258 - ‘Everlasting Love’ – hit voor Steve Ellis en Love Affair (1968)
In de tweede helft van de jaren zestig gingen popgroepen zich muzikaal ontwikkelen. In plaats van te proberen (uitsluitend) met hits voor de dag te komen legden ze meer accent op het maken van muzikaal-interessante albums. Omdat de wat oudere jeugd meer geld te besteden had waren voor ‘betere muziek’ steeds meer mogelijkheden gekomen. Groepen als de Beatles, Stones, Pink Floyd, John Mayall’s Bluesbreakers, Procol Harum, Byrds, Moody Blues, Jimi Hendrix’ Experience, Mothers of Invention en Jefferson Airplane bepaalden een nieuwe richting in de geschiedenis van de popmuziek.
Voor de wat jongere jeugd, en heel wat ouderen, lag het anders. Die vielen nog steeds op 45 toeren-singles, op goed in het gehoor liggende liedjes, op jonge artiesten die er aantrekkelijk uitzagen. Je zou kunnen zeggen: bestaande groepen schoven op naar het elpee-genre. Als gevolg daarvan kwam er ruimte voor een nieuwe generatie popgroepen.
Een van die nieuwe Britse groepen manifesteerde zich onder de naam Love Affair. Steve Ellis, op 7 april 1950 geboren, was de zanger.
Love Affair, Muziek Parade, mei 1968
Soul Survivors
Op de websites van Steve Ellis en Love Affair zijn heel wat gegevens te vinden, onder andere geschreven door Alan Robinson. Daarin is te lezen dat Steve, toen hij een jaar of twaalf was, later wel drummer wilde worden. In de voorkamer speelden zijn broertjes op hun gitaren terwijl hij een soort ritme produceerde op beschuit-blikken. Het waren de dagen van de opkomst van de Beatles. Steve kreeg van zijn vader echter geen financiële steun voor de aanschaf van een echt drumstel. Van een beatgroep kwam op dat moment dan ook niets terecht.
Een vriendje, ene Nigel, die ook wel eens gitaar speelde bij Steve thuis, las een advertentie in het weekblad Melody Maker: een groep zocht versterking. Het tweetal meldde zich in Tottenham (Londen) voor een auditie.
Steve, inmiddels 15 jaar, werd als zanger aangenomen bij de Soul Survivors. De jongens traden regelmatig op in Londen en omgeving. In augustus 1966 werden ze ontdekt door Decca, de platenmaatschappij die de Rolling Stones onder contract had. Sid Bacon, vader van drummer Maurice Bacon, trad voorlopig als manager op. Een eerste opname, ‘Woman to woman’, bleek niet goed genoeg om in de handel gebracht te worden.
De (wat latere) co-managers van de Soul Survivors, David Wedgebury en John Cokell, waren tegelijk employee van Decca. Ze hadden derhalve toegang tot het repertoire van de platenmaatschappij nog vóór het in de handel kwam.
In die tijd was het gebruikelijk dat Engelse producers op de loer lagen als er een nieuw album van de Beatles, Kinks of Stones verscheen. De goede nummers van die albums werden zo snel mogelijk door soms nog onbekende groepen gecoverd. Voorbeelden hiervan waren ‘Michelle’ (Beatles-Overlanders), ‘Take it or leave it’ (Stones-Searchers), ‘Lady Jane’ (Stones-David Garrick) en ‘If I needed someone’ (Beatles-Hollies).
Begin 1967 bracht Decca Records het album ‘Between the Buttons’ van de Rolling Stones uit. Omdat het nummer 'She smiled sweetly' niet op single verscheen maakte de platenmaatschappij een cover met de Soul Survivors. Mike Vernon (actief met John Mayall) was de producer. Succes bleef uit.
Soul Survivors wordt Love Affair
Omdat er al een bekende Amerikaanse groep was die opereerde onder de naam Soul Survivors (hit: ‘Expressway to your heart’), hadden de Britten besloten van naam te veranderen. Ze traden inmiddels op als de Love Affair.
Steve Ellis: “Managers David Wedgebury and John Cokell, who both worked at Decca, had access to all the imports of the Monument label. One night they turned up with “Everlasting Love’ by Robert Knight. I loved it and so we set about putting it down on tape”.
‘Everlasting love’ was in de zomer van 1967 een hit voor Knight in de VS. Als producer van de Love Affair-cover trad Muff Winwood op, die samen met zijn jongere broer Stevie uit de Spencer Davis Group gestapt was.
De opname van de Love Affair, gemaakt door Muff Winwood, viel niet in goede aarde. Het zag er naar uit dat die nooit zou worden uitgebracht. Totdat CBS over de brug kwam.
CBS-producer Mike Smith had ‘Everlasting Love’ eveneens ontdekt als potentiële hit. Hij wilde het opnemen met de Marmalade. Maar die had er geen zin in. Smith nam de Amerikaanse Robert Knight-hit vervolgens solo op met Steve Ellis en CBS bracht het nummer uit onder de naam Love Affair.
Het resultaat was spectaculair. Op 6 januari verscheen de Love Affair in de Britse hitlijst. Op 10 februari belandde de cover van ‘Everlasting Love’ op de bovenste plaats in Engeland. Een jonge ‘boyband’ (de uitdrukking bestond in 1969 nog niet) had het ineens helemaal gemaakt.
Mike Smith
Love Affair aan de top
In Melody Maker schreef Chris Welch op 20 januari 1968: “It’s exciting, it’s fun, it’s new – it’s the Love Affair! Yes, a new group has come upon us, with a smash hit, ‘Everlasting Love’, and they threaten to become one of the rave groups of the year. Why? Because they are young, good-looking, talented and aren’t trying to change the world. It’s a simple formula lots of groups had forgotten about”.
In een interview zetten de jonge artiesten zich af ten opzichte van de ‘ouderen’. Steve Ellis: “Some of them are about 25 years old. They tried to get too far out and young people just don’t understand all that. Only the Beatles can get away with it”.
Bassist Mick Jackson, 17 jaar, was het helemaal met de zanger eens. “Groups have been trying to emulate the Beatles in being clever. We’re not trying to stop progress, we’re trying to freshen things up. It’s all got stale. We are just a good commercial pop group, trying to cater for our audiences. We want to be commercial and keep our standards high”.
Mick, die aan de hit niet had meegewerkt, ging verder. “We’ve got the advantage of being five or six years younger than most of the other groups. We try to be a wild group. Not by design, but we are a very young group, and when we go up on stage and things are moving, we just get excited”.
Mick Jackson moest toegeven dat de Love Affair door managers bedacht was. Niet alleen Steve Ellis maar ook hij zelf was door die advertentie in Melody Maker ‘ontdekt’. “This group isn’t a bunch of friends who got together. We are from all over the country. We applied for a job advertised by one of our managers in the Melody Maker. He auditioned people for their age, musical ability and looks, so it’s a hand-picked group, who have become friends”.
Volgens Steve was Love Affair een echte bühne-groep. “When we started off, we wanted to get the club scene together first. We didn’t want to be caught with our pants down with a hit straight off, then have to go and rehearse because we couldn’t play together”.
Mick Jackson was er, naar eigen zeggen, vanaf het begin zeker van dat de Love Affair het helemaal zou gaan maken. “We were all confident one day we would make it. Otherwise we wouldn’t have stayed together. We used to encourage our audiences to go mad, but now we don’t have to bother. We had our hair pulled out by fans at Top Of The Pops, and I had my trousers ripped at a ballroom”.
Wat kon je nog meer bereiken...
‘Love Affair is beter dan andere groepen’
De Love Affair was niet de enige groep van een nieuwe generatie, stelde Chris Welch. Wat vonden de jongens bijvoorbeeld van de Herd? Die had in 1967 gescoord met ‘Paradise Lost’ en vooral ‘From the underworld’.
Mick was duidelijk in zijn antwoord. “There is only one guy in that group”. Dat was zanger Peter Frampton. De bassist omschreef de Herd als het Peter Frampton-kwartet. De rest telde voor hem niet mee. “All I can say, in all frankness, is watch out Herd!”
De pers stond begin 1968 in de rij om de nieuwe sterren aan het woord te laten. Derek Boltwood van popkrant Record Mirror slaagde erin tot ze door te dringen. Hij tekende op wat hij te horen kreeg. Van de leden, die op de hitsingle niet hadden meegespeeld, vernam hij dat ze het origineel verbeterd hadden! “As soon as we recorded the number, we knew it just had to be a hit. It’s such a great song. The original, by Robert Knight, was a hit over in America. And, I’m not boasting or anything, but I do think our version is better. We tried to improve on the other version, and to put our own stamp on it”.
Volgens Mick Jackson hadden zij zelf de fouten verwijderd, die Robert Knight gemaakt had. ‘Toetsenman’ Lynton Guest, 16 jaar, poneerde dezelfde mening als Jackson. “There’s no point in just doing a carbon copy of the original. You can’t even say that our disc is a cover version of the American hit - Robert Knight’s record had been out for fourteen weeks or so when we decided to record it. And we tried to learn from his record, improve on his mistakes, and at the same time add something of our own”.
‘Imago niet zo belangrijk’
Steve Ellis besefte niet, althans zo leek uit zijn woorden, dat hij met name vanwege zijn uiterlijk populair bij de jonge meisjes geworden was. Alles draaide toch om het muzikale talent dat volop aanwezig was. “It’s very important for a group to be identifiable on a record - and I think we achieved it on ‘Everlasting Love’. We also write songs ourselves - and this is another thing that is more important now than it ever was”.
Dat vond ook Mick Jackson. “Although the various members of the group were chosen because they’re young, this was really a secondary thing. Musical ability obviously had to be the priority - the image had to come second. But the great thing is that we are young, and at the same time musically up to the standard of a lot of groups who are a lot older. In five years time, we’ll still be young - but we should be of a much higher standard, musically, than most other groups”.
Maurice Bacon bijvoorbeeld was een fantastische slagwerker, aldus Jackson. “Maurice is only fifteen, but already he’s a much better than average drummer - in five years time he’ll still only be twenty. And this applies to all of us. We’ll still be young - and we should be much better than the groups around us”.
De jongens in de groep hadden nadrukkelijk de overtuiging, schreef de redacteur van Record Mirror, dat ze goed waren. Toch waren ze enigszins verrast dat hun ‘eerste single’ zomaar een hit geworden was. Mick Jackson: “Even though we did think, after we’d recorded it, that our first record would be a hit, we’re still knocked out by it actually being up in the charts. Although we thought it would get there, and we know it is now, it’s difficult to believe it.
And - I hope this doesn’t sound corny - but we’d sincerely like to thank everyone who helped us get the disc up into the charts. There are a lot of people who had confidence in us, and helped us, and we really are very grateful”.
Love Affair kijkt al vooruit
De bassist was niet op zijn achterhoofd gevallen. Hij keek al ver vooruit. “Although we’ve got our first hit, I think we’ll need to have at least four hits before we can feel that we’re established. A group’s second hit is normally very similar to the first, and sells very much on the strength of the first one”.
Hij vergeleek zich al met de Hollies. “I think if a group can do something a bit different the third time and still have a hit, it can be fairly confident. And then if the fourth record is a hit, then you can feel you’re an established group - and, of course, by then the public will have had time to get to know you. And after that I don’t think it matters too much whether every record made is a hit or not. Like the Hollies for example – they’re an established group, even though they don’t have a smash hit with every record.
But that’s all in the future - I hope - and we’ve only just got our first hit”.
Oorlog
The Herd
De zelf-verzekerde woorden van de jonge beat-artiesten vielen niet bij iedereen in goede aarde. Met name de leden van de Herd en Tremeloes waren niet blij met wat ze her en der lazen. In een artikel, getiteld ‘War of the groups’, rapporteerde Chris Welch: “A slight bust-up between the Tremeloes, Herd and Love Affair was bubbling away this week, leaving the Trems ruffled, Peter Frampton ‘shaking with rage’, and the Love Affair chastened.
It all started when Mick Jackson of the Love Affair said in the Melody Maker: ‘Watch out, Herd. There’s only one guy in that group and there are five of us’, hinting Peter Frampton was the only one who mattered in the Herd.
‘Peter told me he was shaking with range when he read that’, said Mick this week ‘But we’ve sorted it out now, and we’re friends”’.
Alan Blakley van de Tremeloes deed eveneens zijn zegje. “In all the interviews the Love Affair have done recently, they knocked established groups”.
Wie waren de leden van de Love Affair wel dat ze zich zo negatief over andere groepen durfden uit te laten, aldus Blakley. Met name de kritiek op de Herd was bij hem in het verkeerde keelgat geschoten. “You can’t buy experience, and they haven’t got that yet. We were particularly choked at them knocking the Herd. That was a joke, because the Herd are fantastic musicians. Each one of them is important to the group, and they are all very experienced and talented”.
De boyband was volgens hem nog te jong om te beseffen hoe het allemaal in elkaar zat. “The Love Affair are really a bunch of kids – very lucky blokes to get a hit. We have to work hard to get a hit, doing our own arrangements, looking for material and playing it ourselves. They had an instant hit made for them”.
Chip Hawkes, eveneens van de Tremeloes, vergoelijkte de woorden van Alan een beetje, met name door de kwaliteit van Steve Ellis als zanger. “Give Steve, the singer, his due. He’s a good singer, and he’s not big headed”.
De waarheid boven water
Voor de Love Affair braken moeilijke tijden aan toen de waarheid boven water kwam. Jonathan King, een sluwe ondervrager, wist de groep in zijn tv-programma zover te krijgen dat ze zelf toegaven hoe het in werkelijkheid gegaan was.
Steve Ellis, later: “We did the Jonathan King show on prime time Saturday night TV. It was 1968. Half the nation were watching when King, who was a clever bastard, asked the bass player, Mick Jackson, if the group actually played on the record. He knew they hadn`t and that I had sung on it, but utilised session musicians like the great Clem Cattini [van de Tornados] on drums. Anyway the bass player stumbled his way through after being caught on the back foot. Jonathan King got himself and us headline news in the Sunday papers and the band got a bad reputation”.
Jonathan King in gesprek met Love Affair
Sessie-artiesten
Het nieuws drong nu ook door in Nederland, waar ‘Everlasting Love’ van de Love Affair een dertiende plaats in de top 40 bereikte. Ook in ons land was het onderwerp ‘spookmuzikanten’ al regelmatig onderwerp van discussie geweest.
In het maandblad Muziek Parade verscheen in april 1968 het artikel ‘Producers misbruiken studio musici’.
“Het wordt steeds erger. Werd voorheen nog summier gebruik gemaakt van de mogelijkheid om voor een speciaal effect een studio-muzikant te huren voor een plaatopname, momenteel is het al schering en inslag. Valt de groep door de mand in de studio? Geen bezwaar. We huren wel enkele jongens met een steengoeie opleiding die voor een paar tientjes hun partijtje blazen en spelen.
Het is heel normaal als je een studio binnenkomt en je ziet de groep ergens in de kantine hangen en de producer hard aan het werk met een aantal sessie-muzikanten. De groep wordt uitsluitend nog gebruikt voor de basis-band, en vaak zelfs daar niets eens meer voor.
Het een en ander wordt nog bedenkelijker als je weet dat er momenteel ook al druk gebruik gemaakt wordt van gehuurde zangstemmen om de zanger van de groep meer ‘body’ te geven. Een mooi koortje, een tweede stem of zelfs een backingszanger die in bepaalde gedeeltes de stem van de echte zanger moet vervangen, omdat die het niet haalt.
Maar waar blijf je dan met je goeie groep als het zo moet gaan. Hoe durft een groep zich nog te beroemen op een geweldige plaat als ze weten dat ze er bijna niets aan gedaan hebben. Het wordt toch een beetje al te gek in popland.
En dan maar klagen over die slechte technici bij de radio en teevee die je ‘live’ altijd helemaal versteren.
Logisch, ze kunnen die plaat helaas niet meer waar maken. Nergens. Niet voor de mikrofoon, maar ook niet op de bühne. Het nummer waarmee ze al of niet in de hitparade staan en waar iedereen vol bewondering over spreekt, is helemaal niet door de groep gemaakt. Het is al zo normaal geworden dat bijna niemand er meer bij nadenkt of er iets over zegt. Totdat een rel losbreekt en dan spreekt iedereen er schande van.
Zo als nu met de Love Affair. Grote koppen in de kranten met ‘groep maakt het zonder zelf te spelen’, ‘studiomusici maken hit voor beatgroep’, enzovoort, je kent de koppen wel.
Een beetje ongelukkige bijkomstigheid voor de Love Affair was dat hun hit ‘Everlasting Love’ al een paar weken op de eerste plaats van de Engelse top dertig stond, toen het verhaal over die studiomusici in de kranten kwam. Wel meteen een komplete afgang voor de Love Affair. Je eerst op de borst slaan van trots over zoveel sukses met je eerste plaats en achteraf blijkt dan dat die plaat helemaal niet door de groep gemaakt is.
Tsjonge, om van schaamte in de grond te zakken.
De plaat tuimelde na die publikaties al snel van de eerste plaats op de Engelse top dertig en staat nu op het punt uit de hitparade te verdwijnen. Een ander gevolg van die publiciteit was dat verschillende boekingen van de Love Affair werden afgezegd omdat de organisatoren vreesden dat de groep helemaal niet kon spelen”.
Die laatste opmerking was mijns inziens niet helemaal terecht. Elke plaat verdwijnt na een tijdje van de toppositie en vervolgens uit de hitlijsten.
Artikel in Muziek Parade
Manager Syd Bacon, vader van de jonge drummer, probeerde de zaak natuurlijk recht te praten.
“Hij gaf een perskonferentie waarop hij verklaarde dat het oneerlijk was van de persjongens om te suggereren dat de Love Affair helemaal niet kon spelen. De groep zou juist over bijzonder veel kwaliteiten en muzikale kapaciteiten beschikken. Het gebruik maken van sessie-musici bij de opnamen van ‘Everlasting Love’ was uitsluitend gekomen, doordat de groep zelf geen noot kan lezen en het nummer snel opgenomen moest worden. Er bestond namelijk een kans dat de Amerikaanse versie van dit nummer binnenkort gereleased zou worden. Vandaar deze rush opname.
Syd Bacon verklaarde verder nog dat de groep het nummer op de bühne makkelijk kan spelen en dat zij in het vervolg voor hun platen geen gebruik meer zullen maken van stand-in musici”.
Vakbond maakt van de gelegenheid gebruik om hogere tarieven te eisen
De Musicians’ Union rook zijn kans. “De Engelse Bond van Musici belegde een vergadering met als resultaat dat er een betere financiële regeling moet komen voor de sessie-musici of anders een boycot van medewerking aan de opnamen van de popgroepen.
Het is inderdaad zo dat de musici die het in dit ‘Everlasting Love’ geval gemaakt hebben, met een paar tientjes naar huis gaan, terwijl de groep door hun grote hitsucces duizenden guldens aan royalties ontvangt en daarnaast ook veel meer kan vragen voor een optreden. Een nogal oneerlijke verdeling. Het oordeel van de bond is dan ook geheel terecht volgens ons”, aldus de redacteur van Muziek Parade, die het artikel over deze affaire schreef.
Hij eindigde zijn artikel met de woorden: “Mogelijk maken de jongens nog eens een hit die wel door henzelf gespeeld is”.
In het maandblad werd er overigens geen melding van gemaakt dat het gebruik van sessie-muzikanten al jarenlang normaal was bij groepen en artiesten die juist geweldig geprezen waren, zoals de Byrds, Beach Boys, Supremes, Temptations, Four Tops enzovoort. Kritiek beperkte zich met name op muziek die ‘commercieel’ was en gemaakt om goed te verkopen. Een groep als de Monkees kreeg in die tijd dezelfde kritiek over zich heen. Het was meten met twee maten.
Het vervolg in 1968-1969
Muziek Parade bleef rapporteren over de ontwikkelingen rond de Love Affair in Engeland. “Als je tegenwoordig Love Affair zegt, begint iedereen te gillen: ‘studiomuzikanten, oplichters en laten ze eerst maar eens een plaat maken waar ze zelf op spelen’.
Die kreten hebben de jongens vsn de Love Affair natuurlijk ook gehoord en daarom lieten ze in de Engelse popkranten een foto afdrukken waarop je de vijf jongens in de studio bezig zag. Dit om alle misverstanden voor een volgende plaat te voorkomen. We hebben de foto eens goed bekeken en we kunnen julie met grote vreugde meedelen dat de jongens van de groep hun instrumenten echt kunnen vasthouden. Een hele geruststelling nietwaar”.
Er was nog een andere kant aan de zaak. “De studiomuzikanten in Engeland tillen zo zwaar niet aan het probleem van wel of niet op de plaat spelen. De jongens die het een beetje handig aanpakken, verdienen aan plaatopnamen zo’n 1500 gulden per week. Zij zeggen: ‘Laat de groep voor dat geld maar heel Engeland rond reizen, met lastige fans, rotte hotelkamers, laat op bed komen en nog een heleboel meer van die flauwekul. Wij zitten lekker thuis bij moeder de vrouw en we verdienen ze toch wel’.
De heren zijn dus helemaal niet zo kwaad als wel wordt verondersteld.
Maar goed. Love Affair heeft in ieder geval beterschap beloofd en misschien wordt hun tweede plaat net zo’n grote hit als hun eersteling”.
Love Affair in Oostenrijk 1968)
De manier waarop de pers omging met de boyband had op korte termijn geen grote invloed op het succes in Engeland. ‘Rainbow Valley’, de opvolger van ‘Everlasting Love’, bleef dertien weken (een week langer dan die eerste hit) in de Engelse hitlijst genoteerd staan. Er kwamen nog drie grote hits: ‘A day without love’, ‘One road’ en ‘Bringing on back the good times’.
Bij die laatste hit was Chris Welch vol lof. “Ah, that familiar sound of a Mike Smith production and Steve Ellis vocal. It’s gained hits before, and by jove it will gain hits again. Steve has a fine voice”.
In zijn recensie van de single wekte de popjournalist de indruk dat er meer aan de hand was met de zanger: “He could easily go on to heavier material”.
Dat was juist. Steve Ellis stapte in 1969 uit de groep en begon een solo-carrière. Het werd een mislukking. Ellis scoorde geen eigen hits en de Love Affair redde het ook niet zonder de prominente zanger. August Eadon, het nieuwe gezicht van de boys, leverde niet op wat verwacht werd.
De leden van de Love Affair waren in 1969 allemaal nog teenagers. Nog voor ze twintig waren was hun sterrentijd voorbij. Vanaf die tijd moesten ze zien te overleven als gewone artiesten.
Boybands blijven
Love Affair was overigens zeker niet de laatste Britse boyband. Recentelijk nog kregen we te maken met One Direction. Een groep jongens, die evenens bij elkaar gebracht werd. Zayn Malik is, zoals Steve Ellis dat deed, onlangs een solo-carrière begonnen. ‘Pillow talk’, zijn eerste solo-plaat, is een succes geworden. ‘Like I would’, de opvolger, gaat moeilijker. Voor One Direction ziet de toekomst er momenteel niet zonder meer positief uit.
Harry Knipschild
5 mei 2016
Robert Knight is op 5 november 2017 overleden
Clips
Literatuur
Chris Welch, ‘A Love Affair to remember’, Melody Maker, 20 januari 1968
Derek Boltwood, ‘Love Battle’, Record Mirror, 20 januari 1968
Chris Welch, ‘War of the groups’, Melody Maker, 3 februari 1968
‘Producers misbruiken studio musici’, Muziek Parade, april 1968
‘Love Affair: zouden ze er toch moeite mee hebben?’, Muziek Parade, mei 1968
Chris Welch, recensie ‘Bringin on back the good times’, Melody Maker, 5 juli 1969
websites Love Affair en Steve Ellis
- Raadplegingen: 11740