Skip to main content

557 - Lonnie Mack (1941-2016), gitarist

 

In de jaren voorafgaand aan de internationale doorbraak van de Beatles in 1964 vonden we opvallend veel instrumentale popsingles in de hitlijsten. Op 24 augustus 1963 schreef Norman Jopling in de Britse popkrant Record Mirror: “Beat instrumentals are probably at a higher degree of popularity in the States than ever before. Discs like ‘Wipeout’ [Surfaris], ‘Tips Of My Fingers’, ‘Pipeline’ [Chantays], ‘Hot Pastrami’ [Dartells] and ‘Wild Weekend’ [Rockin’ Rebels], have all burned up – and down – the chart with astonishing frequency”.

   De popjournalist noemde slechts een handvol titels. Hij had verder kunnen gaan door aandacht te besteden aan de hits van bijvoorbeeld Duane Eddy, Ventures, Johnny & the Hurricanes en de Britse Shadows, de begeleiders van Cliff Richard die op eigen kracht de ene hit na de andere wisten te maken.

 

1 Chantays

 

Daar ging het hem echter niet om. Hij gebruikte zijn inleidende woorden om een opstapje te maken naar een nieuwe instrumentale Amerikaanse hit: ‘Memphis’, de song ‘Memphis Tennessee’ van Chuck Berry uit 1959 die door Lonnie Mack met succes in een nieuwe versie op de plaat was gezet.

   De platenmaatschappij wilde een kortere titel dan zoals Chuck Berry de song geschreven had. Daarom nam men contact op met de uitgever: Gene Goodman, broer van de bekende klarinettist en orkestleider Benny Goodman.

   Voor Gene was dat geen probleem. Lachend zou hij gereageerd hebben met de woorden: “Call it anything you want”.

 

‘Memphis’ (instrumentale hit)

 

Lonnie, zo kon je wat eerder in vakblad Cashbox lezen,  heette in werkelijkheid Lonnie McIntosh, was op 18 juli 1941 geboren in Aurora (Indiana), werd gemanaged door Harry Carlson, eigenaar van Fraternity Records, hield van vissen en werd aangeduid als blues-gitarist.

   Cashbox meldde dat Lonnie al op vierjarige leeftijd (!) gitaar was gaan spelen. Twee jaar later – hij was toen dus zes jaar – speelde en zong hij met zijn broer Alvin en zusjes [Beelis en Audrey] country & western muziek. Samen met Alvin was hij op 13-jarige leeftijd in clubs aan het werk gegaan en stapte over op de rock & roll muziek, aldus een niet nader genoemde redacteur. Die had zijn informatie wellicht overgenomen van de platenmaatschappij, Faternity Records. Zo ging dat vaak in die tijd. Vast lijkt wel te staan dat hij de gitaar al op jeugdige leeftijd ter hand nam.

 

Jopling was er ook achter gekomen hoe jong Lonnie nog was toen hij zich met ‘Memphis’ manifesteerde: 21 jaar. Voorlopig was nauwelijks tot de gitarist doorgedrongen wat de consequenties waren. Zoals je wel vaker hoorde en hoort, het onverwachte succes zou hem niet veranderd hebben en dat wilde hij ook niet. “He’ll buy a Cadillac – 1959 model because he likes its looks. He’d like to buy a house in the country, and invest in a business of his own. And he says, ‘I hope things don’t change too much’”.

 

2 Lonnie Mack

Meer informatie beschikbaar

 

In latere jaren kwam er meer informatie over hem beschikbaar. Op basis daarvan schreef Bill Millar dat zijn moeder gitaar en zijn vader banjo speelde. Zijn ouders hadden hem vernoemd naar Lonnie Glosson, een muzikant die mondharmonica als muziekinstrument had.

   Lonnie werd beïnvloed door de muziek die hij op de radio hoorde. De Grand Ole Opry uit Nashville (radiostation WSM) was een populair country & western programma. Niet ver weg van waar hij opgroeide, in Cincinnati, was een zender met zwarte muziek. Lonnie hoorde er gitarist T-Bone Walker aan het werk. In de nabije omgeving woonde Ralph Trotto, een blinde blanke gitarist (en gospel zanger) die hem de techniek bijbracht, die ontwikkeld was door gitarist Merle Travis. Gitaristen als Les Paul, Howard Roberts en Chet Atkins oefenden door hun spel eveneens invloed uit op wat Lonnie Mack muzikaal begon te presteren.

   De jongeman luisterde bovendien naar zangers als George Jones, Bobby Bland, Hank Ballard en Ray Charles, kun je op het internet lezen.

 

In 1956 – hij was nog maar vijftien jaar – schakelde Lonnie over op de nieuwe populaire blanke muziek – rockabilly. Op de lokale televisie vertolkte hij liedjes als ‘Blue Suede Shoes’, bekend geworden door Carl Perkins en Elvis Presley.

   Met een rockabilly trio trad hij regelmatig op in de Twilight Inn. Het trio noemde zich nu de Twilighters. Bij die gelegenheid ook veranderde Lonnie McIntosh zijn naam in Lonnie Mack. Met allerlei andere muzikanten (onder anderen Troy Seals, Greg Webster, Robert Ward, Beau Dollar) liet hij van zich horen – niet alleen met optredens, maar ook als sessiemuzikant bij kleine platenmaatschappijen. 

 

De opname van Memphis’

 

Als sessiegitarist had Lonnie vooral werk bij de in Cincinnati gevestigde platenmaatschappij King Records, waar ook het kleine Fraternity zijn thuisbasis had. Hij zou te horen kunnen zijn op platen van Hank Ballard, James Brown en Freddy King, alle drie verbonden aan King Records. Zijn opname van ‘Memphis’ voor Fraternity was een ‘uitstapje’.

   Het idee om ‘Memphis’ als instrumentaal gitaarnummer vast te leggen was afkomstig van mede-muzikant pianist Dumpy Rice, legde journalist Bill Millar vast. Het was niet eens de a-kant van een Chuck Berry-single. Millar: “Mack has said he began playing it as an instrumental one night when Rice didn’t show up”.

 

In 1969 vertelde Lonnie aan Mike Gormley wat meer over de achtergrond van zijn muziek en met name over ‘Memphis’.

   “‘Man, the blues have been in Cincinnati for a long time. In clubs there, people have been playing Bobby Bland stuff and B.B. King for years. They’ve been into that for like 10-12-13 years. It may have all been brought in by Southern people. A lot have moved into that area. My parents are from Kentucky’.

   It was in those clubs that Lonnie played ‘Memphis’. He played it for five or six years before anybody recorded it.

   ‘When we cut it’, Lonnie said, ‘it wasn’t really our session. We were working around Cincinnati backing other groups. At that time we were doing a session with The Charmains. We cut ‘Memphis’ and ‘Down In The Dumps’ pretty quick. I never thought much about it.

 

About a week later we went on the road and I was a side-man with Troy Seals. Another group on the road mentioned that I had a four-star rating in Billboard. I didn’t even know what that meant’ - (it means the music trace magazine rated his song as one of the best records of roughly 400 released that week).

   ‘We got down to Miami with Troy and a friend from back home came down to see us. He said all he heard on the radio all the way down was ‘Memphis’. I could hardly believe it so I called up my manager and he said he’d been trying to get hold of me.

   The record was Number One in a lot of different places and I wasn’t even aware that it had been released. The last night we played was in Dayton, Ohio, with Chubby Checker who was on his way down at the time.

   During the show, Troy announced he was going to have his guitar player play a song he’d recorded called ‘Memphis’. So I played it, and a lot of people came up after and couldn’t figure out how I had a Number One record in Dayton but was playing as a side-man in a group that was backing Chubby Checker. I then formed my own group, we got our own tour, and started on the road’”.

 

Naarmate de tijd vorderde kwamen er allerlei details boven water – zoals in 1999 toen Bill Millar een en ander optekende. “It was producer and local bandleader Carl Edmondson who drew the tune’s commercial possibilities to the attention of Fraternity’s owner, Harry Carlson. According to Mack, latter-day session engineer Gene Lawson played drums on it, a duty he reprised on Alligator’s ‘Long Way From Memphis’ some 22 years later.

   Mack forgot all about ‘Memphis’ and went on the road with Troy Seals. They were in Minneapolis when one of the Fendermen told him the record had got four stars in Billboard. Later, in Miami where Seals was backing wife-to-be Jo Ann Campbell, someone else told Mack he had a hit on his hands”.

 

3 label

Bij Fraternity Records waren ze blij dat ze weer contact hadden met de Lonnie Mack. Er moest onmiddellijk ingehaakt worden op de onverwachte hit, die op dat moment om de top concurreerde met singles van de Australiër Rolf Harris (‘Tie me kangaroo down sport’) en de Japanner Kyu Sakamoto (‘Sukiyaki’).

   Mack meldde zich in in Cincinnati voor de opname van een nieuwe single ‘(‘Wham’, een eigen nummer) en een album met de toepasselijke titel ‘The Wham of that Memphis Man’. In de studio werkte hij samen met buddies als Irv Russoto (saxofoon), Marv Lieberman (idem), Truman Fields (toetsen), Wayne Bullock (bas) en Ron Grayson (drums). Carl Edmondson trad weer op als producer. Sommige nummers op het album waren niet instrumentaal, maar werden door hem gezongen. Wellicht was er te weinig tijd om daar goed over na te denken.

 

4 de muzikanten

Bijzondere ervaring

 

Bill Millar maakte zijn lezers attent op een bijzondere ontwikkeling, met name bij zijn derde single, ‘Where There’s A Will, There’s A Way’, een nieuwe en gezongen versie van een nummer van de zwarte Five Blind Boys of Mississippi. Zijn aanpak sloeg goed aan in het zuiden en mid-westen van de VS. Totdat bleek dat Lonnie Mack blank in plaats van zwart was.

   Millar had vernomen dat radiostations, die zich op de zwarte muziekliefhebbers richtten, de single aan de lopende band lieten horen. Een nieuwe hit leek op komst te zijn. Met name in Birmingham (Alabama) werd ‘Where there’s a will’ grijs gedraaid.

   Lonnie Mack werd uitgenodigd om zijn nieuwe hit persoonlijk te komen presenteren. Dat zou met veel fanfare gebeuren.

   Pas bij aankomst bleek dat Lonnie Mack een blanke man was. “Baby, you’re the wrong colour” kreeg hij te horen. Zijn bezoek aan de radiostudio pakte daarom helemaal verkeerd uit. De single werd niet meer gedraaid. Ook de meeste andere zwarte stations lieten Lonnie Mack voortaan vallen. Vanwege zijn huidskleur had hij geen ondersteuning meer te verwachten.

 

Op verzoek van Fraternity Records’ eigenaar Harry Carlson concentreerde Lonnie Mack zich nog een aantal keren op het maken van instrumentale singles. Het succes bleef uit. Tijdens zijn optredens bracht hij echter gewoon de muziek die hem zelf het beste lag – veel soul-muziek uit de koker van Sam & Dave, Otis Redding en Bobby Parker (‘Watch Your Step’).

 

Niet vergeten

 

In Groot-Brittannië werd Lonnie Mack vooral vanwege zijn ‘Memphis’ een soort cult-gitarist. Britse en Amerikaanse gitaristen bleven hem steeds bewonderen. Rory Gallagher (1948-1995) bijvoorbeeld stak de loftrompet over hem uit.

   Aan Don Waller vertelde Mack over zijn eerste ontmeting met gitarist Jeff Beck (1944-2023): “First time I met Jeff Beck was when they were doin’ that benefit for Ronnie Lane down in Dallas. Ah came in the door and Jeff yells, ‘Lonnie Mack!’ And then he came over and got on his knees and bowed down to me. He says, ‘Man, I wish I could give you somethin’ for all those licks I got off you, but all I’ve got is ‘this’. And then he handed me a bottle of Beck’s Beer”.

 

Mack was bovendien van de partij bij de opname van ‘Morrison Hotel’, een van de laatste albums van de Doors. Op de track ‘Roadhouse Blues’, die als single werd uitgebracht, nam hij de baspartij voor zijn rekening. Er was zelfs sprake van dat hij lid van de Doors zou worden.

   Over die opname vertelde hij in 1985: “I played bass on ‘Roadhouse Blues’ and the only reason I really remember it is ’cause Jim Morrison [1943-1971] showed up muddy and bloody, drunk and three hours late. We almost got in a fight. But he liked people who stood up to him and we became friends. One reason the session took so long is ’cause Jim kept stoppin’ in the middle of a take and sayin’ to the engineer, ‘Hey, time this!’ And then he’d chug a beer and, man, he was fast”.

 

5 Doors met Lonnie MackDoors met Lonnie Mack

 

Lonnie Mack liet zich nog op een andere manier gelden. In 1971 zette hij een song van Gene Thomas op de plaat. Het nummer heette ‘Lay It Down’. Vier jaar later werd het opnieuw uitgevoerd, nu door het Nederlandse duo Kees van Kooten en Wim de Bie (Simplistisch Verbond), met als titel ‘Zoek je zelf’. Met die single bereikte het tweetal een plekje in de top tien van de Nederlandse top 40.

 

Ik heb geen aanwijzingen gevonden dat het Britse duo Wham! (George Michael en Andrew Ridgeley) de Lonnie Mack-song ‘Wham!’ kenden toen ze een naam voor zichzelf kozen.

 

Terugblik

 

Bij het overlijden van Lonnie Mack in 2016 wijdde William Grines een artikel aan de artiest – met als kop: ‘Lonnie Mack, Singer and Guitarist Who Pioneered Blues-Rock, Dies at 74’. Daarin citeerde hij uit hetgeen andere popjournalisten over hem geschreven hadden; zoals muziek-historicus Richard T. Pinnell die zijn uitvoering van ‘Memphis’ omschreef als een ‘milestone in early rock guitar’.

 

Muziek-criticus Greg Kot van de Chicago Tribune noteerde volgens hem in 1989: “Lonnie Mack took the rough, country-inspired rockabilly style of the ’50s and rocketed it into the future. He played it hot, with screaming single-note sustains and shuddering vibrato, a siren call to a legion of aspiring guitar heroes”.

   In de New York Times citeerde Grines bij die gelegenheid bovendien uit hetgeen Mack in 2005 gezegd had. Bijvoorbeeld over zijn jeugd: “I started off in bluegrass, before there was rock and roll. My family was like a family band. We sang and harmonized, and dad played banjo. We were playing mostly gospel, bluegrass, and old-style country.”

   En over zijn latere periode: “I was a bridge-over between the standard country licks in early rock ’n’ roll and the screamin’ kinda stuff that came later”.

 

6 Stevie Ray Vaughan met Lonnie MackStevie Ray Vaughan en Lonnie Mack

 

Bij zijn dood benadrukte Grines nog eens hoeveel invloed het gitaarspel van Lonnie Mack van invloed was geweest op de ‘helden’ van later, met name Jeff Beck, Duane Allman, Dickie Betts, Jimmy Page en Stevie Ray Vaughan.

   Maar zelf een gitaarheld worden, dat zat er niet in. “He remained a cult figure, in part because of his distaste for the music business”.

   Aan muziek-auteur Peter Guralnick had Lonnie in 1977 uitgelegd: “Seems like every time I get close to really making it, to climbing to the top of the mountain, that’s when I pull out. I just pull up and run”.

 

7 Lonnie Mack grafgraf Lonnie Mack

 

Harry Knipschild

11 juni 2025

 

Clips

* Chantays, Pipeline, 1963 

* Lonnie Mack, Memphis, 1963

* Lonnie Mack, Where there's a will

* Doors, Roadhouse Blues 

* Lonnie Mack, Lay it down

 

Literatuur

‘Lonnie Mack’, Billboard, 15 juni 1963

‘Lonnie Mack’, Cashbox, 15 juni 1963

Norman Jopling, ‘Lonnie Mack, the instrumental influence and hit star’, Record Mirror, 24 augustus 1963

Mike Gormley, ‘Mack the Memphis Man returns’, Detroit Free Press, 24 oktober 1969

‘Rory Gallagher’, Beat Instrumental, juni 1971

‘Lonnie Mack’, Melody Maker, 2 juli 1971

Don Waller, ‘Guitarist Mack brings varied life to L..A Concert, Los Angeles Times’, 10 augustus 1985

Gene Santoro, ‘Lonnie Mack, Double Whammy’, Guitar World, januari 1986

Clinton Walker, ‘The Wham of this guitar man’, The Age, 17 januari 1986

Bill Millar, ‘Lonnie Mack: Memphis Wham’, Ace Records, juli 1999

William Grines, ‘Lonnie Mack, singer and guitarist who pioneered blues-rock, dies at 74’, New York Times, 22 april 2016

 

  • Raadplegingen: 848