Skip to main content

70 - Jaap Veerman en 'Mooi Volendam'

 
 
Sommige steden hebben een bijzondere betekenis in de geschiedenis van de popmuziek. In Memphis maakte Elvis Presley zijn eerste opnamen. (Rhythm &) bluesartiesten als Chuck Berry, Bo Diddley, Muddy Waters en Howlin’ Wolf opereerden dankzij Chess Records vanuit Chicago. Berry Gordy creëerde de Motown sound in Detroit. De Beatles zetten Liverpool op de kaart. In Nederland speelden vooral Den Haag en Volendam een interessante rol.
  In Den Haag opereerden heel wat indo-groepen. Veel beatgroepen van het eerste uur als de Motions en de Earrings kwamen er vandaan. Den Haag wordt vaak betiteld als beatstad nummer één. Maar ook Volendam mag genoemd worden. Je zou kunnen zeggen: als enige Nederlandse stad heeft Volendam een volstrekt eigen geluid, dat bovendien al tientallen jaren nauwelijks van karakter veranderd is. De muziek uit Volendam ligt meestal makkelijk in het gehoor en is niet speciaal gericht op de smaak van de elite.
 
Volendam is een dorp met nauwelijks meer dan 20.000 inwoners. De katholiek georiënteerde gemeenschap maakt onderdeel uit van de iets grotere gemeente Edam-Volendam. Dat is aanzienlijk minder dan de agglomeratie Den Haag die meer dan een miljoen mensen telt. Op muzikaal gebied is het vissersdorp aan het IJsselmeer sinds halverwege de jaren zestig tevoorschijn gekomen met de onder meer BZN, Cats, Left Side, Next One, Jan(tje) Smit, Nick & Simon en de 3Js. De muziek van Volendam wordt vaak aangeduid met het woord ‘palingsound’.
  In het boek Palingsound (2006) schreef Dick de Boer dat die muziek meer was ‘dan een door Willem van Kooten geïntroduceerde term, naar aanleiding van het ontvangen pondje paling tijdens het draaien van The Cats. Het is werkelijk een wetenschappelijk bewezen manier van zingen en musiceren, waarvan de oorsprong nergens naar te herleiden is, behalve dat deze in de natuur van de Volendammer ligt. Hoe komt het toch dat na veertig jaar top 40 blijkt dat de meeste hits niet gescoord zijn door de Beatles, de Rolling Stones, Abba, Madonna of Michael Jackson, maar door een aantal “gewone” Volendammers?’
 
 
70 palingsound 001
 
 
Jaap Veerman uit het muziekdorp Volendam
 
 
Menige inwoner van het dorp heeft de achternaam Veerman. Op 8 april 2011 kwamen Jaap ‘Corn’ Veerman en zijn zoon Martijn mij hun verhaal vertellen. Jaap was in 1956 geboren als de zoon van een Volendamse katholieke fabrieksarbeider. Hij was het achtste van tien kinderen, vijf jongens en vijf meisjes. Muziek nam een centrale plaats in bij het grote gezin. Jaap: “Mijn vader speelde gitaar. Mijn oudere broer Evert was zanger en bassist van de Skyriders, een van de vele bandjes die in Volendam en overal in Noord-Holland optraden. Elke week reisden ze met een busje rond en speelden covers van de hits uit de top 40”.
  Jaap hoorde de eerste popmuziek toen hij een jaar of vijf/zes was. “In die tijd kochten we nog geen grammofoonplaten. Wel hadden we thuis een bandrecorder. Programma’s als ‘Tijd voor Teenagers’ werden op de band gezet en regelmatig afgespeeld. We hadden uren muziek op tape. Zo hoorde ik Cliff Richard, Elvis Presley en ‘Send me the pillow that you dream on’ [Lydia], dat later opnieuw een hit werd voor het duo Hepie & Hepie”.
 
De eerste Volendamse groep met succes was de Cats. Op zijn website schreef Willem van Kooten in 2006: “Gene Pitney had in Amerika de hit ‘If I didn’t have a dime (to play the jukebox)’. Dat hoorde ik in 1964 een onbekend groepje uit Volendam, the Cats geheten, zingen op een Veronica-auditie in de Soundpush-studio in Blaricum. ‘Als jullie dat gaan opnemen en uitbrengen, ga ik het draaien’, zei ik. Het origineel van Gene Pitney was toch nog steeds niet uit, wist ik. Zo gebeurde het dat de eerste plaat van de Cats uitkwam op een klein labeltje, Durlaphone (van eigenaar Evan Durlacher, een glimlachende, wereldvreemde man). Het werd gedraaid door ons op Veronica, en de Cats waren ineens op weg naar eeuwige roem”.
  In zijn boekje over de Cats (1973) legde Jip Golsteijn vast: “In Volendam vond iedereen het prachtig. Toen ‘Jukebox’ door Veronica voor het eerst werd gedraaid lagen de bouw en de fabrieken in het dorp stil. Maar de verkoop beperkte zich tot wat café’s langs de dijk in Volendam, want de rest van Nederland bleek niet wakker te liggen van de cover van Gene Pitney”.
 
 
Doorbraak van de Cats uit Volendam
 
 
70 Cats
Links Piet Veerman, rechts Arnold Mühren
 
 
Het moet in de beginperiode van de Cats geweest zijn dat Evert, de oudere broer van Jaap, een platenspeler kocht, van het merk Dual. Jaap: “Meteen schafte hij de vier elpees aan die Them had opgenomen. De Skyriders gingen het repertoire van Them maar ook dat van de Beatles en de Stones spelen”.
  Jaap was bevriend met ‘kleine Jaap’, het jongere broertje van Jan en Jaap Buijs die het Artiestenbureau Volendam aan het opzetten waren. De familie Buijs en de familie Veerman woonden in dezelfde straat, de Boegstraat. Door die vriendschap hoorde hij ook uit de eerste hand van de activiteiten van Jan ‘Tuf’ Buijs. Jan was manager van de Cats en hij deed er alles aan om werk voor zijn artiesten te krijgen. “Helemaal in zijn eentje ging hij als een ware pionier met de brommer over de Afsluitdijk naar Friesland. Overal keek hij rond waar zaaltjes waren, en of de Cats er konden optreden. Wat later beschikte hij over een oud autootje. Kleine Jaap en ik mochten wel eens mee. Wij dronken dan een flesje sinas terwijl Jan Buijs over de zaken onderhandelde”.
  Een belangrijk moment in het leven van Jaap Veerman moet zich afgespeeld hebben aan het einde van 1965. “Normaal sliepen wij met alle kinderen op de bovenverdieping. Maar omdat ik ziek was mocht ik beneden op het bed van mijn ouders in de achterkamer liggen en luisterde naar de radio. Ineens hoorde ik ‘Yesterday’ van de Beatles. Dat was ongelooflijk. Dat was toch wel zó goed”.
 
Met het liedje ‘What a crazy life’ verschenen de Cats op 24 december 1966 voor het eerst in de top 40. Het tijdperk van Volendam in de Nederlandse popmuziek was begonnen. De groep produceerde nu de ene hit na de andere. ‘Times were when’, ‘Lea’, ‘Why’, ‘Scarlet Ribbons’, ‘Marian’, ‘Where have I been wrong’, ‘One way wind’, Let’s dance’, ‘Rock ’n roll’, ‘Be my day’, de Cats hadden bij wijze van spreken een abonnement op de hoogste klasseringen in de Nederlandse hitlijsten. De Cats zetten Volendam nadrukkelijk op de kaart. ‘Iedereen’ wist waar de gemakkelijk in het gehoor liggende muziek vandaan kwam. Volendam betekende iets.
 
 
Als employee van platenmaatschappij Iramac kreeg ook ik met het verschijnsel te maken. Producer Gaby Dirne bood me met succes enkele van zijn Volendamse acts aan, het Hollandse Duo de Koning en de popgroep Left Side. Het duo verkocht enkele tienduizenden singles nadat ze in het tv-programma van Willem Duys hadden opgetreden. Toen ik ‘Confusion in my mind’ van de Left Side op de markt bracht kostte het weinig moeite de groep onder de aandacht van de media te brengen. De Telegraaf plaatste begin 1968 meteen een artikel met een foto omdat het een nieuwe groep uit Volendam was.
  In het vissersdorp zagen ook andere groepen mogelijkheden om van dat imago te profiteren. ‘Confusion in my mind’ van de Left Side was nog maar nauwelijks uit of ik kreeg een ander groepje op bezoek bij Iramac. De jongens noemden zich de Band Zonder Naam (BZN) en wilden ook wel eens een plaatje maken. Wat ze muzikaal in hun mars hadden was op dat moment nog verre van duidelijk.
 
 
Jaap Veerman gaat zingen
 
 
Jaap Veerman: “Duo de Koning kwam niet uit Volendam zelf, maar uit de omgeving. Maar de connectie met Volendam had voordelen. Het eerste succes van de Left Side weet ik nog heel goed. Mijn zwager Jaap Kras was de drummer. In die jaren was ik zelf helemaal weg van Bob Dylan. Ik kende alle liedjes van alle albums van Bob Dylan. Naar Bob Dylan luisteren was een avontuur voor mij. Maar ook de Beatles en de Stones ontbraken niet in onze collecties. Mijn broers kwamen thuis met de meest uiteenlopende platen. Zo kreeg ik een brede smaak.
  In 1972, toen ik een jaar of zestien was, trad ik voor het eerst als zanger op. We hadden in Volendam een kroeg, ’t Nikkeltje. Iedere donderdagavond stond er iemand op het open podium te zingen. Ik speelde ook gitaar en bracht liedjes van Boudewijn de Groot, Jaap Fischer (‘Ik zoek de rust’, ‘Veerse Gat’), Donovan, Dylan, Van Morrison en later Reinhard Mey (‘Als de dag van toen’). Die liedjes van Jaap Fischer mocht ik thuis nooit zingen (“Ik zoek de rust van een kist”). Dat deugt niet zei mijn moeder dan.
  Ik was natuurlijk niet de enige die optrad in ’t Nikkeltje. Het was een plek die geschikt was voor singer-songwriters. Er kwamen regelmatig artiesten uit het buitenland over. Ik heb er ook Jules de Corte en Drs. P. zien optreden”.
 
Na zijn schooltijd was Jaap Veerman loodgieter geworden. Maar zoals bij veel Volendammers zat het zingen hem in het bloed. In zijn vrije tijd ging hij optreden met Embryo, een van de vele amateurgroepen die het vissersdorp rijk was. “We speelden repertoire van groepen als Them, de Kinks, Stones en Bob Dylan (‘I want you’)”. Met succes deed Embryo in 1977 mee aan de Pius X Talenten jacht. “Die zaal, het voormalige patronaatsgebouw van de kerk, heet nu PX om het minder katholiek te laten klinken”.
  Een tijdje later trad Embryo opnieuw op tijdens de talentenjacht, maar nu als top of the bill. “De formatie Embryo gaf haar afscheidsoptreden in het gebouw, want Jaap Corn [Veerman] gaat de groep na vier jaar trouwe dienst verlaten. Jaap gaat bij een andere Volendammer groep beginnen als prof en stopt dan met zijn werk [als loodgieter]. Nou de mensen in de zaal hebben het geweten. Het waren er zo’n zeshonderd. Embryo, vorig jaar na de talentenjacht populair geworden, speelde de zaal volledig plat. De groep verraste de zaal met een stuk klasse muziek”, aldus reporter Moon in de plaatselijke krant. In het artikel werd Jaap Buys (‘Cas’) bedankt voor het uitlenen van de geluidsinstallatie.
 
 
Bureau Volendam
 
 
Volendam was als muziekstad steeds meer in de vaart der volkeren gekomen. Voor een groot gedeelte was dat te danken aan de activiteiten van Jan en Jaap Buys met hun Bureau Volendam. Dick de Boer: “Samen houden zij kantoor op de bovenverdieping van het ouderlijk huis in de Boegstraat. Het succes van The Cats werkt als een magneet op andere bands, zoals The George Baker Selection en The Dizzy Man’s Band [beide groepen niet uit Volendam afkomstig]. Ook de Bintangs, Brainbox, Pussycat en Tee Set laten hun belangen behartigen door dit succesvolle duo. Uiteraard weten alle dan opkomende Volendammer bandjes hun weg te vinden naar de Boegstraat.
  Het ‘kantoor’ wordt dan al snel te klein. Een slaapkamer als kantoor vinden ze inmiddels toch ook wat minder representatief worden. Daarom betrekken ze een pand aan het Noordeinde op de Dijk. Naast het artiestenbureau beginnen zij ook een winkel in hifi-apparatuur en starten zij begin jaren tachtig als één van de eersten een videotheek. In dezelfde tijd krijgen zij bezoek van de Fiod wat ze bijna de kop kost. Ze overleven, maar de tegenslag die dan volgt is niet te overwinnen. Jan Buijs wordt ernstig ziek en overlijdt op 4 mei 1985”.
 
Martijn Veerman: “Bureau Volendam opereerde op een bijzondere manier. Alle afspraken werden mondeling gemaakt op basis van vertrouwen. Contracten met de artiesten waren er niet, heb ik gehoord”. In het blad Privé verklaarde George Baker (Hans Bouwens) onlangs aan redacteur Edwin Bredius: “Bijna vijftig jaar doet Jaap Buijs mijn zaken, nog nooit is er een onvertogen woord gevallen”.
  Dat wil echter niet zeggen dat alles alleen maar goed ging. Tijdens een economische crisis liepen de inkomsten nog wel eens terug. Dat leverde spanningen op.
  Een van de groepen die het moeilijk kreeg in die tijd was de Left Side. Ook die liet zijn zaken door Bureau Volendam behartigen. Hits waren er met ‘Welcome to my house’, ‘(Like a) Locomotion’ en ‘Tessie’. In het boekje ‘Palingsound’ is te lezen dat “Locomotion’ ook internationaal succes had. Het nummer zou in Frankrijk en Brazilië naar de bovenste plaats van de hitlijsten opgestoomd zijn.
 
 
Left Side maakte zich los van het bureau. Ook BZN had een eigen management. “In 1976 komt er een einde aan de band Left Side, waardoor de leden genoodzaakt zijn ander werk te zoeken”, aldus Dick de Boer, de auteur van het boekje, die samen met Jacques Hetsen tevens manager van BZN was. “Kort na de doorbraak in het buitenland leek Left Side opgebrand te zijn. In december 1976 speelde de groep voor de laatste keer een thuiswedstrijd. Toetsenist Dick Plat en drummer Klaas Tuijp richtten samen met Theo van Scherpenseel de band Canyon op. Theo verliet de band al snel en werd vervangen door de van Embryo afkomstige zanger Jaap Veerman”.
 
 
70 taart
De taart voor de jarige Jaap Veerman (midden) van een bewonderaarster
 
 
Jaap Veerman en Canyon
 
 
Jaap Veerman: “Theo Scherpenzeel, ook onderwijzer, had contacten met Jip Golsteijn van de Telegraaf, die altijd veel aandacht besteedde aan de muziek uit Volendam. Theo veranderde zijn naam in Specs Hildebrand. Samen met Jip maakte hij een aantal country-getinte albums. Canyon vroeg of ik de zanger van de groep wilde worden. Op dat moment werkte ik nog als loodgieter. Canyon was een allround band. Dick, Klaas en Theo hadden veel werk en verdienden goed op bruiloften en partijen. ‘Als je wilt kun je je brood nu in de muziek verdienen’, zo werd het aan mij verkocht”. Die laatste opmerking gaf de doorslag. Tegen het einde van de jaren zeventig werd Jaap Veerman beroepsmuzikant.
 
Vrijwel alle Volendamse groepen waren succesvol met Engelstalig repertoire. Alleen de doorbraak van BZN in 1976 was het gevolg van ‘Mon amour’, een liedje met een Franse tekst. Canyon, een all-round band, kwam wat de platen betreft met een nieuw concept: liedjes in het Nederlands. Als A&R-manager van Polydor besloot ik in 1979 de groep een kans te geven. Producer was niemand minder dan Arnold Mühren van de Cats. De groep werd me aangeboden door Jan Buijs van Bureau Volendam. Bovendien vond ik ‘Altijd zon, als dat eens kon’, geschreven door de drie leden van de groep, een goed liedje. Jaap Veerman, de zanger, zag er goed uit en had een mooie stem, vond ik. Ik zei dus: ‘ja’. Canyon maakte zijn eerste plaat.
  Jaap Veerman: “Achteraf begrijp ik niet waarom juist Jan Buijs ons bij Polydor heeft gebracht. Hij was niet eens onze manager. Onze zaken werden behartigd door de Noord-Hollander Frans Rossenaar. Die had niet zo veel kontakten in Hilversum, dat heeft ons wel parten gespeeld”. Tijdens het gesprek en door het bestuderen van oude platenlabels en -hoezen, ontdekten we samen de ‘missing link’. Canyon maakte demo’s in de studio van Arnold Mühren. Die liet ze aan Jan Buijs horen. De rechten van de liedjes, door Dick Plat en de andere leden van Canyon geschreven, werden overgedragen aan Volendam Music, de muziekuitgeverij van de gebroeders Buijs. Dat was Jaap inmiddels vergeten.
 
 
‘Mooi Volendam’
 
 
In het plakboek van Jaap Veerman vond ik een artikel met foto uit de plaatselijke krant: “Eerste plaat Canyon. De groep Canyon die al jaren bekend staat om hun uitstekende live optredens hebben een zelf geschreven nummer opgenomen. De plaat heet ‘Altijd zon, als dat eens kon’ en heeft volgens de kenners grote hitpotentie. We wensen de jongens een goede verkoop toe” (15 juli 1980).
  Hoe goed de singles van Canyon ook waren, veel aandacht in Hilversum kregen ze niet. Nederlandstalige muziek werd nu eenmaal stiefmoederlijk behandeld door de deejays van Hilversum Twee en Drie. ‘Altijd zon, als dat eens kon’ en de opvolger, ‘Hé kleine vlinder’, waren bovendien te ‘artistiek’ om ook zonder airplay voldoende verkoopcijfers te genereren. Canyon was voor Polydor dus geen succes. Zonder voldoende verkoop kon je niet eeuwig doorgaan, ondanks de kwaliteit van de muziek.
  Zoals ik in artikel 31 (gepubliceerd op 22 mei 2010) geschreven heb, zette ik Dick Plat, Klaas Tuijp en Jaap Veerman tijdens een gesprek voor het blok. Min of meer dwong ik ze om met een kommercieel liedje te komen, muziek in de stijl van de Cats of BZN, over de muziekstad Volendam en dan in het Nederlands. De single ‘Mooi Volendam’ (1981) werd geschreven door Dick Plat en geproduceerd door Arnold Mühren en John Kriek. Ook nu belandden de uitgaverechten bij Volendam Music. In ‘Palingsound’ werd het lied omschreven als ‘een weemoedig lied over de verdwijnende schoonheid van Volendam. Het nummer werd geen commercieel succes, maar groeide uit tot een klassieker binnen de gesloten gemeenschap’.
 
 
70 label
 
 
'Mooi Volendam’ werd, zoals dat in de business heette, een ‘sleeper’. De single werd nooit door de deejays opgepakt, maar werd week in, week uit, goed verkocht. In de loop van ongeveer een jaar gingen er vele duizenden singles over de toonbank. Voor Polydor was dat niet voldoende. Producer Cees Schrama probeerde het nog een keer met het mooie nummer ‘Als je echt weg wilt’, maar ook nu ontbrak het gewenste resultaat.
  Phonogram, het zusterbedrijf van Polydor binnen PolyGram, ging in 1983 met de Volendammers verder. BZN-producer Roy Beltman nam met hen het Italiaanse succes ‘L’Italiano’ in het Nederlands op. ‘Als ik maar bij jou ben’ was geen Canyon-nummer maar leverde de groep wel een klassering in de top 40 op. Nieuwe hits kwamen echter niet meer. Nieuwe Beltman-producties als ‘Praat me niet van liefde’ (1983), ‘Morgen’ (1984) en ‘Eindelijk weer zomer’ (1985) kwamen er in Hilversum niet door.
  ‘Mooi Volendam’ was intussen een klassiek lied geworden, een alternatief volkslied. De populariteit hield nooit op. Voor Canyon was dat in 1987 aanleiding het nummer opnieuw op te nemen, deze keer in het Engels – onder de titel ‘My little town’. De single verscheen op het Disky label. Ook nu verscheen het nummer niet op de hitlijsten. Toch zag de toekomst er rooskleurig uit. Tim Griek, de producer van alle hits van André Hazes, zag Canyon helemaal zitten, vertelde Jaap Veerman. “Disky ging overstag. Er werd een flink budget vrijgemaakt. De man achter André Hazes zou er alles aan gaan doen ons een plaats aan de top te bezorgen. Helaas pakte het anders uit. Op 13 februari 1988 verongelukte Tim Griek”.
  De Volendamse groep Stampvast (met Canyon-drummer Klaas Tuijp) maakte in 1993 een derde versie van ‘Mooi Volendam’. Voor het eerst kwam er erkenning. Het liedje haalde de tipparade. “Dit werd in Volendam niet gewaardeerd, men vond dat ze van het origineel moesten afblijven”.
 
 
Plaat van de eeuw
 
 
70 -1 plaat vd eeuw
 
 
In 1989 stapten Cees en Thomas Tol uit BZN. Onder de naam Tol & Tol scoorden ze met ‘Eleni’. Dick Plat van Canyon werd uitgenodigd om lid van de succesvolle ‘band zonder naam’ te worden. Jaap Veerman, een verlegen man, moest, of hij wilde of niet, als leider van Canyon optreden. Mede dankzij ‘Mooi Volendam’ was er werk genoeg.
  De bekroning kwam in december 1999. In die tijd werd de eerste top-2000 door Radio Twee uitgezonden. De lokale omroep LOVE organiseerde aan het eind van het millennium de uitverkiezing van de Volendamse ‘plaat van de eeuw’. Johan Tol en Leendert Klein gingen aan de slag om de Volendammer top 150 samen te stellen, las ik in de Nieuw-Volendam-krant van 22 december 1999, die Jaap had meegenomen.
    “Het werd een nek-aan-nek race tussen ‘Mon Amour’ van BZN en ‘Mooi Volendam’ van Canyon. Pas de laatste ingezonden formulieren gaven de doorslag. De Volendammer ‘plaat van de eeuw’ werd ‘Mooi Volendam’, het in 1980 uitgebrachte nummer, geschreven door Dick Plat”.
  De top tien luidde: 1. Canyon, ‘Mooi Volendam’. 2. BZN, ‘Mon Amour’. 3. The Cats, ‘One Way Wind’. 4. Jantje Smit, ‘Ik zing dit lied voor jou alleen’. 5. Piet Veerman, ‘Sailing Home’. 6. No Pictures Please, ‘Hari Krishna’. 7. The Cats, ‘Lea’. 8. De Dekkerband, ‘Volendammer Volkslied’. 9. Jen Rog, ‘Develish Mary’. 10. BZN, ‘Bar Room in the Night’.
 
Nieuw Volendam plaatste een stukje over de geschiedenis van ‘Mooi Volendam’. Tot mijn grote verbazing stond mijn naam in vette letters afgedrukt, met daaronder: “Het was helemaal niet de bedoeling om in 1980 een nummer als ‘Mooi Volendam’ op de markt te brengen. Ze waren toen bezig met de opnames van een nieuwe single bij platenmaatschappij Polydor. Zo’n 10 nummers hadden ze reeds op de demoband ingeleverd en deze werden steeds afgekeurd.
   Harry Knipschild spoorde hen aan om eens een nummer te gaan schrijven over Volendam. ‘Daar gebeurt zoveel, de voetbal, opera, de dijk, de klederdracht, de muziek. Schrijf daar nu eens een nummer over’. Uit een bepaalde frustratie werd het nummer in 20 minuten geschreven door Dick Plat. Er werden twee versies van gemaakt. Eén up-tempo-versie, maar deze vlottere versie werd meteen van tafel geveegd. De langzamere versie van ‘Mooi Volendam’ werd meteen opgenomen.
   Om in ‘Mooi Volendam’ toch de typische palingsound overeind te houden, werd gevraagd aan Piet Veerman of hij de beginsolo op gitaar wilde spelen. Daar was hij gaarne toe bereid. Hoewel op de eerste plaats geen Cats- of BZN-nummer is geëindigd in de verkiezing van de Volendammer ‘Plaat van de Eeuw’, zijn er dus toch duidelijke invloeden van beide groepen in ‘Mooi Volendam’ terug te vinden. Want Piet Veerman maakte deel uit van de Cats en Dick Plat is al vele jaren muzikant en componist bij BZN”.
  Burgemeester IJsselmuiden van Edam-Volendam overhandigde een oorkonde aan Dick Plat, Klaas Tuijp en Jaap Veerman.
 
 
***
 
 
‘Tegen de stroom in’
 
 
70 Veerman Jaap Corn    
                      Jaap 'Corn' Veerman                                                                                                    Martijn Veerman
 
Jaap: “Piet Veerman is altijd vol bewondering geweest. Als we elkaar ontmoeten noemt hij me niet ‘Jaap’ maar ‘de zanger’. Arnold Mühren had meer moeite met mijn manier van zingen. Er zat te weinig emotie in mijn stem, vond hij. ‘Je hebt nog niet genoeg meegemaakt in je leven. Pas daarna ga je echt goed zingen’, zei Arnold”. Bij de fatale brand in Volendam in de nacht van 31 december 2000 op 1 januari 2001 verloor Jaap Veerman een van zijn twee kinderen: Lennart. Na de ramp was hij jarenlang niet meer in staat te zingen.
  Samen met Martijn, zijn andere zoon, lid van de jonge Volendamse formatie Funkaholic, heeft Jaap Veerman het afgelopen jaar gewerkt aan een album. ‘Tegen de stroom in’ is de titel. Jan Kas, nu nog de enige platenwinkelier in het dorp, brengt de cd op de markt. Jaaps stem is een stuk rijper gworden. “Ik heb me laten inspireren door artiesten en dichters als Tom Waits, Van Morrison, Leonard Cohen, Bob Dylan, Reinhard Mey, Bram Vermeulen, Willem Wilmink en bovenal mijn eigen levenservaringen”, is op zijn website te lezen. Een van de hoogtepunten van ‘Liefde en verlangen’ is ‘Volle Maan’, een song van Tom Waits, opgedragen aan zijn omgekomen zoon Lennart.
Harry Knipschild
13 april 2011
 
 
Clips
 
Literatuur
Jip Golsteijn, De Cats. Een Hollands succesverhaal, Bussum 1973
''Mooi Volendam' plaatje van de eeuw', Nieuwe Noordhollandse Courant, 20 december 1999
''Mooi Volendam' plaat van de eeuw, Nieuw-Volendam, 22 december 1999
Dick de Boer, Palingsound. 100 jaar muzikaal bloed in Volendam, Arnhem 2006
Harry Knipschild, Liedjes over Volendam en Den Haag', website Harry Knipschild, 22 mei 2010
Edwin Bredius, 'George Baker moet wennen aan Lange Frans', Privé, 23 maart 2011
  • Raadplegingen: 25638