juli maakte de krant er melding van: “Vol spanning wachten we op de eerste plaat van de Zoeterwouds-Leidse beatgroep The Shoes. Een proefopname hebben de jongens, die in het verleden al heel wat successen boekten in Duitsland, inmiddels al gemaakt voor het merk Polydor”.
De Leidse Courant wees er bovendien op dat de Shoes in de zomer een aantal keren zouden optreden in ‘watersportplaats Loosdrecht’.
Jan Versteegen: “In de Funtus-hoeve hadden we heel wat succes, niet alleen bij het publiek, maar ook bij mensen uit de muziekwereld, zoals de deejays van Veronica en mensen die werkzaam waren bij platenmaatschappijen. We brachten hen op de hoogte dat we al bij Polydor getekend hadden en dat onze eerste single weldra in de handel zou komen”.
Polydor besloot de bij GTB opgenomen demo gewoon in de handel te brengen. Op 28 oktober, een paar weken na de release, schreef Herman van Diejen er enthousiast over in een krant uit Zaltbommel: “Een nieuwe group heeft zich bij de teeners gepresenteerd en het betreft deze maal een Leids ensemble genaamd The Shoes. Even verrassend als hun opkomst is hun platendebuut. Met ‘Standing and Staring’ hopen zij een plaatsje in de top 40 te veroveren; iets waaraan ze niet behoeven te twijfelen want het is een single die er zijn mag”.
Van Diejen kreeg gelijk. De Shoes mochten hun single playbacken in het tv-programma Moef Ga Ga dat op 5 november door de Avro op Nederland 1 uitgezonden werd.
Het tv-optreden kwam volgens de kranten goed over. “Begin oktober bracht Polydor ‘Standing and Staring’ op de markt, maar de plaat deed helemaal niets. Pas na een tv-optreden van de band in het programma ‘Moef Ga Ga’ begon hij te lopen, wat Polydor allerminst had verwacht. Immers de Shoes zeggen zelf dat de plaat beter kon worden opgenomen, maar ja, ze waren nog niet belangrijk genoeg en hadden geen naam. Trouwens, vijf uur plaatopname is niets, als men bijvoorbeeld weet dat de Beach Boys voor het nummer ‘Good Vibrations’ vier maanden nodig hadden om het op de plaat te zetten”.
Shoes voor het eerst in de top 40
Op 3 december 1966 verscheen ‘Standing and Staring’ op 35 voor het eerst in de top 40. Die week stond ‘No Milk Today’ van Herman’s Hermits als hoogste geklasseerd. Andere Nederlandse groepen in de top 40 waren de Outsiders met ‘Touch’ (13), Golden Earrings met ‘Don’t run too far’ (14), Q65 met ‘I despise you’ (32), Motions met ‘It’s the same old song’ (33) en Sandy Coast met ‘Sorry she’s mine’ (40).
De Nieuwe Leidsche Courant belde met Jan van Veen, een populaire diskjockey van Veronica. Zijn reactie luidde: “Geweldig, een van de beste orkesten van Nederland. Hun eerste plaat zal waarschijnlijk wel in de top tien komen”.
‘Standing and Staring’ was een goed debuut voor Jan Versteegen en de andere Shoes. Op de laatste dag van het jaar, 31 december 1966, meldde de Leidse Courant dan ook: “Manager Aad van Delft van de Zoeterwouds-Leidse beatgroep The Shoes zal vanavond alle reden hebben om met een tevreden gezicht terug te zien op de laatste twaalf maanden. Vlak voor het scheiden van de jaarmarkt immers drong ‘zijn’ groep, met de formidabele zanger Theo van Es, door tot de Nederlandse top 20”.
Shoes in Muziek Parade, april 1967
Harry Knipschild
16 februari 2017
Clips
Literatuur
‘Amateursconcours in Noordwijk’, Leidsch Dagblad, 2 november 1961
‘Patroonsfeest van de KAB, Zoeterwoude’, Leidse Courant, 13 november 1961
‘Goldsisters op tienersladder’, Leidse Courant, 7 december 1963
‘White Shoes in Leiden’, Leidsch Dagblad, 16 oktober 1964
‘Platencontract voor Leidenaars’, Leidsch Dagblad, 28 februari 1966
‘Toekomst voor White Shoes’, Leidse Courant, 5 maart 1966
‘White Shoes naar Engeland voor plaatopname’, Leidse Courant, 26 maart 1966
‘Lopend vuurtje’, Leidse Courant, 23 juli 1966
Herman van Diejen, ‘Platendebuut Shoes’, Deze week in stad en streek, 28 oktober 1966
‘Moef Ga Ga en de Shoes’, Leidse Courant, 5 november 1966
‘Zoeterwoudse Shoes op weg naar de top’, Nieuwe Leidsche Courant, 24 december 1966
‘The Shoes in Nederlandse top twintig’, Leidse Courant, 31 december 1966
Kees de Leeuw, ‘Het belangrijkste is je platen op het toneel waar te maken’, Nieuwe Leidsche Courant, 22 september 1967
Bart Jungman, ‘The Shoes begonnen in mandolineclub’, Leidsch Dagblad, 27 september 1980
Ruud Pattiapon, ‘Henk en Jan Versteegen. Geen besef van beroemdheid’, Witte Weekblad, 25 april 2007
- Raadplegingen: 17366