Skip to main content

43 - Joke Potma en de reclame op Radio Veronica

 
 
Radio Veronica onderscheidde zich in de jaren zestig van de tradionele publieke omroep door het uitzenden van reclameboodschappen. De zeezender was een zakelijke onderneming die opereerde met het geïnvesteerde kapitaal van een aantal aandeelhouders. Er moest dus winst gemaakt worden. Het station, ‘waar muziek in zat’, maakte zijn omzet voornamelijk door commercials van tien, twintig of dertig seconden.
 
In zijn boek Dit was Veronica (2008) besteedde Auke Kok aandacht aan de activiteiten van Willem van Kooten op dit terrein. De eerstejaars student Nederlands wilde in 1961 wat bijverdienen. Hij meldde zich bij Tony Vos. Willem wist de programmaleider met zijn spraakwater en inzichten te overtuigen dat hij geschikt was voor het schrijven van teksten voor radioreclame. Hij was niet voor niets hoofd van de schoolkrant (Cantecleer) geweest! In het begin vierde amateurisme hoogtij.
   Radioreclame was een nieuw fenomeen. De spots werden gewoon gemaakt in de studio waar ook de programma’s op band gezet werden. “Muziekje kopiëren van bestaande plaat, er iets doorheen roepen, beetje monteren, klaar. Er was niks, dus je deed maar wat”, aldus Van Kooten.
 
De meest legendarische reclame in de begintijd was die van Nur Die-nylonkousen. Vos en Van Kooten gebruikten ‘Mexico’ van Bob Moore, Willem wist een tekst te produceren: “Let op Nur Die. Nu ook in Nederland. Let op Nur Die. Want dat is het. Nur Die”. “Negentien keer per dag”, schreef Kok, “ging het spotje eruit, in een ether die wat Nederlandse commercials betreft nog zo goed als leeg was. De [Duitse] fabrikant wist niet wat hem overkwam, zo snel steeg de omzet van zijn kousen in Nederland”.
 
Door het succes van de Nur Die-spotjes verwierf Radio Veronica zich een belangrijke plaats in de geschiedenis van de Nederlandse reclamewereld. De betreffende afdeling van het station zorgde in feite voor de inkomsten en dus voor het voortbestaan. In 1970 werd Joke Potma (Den Haag, 1942) verantwoordelijk voor die activiteiten.
 
 
Joke Potma
 
 
043 Joke Potma
 
 
De vader van Joke overleed kort na haar geboorte. Op initiatief van haar moeders zussen verhuisde zij tijdens de Tweede Wereldoorlog met haar moeder naar Amsterdam. Voor Joke was muziek vrijwel uitsluitend klassieke muziek. In Amsterdam vertelde ze me op 14 augustus 2010 dat ze nauwelijks belangstelling voor popmuziek had. Ze hoorde de plaatjes wel op de radio, maar daar bleef het voorlopig bij. Ze zat op de HBS van het Fons Vitae-lyceum. Tiny, een vriendinnetje, verhuisde. Halverwege de jaren vijftig had je kartonnen wenskaarten die je als grammofoonplaat kon afdraaien. Zo’n plaatje stuurde ze op aan haar vriendin. Ze meende zich te herinneren dat er muziek van de Everly Brothers op te horen was.
   Pas toen ze op kamers ging wonen kocht ze zwarte schijfjes. Waarschijnlijk was een EPtje van de Swingle Singers (met muziek van Bach) haar eerste aankoop. Later volgden ‘’Til I kissed you’ van de Everly Brothers, ‘Yesterday’ van de Beatles en ‘A whiter shade of pale’ (“Die plaat met dat orgeltje”).
 
Na de HBS kreeg Joke een baan bij de Amsterdamse verzendboekhandel Erato. Het bedrijf had colporteurs in dienst die encyclopedieën aan de deur probeerden te slijten. “Met name de Ambonezen in de kampen durfden niet nee te zeggen. Ze werden opgezadeld met kostbare boekwerken die ze niet konden betalen”. Kort voor de komst van de nieuwe werkkracht had Erato een boekhoudmachine aangeschaft. Joke was de enige die leerde hoe je met zo’n apparaat moest omgaan. Na een half jaar hield ze het voor gezien. Tot haar verbazing bleek ze onmisbaar geworden te zijn. De rest van het personeel had de bediening van de machine helemaal aan haar overgelaten.
 
Van Erato stapte Joke over naar Siemens. In Amsterdam had de Duitse onderneming een vestiging die medische techniek aan ziekenhuizen verkocht. Zo kort na de Tweede Wereldoorlog was er nog heel wat weerstand tegen een bedrijf met de naam Siemens. Philips was de grote concurrent.
   Tien jaar werkte Joke bij het bedrijf met een Nederlandse en een Duitse directeur. Na als telefoniste en medewerkster van de technische dienst gefunctioneerd te hebben eindigde ze als assistente van de directie. Met Dr. Hübner, de Duitser, had ze een bijzondere relatie. Op kantoor gaven ze elkaar elke ochtend formeel een hand. Van tutoyeren was geen sprake. Bij bezoek aan hem en zijn vrouw thuis verdween alle vormelijkheid.
   Joke had er moeite mee dat Siemens en Philips op de werkvloer concurrenten van elkaar leken te zijn. Als directiesecretaresse ontdekte ze dat de twee bedrijven in werkelijkheid samenwerkten. Dat zat haar behoorlijk dwars. Het ging nota bene om zaken die betrekking hadden op het gezond maken van zieke mensen.
  
 
Joke naar Veronica
 
 
Joke had het zo druk dat er behoefte was aan een tweede secretaresse. Anja werd haar collega. Anja was de schoondochter van meneer De Wit. Die was in 1970 verantwoordelijk voor de reclame-activiteiten van Veronica. De Wit wilde opstappen hoorde Joke van Anja. Had zij geen interesse in die baan? Joke wilde na tien jaar Siemens wel weer eens wat anders. Ze had bovendien genoeg van de degelijke Duitse cultuur. “Je moest altijd in jurk of rok gekleed zijn. Nylonkousen waren verplicht, ook bij hoge temperaturen. Toen ik een keer op een zondag, mijn vrije tijd, in broekpak verscheen kreeg ik dat later te horen”.
 
Joke besloot bij Veronica te solliciteren. “Eerst bij meneer De Wit. Daarna belandde ik bij de directeur. Die was meteen ‘Oom Bull’ en het andere directielid ‘Oom Jaap’. Voor Joke was het moeilijk te bepalen wat je voor kleding bij de sollicitatie moest dragen. De overstap van Siemens naar het vrijgevochten Veronica leek haar nogal groot. Voor alle zekerheid droeg ze een lange rok en een pruik. Joke werd meteen aangenomen. Tegen een maandsalaris van ongeveer 700 gulden (of iets meer), meende ze nog te weten. Van pensioen was bij Veronica geen sprake. “Daar dacht je niet over na. Bij Erato was er geen pensioen. Bij Siemens kwam je er als meisje pas voor in aanmerking boven een bepaalde leeftijd. In die tijd ging men ervan uit dat je wel zou trouwen en kinderen krijgen”.
    Joke werd bij Veronica verantwoordelijk voor alle activiteiten op het terrein van de reclame. Maar, werd haar gezegd, er zou een mannelijke collega bijkomen. Joke begreep waarom: als zij zwanger zou raken moest er toch een man zijn zodat de activiteiten zonder mankementen voortgezet konden worden.
  
Precies op de dag dat ze tien jaar bij Siemens in dienst was liet ze haar baas weten dat ze zou vertrekken. Die dag tracteerde ze haar collega’s. Bij Siemens hadden ze er niet aan gedacht dat zij die dag jubileerde. Later kreeg ze alsnog een cadeau en ook het vertrek liep zonder problemen.
   Bij Veronica in Hilversum was het wel even wennen. Ze was wat degelijker gekleed dan de Hilversumse meisjes in de discotheek. Elke dag zette ze een andere pruik op als ze naar haar werk ging. Soms werd ze nauwelijks herkend. Toen ze een keer zonder pruik achter haar bureau ging zitten vond ‘oom Jaap’: “Dat is je leukste pruik”. Langzaam maar zeker kleedde en gedroeg ze zich als haar nieuwe vrouwelijke collega’s. Hoewel er volgens haar altijd wat afstand bleef bestaan. Bovendien, zij bleef in Amsterdam wonen. En ze reisde met de trein. “Ik woonde in Amsterdam op de Herengracht, niet ver van het station. In Hilversum was Villa Lapershoek dichtbij ‘Hilversum Sportpark’. Vrijwel iedereen kwam met de auto. Als die het niet deed was dat een reden om afspraken af te zeggen”.
  
 
043 radio
De Radio, Joke Potma, Joop Plagge, hoofdtechnicus Karel van der Woerd
 
 
Als je Lapershoek binnenkwam en je liep naar links kwam je op de grote kamer van de reclame-afdeling. Daar werkte Joke met Dick de Lange (haar mannelijke collega) en Ellen Daams en Marjan van Zijtveld (een nicht van diskjockey Cees van Zijtveld) voor het uitvoerende werk. Op hun kamer stond een radio. Vanaf haar komst was die afgesteld op Radio Noordzee, de tweede zeezender. “Je moest toch weten wie bij de concurrentie adverteerde. Dan kon je proberen die bedrijven voor Veronica te interesseren”. Niet ver van haar kamer was de discotheek waar continu de nieuwste platen keihard te horen waren.
   Wat haar meteen opviel was dat Veronica een aantal zaken perfect afhandelde. Het station had bijvoorbeeld een uitstekende samenwerking met auteursrechtenorgansaitie Buma/Stemra. “Die waren meer tevreden over ons dan over de gewone omroep, zeiden ze. Wij leverden altijd keurig de lijsten in van de platen die gedraaid waren en de rekeningen werden zonder mankementen betaald”. Minder goed was het gesteld met de contractuele afhandeling van de reclamecampagnes. In het verleden waren er wel offertes naar reclamebureaus gestuurd en parafen gezet, maar helemaal goed zat het niet”. Joke zorgde ervoor dat in dat soort zaken verbetering kwam.
 
Een enkel probleemgeval toonde aan dat het nodig was. “Een onderneming liet me weten dat men alsnog afzag van de laatste spots ter waarde van dertigduizend gulden. Ik vroeg oom Bull om advies. ‘Laat maar zitten’, zei hij. ‘We pakken ze wel een keer terug’. Later had het bedrijf grote behoefte aan actuele radioreclame. Konden er aan boord live rond het nieuws spots ingesproken worden? Joke kende de mensen nog. Normaal kunnen we dat soort afspraken snel maken, zei ze, maar bij jullie niet. “De reclame was zo urgent dat een afgezant van het bedrijf speciaal naar Hilversum kwam rijden om de contracten op te halen, die op het kantoor te laten tekenen en de getekende contracten naar Hilversum te brengen”.
 
Reclame maken bij Veronica kostte 35 gulden per seconde. In de jaren dat Joke bij Veronica werkte, vanaf 1970 tot na de laatste uitzenddag, werden de tarieven niet verhoogd. In een enkel geval werden er speciale afspraken gemaakt als het om grote deals ging. Vrijwel alle activiteiten liepen via reclamebureaus. Een uitzondering was Van den Berg en Jurgens. Dat bedrijf (nu Unilever) was zo groot dat het over een eigen reclame-afdeling beschikte. De bureaus berekenden aan hun cliënten meestal vijftien procent voor de afhandeling. Voor Veronica was dat niet relevant. Joke stuurde de facturen naar de bureaus en wat die er verder mee deden was voor Veronica niet van belang.
   De tijden van Willem van Kooten (en Jan van Veen) waren voorbij. In de meeste gevallen werden de reclameboodschappen op tape aangeleverd. Het bleef mogelijk een spot door Veronica te laten produceren. Dat ging niet meer op z’n janboerenfluitjes zoals bij ‘Nur Die’. De productiekosten werden in rekening gebracht. Met dat soort zaken had de reclame-afdeling geen doen. Het geld belandde in een andere ‘pot’. “Een van de belangrijkste adverteerders”, wist Joke nog, “was Batco (British American Tobacco). Vertegenwoordigers van het bedrijf deelden altijd pakjes sigaretten aan het personeel van Veronica uit”.
 
 
Het leven van een Veronica-medewerkster
 
 
043 Sinterklaas
Oom Bull
 
 
Joke werd vanzelfsprekend meegezogen in wat zich bij Veronica afspeelde. Ze hoorde steeds de nieuwste muziek en ging die ook waarderen. Alleen het volkse Nederlandstalige repertoire zag ze nooit zitten. Intussen bleef ze naar klassieke muziek luisteren, op de plaat maar ook in het Amsterdamse Concertgebouw.
   In de jaren zeventig waren er heel wat popconcerten in het statige gebouw. Medewerkers van Veronica beschikten altijd wel over vrijkaartjes.
   Kort nadat ze in dienst getreden was trad James Brown er op. Dat was voor haar een bijzondere gebeurtenis. “In de zaal waar de mensen stil luisterden naar klassieke muziek zette James Brown de zaak op stelten. Binnen de kortste tijd stond iedereen boven op de sjieke stoelen. Ze hadden niet eens hun schoenen uitgedaan! Ik deed gewoon mee want anders had ik van het concert niets kunnen zien”.
   Herman Brood was ze evenmin vergeten. “Die trad op in het voorprogramma van een buitenlandse band die me niet is bijgebleven. Hij en de andere leden van zijn groep waren in het zwart gekleed en hadden punk-haar dat recht overeind stond. Het was een hels kabaal”.
   Joke reisde zelfs helemaal naar Rotterdam om Santana te zien optreden, die op het Woodstock-festival een geweldige indruk gemaakt had. De Woodstock-film was een doorslaand succes. Iedereen wilde Carlos Santana live zien optreden.
  
Voor Veronica-mensen was het zo gemakkelijk om aan kaartjes te komen, dat Joke een concert liet schieten. Ze had de hele dag hard gewerkt en was moe. Later hoorde ze dat Ike & Tina Turner een fantastische show gegeven hadden. In 2010 vond ze het nog steeds jammer dat ze niet geweest was.
   Joke en de andere meisjes waren bovendien vaak present als er feestjes in Hilversum of Loosdrecht gegeven werden.
 
De laatste jaren van Veronica
 
 
043 Rob Out
Rob Out
 
 
Voor de zeezenders was 15 mei 1971 een datum om nooit te vergeten. Op die dag vond er een ontploffing plaats aan boord van de Mebo-II, het zendschip van Radio Noordzee. Bull Verweij nam de volledige verantwoording op zich. Hij werd tot een jaar celstraf veroordeeld. Joke Potma zocht hem samen met enkele collega’s in Utrecht op. Officieel was het een ‘werkbezoek’. In werkelijkheid wilde iedereen hem een hart onder de riem steken. Tijdens het gesprek keek een bewaker van de gevangenis nauwgezet toe. Toch slaagden zij erin ‘oom Bull’ nog wat rolletjes pepermunt in handen te drukken. De directeur van Veronica maakte zich geen zorgen over het verkopen van reclameboodschappen. Hij maakte kenbaar dat hij zoals altijd alle vertrouwen in zijn medewerkers had. Verweij, aldus Joke, werd goed behandeld. Eerder dan verwacht mocht hij zijn cel verlaten om aardappels te schillen.
   De aanslag had consequenties voor de goede naam van Veronica, en dus ook voor het verkopen van radio-commercials. Gelukkig liepen de contracten over een lange termijn. Omdat de afspraken goed waren vastgelegd bleven de bedrijven hun boodschappen uitzenden alsof er niets aan de hand was. Anders was het met de verlenging van de overeenkomsten. Veronica voelde zich voor het eerst genoodzaakt een acquisiteur aan te rekken. “Dat was meneer Strop, eerder hoofd advertentieverkoop van dagblad Het Parool”.
   Tot en met de laatste dag, 31 augustus 1974, bleven de reclameboodschappen de lucht ingaan. “We zorgden ervoor dat er nooit twee soortgelijke producten kort na elkaar in de reclame zaten. Er zat minstens tien minuten tussen. We hadden een groot bord aan de muur waarop alle spots waren aangegeven. Elk soort product had zijn eigen kleur. Het bord was in kwartalen ingedeeld. Elke drie maanden werd het oude kwartaal opgeruimd. Dan kwam er ruimte voor de volgende periode. Bij het inwerken in dat bleek dat Dick, mijn collega, kleurenblind was. Hij was zodoende niet in staat de producten van elkaar te onderscheiden”.
  
Het fenomeen computer was nieuw in de jaren 1970-1974. De administratieve verwerking van de reclames ging via een bedrijf in Rotterdam. Een paar keer in de week kwam iemand de gegevens ophalen. Het geheel werd door middel van ponskaarten verwerkt. Die kaarten raakten wel eens zoek. Dan was er uiteraard paniek. Ook kwam het voor dat een spot verkeerd liep in een van de programma’s. Joke kende nog een voorval bij de populaire top veertig. Presentator Rob Out wilde de radioshow niet opnieuw opnemen, hoorde Joke. “Als er klachten komen mag jij ze zelf behandelen”, liet ze hem weten. Out haalde bakzeil.
   Accountantskantoor Roest, dat de zaken van Veronica behandelde, bood aan de afhandeling van de reclame beter aan te pakken. In plaats van met ponskaarten werd er met magneetbanden gewerkt. “Zeggen jullie maar hoe je het wilt hebben, dan zorgen wij wel voor de afwerking. En zo gebeurde het ook”, vertelde Joke.
 
 
043 Hoorzitting
Kamerdebat, 15 januari 1974
 
Het was duidelijk dat het verdrag van Straatsburg een einde zou maken aan het voortbestaan van Veronica. Rob Out was de dynamische kracht achter de oprichting van de V.O.O., de Veronica Omroep Organisatie. Aanhangers van Veronica werden opgeroepen naar Hilversum te bellen. In Villa Lapershoek lagen de aanmeldingskaarten voor het lidmaatschap klaar. Rob Out realiseerde zich niet wat hij teweeg bracht. Joke werd door hem ingezet om een en ander te organiseren. Onmiddellijk stelde ze voor twaalf extra telefoonlijnen aan te vragen. Rob dacht dat ze gek geworden was. Maar oom Bull steunde haar. “Laten we dat nou maar doen. Als het niet nodig blijkt te zijn kunnen we er altijd weer mee stoppen”, aldus de directeur van de zeezender. De actie “Veronica blijft als u dat wilt” werd een eclatant succes. Alle telefoonlijnen waren continu bezet. Zelfs op de meest vreemde uren werd er nog gebeld om aanmeldingskaarten te bestellen.
   Veronica-medewerker Henk van Dorp nodigde alle medewerkers uit om in een van zijn uitzendingen een verzoekplaat uit te zoeken. Joke koos ‘Daniel’ van Elton John, samen met Randy Newman een van haar favoriete artiesten van het moment. ‘Daniel’, zei Joke, was in die dagen min of meer taboe. Daniël Klijzing, een medewerker van het station, was niet lang daarvoor overleden. Dat jij ‘Daniel’ uitkiest had ik nooit van je verwacht, verklaarde Van Dorp. Later werd het prachtige liedje van Elton John weer regelmatig geprogrammeerd.
   In de laatste periode van zijn bestaan had Veronica opnieuw alle goodwill. Dat was niet slecht voor het verkopen van reclamespots. Op 31 augustus 1974 reisde een aantal medewerkers naar het Schip Veronica. De laatste uren gingen live de lucht in. Wie achterbleef had op tape zijn of haar naam ingesproken. “Wat heb jij een mooie stem”, kreeg Joke uit de mond van Rob Out te horen.
   De mensen van Veronica die zich niet op het schip bevonden, luisterden in Hilversum naar de laatste uitzendingen. “Toen kwam er zoiets als een bommelding. We liepen met transistorradio’s naar buiten. Daar luisterden we met z’n allen. Tijdens het afscheid vielen we in elkaars armen. Het was heel emotioneel”.
 
 
Een leven na Veronica
 
 
Joke bleef nog een maand of twee om de lopende zaken af te ronden. Vervolgens maakte ze gebruik van een WW-uitkering. “Ik had zo iets van, nu moeten jullie van de overheid maar eens boeten voor wat je ons hebt aangedaan. Toch had ik al snel weer een baantje bij de Perscombinatie. Dat was een samenwerkingsverband van de Volkskrant en Het Parool. Trouw had er zich ook bij aangesloten”. In het begin was het een vakantiebaan bij de administratie van abonnementen. Haar ervaring met computertechnieken leidde al snel tot een vast dienstverband. Voor het eerst bouwde ze pensioenrechten op. Sommige mensen van de advertentiefafdeling van Het Parool vonden Joke maar verdacht. Ze had immers bij zo’n ‘kommersjeel’ bedrijf als Veronica gewerkt. Een krant als Het Parool, werd haar verteld, had een ideaal – een goede nieuwsvoorzing. Veronica had slechts voor goedkoop amusement gezorgd. Tot in 2010 zat haar dat dwars.
 
Joke Potma heeft al jaren een relatie met Jos Hogen, één van de technici van Radio Veronica. Jos Hogen was een dierbare collega. Met hem werkte ik intensief samen in de periode dat ik programma’s bij Veronica maakte. Joke stelde de foto’s in dit artikel beschikbaar waarvoor ik haar dankbaar ben.
 
 
Harry Knipschild
15 augustus 2010
 
Clips
 
  • Raadplegingen: 9162