Skip to main content

83 - De doorbraak van Aretha Franklin bij Atlantic Records

 
 
Aretha Franklin (Memphis, 25 maart 1942) groeide op met muziek. Maar al snel zonder haar moeder. Barbara Siggers Franklin verliet in 1948 het gezin en overleed vier jaar later. “Ik was heel jong en ik herinner me nog goed hoe warm en mooi ze was. Ik was heel close met haar”, vertelde ze later aan journalist David Nathan.
   Clarence Franklin, haar vader, was zo’n populaire dominee in Detroit dat er nogal wat beroemdheden op bezoek kwamen. Dat waren vooral gospel-artiesten als Mahalia Jackson, Clara Ward, Marion Williams en James Cleveland. “Ik was er aan gewend dat beroemdheden over de vloer kwamen”, noteerde biograaf Mark Bego. “Mahalia kwam binnen. Ze kookte voor ons. Iemand nam plaats achter de piano en dan begon de muziek”. Haar zusjes, Erma (1938) en Carolyn (1944), waren eveneens van de partij. Ook ‘seculiere zwarte’ artiesten als Art Tatum, Lionel Hampton, Dinah Washington en Arthur Prysock stapten bij de dominee en zijn muzikale kinderen over de drempel.
 
Een speciale band had Aretha naar eigen zeggen met Sam Cooke (1931-1964). Die begon op jeugdige leeftijd als zanger van de gospel-groepen Highway Q.C.’s en Soul Stirrers. “Ik was gek op die man. Ik was een grote fan van Sam Cooke. Ik had een Sam Cooke boekje-waarin ik allerlei dingen over hem opschreef. Hij kon alles met zijn stem. Mooi zingen, swingen en dan helemaal uit zijn dak gaan. Als lid van de Soul Stirrers nog had Sam ‘You send me’ opgenomen. Hij kwam naar ons huis om het nummer te laten horen”. Aretha bewaarde nóg een dierbare herinnering aan de rhythm & blues artiest: een verfrommeld leeg pakje Kent sigaretten dat hij had achter gelaten.
   Sam Cooke brak door als pop-zanger. ‘You send me’ bereikte in 1957 de eerste plaats in de hitlijsten van Billboard. Aretha wilde dolgraag naar Sam toen die optrad in The Flame (Detroit). Maar ze was te jong om er toegelaten te worden. “Toen hij de overstap maakte van gospel naar soulmuziek zei ik: dat zou ik ook willen”.
 
 
83 Franklin Aretha ouders
De ouders van Aretha Franklin
 
 
Zingende dochter
 
 
Aretha maakte haar eerste plaatopname als zingende dochter van C.L. Franklin. Chess Records, de platenmaatschappij van Muddy Waters en Chuck Berry, legde heel wat preken van de populaire dominee op langspeelplaten vast. Aretha zong tijdens een kerkdienst in Oakland. “Chess Records was vanuit Chicago helemaal naar Californië gereisd om die dienst op te nemen. Ik trad er als zangeres op”. Haar zangpartij verscheen even later op een album, getiteld ‘Songs of Faith’.
   In haar woonplaats Detroit was duidelijk dat het jonge meisje over muzikale talenten beschikte. Smokey Robinson: “Toen Aretha nog een kind was stapte ze af en toe op de piano af en begon zo maar te spelen en te zingen. Bijna even goed als later”.
 
Aretha had haar eigen herinneringen. “Diana Ross zag ik wel eens op weg naar huis. Meer contact had ik met Smokey. Onze families waren goed bevriend. Toen ik een jaar of tien was kwam Smokey met zijn groep bij ons binnen om te repeteren. Erma en ik hielden van de Flamingos, een r&b-groep. Samen met Smokey deden we hun hit ‘I only have eyes for you’. We kenden de danspasjes van de Flamingos. Dus toen Smokey zoiets uitprobeerde deden wij die voor. Zo kwam de choreografie van de Miracles waarschijnlijk tot stand”.
 
Toen Mark Bego zijn biografie van Aretha Franklin publiceerde (in 1989) kon hij uitspraken van allerlei beroemdheden uit Detroit citeren die haar talent al meteen herkenden. Zoals Mary Wilson van de Supremes: “Wij hoorden bij de kerk van haar vader. Elke zondag van 1956 tot 1963 gingen we er heen. Aretha en Erma zongen er altijd. Ze waren fantastisch. Soms houd je alleen van gospel binnen de context van het geloof. Bij Aretha was er meer. In de kerk liet zij je voelen dat je gewoon naar goede muziek luisterde. Er was geen speciale band met de bijbel”.
   Met zoveel talent was het niet vreemd dat er belangstelling kwam vanuit de muziekindustrie. Twee muzikale ondernemers, Billy Davis en Berry Gordy, klopten aan de deur. Als liedjesschrijvers voor Jackie Wilson waren ze succesvol. ‘Reet Petite’, ‘Lonely Teardrops’ en ‘That’s Why’ werden hits voor de artiest die na een carrière bij Billy Ward en de Dominos op de solo-toer was gegaan. Billy en Berry zagen in Aretha een vrouwelijke Jackie Wilson. Bij de dominee vingen ze echter bot. Volgens haar vader was Aretha nog veel te jong om de showbusiness binnen te stappen, aldus Bego. Op zijn advies namen ze daarom haar oudere zus Erma onder contract. Zonder succes overigens.
 
Over de muzikale carrière van Aretha Franklin is veel bekend. Over haar privé-leven veel minder. Voor vragen als “Waarom liet moeder Barbara echtgenoot en kinderen in 1948 voor wat ze waren” hoefde je bij haar niet aan te komen. Dat ze zelf op haar veertiende of vijftiende de (ongetrouwde) moeder van een zoon (Clarence) werd was al helemaal geen onderwerp waar ze iets over wilde zeggen.
   David Nathan, die regelmatig bij Aretha thuis uitgenodigd werd en samen met haar in de keuken at stelde het als volgt: “Aretha vertelde zelden iets over haar persoonlijke leven. In al die jaren refereerde ze nooit naar de mannen in haar leven. Zodra je een bepaalde grens overschreed reageerde ze afstandelijk”. Zelfs een terloopse opmerking over haar bühne-kleding viel helemaal verkeerd.
 
 
Geen goede start bij Columbia
 
 
John Hammond van Columbia Records was enthousiast toen hij in 1960 een demo van Aretha hoorde. Hammond (1910-1987) was niet de eerste de beste. Hij maakte eerder platen met Bessie Smith, Billie Holiday, Benny Goodman, Benny Carter, Count Basie en Pete Seeger. Dankzij John Hammond kwam Aretha onder contract bij Columbia, een van de grootste platenmaatschappijen ter wereld op dat moment.
 
Columbia, zo is achteraf vast te stellen, herkende de kwaliteiten van de zangeres. Maar die omzetten in succes was een andere zaak. Album na album werd op de markt gebracht, met steeds weer een ander soort repertoire. De hoogste klassering in de lp-hitlijsten van Billboard had ze met ‘The tender, the moving, the swinging Aretha Franklin’ in 1962. Dat album bereikte een klassering op nummer 69. Dat was niet hoog. Maar hoger kwam ze niet. Een album als ‘Soul Sister’ in 1966 kwam niet verder dan plaats 132 en verdween na vier weken alweer uit de Billboard lijst van bestsellers.
   Met de singles ging het iets beter. In 1961 verscheen Aretha voor het eerste in de top 100. Dat was met het liedje ‘Won’t be long’, met als beste positie nummer 76. Niet hoog dus. Een paar maanden eerder waren de Nederlandse Blue Diamonds vier plaatsen hoger gekomen met ‘Ramona’. Met ‘Rocka-a-bye your baby with a dixie melody’ zat Aretha dicht bij een doorbraak – die haalde de 37ste plaats. Maar daarna was het weer afgelopen. ‘Try a little tenderness’ bijvoorbeeld bleef al na één week steken op de onderste plek in de top 100.
 
Het beste deed Aretha Franklin het in die jaren nog in de markt voor ‘zwarte artiesten’. In 1960 al was het raak met de single ‘Today I sing the blues’. In zes jaar tijd wist Columbia haar vijf keer in de rhythm & blues hitlijsten te krijgen. De hoogste klassering haalde ze met ‘Operation Heartbreak’, op nummer 6 in het najaar van 1961. Vijf jaar later wist ze met ‘Cry like a baby’ (van het album ‘Soul Sister’) nog een keer op nummer 27 in de r&b top 30 te komen.
   Echt rooskleurig zag haar toekomst er niet uit. Op de platen van Aretha hoorde je dat ze een geweldige stem had, meen ik me te herinneren uit die tijd. Maar de platen zelf vond ik saai. Bij de selectie van muziek voor het programma ‘Veronica’s rhythm & blues hop’ (1964-1972, ik was de producer) nam Aretha voorlopig geen prominente plaats in.
 
 
83 Franklin (links), David Nathan rechts
Aretha Franklin met David Nathan (jaren '70)
 
 
Het contract met Atlantic
 
 
De al eerder genoemde journalist David Nathan, trots op zijn relatie met de zangeres, schreef in 1989 prijzende woorden over het eerste album van Aretha op Columbia. Hij voegde eraan toe: “Her early records for that label speak volumes about her remarkable artistry” en “It became popular to critize her work for Columbia after she became a musical superstar with Atlantic”. Het beoordelen van muziek is altijd subjectief. Je vindt iets of je vindt iets niet. Dat geldt voor liefhebbers en evenzeer voor recensenten bij de krant. Wat de een fantastisch vindt is voor een ander afschuwelijk.
   In het blad Rolling Stone schreef Jon Landau in 1967. “Aretha Franklin maakte zes jaar geleden de fout een langdurig contract te tekenen bij een label dat niet wist wat het met haar aan moest – Columbia. Vijf jaar lang worstelde ze met materiaal als ‘Rock-a-bye your baby’ en ‘Try a little tenderness’. Ze deed haar uiterste best. Sommige van haar opamen waren heel goed, maar ze werkte niet in de juiste ‘scene’”.
 
Toen de overeenkomst met Columbia afliep trokken er diverse platenmaatschappijen aan de bel. Irv Steinberg, eigenaar van Mercury kwam zich persoonlijk melden bij Aretha en Ted White, haar echtgenoot. Vooral dankzij de producties van Clyde Otis was Mercury in het begin van de jaren zestig succesvol met een commerciële vorm van zwarte muziek. Mercury-hits waren ‘Broken hearted melody’ (Sarah Vaughan) en de duetten van Brook Benton met Aretha’s jeugdidool Dinah Washington: ‘Baby you’ve got what it takes’ en ‘Rocking Goodway’. Greenberg liet contracten achter. Hij garandeerde het echtpaar dat hij voor de doorbraak zou zorgen waar Aretha en Ted al zo lang op zaten te wachten. “You’ve got the money, you’ve got the world”, waren zijn woorden bij het afscheid.
 
Jerry Wexler van Atlantic Records was doortastender. Haar carrière had hij al gevolgd vanaf het moment dat ze gospelopnamen met haar vader bij Chess maakte. Vooral ‘Precious Lord’ vond hij fantastisch. “Ik was in Muscle Shoals, Alabama, opnamen aan het maken met Wilson Pickett. In de Fame studio werd ik gebeld door Louise Bishop, een deejay in Philadelphia. Ze wist dat ik belangstelling voor Aretha had. ‘Draai dit nummer. Aretha wacht op je telefoontje’ was de boodschap. Ik belde haar. Aretha zei: ‘Dat klinkt goed. Ik wil dat je met mijn man praat’. Ze kwamen samen naar New York, het hoofdkwartier van Atlantic. Stante pede maakten we een deal. Er kwam geen advokaat aan te pas”.
   Aretha gaf haar eigen verslag van die ontmoeting. “Toen ik een tiener was en platen kocht, luisterde ik naar Atlantic-artiesten als Ruth Brown en Ray Charles. Ik kende wel de platen die Jerry geproduceerd had, maar zijn naam niet. Totdat we elkaar in 1966 bij Atlantic ontmoetten. Het gesprek duurde maar even. Gewoon om kennis te maken. We praatten over wat ik bij Columbia gedaan had, speciaal die nummers die hij goed vond. Ik werd vooral geraakt omdat hij zo enthousiast was dat hij me op zijn label zou hebben. Ik voelde dat Jerry mijn belang voor ogen had en het beste met me voor had”.
 
Het is interessant te lezen waarom Aretha klaarblijkelijk voor Atlantic koos. Dat deed ze omdat ze zich verbonden voelde met eerdere ‘zwarte’ artiesten die voor de platenmaatschappij opnamen gemaakt hadden. Bovendien voelde ze zich verbonden met de man die verantwoordelijk zou zijn in de studio”. Het ging er, lijkt het, niet om een zakelijke deal te maken.      
   Het contract werd in oktober 1966 getekend. In Billboard verscheen een paar weken later een klein fotootje van de ondertekening. Man en vrouw poseerden samen met Jerry Wexler voor het vakblad.
 
 
83 - 1 Franklin, Atlantic, Billboard 3 december 1966
Billboard, 3 december 1966
 
In december 1966 kreeg R&B-liefhebber David Nathan voor het eerst in zijn leven de kans om met Amerika te telefoneren. Hij had niet de minste twijfel wie hij zou bellen. Natuurlijk: Aretha Franklin. Op een publiciteitsfoto van Columbia Records stond haar nummer in Detroit afgedrukt. Dat draaide hij. Het was een koude dag, kon hij zich jaren later nog herinneren. Toen het toestel aan de andere kant werd opgenomen zei hij in keurig Engels: “Excuse me, my name is David Nathan. I’m calling from London. Can you tell me how I can reach Miss Aretha Franklin?”
 
David had Ted White aan de lijn. Op een zakelijk toon deelde die mee: “Just one moment, please”. En toen hoorde hij de stem van zijn idool. “Hi, this is Aretha”. David was zo zenuwachtig dat het gesprek een beetje langs hem heen ging. Maar hij luisterde naar een jonge vrouw die met zachte stem praatte. Aretha was even opgewonden als hij zelf. Ze sprak zo maar met iemand uit Engeland. Enthousiast vertelde ze dat ze een contract bij Atlantic getekend had. “We’re going to be going into the studio in a few weeks”.
 
 
Aan het werk
 
 
Jerry Wexler kreeg heel wat erkenning in die tijd. Op 10 januari 1967, zijn vijftigste verjaardag, werd hij in hotel St. Regis (New York) door het blad Billboard in het zonnetje gezet als ‘platenman van het jaar’. Om te toasten en mee te lunchen moest je flink in de buidel tasten. Onder de aanwezigen bevonden zich Paul Ackerman (Billboard), de gebroeders Nesuhi en Ahmet Ertegun (Atlantic), Mitch Miller (Columbia) en Russ Sanjek (BMI, te vergelijken met Buma/Stemra).
 
Aretha en Jerry hadden geen spijkerharde afspraken gemaakt. Wexler: “Ik zei tegen haar. Ik breng wat songs mee, jij komt met repertoire-ideeën en dan zullen we het vast wel eens worden. Als we het niet eens zijn, win jij’”. Welke artiest zou daar nee tegen zeggen. Besloten werd de eerste opnamen te maken in de studio waar Wexler met Wilson Pickett gewerkt had. Dat had geresulteerd in ‘Land of 1,000 dances’ en ‘Mustang Sally’. Wexler nam zijn eigen opnametechnicus Tom Dowd mee. De muzikanten waren allemaal blanken: Chips Moman en Jimmy Johnson op gitaar, Tommy Cogbill op bas, Spooner Oldham op orgel en Roger Hawkins op drums. Om een rhythm & blues-geluid te krijgen had Rick Hall, eigenaar van de studio, zwarte blazers helemaal uit Memphis over laten komen. Wexler had flink wat tijd uitgetrokken “Het was de bedoeling in één week een heel album op te nemen”.
 
Het eerste nummer dat ze opnamen had Ted White ingebracht. Het heette ‘I never loved a man (the way I love you)’. Het was geschreven door de onbekende liedjesschrijver Ronnie Shannon. “Aretha’s man vroeg me een song voor haar te schrijven. Het was mijn eerste kans om iets te doen met een bekende artiest. Het moest een echt soul-nummer worden. Hoe zou ik dat nou aanpakken? Ik trok alles uit de kast om zo creatief mogelijk te zijn”.
   Aretha kende alleen de demo. Ze ging achter de piano zitten. De opname leek prima te verlopen. Maar ’s avonds ging het mis. Jerry Wexler lag al in bed. “Er werd stevig gedronken. Ik hoorde voetstappen en deuren dicht slaan. Het leek wel of er geschoten werd”. Ted White had ruzie met een van de trompetisten gekregen. “Om zes uur ’s morgens belde Aretha. Ze vertelde me dat Ted en zij bonje hadden. Aretha was van plan te vertrekken. Om zeven uur zat ik in de kamer van Aretha en Ted”, Er was geen houden meer aan. Er werd niet meer opgenomen. Van de eerste Atlantic-sessie was niet veel terecht gekomen.
 
Jerry Wexler bleef achter met de band. ‘I never loved a man’ was af. Er moest alleen nog een koortje worden toegevoegd alvorens de eindmix te kunnen maken. Van een ander nummer, ‘Do right woman – do right man’ waren drie sporen opgenomen: drums, bas en slaggitaar.
   Terug in New York liet de ‘platenman van het jaar’ een koortje indubben. Hij was zo enthousiast over het eindresultaat dat hij proefpersingen (lakplaten) naar wat diskjockeys stuurde. Hun reactie was overweldigend. “The music hit like a hurricane” is in een Billboard-boek te lezen.
   Wexler moest nu snel handelen. Omdat Aretha niet eerder opnamen voor Atlantic gemaakt had was er niet eens een b-kant voorhanden. Aretha arriveerde met haar twee zingende zusjes in New York. Ze speelde piano en orgel. Samen met Erma en Carolyn deed ze de zangpartijen van ‘Do right woman’. Haar eerste single op Atlantic kon eindelijk uitgebracht worden. Dat gebeurde op 10 februari 1967. Een hele ‘bevalling’.
 
83 Franklin Wexler 1960s laat
Aretha Franklin en Jerry Wexler in de studio
 
Gelukkig werden de inspanningen van Jerry Wexler en de familie Franklin beloond. Nog nooit brak een Atlantic-single zo snel door als ‘I never loved a man’. Op 4 maart kwam de single de hitlijsten van Billboard binnen. In de zwarte lijst stond Aretha drie weken later nummer één, zeven weken lang. Ook de b-kant werd een hit. In de ‘algemene’ top 100 bereikte ze de top tien. Elf weken vertoefde de single in de Amerikaanse top 100.
 
Ook ik deelde het enthousiasme van de Amerikanen meteen. Zowel de a- als de b-kant. Dit was andere koek dan wat ze bij Columbia (CBS) gedaan had. Tot op de dag van vandaag is ‘I never loved a man’ een van mijn favoriete soulnummers. Maar Willem van Kooten (Joost de Draayer, presentator van ‘Veronica’s rhythm & blues hop’) en ik stonden voorlopig nog alleen. In Europa waren wij ‘eenzame roependen in de woestijn’. ‘I never loved a man’ haalde de hitlijsten in Groot-Brittannië niet. Ook aan Nederland was Atlantic single nr. 2386 niet besteed. Een klassering in de top veertig zat er niet in. Om ook succes in deze contreien te krijgen moesten Jerry Wexler, Atlantic en Aretha Franklin doorgaan. Tot het gaatje.
 
 
Respect
 
 
Met zo’n start was het zaak snel verder te werken. Er moest een opvolger en een album komen. Jerry Wexler: “Ik had een huis in Great Neck op Long Island (New York). Aretha kwam er heen. Ze speelde me een heleboel liedjes voor die ze zelf gecomponeerd had. Die waren prima voor het album-debuut bij ons: ‘Don’t let me lose this dream’, ‘Baby, baby, baby’, ‘Dr. Feelgood’ en ‘Save me’. Een andere song was ‘Respect’, geschreven en eerder op de plaat gezet door Otis Redding. Aretha vond het een fantastisch nummer. Ze had al een arrangement voor de stemmen gemaakt. Carolyn en zij waren op het idee gekomen de kreet ‘Sock it to me’ steeds te herhalen”.
 
De opname van ‘Respect’ vond plaats op 14 februari 1967, Valentijnsdag. Niet in Muscle Shoals maar bij Atlantic. Ted White was er niet bij. Deze keer reisden de blanke sessiemuzikanten naar New York. De blazers stonden onder supervisie van saxofonist King Curtis. Die deed al jaren sessiewerk bij Atlantic. In de jaren vijftig was hij steeds van de partij als de Coasters hun muzikale grappen en grollen in de groeven zetten.
   Arif Mardin, een landgenoot van de Turkse eigenaren van Atlantic, was erbij: “There was a fabulous atmosphere in the room. It was almost like making a finished record that night”. Aretha en haar beide zusjes verbaasden alles en iedereen. Vooral dat ‘Sock it to me’ ging er goed in. Technicus Tom Dowd vatte de sfeer kort samen. “Toen ze begon te zingen paste de puzzel ineens in elkaar. Het was boem! Zus Carolyn gaf het ritme aan bij ‘R-E-S-P-E-C-T’. Ik viel van mijn stoel toen ik het hoorde”.
 
Hoe enthousiast iedereen ook over het eindresultaat was, in het begin van de opname moest er nog flink geschaafd worden aan de compositie van Otis Redding. Wexler kwam tot de conclusie dat er geen ‘brug’ in de song zat. Dat probleem moest ter plekke opgelost worden. De deskundigheid van King Curtis kwam goed van pas. In januari was ‘When something is wrong with my baby’ van Sam & Dave op Stax (gedistribueerd door Atlantic) op de markt gebracht. Curtis was niet alleen in de studio als sessie-muzikant bij ‘Respect’. Hij was er een solo-album aan het opnemen (‘The great Memphis hits’). Eén van de nummers op dat album was ‘When something is wrong with my baby’. Curtis bracht zijn expertise in. Zo werd ‘Respect’ voor Aretha Franklin in elkaar gezet.
 
De originele versie van ‘Respect’ bereikte in 1965 de 34ste plaats van de Amerikaanse top 100. De uitvoering van Aretha Franklin kwam op de markt toen ‘I never loved a man’ nog in Amerikanse top tien stond. De twee singles liepen elkaar niet voor de voeten. Integendeel, er kwam een soort Aretha Franklin-hausse. Op 29 april verscheen ‘Respect’ in de top 100. De plaat schoot meteen door naar de bovenste plaats, de nummer één. Op de R&B-lijst vertoefde ‘Respect’ maar liefst acht weken op de toppositie.
   Een zangeres die in december 1966 ondanks jarenlange mooie woorden nog maar nauwlijks iets bereikt had was een half jaar later een superster. Ook Europa volgde nu. ‘Respect’ kwam in Nederland op 11 en in Engeland nóg een plaatsje hoger. Succes komt meestal heel snel. Wen er maar eens aan. Aretha Franklin was bezig in rap tempo de hele wereld te veroveren. Dat had Atlantic Records toch maar weer even mooi voor elkaar gekregen.
 
83 - hit Billboard 1967.06.10 Franklin
 Billboard, 10 juni 1967
 
 
Een analyse van het succes
 
 
Jon Landau, redacteur van Rolling Stone, had een fijne neus voor talent. Een paar jaar later wierp hij zich met succes op als ontdekker (en manager) van Bruce Springsteen. Op 23 november 1967 analyseerde Landau wat Aretha Franklin en Atlantic overkomen was. Jerry Wexler kreeg alle eer. “In 1966 had Aretha het geluk met Jerry Wexler samen te gaan werken bij Atlantic. Wexler, de vice-president van een label dat ergens voor staat. Wexler is in grote mate verantwoordelijk voor de soul revival van dit moment. Hij is niet wars van commercieel succes. Maar tegelijk heeft hij oog voor de integriteit van zijn artiesten. Onder zijn leiding is Atlantic een bron van inspiratie voor soul muziek in de vorm van Joe Tex, Otis Redding, Wilson Pickett en alles op de sublabels Stax/Volt.
   Onder leiding van Jerry Wexler bepaalde Ray Charles de standaard voor het maken van hedendaagse blues-muziek. Wexler gaf Ray Charles artistieke vrijheid. Vergelijk dat eens bij wat hij deed toen hij overstapte naar ABC. ABC wist gewoon niet wat men moest doen met een genie als Ray Charles. Tijdens zijn contract bij dat label heeft hij er nooit een plaat gemaakt die tot tevredenheid stemt.
 
Toen Aretha eindelijk weg kon bij Columbia trad Jerry handelend op. Hij bracht haar in contact met de liedjesschrijvers en sessiemuzikanten van Atlantic. Binnen een paar maanden werd ze een nieuwe superster. Met haar optredens verdient ze onvoorstelbaar veel geld. Haar recente platen verkopen in onvoortstelbare aantallen.
   De nieuwe Aretha is duidelijk zich zelf. Ze heeft een eigen geluid. Wexler is weliswaar de producer. Maar zijn commerciële en artistieke instinct zegt hem dat je Aretha veel vrijheid moet geven. Laat haar maar haar gang gaan. Ze heeft er het talent voor. Zo behandel je een artiest. Motown zou een slechte platenmaatschappij voor Aretha Franklin zijn. Daar staat de Motown-sound op de eerste plaats. Bij Aretha zou dat nooit werken”.
 
Landau vertolkte hoe er in 1967 in de ‘progressieve pers’ geschreven werd. De club van Berry Gordy was er niet bepaald populair. Bovendien ging hij eraan voorbij dat Ray Charles bij ABC Paramount veel meer verdiende dan bij Atlantic. Hij had Atlantic niet zo maar verlaten. Bij ABC had Charles veel autonomie. Misschien wel te veel. ABC trad meer op als ‘bankier’ dan als coach. De overstap van Atlantic naar ABC was voor Ray Charles een grote sprong voorwaarts. Met numer één-hits als ‘Georgia on my mind’ en ‘Hit the road Jack’. En niet te vergeten de bestseller-albums ‘Modern sounds in country music’. Maar dit terzijde.
 
***
 
Aretha Franklin, voor de operatie
 
Ruim vier decennia later is Aretha Franklin nog steeds een toonaangevende zangeres. Haar activiteiten in de keuken hebben haar niet slanker gemaakt. Wat dat voor haar gezondheid betekent is niet duidelijk.
 
Op 4 november 2010 was in Amerikaanse kranten te lezen dat de vedette plotseling al haar optredens had stopgezet. Korte tijd later werd ze geopereerd. De wereld reageerde geschokt. Zoals gebruikelijk liet Aretha niets los over wat er aan de hand was. Op diverse plaatsen in Detroit en elders in de VS werd voor haar gebeden, tot aan het Witte Huis toe. Smokey Robinson en dominee Jesse Jackson werden bij haar toegelaten nadat ze geopereerd was, maar gaven na afloop nauwelijks informatie. Inmiddels staat Aretha Franklin weer op de bühne.
 
Harry Knipschild
21 augustus 2011
 
Aretha Franklin is op 16 augustus 2018 overleden.
 
Clips
 
Literatuur
‘Aretha Franklin’, Talent Topics, Billboard, 6 februari 1961
‘Aretha Franklin, Atlantic’, Billboard, 3 december 1966
Jon Landau, ‘Aretha’, Rolling Stone, 23 november 1967
‘Lay Soul singing it like it is’, Time 28 juni 1968
David Nathan, 'Aretha Franklin', Blues and Soul, september 1978
David Nathan, The soulful divas, New York 1999
Adam White, Fred Bronson, The Billboard Book of number one rhythm & blues hits, New York 1993
Mark Bego, Aretha Franklin. The Queen of Soul, Da Capo Press 2001 (1989)
Mike Evans, Ray Charles. The birth of soul, Londen 2005
Mike Householder, ‘Aretha Franklin cancels appearances through May’, Associated Press, 4 november 2010
Maura Johnston, ‘Detroit residents hold vigil for Aretha Franklin’, Rolling Stone, 2 december 2010
‘Aretha Franklin gets visit from Jesse Jackson’, Detroit News, 3 december 2010
Susan Whitall, ‘Smokey Robinson says Aretha gets better’, Detroit News, 8 december 2010
Susan Whitall, ‘Activist sets up prayer vigil for Aretha outside White House’, Detroit News, 30 december 2010
‘Aretha maakt zich op voor comeback’, Nu.nl, 17 februari 2011
‘Aretha Franklin geeft gratis concert’, Nu.nl, 4 augustus 2011
Greg Kot, 'Aretha Franklin and the origin of the 'spirit feel'', Chicago Tribune, 16 november 2012
  • Raadplegingen: 27237