Skip to main content

06 - De maand van Boudewijn de Groot

 
 
December nadert. In de popmuziek was dat vroeger de tijd van de jaaroverzichten. Sinds de millennium-wisseling is het vooral de Top 2000 die Nederland tussen kerst en nieuwjaar een week lang onderdompelt in nostalgie. De luisteraars van Radio 2 krijgen dan weer de kans de beste nummers aller tijden vast te stellen. De uitslag, zeker aan de top, is voorspelbaar. Jaar in jaar uit luister je naar ‘Bohemian Rhapsody’ van Queen, ‘Stairway to Heaven’ van Led Zeppelin en ‘Child in Time’ van Deep Purple. Nummers van voor het Beatles-tijdperk halen geen, althans geen hoge, klassering. Alleen de opnamen van de laatste decennia worden door de samenstellers goed genoeg bevonden om aan ‘eeuwige’ criteria te kunnen voldoen.

De meest succesvolle Nederlander in de Top 2000 is Boudewijn de Groot. Zijn liedje ‘Avond’ (“Ik geloof, ik geloof, ik geloof, in jou en mij”) is onmisbaar in de donkere dagen. Op YouTube is er een prachtig filmpje van te vinden (van een NPS-uitzending op Nederland 3). Boudewijn de Groot neemt er als entertainer-filosoof de plaats in van de pastoor of de dominee.
    ‘Avond’ heeft bijna een religieus karakter. “Je kunt niet zeker weten, want alles gaat voorbij” verkondigt hij. Niet op de kansel, maar op het podium. Toehoorders hebben kaarsjes in de hand. Een vrouw die meezingt lijkt wel te bidden. Mannen en vrouwen vinden het geluk – of de weemoed – terwijl ze vol vervoering zijn.
 
 
006 a Boudewijn kus
Ik geloof, ik geloof, ik geloof (uit de clip van YouTube)
 
 
Na ‘Bohemian Rhapsody’ en ‘Hotel California’ (Eagles) stond De Groot vorig jaar op nummer drie geklasseerd. Bij de eerste honderd troffen we bovendien ‘Testament’ (39), ‘Verdronken vlinder’ (55) en ‘Welterusten mijnheer de president’ (78) aan. Voor een belangrijk percentage van de Nederlandse bevolking (de Top 2000 is een gigantisch succes) is de maand december ondenkbaar zonder de nostalgie van de zanger, die al bijna veertig jaar actief is.
 
 
Vertolker in de traditie van Jaap Fischer
 
 
Boudewijn de Groot werd op 20 mei 1944 geboren. Niet in Nederland, maar in Batavia, de huidige Indonesische hoofdstad Jakarta. Zijn moeder zat gevangen in een Japans interneringskamp en overleed een jaar later. Boudewijn kwam terecht bij een tante in Haarlem. Veel van de eerste Nederlandse tieneridolen waren al blij als ze de MULO afmaakten. Boudewijn was blijkbaar intelligenter. In Haarlem studeerde hij aan het Coornhert Lyceum. Hij haalde er het HBS-A diploma.
 
 
 
 
Tijdens zijn schooljaren liet hij zich beïnvloeden door de betere muziek van die tijd. Les in de Franse taal was belangrijk. Franse films en Franse muziek waren invloedrijk. Hij luisterde naar de liedjes van Jacques Brel en George Brassens.
    Jaap Fischer (geboren in 1938) had repertoire in diezelfde traditie. Hij schreef teksten in het Nederlands over onvervulde liefde, soldaten en monniken. Ze waren romantisch, geestig en kritisch.
   In zijn schooltijd leerde Boudewijn gitaar spelen en voerde de liedjes van Fischer uit met eigen begeleiding. Later ging hij in de Waag luisteren naar Britse en Amerikaanse folkzangers die bij Cobi Schreijer aan het Spaarne kwamen optreden. Franse invloeden werden, lijkt het, vervangen door de nieuwste stromingen uit de Verenigde Staten.
 
 
Protestzanger
 
 
Het is niet moeilijk om informatie te vinden over het begin van de carrière van Boudewijn de Groot. De artiest heeft een interessante website waarop je heel wat artikelen van weleer kunt terug lezen. Het oudste dateert van 2 oktober 1964. Bert Tiddens, journalist van het Leidsch Dagblad, zag een grote toekomst voor de toen twintigjarige ‘moderne troubadour’: “Boudewijn de Groot snelt voort op een zeer brede weg die direct naar de populariteit voert. Hij is nu ongeveer halverwege”.
   Dankzij samenwerking met Lennaert Nijgh, filmer en tekstschrijver, en Ed Lautenslager, nieuwslezer bij de televisie, had hij een entree gekregen bij platenmaatschappij Phonogram. De toekomst zag er rooskleurig uit. Het enige probleem was dat de jonge zanger op het punt stond zijn dienstplicht te moeten vervullen. Daar probeerde hij vanaf te komen. Hij was getrouwd, had een kind en was dus kostwinner, liet hij in de krant zetten. Ook met de inhoud van zijn liedjes ondervond hij wel eens problemen. Met name als hij voor de televisie optrad. “Veel teksten werden afgekeurd omdat men ze te pikant en ondeugend vond”, legde hij uit.
 
Bob Dylan was de gangmaker van een nieuwe generatie artiesten. Maar die was voorlopig nog ver weg aan de overkant van de grote plas. De van oorsprong Schotse troubadour Donovan Leitch was in Engeland neergestreken. Leitch werd, of hij wilde of niet, al snel de Britse Dylan genoemd. In 1964 kreeg hij een contract bij Pye Records. ‘Catch the wind’ werd meteen een hit. Een volgend succes was ‘Universal Soldier’.
    Artiesten gingen zich afzeten tegen de dienstplicht. Niet alleen uit praktische overwegingen maar ook omdat ze het niet eens waren met het optreden van het Amerikaanse leger in Vietnam. President Kennedy en vooral zijn opvolger Lyndon B. Johnson, voormannen van de Democraten, stuurden steeds meer troepen naar het oosten van Azië om de opmars van de communisten tot staan te brengen. Tienduizenden jonge Amerikanen vonden er de dood.
 
 
006 c Groot, Bo & Donovan
Boudewijn de Groot en Donovan
 
 
Boudewijn de Groot sloot zich aan bij de nieuwe ontwikkelingen. Hij had inmiddels een Nederlandse bewerking van ‘Universal Soldier’ op de plaat gezet. Met het nummer ‘Een meisje van zestien’ (van Charles Aznavour en Noel Harrison) was hij zelfs tot de Nederlandse hitlijsten doorgedrongen. In de Haagsche Courant van 18 november 1965 gaf hij een andere draai aan zijn verzet tegen de (zijn) dienstplicht. “Ik ben tegen geweld”.
    De Groot stond dan ook volledig achter de door hem gezongen tekst, was te lezen. Hij was ook werkelijk anti-militaristisch, anti-oorlog. “Hij heeft al gauw medelijden met wat of wie dan ook. Hij kan niemand pijn doen. Hij kan niet doden zonder te weten wat de man tegenover hem gedaan heeft of zonder te weten waarom hij dit zelf moet doen. Dat is dan ook de reden dat hij geen soldaat wil zijn”. De Groot zag zich nog steeds als de opvolger van Jaap Fischer, maar hij was inmiddels meegegaan in ‘de rage van Dylan, Donovan, Joan Baez en de hootenanny’.
 
Boudewijn had een nieuwe protestsong op stapel staan. “Na ‘de eeuwige soldaat’ komt er een ander anti-oorlogslied, nu van eigen makelij. Het gaat heten ‘Welterusten, meneer de president’ en die president heet Lyndon Johnson. Tekst en muziek zijn klaar. Het wachten is slechts op het teruglopend enthousiasme voor de nu nog springlevende ‘Eeuwige soldaat’”.
  
Waarom deze keer een eigen lied?
   “Amerikaanse folksongs worden geschreven. Het authentieke Nederlandse chanson wordt hier eigenlijk nauwelijks beoefend en gewaardeerd. Alleen al uit pioniersoverwegingen interesseer ik mij voor dit genre. De Nederlandse taal blijkt ook bij het romantische, maar zeker bij het protestgenre goed zingbaar en mooi: daarom moet er meer aan gedaan worden”, aldus De Groot in november 1965.
 
 
Hits en eigentijdse chansons
 
 
In het voorjaar van 1966 beleefde Boudewijn de Groot een echte doorbraak met ‘Welterusten, mijnheer de president’. Voor het eerst stond hij in de toptien. Hij was een belangrijke artiest geworden voor producer Tony Vos en platenmaatschappij Phonogram. Kosten noch moeite werden gespaard om hem in het middelpunt van de belangstelling te houden. De Belgische arrangeur Bert Paige maakte een groot arrangement voor ‘Het land van Maas en Waal’, dat hem in 1967 zelfs een nummer één klassering opleverde. Op het Slot Loevestein werd een groot feest ter zijner ere gegeven.
    Boudewijn was een ster geworden. De zanger uit Haarlem werd neergezet als een Nederlandse hippie, een vertegenwoordiger van de zogenaamde flower power-generatie. Aan het eind van 1967 riepen de lezers van Muziek Expres hem uit tot beste Nederlandse zanger. Boudewijn stond nu op hetzelfde hoge niveau als Bojoura (beste zangeres), Golden Earrings (beatgroep), Rob Hoeke (rhythm & blues), Armand (best geklede artiest) en zelfs de Heikrekels (beste vocale groep).
 
Op de b-kant van ‘Het Land van Maas en Waal’ kwam het nummer ‘Testament’. Een simpel liedje ogenschijnlijk, maar met een indringende tekst. Een chanson voor het hart van menige toenmalige jonge volwassene. Met woorden als: “Na 22 jaren in dit leven maak ik het testament op van mijn jeugd. Ik heb nog wat mooie idealen. Goed van snit hoewel ze uit de mode zijn. Wie ze hebben wil die mag ze komen halen. Vooral jonge mensen vinden ze nog fijn. Ik heb nog een stuk of wat vriendinnen, die wel-opgevoed en zeer verstandig zijn. En waarmee je dus geen donder kunt beginnen, maar misschien krijgt iemand anders ze wel klein”.
 
 
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh
 
 
Na ‘Het Land van Maas en Waal’ werd er hard gewerkt aan nieuwe hits, nieuwe successen. Dat lukte regelmatig. Maar tegelijkertijd kwamen er poëtische liedjes uit de koker van Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot. ‘Verdronken vlinder’ werd in 1970 zelfs op single uitgebracht. De hitlijsten haalde het nummer niet.
    “Zo te sterven op het water met je vleugels van papier. Zomaar drijven na ’t vliegen in de wolken drijf je hier. Met je kleuren die vervagen zonder zoeken, zonder vragen. Eindelijk voor altijd rusten. En de bloemen die je kuste, geuren die je hebt geweten, alles kan je nu vergeten. Op het water wieg je heen en weer. Zo te sterven op het water met je vleugels van papier. Om te leven, dacht ik, je zou een vlinder moeten zijn. Om te vliegen heel ver weg van alle leven, alle pijn”.
    Teksten met bijpassende muziek, om op je door te laten werken in de donkere dagen rond de Kerst. En om voornemens te maken voor het nieuwe jaar.
 
 
Avond
 
 
Het liedje ‘Avond’ dateert uit diezelfde jaren. Lennaert en Boudewijn schreven het in eerste instantie als een van de tracks voor een Rob de Nijs-album. Daarbij bleef het evenwel niet. Boudewijn nam het in een aangepaste versie later zelf op. In 1997 werd het op single uitgebracht. De top 40 haalde het niet. Aan het einde van 1999, bij de eerste Top 2000, bereikte het de 428ste plaats. Maar heel Nederland had het in die decembermaand gehoord en zou het niet meer vergeten. ‘Avond’ steeg door naar 121 (2000), 41 (2001), 25 (2002), 8 (2003), 5 (2004) en 1 (2005). Het nummer werd opnieuw als single in de handel gebracht. Wederom zonder top 40-klassering. Aan de populariteit van ‘Avond’ kwam echter tot op de dag van vandaag geen einde.
 
Ook dit jaar kunnen de gordijnen weer dicht. “Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken. En te hopen dat je licht het doet. Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker. Want binnen is het warm en licht en goed. Hand in hand naar buiten kijkend waar de regen valt. Ik zie het vuur van hoop en twijfel in je ogen. En ik ken je diepste angst. Want je kunt niets zeker weten, maar ik geloof, ik geloof, in jou en mij”.
    Boudewijn de Groot is de ‘eeuwige’ opvolger van Wim Kan geworden. ‘Waardig over de drempel’? Een jaar kan niet worden afgesloten, het nieuwe jaar kan niet beginnen zonder ‘Avond’.
 
 
006 e Boudewijn de Groot
 
 
Harry Knipschild
24 november 2009
 
Clips
 
 
Literatuur
Bert Tiddens, 'Boudewijn de Groot, moderne troubadour', Leidsch Dagblad, 2 oktober 1964
'Nieuwe 'protest'-song van Boudewijn de Groot: 'Welterusten, meneer de president'', Haagsche Courant, 18 november 1965
'Aan de top', Leeuwarder Courant, 30 december 1967
Angeline van den Berg, Door de zee van de tijd. Het gezongen leven van Cobi Schreijer, een rebelse meid, Schoorl 2003
  • Raadplegingen: 25510