241 - Colin Allen, Britse drummer in de Nederlandse groep Focus
Op 17 mei 2011 hoorde ik van Thijs van Leer: “Via Ralph van der Waard van Gulik kwam [mijn groep] Focus in gesprek met Huub Terheggen uit Breda. Terheggen hield bureau in Brussel. Hij was directeur van achttien bedrijven die allemaal onder de vlag van (radio) Luxemburg opereerden. Zo kwamen we ook in contact met de gitarist Jan Akkerman. Op dat moment trad hij op met de succesvolle groep Brainbox.
Focus wist Jan zo ver te krijgen dat hij een keer kwam mee-jammen. Tijdens het spelen in Felix Meritis ging de deur open en verscheen John B. van Setten, manager van Brainbox. Die was vol wantrouwen. Zonder enige discussie kreeg Jan te horen: ‘Je ligt eruit’. Dat was het einde van Jan Akkerman bij Brainbox. En zijn begin bij Focus”.
Thijs van Leer was Focus als trio begonnen met bassist Martijn Dresden en drummer Hans Cleuver. Door de komst van gitarist Jan Akkerman werd Pierre van der Linden de nieuwe drummer van Focus. Pierre en Jan hadden in Johnny & His Cellar Rockers en de Hunters al samen gespeeld.
Focus wist Jan zo ver te krijgen dat hij een keer kwam mee-jammen. Tijdens het spelen in Felix Meritis ging de deur open en verscheen John B. van Setten, manager van Brainbox. Die was vol wantrouwen. Zonder enige discussie kreeg Jan te horen: ‘Je ligt eruit’. Dat was het einde van Jan Akkerman bij Brainbox. En zijn begin bij Focus”.
Thijs van Leer was Focus als trio begonnen met bassist Martijn Dresden en drummer Hans Cleuver. Door de komst van gitarist Jan Akkerman werd Pierre van der Linden de nieuwe drummer van Focus. Pierre en Jan hadden in Johnny & His Cellar Rockers en de Hunters al samen gespeeld.
Een jonge Pierre van der Linden (links) met de groep van zanger Don Mercedes
Colin Allen vervangt Pierre van der Linden
Thijs van Leer en Jan Akkerman vormden de muzikale kern van Focus. Huub Terheggen wist de Nederlandse muzikanten ook internationaal bij platenmaatschappijen onder te brengen – in Engeland bij Polydor en in de VS bij Sire. De Engelsman Mike Vernon, eerder producer van John Mayall en Fleetwood Mac (met Peter Green) maakte hij verantwoordelijk voor de plaatopnamen. Zo kwamen er kansen voor de Nederlanders.
Maar zoals in elke succesvolle groep, spanningen bleven niet uit. Drummer Pierre van der Linden verdween. En dan te bedenken dat er optredens in Engeland en Amerika op stapel stonden. Mike Vernon bracht de groep meteen in contact met Colin Allen. De Brit, met veel ervaring, nam hals over kop de plaats van Van der Linden in.
Colin Allen was op 9 mei 1938 in de Zuid-Engelse kustplaats Bournemouth geboren. Zijn zus liet hem de platen van zanger Paul Anka horen. Colin ging zelf muziek maken met onder anderen Zoot Money, Andy Summers, Paul Jones, Chris Spedding, Brian Auger, Gary Wright en Georgie Fame. In 1968 zat Colin samen met gitarist Mick Taylor in de Bluesbreakers van John Mayall, die door Mike Vernon geproduceerd werden. Allen was van de partij op het album ‘Blues from Laurel Canyon’.
Begin 1970 werd Colin lid van de veelbelovende Stone the Crows met de Schotse zangeres Maggie Bell (vaak vergeleken met Janis Joplin) erin. Peter Grant trad op als manager. Maar Grant had nóg een groep onder handen: Led Zeppelin. Door het exploderende succes van Jimmy Page, Robert Plant c.s. kwam Grant handen tekort om zelf stevig aan Stone the Crows te werken. Mark London, zijn partner aan wie Peter die taak overdroeg, wist Stone the Crows evenwel niet van de grond te krijgen. Bovendien kwam Les Harvey, de gitarist, op het podium te overlijden. Een poging om Peter Green bij de groep te krijgen mislukte. In 1973 hield Stone the Crows op te bestaan.
In het weekblad Melody Maker liet popjournalist Mark Plummer zich enthousiast uit over de kwaliteiten en inzet van Colin Allen als drummer van Stone the Crows in Glasgow. “Allen is a fine vintage drummer from the days of at least one gig a night, and a record 13 in one week with Zoot Money’s Big Roll Band. He played fine, and took the chance whenever the band led him there to get into some rhythms that aren’t usually possible. The blisters after on Colin’s hands showed how hard he had been playing”.
Stone the Crows met Colin Allen (zittend) en zangeres Maggie Bell (tweede van rechts)
‘Colin Allen, een goede aanwinst voor Focus’
Zo iemand kon Focus goed gebruiken. Op 30 maart 1974 schreef Chris Welch in Melody Maker een artikel met als kop: ‘Changing Focus’. De Nederlandse groep was er op vooruit gegaan, met die woorden begon de popjournalist zijn verhaal. “Focus have been through some changes in recent months, and happily for fans of this Dutch band – they are changes for the better.
Welch liet Thijs van Leer aan het woord over de komst van Colin Allen. “‘He has changed us. He was really the one we were looking for. We had a very difficult time with Pierre’. Thijs’ voice dropped almost to a whisper. ‘Pierre didn’t want to go with us to a heavier more clear style. Not so many fugues and flutes! We needed a tighter drum sound and we wanted to play more major music than before. It was all minors. Colin gives much more space, especially to Bert [Ruiter] who is playing like no one else now. He always had it in him but Pierre was always filling too much’”.
Pierre was tijdens de repetities gewoon niet meer komen opdagen. Van Leer: “We were really embarrassed. Pierre didn’t show up, and we knew the reasons. Pierre didn’t feel to play that thing. So we said, why play it then? And Mike Vernon said, he knew three drummers who could fit Focus. They were Aynsley Dunbar [ex-John Mayall], Mitch Mitchell [Jimi Hendrix Experience] and Colin.
Aynsley had just joined Davis Bowie’s band, so there was no hope of him joining us, and there were other reasons why Mitch could not come.
Colin’s first answer on the phone was ‘Yes, I’m on my way’. Next morning, he was in Holland. We rehearsed and after two days, felt together. It was a lucky break for us. It’s so open now. The atmosphere in the group is much better now. And we think we’ve made a good album now. It’s called ‘Hamburger Concerto’. It’s named after a long piece that takes up the whole of one side”.
Colin liet zich zelf eveneens enthousiast uit in Melody Maker. “I didn’t know too much about the band at first, and one gets preconceived ideas because of what one reads. But immediately I started playing with them, I knew it was great, regardless of the classical influences which was the thing I was a little shaky about. But we sat around playing blues and it was great. People think they are so serious. But a lot of what they do is really funny. Wait ’til you hear some of the new stuff!”
Willem Hoos praat met Colin Allen
De Nederlandse pers wilde natuurlijk graag wat meer horen van de nieuwe drummer. Willem Hoos verwerkte zijn indrukken in het blad van radio Veronica. Hij begon het artikel als volgt: “Focus, de nederpopformatie, die in nog geen twee jaar tijd is doorgedrongen tot de ‘eredivisie’ van intenationale popgroepen, beschikt sinds enige tijd over een nieuwe drummer. Het is de 35-jarige Engelsman Colin Allen, onder meer bekend van de voorjaar 1973 opgedoekte Engelse band Stone the Crows. Hij is begin oktober [1973] in de plaats gekomen van Pierre van der Linden, die opstapte wegens muzikale meningsverschillen en nu in een wat experimentelere richting zijn geluk wil beproeven.
Colin Allen is er bij gekomen via zijn landgenoot Mike Vernon, die sinds een jaar of drie verantwoordelijk is voor de productie van het Focus-plaatwerk. In ongeveer 14 dagen tijd moest Allen – via repetities op kasteel Groeneveld in Baarn en het intensief luisteren naar de platen van Jan Akkerman c.s. – het Focus-repertoire machtig zien te worden.
Mike Vernon
Meteen daarna werd begonnen aan een ruim 30 dagen omvattende toernee door Canada en Amerika. Het debuutconcert werd in Toronto gegeven. Allen bracht het er voor zijn gevoel redelijk van af. Lachend zegt hij: ‘Er waren kennelijk verschillende journalisten die nog niet wisten dat ik erbij zat, want de volgende dag las ik in de kranten dat Pierre van der Linden ‘zeer to the point’ gedrumd had”.
Ook ten opzichte van Willem Hoos maakte Colin Allen duidelijk dat hij het uitstekend naar zijn zin had. “Als dat niet zo was, was ik al lang weg geweest, De inwerkperiode is, ondanks dat die maar twee weken duurde, vrij ‘easy’ verlopen. De toernee door Canada en Amerika was de testcase. Als dat niet was gelukt, was ik er natuurlijk meteen uitgestapt. Maar ’t ging allemaal heel redelijk. Met de jongens kan ik goed opschieten. Geen problemen dus, alles rooskleurig”.
Jij bent nu een volwaardig lid van Focus. Je bent dus niet, zoals door sommigen destijds beweerd werd, als een tijdelijke vervanger van Pierre van der Linden aangenomen?
Het antwoord van Colin Allen was duidelijk. “O, nee, als ze mij als tijdelijk hadden willen hebben, had ik pertinent voor de eer bedankt. Dat zou voor mij weinig zinvol zijn geweest”.
Colin Allen vertelt
Op verzoek van Hoos vertelde de nieuwe aanwinst van Focus een en ander over zijn leven. En passant gaf hij een aardig inkijkje in wat zich bij de Nederlandse groep afspeelde.
Hoe zou je de Focus-muziek willen omschrijven?
“Voor mij is het een intrigerende soort muziek. Nogal uniek, ondanks dat er verschillende bekende muziekvormen in de Focus-sound zijn geïntegreerd. Je zou kunnen zeggen dat de mensen van Focus grote oren hebben, als je begrijpt wat ik bedoel. Dat geldt ook voor mijzelf trouwens. Ik hou van veel soorten muziek: klassiek, rhythm and blues, soul, ook Braziliaanse muziek, vooral de samba. Ik ben een grote fan van de Braziliaanse percussionist Airto Moriera. Hij heeft nog een tijdje met Miles Davis gespeeld”.
Mike Vernon vertelde me dat de Focus-muziek, nu jij er bij gekomen bent, waarschijnlijk wat meer de rock-kant op zal gaan. Is dat zo?
“Of dat alleen aan mij te danken zal zijn wens ik te betwijfelen. De Focus-muziek heeft volgens mijn gevoel altijd al een stevige rock-basis gehad. Maar mijn muzikale achtergronden zijn duidelijk anders dan die van Pierre van der Linden”.
Wat zijn volgens jou de specifieke karaktertrekken van Jan, Thijs en Bert?
“Laat eens kijken. Bert is iemand, van wie je altijd op aan kan. Thijs is van het sterrenbeeld dat grote denkers heeft voortgebracht. Hij en Jan zijn de grote creatieve krachten in de band”.
Kende je Pierre van der Linden al voordat je bij Focus kwam?
“Ik had hem wel eens horen drummen. Dat was een jaar of twee geleden in de Speakeasy in Londen. Ik was toen met Stone the Crows in Exeter. We hadden die avond vrij en ik besloot naar Focus te gaan luisteren. Na afloop wilde ik een praatje met Pierre maken, maar daar is het niet van gekomen. Hij sloot zich van iedereen af”.
Wat vind je van Pierre’s manier van drummen?
“Hij is nogal geïnteresseerd in free, avantgardistisch drummen. Dat spreekt mij niet zo aan. Ik hou meer van muziek, waarop de mensen kunnen dansen. Onze manier van benadering is nogal verschillend. Ik vind dat Pierre wel eens de indruk maakt dat hij vooral voor zichzelf bezig is. Bij mij is dat totaal anders: voor mij is het publiek primair.
Er zijn meer verschillen tussen Pierre en mij. In de eerste plaats ben ik ouder en meen ik meer ervaring te hebben. Ik drum al zo’n jaar of 15. Ik heb het van anderen geleerd, heb allerlei stijlen gespeeld, kan ook muziek voor drums lezen. Pierre is iemand die het drummen via zelfstudie heeft geleerd. Dat is zo nu en dan nog te horen”.
John Mayall, Blues from Laurel Canyon (met Colin Allen en Mick Taylor)
Jij bent via Mike Vernon met Focus in contact gekomen. Kende je Vernon al?
“Al jaren. Ik ontmoette hem voor het eerst toen ik in de begeleidingsgroep van John Mayall zat en we het album ‘Blues from Laurel Canyon’ maakten. Vernon belde me op een maandag in Londen op en de volgende dag zat ik al in Holland om de zaken met Focus door te nemen”.
Mike Vernon vertelde me dat hij jou het meest geschikt vond voor Focus door je rhythm and blues-achtergronden. Vertel me eens wat over die achtergronden.
“Ik ben in de zogenaamde zwarte muziek, en dan vooral r&b en soul, geïnteresseerd geraakt door mijn werk voor Zoot Money en John Mayall. Otis Redding was een van mijn grote favorieten. Op het gebied van ritme heb ik grote bewondering voor de James Brown-muziek. Verder ben ik erg geïnteresseerd in de Muscle Shoals-scene en in bijvoorbeeld de muziek van het Stax-label. Ik vind die zwarte muziek vooral zo goed, omdat je je er zo lekker op kan bewegen, dansen, klappen, springen enzovoort”.
Sinds wanneer ben je beroepsmatig met drummen bezig? Wat heb je in grote lijnen, tot nu toe gedaan?
“Professioneel drum ik ongeveer tien jaar. Vóór die tijd was ik een jaar of vijf semi-professioneel in de weer met skifflegroepjes en jazzbands. Dat was allemaal in Bournemouth, waar ik geboren ben. De eerste muziek, die me helemaal greep, was die van Fats Domino. Die muziek hoorde ik via The Voice of America. Ik drumde dan op een geïmproviseerd drumstel mee.
Later kreeg ik drum- en vibrafoonles van een zekere Jack Horwood, die toen in Bournemouth een bekende figuur was. Dat was in de avonduren. Overdag werkte ik als mecanicien bij de luchtmacht.
In 1963 ben ik full prof geworden. Ik kwam bij de band van Zoot Money. Daar heb ik 3 ½ jaar gezeten. We maakten vier albums, voor Decca en CBS. Daarna heb ik negen maanden bij een soort acid rock-band gezeten: Dantalian’s Chariot. We maakten een album, dat niets deed. Bij de backinggroep van Georgie Fame zat ik maar een paar weken. We maakten een toernee door Zweden, die behoorlijk succesvol was.
Daarna heb ik een klein jaar bij John Mayall gezeten. En daarna werd het dus Stone the Crows. Daar heb ik bijna vier jaar bij gedrumd, van september 1969 tot mei 1973. We hebben voor Polydor vier albums gemaakt, ‘Stone the Crows’, ‘Ode to John Law’, ‘Teenage Licks’ en ‘Continuous Performance’. Ik kwam bij Stone the Crows via Alex Harvey, de broer van Lesley, de Stone the Crows-gitarist, die later door electrocutie om het leven is gekomen”.
Heb je op ’t ogenblik nog tijd om al dan niet muzikale dingen buiten Focus te doen?
“Nee. Ik concentreer me nu helemaal op Focus. Ik heb een tijdje geleden via de manager van Maggie Bell wat aanbiedingen voor sessiewerk gekregen, maar die heb ik afgeslagen. Als ik me helemaal bij Focus heb ingewerkt ga ik misschien wel wat songs schrijven voor Zoot Money. Dat heb ik jaren geleden ook gedaan. Ik schreef toen ook voor John Baldry en de groep Juicy Lucy. Ik heb nu ook beloofd in de toekomst voor de nieuwe Engelse groep Alice dingen te schrijven”.
Ga je ook componeren voor Focus?
“Daar is het nog niet van gekomen. Misschien voor een van de komende albums”.
Je woont nu nog in Londen. Ben je van plan je in de toekomst in Nederland te vestigen?
“Ik denk dat het België wordt. Thijs woont er al en Bert gaat er ook wonen. Alleen Jan blijft in Holland. Een van de voordelen van België is dat er Frans wordt gesproken. Die taal spreek ik redelijk. Hollands vind ik maar moeilijk”.
Een muzikaal export-produkt uit Holland (vlnr Colin Allen, Thijs van Leer, Jan Akkerman, Bert Ruiter)
Weet je al wat van de Nederlandse popscene?
“Nog niet zo veel. Ik heb de laatste tijd veel gehoord over Cuby and the Blizzards, maar die bestaan geloof ik niet meer. Verder weet ik dat er Shocking Blue is. Daar zingt een heel mooi meisje in, die ik graag eens zou ontmoeten. Met de jongens van de Golden Earring heb ik wel eens gesproken. Rinus Gerritsen is een tijdje met een vriendin van mij omgegaan. Ekseption heb ik een keer in Berlijn horen spelen. Vond ik niet zo goed. Over Supersister heb ik zeer goeie dingen gehoord. Daar zit een Amerikaanse blazer in, Charlie Mariano. Die kan er wat van”.
Jan Akkerman zet Colin Allen uit Focus
Willem Hoos zat een jaar later opnieuw tegenover Colin Allen. Deze keer in Londen en onder andere omstandigheden. Een paar maanden eerder, januari 1975, was gitarist Jan Akkerman namelijk tot de conclusie gekomen dat Colin niet (langer) de drummer was die hij bij Focus voor ogen had. Colin: “Jan Akkerman wilde me er niet meer bij hebben en als Jan iets niet wil, dan heeft praten geen enkele zin. Hij is een zeer dominerende, om niet te zeggen dictatoriale figuur en wat hij vindt dat er gebeuren moet, gebeurt ook. Daar is nou eenmaal niks aan te doen. Het is wel jammer”.
Willem Hoos: “Onderuit gezakt in een luie stoel in zijn flat aan Londens Rannock Road vertelde drummer Colin Allen over zijn plotselinge vertrek. Over de manier waarop Allen door Akkerman werd verteld dat hij maar beter zijn biezen kon pakken was de fanatieke Engelsman allerminst te spreken. ‘Het gebeurde, om een understatement te gebruiken, niet zo vriendelijk. De hele zaak was, pats, boem, binnen twee minuten afgehandeld. Jan zei dat ik niet meer in de muzikale opzet van Focus paste en dat ik daarom maar zo snel mogelijk moest weggaan. Nadat Jan dat gezegd had draaide hij zich om en liet me plompverloren alleen. In een reactie van mij was hij kennelijk helemaal niet geïnteresseerd’.
Ik was perplex, wist het eerste moment helemaal niet wat ik daar nou van denken moest. Maar toen ik weer een beetje bij m’n positieven was gekomen, vatte ik de zaak toch vrij laconiek op. Ik dacht: ‘Nou, dan ga ik maar weg. Als de zaken zo liggen, heeft praten ook eigenlijk geen zin’. Ruzie hebben we niet gemaakt. Godzijdank niet. Ik hou helemaal niet van ruzie”.
Hoos: “Allen werd van zijn ontslag op de hoogte gesteld tijdens de opname van de basisbanden van het nieuwe Focus-album in de Brusselse Morgan-studio.
Colin: ‘De opnamen waren nog maar nét begonnen toen Jan opeens op me afkwam en de zaak kort en krachtig uit de doeken deed. Het vreemde is dat ik totaal niet wist dat me dit boven m’n hoofd hing. Jan had me voordien helemaal niet verteld of laten merken dat ik niet meer in de groep paste’.
Meteen nadat Colin Allen was vertrokken nam hij contact op met drummer Pierre van der Linden. Akkerman vond dat Van der Linden helemaal in de vernieuwde opzet van de groep thuis hoorde.
Allen: ‘Pierre heeft twee dagen meegespeeld. Hoe dat gegaan is weet ik niet. Wil ik ook niet weten. Ja, wat heb ik er verder nog mee te maken?’”
Volgens Colin had Jan Akkerman in zijn eentje besloten dat hij maar moest verdwijnen. In zekere zin was dat voor hem een pleister op de wonde. “Thijs van Leer en Bert Ruiter waren over de gang van zaken bepaald niet te spreken. Ze vertelden me dat ze me wel graag hadden zien blijven. Maar ja, Jan is kennelijk de baas in de groep en dus kon ik ophoepelen”.
Over een ‘afvloeiïngsregeling’ werd in het interview met geen woord gerept. Het leek wel of hij zo maar op straat gezet werd.
De leden van Focus zetten hun handtekening in Amerika (3 november 1974, Edison, New Jesey)
Nadat hij in Brussel op staande voet en op een nogal brutale manier uit Focus verwijderd was, bleef de Britse drummer zich toch desondanks loyaal opstellen. Er waren in de maanden januari en februari 1975 concerten geboekt in Spanje. Allen was bereid een helpende hand te bieden. “Ik was toen al veertien dagen weg. Ze vroegen me of ik nog mee wilde doen en ik heb daarin toegestemd. Ik kan namelijk moeilijk nee zeggen”.
Willem Hoos: “Na de Spaanse optredens gaf Allen zijn drie medemuzikanten een hand ten afscheid. Daarmee was zijn Focus-carrière afgesloten. Tijdens het gesprek in Londen [maart of april 1975] was hij nog steeds geroerd door de afscheidswoorden van Bert Ruiter. Die zei: ‘We zullen ooit nog wel eens samen spelen’.
‘Maar dat geloof ik zo net nog niet’, aldus Colin.
Allen heeft ondanks alles, zonder gevoelens van haat of wrok afscheid genomen. ‘Ook Jan en ik zijn min of meer als goeie vrienden uit elkaar gegaan. Dat komt vooral omdat ik hem muzikaal erg hoog aansla. Hij is één van de beste gitaristen ter wereld’”.
Hoe verder?
Hoe moest het nu verder?
Het was nog maar kort dag. Aanbiedingen om in een andere groep te komen drummen waren er nog niet in het vroege voorjaar van 1975. “Dat ik weg ben bij Focus heeft bijna nog in geen enkel blad gestaan. Ik heb van de week alleen nog maar een berichtje in ‘Sounds’ gelezen”.
Colin Allen wilde in elk geval niet in een andere Nederlandse groep als slagwerker aan de gang. Focus was voor hem de enige Nederlandse band op muzikaal internationaal niveau. Maar hij had tevens een persoonlijke reden om zich niet definitief in Nederland te vestigen. “Als ik weer in een groep ga spelen zal dat alleen een Engelse of Amerikaanse groep zijn. Daardoor heb ik ook min of meer een garantie dat ik wat vaker in Engeland ben. Met Focus was ik maar enkele weken per jaar in Engeland. Ik vond dat op den duur toch wel vervelend worden. Begon mijn vrienden te missen en zo”.
Voorlopig hield hij noodgedwongen vakantie. “Voor de afwisseling ben ik wat songs aan het schrijven voor Zoot Money, die sinds kort met Kevin Ayers samen speelt. Zoot en ik zijn al jaren goed met elkaar bevriend. Voordat ik bij Stone the Crows kwam, heb ik een tijdje in zijn begeleidingsgroep gezeten”.
Colin Allen na zijn vertrek uit Focus
Door zijn gedwongen vertrek uit Focus, verdween Colin Allen, nu 77, uit de schijnwerpers van de internationale rockmuziek. Maar hij bleef zich manifesteren. Op het internet is te lezen dat hij heeft gespeeld met Bob Dylan (‘Real Live’, 1984), Donovan (‘Donovan’, 1977), Rod Stewart (‘Foolish Behaviour’, 1980) en vele anderen. ‘Medicine Jar’, een song van Colin Allen en Jimmy McCulloch, is te vinden op het album ‘Venus and Mars’ van Wings, de groep van Paul McCartney. Sinds 1985 woont Allen in Zweden.
Harry Knipschild
14 oktober 2015
Clips
* Don Mercedes, Zo maar een soldaat, 1965
* Dantalians's Chariot met o.a. Zoot Money, Andy Summers, Colin Allen, 1967
* John Mayall, Blues from Laurel Canyon, 1968
* Stone the Crows (met Colin Allen) in Duitsland
* Focus met Colin Allen, Hamburger Concerto, 1974
* Interviews met Maggie Bell en Colin Allen, 2010
* Pierre van der Linden met Focus (Thijs van Leer), 2015
Literatuur
‘John Mayall: Blues From Laurel Canyon’, Melody Maker, 30 november 1968
Mark Plummer, ‘Stone the Crows: Greens Playhouse, Glasgow’, Melody Maker, 23 september 1972
Chris Welch, ‘Changing Focus’, Melody Maker, 30 maart 1974
Willem Hoos, ‘Drummer Colin Allen voelt zich goed thuis bij Focus’, Veronica, 27 april 1974
Willem Hoos, ‘Hoe Colin Allen door Jan Akkerman uit Focus werd gezet’, Veronica, 3 mei 1975
- Raadplegingen: 9039