Skip to main content

43 - Ten strijde tegen de sprinkhanen

 
 
Het lijkt erop dat we leven in een tijd van grote veranderingen - terrorisme met een religieuze inslag, actie voeren voor een beter milieu, meer rechten voor niet-blanken, het uitbannen van de traditionele zwarte piet uit onze samenleving, meer niet-westerse migranten, autoritaire regimes, sterke groei van de wereldbevolking enzovoort.
  De onverwachte komst van een nieuw corona-virus uit Wuhan in China heeft de veranderingen in een stroomversnelling gebracht. Door de snelle vliegverbindingen belandde covid-19 in korte tijd in Italië en verspreidde zich van daaruit snel over Europa.  
  Nieuwe bedreigingen liggen op de loer - door de ‘opwarming van de aarde’ bijvoorbeeld. Niet alleen een hogere zeespiegel, maar ook insecten en ziektes die uit warmere landen overkomen. Wat te denken van sprinkhanen. Het is maar een voorbeeld.
 
 
43 1 Wuhan screeningTerug uit Wuhan
 
 
 Sprinkhanen in de missie in China
 
 
Europeanen die eertijds als missionarissen naar het oosten van Azië reisden om er het christendom te verkondigen kregen niet alleen met onbekende, gevaarlijke virussen en bacteriën te maken, maar ook met de verwoestingen die door zwermen sprinkhanen werden aangericht.
  De Jezuiet François Ravary (1823-1891) legde op 17 juli 1877 vanuit Nanking in een brief vast: “In augustus 1876 verschenen de sprinkhanen in het land. Gedurende drie dagen vlogen ze in dikke wolken over de stad en vraten de oevers van de Yangtze kaal”.
  De invallende winter leek een einde aan de plaag te maken. “Het begon te sneeuwen. De aarde werd door een dikke laag sneeuw bedekt. Het land was gered. Alle sprinkhanen gedood”.  
  Die veronderstelling bleek onjuist. “In maart ontdekte men, niet zonder schrik, dat ze niet dood waren. Van alle kanten vermenigvuldigden ze zich op ontzettende wijze”. Enkele maanden later werd ook het noorden geteisterd. “Op 14 juni trokken dikke wolken sprinkhanen onophoudelijk over Peking. Hoe meer men er doodde, hoe meer er kwamen”.
  Volgens de pater kwam de redding van boven. “God kiest zijn uur. Hij werkt altijd. Op 28 en 29 juni overvloedige regen. Op 1 en 2 juli opnieuw hevige regens. Eindelijk, en dat is een blijk van goedheid en macht van God, een stortregen, vergezeld van een hevige wind, die alle sprinkhanen doodt”.
 
In 1893 was het opnieuw raak in China. Theodoor Rutjes, uit Duiven, schreef aan een familielid: “Al wat er uitkwam, werd terstond verslonden”. Collega Adolf Bruylant gaf details. “De oogst beloofde veel. Sedert tien jaar had het zo vroeg niet geregend. Wat een vreugde. Geen plekje grond, zelfs op de hoogste toppen der bergen, dat niet bezaaid werd.
  Op het land was het een gewoel van mensen. De blijdschap stond op ieders gelaat te lezen. Maar wat een teleurstelling. U kent de sprinkhanen. Op een halve maand tijd mierde en krielde het overal. Het vloog er zo gruisdik van dat men op sommige plaatsen niet meer kon zien wat er gezaaid was.
  De bergen werden kaal geschoren. Het is droevig om te zien. Er staan tegenwoordig niet meer halmen op dan haren op mijn kletskop. Ik kon niet van mijn paard stijgen. De sprinkhanen maakten mijn paard razend en deden het uitglijden of wegspringen”.
 
Bruylant ging door met details over het ‘levend tapijt van akelige beesten’. “Ik spreek van een tapijt, want de sprinkhanen zijn niet allen van dezelfde kleur: er zijn groene, rode, zwartekoppen, grijze, allerhande soorten. Nu zij de bergen afgedaald zijn, kruipen zij binnen de huizen, bijten zelfs de kleine kinderen.
  Mijn moeshof ziet er uit gelijk op het einde van de herfst. De grootste sprinkhanen vliegen met sissend gedruis de bomen in, waar het laatste groen te vinden is, vreten ze kaal als de palm van mijn hand, en blijven daar in zwarte drommen vechtende hangen, om bij het minste windje hageldik op mensen en verschrikte dieren, op huizen en velden neer te stuiven. Wat een ijzingwekkende plaag!”
 
 
Reisverslag van Anna Strong
 
 
Anna Louise Strong (1885-1970) zou misschien als vrouwelijke zendeling in Azië terecht gekomen zijn, maar bekeerde zich tot het communisme. Vanuit Nebraska reisde ze naar het hartje van Azië, de regio tussen de Sovjet Unie en nationalistisch China. Enkele jaren voor Mao Zedong tijdens de Grote Mars (1935) de macht bij de communisten in China wist te grijpen, kwam ze terecht in Tashkent.
  Over de belevenissen daar schreef Anna een artikel voor de Atlantic Monthly (Boston) dat, in het Nederlands vertaald, op 15 maart 1931 afgedrukt werd in de Kern. Haar reisverslag werd gepubliceerd onder de titel ‘Sprinkhanen-oorlog in Turkestan’.
 
 
43 2 Anna Louise StrongAnna Louise Strong (1918)
 
 
Strong: “Toen ik in Tashkent [nu de hoofdstad van Oezbekistan] vertoefde en op de bloemenmarkt langs de straten een verheugende vertroosting vond voor de ongemakken van het dure en vuile hotel, vernam ik uit de bladen dat er een oorlog gaande was. Een oorlog niet tegen mensen, maar tegen sprinkhanen.
  Een oorlog langs het Afghaanse front, waar de gevleugelde vijand in de wolken was verschenen en de katoenoogst van Turkestan met vernieling bedreigde. Het was een ernstige oorlog, die werd gevoerd met vliegtuigen, in loopgraven en met gifgassen”.
 
 
Oorlog op komst in Tashkent
 
 
De autoriteiten van de streek, die onverwacht bedreigd werd, zetten alles en iedereen in om mogelijk onheil tegen de gaan. Daarbij werd geen maatregel uit de weg gegaan. “Door de straten van Tashkent marcheerden studenten uit de landbouwscholen, een muziek-corps voorop. Zij waren opgeroepen om als officieren dienst te doen in het anti-sprinkhanen leger. Zij hadden groepen landbouwers onder hun bevel, die loopgraven aanlegden, vergiften verspreidden en honderden voorlopertjes met hun spaden verbrijzelden”.
 
Blijkbaar had de medische wetenschap zich onvoldoende op een mogelijke bedreiging voorbereid. “In de laboratoria werkten de geleerden dag en nacht om de beste verdelgingsmiddelen te beramen”.
  De overheid maakte gebruik van alle beschikbare media. “De uitkomsten van hun onderzoekingen werden per radio en door de bladen verspreid en met behulp van afbeeldingen duidelijk gemaakt voor degenen die niet konden lezen”.
  Er kwam zoiets als een spoedwet, een noodwet. “Een buitengewone Raad van Vijf, bekleed met speciale bevoegdheden voor het organiseren van manschappen, het verzamelen van kennis en van materiaal tegen de sprinkhanen, was tijdelijk oppermachtig in Turkestan”.
  Toen ik het las, moest ik denken aan het huidige OMT, het Outbreak Management Team.
 
 
Sprinkhanenplaag niet nieuw
 
 
In haar verslag verwees Anna naar het verhaal van Mozes in het oude testament. “In wolken van vijftien kilometer lang en vier kilometer breed kwam de vijand aanvliegen van de Afghaanse grens. De zon werd door de massa’s verduisterd. Het was dezelfde verderfelijke Afrikaanse sprinkhaan die eens de dagen van de farao vergalde”.
   In Exodus 10 is te lezen: “De Heer zei tegen Mozes: ‘Strek je arm uit over Egypte. Dan komen er sprinkhanen, die alle planten zullen opvreten, die de hagel heeft overgelaten’.
   Mozes strekte zijn staf uit over Egypte en toen liet de Heer die hele dag en die hele nacht een oostenwind over het land waaien.
   Toen de morgen aanbrak, had de wind de sprinkhanen aangevoerd. In grote zwermen streken ze in heel Egypte neer. Nooit eerder was er zo’n sprinkhanenplaag geweest en nooit zal er meer zo’n plaag komen.
   Overal zag de grond zwart van de sprinkhanen. Ze vraten alle planten en vruchten op die de hagel had overgelaten, zodat er nergens in Egypte aan bomen of planten nog iets groens te bekennen viel”.
   Ondanks deze ‘hulp’ moest Mozes wachten op toestemming om, samen met zijn ‘volk’, het land te verlaten. Er waren meer ‘plagen’ nodig voordat die er kwam.
   In hun brieven uit de missie verwezen ook de missionarissen naar het verhaal uit de bijbel.
 
 
43 3 Egypte bijbelsprinkhanenplaag in bijbels Egypte (afbeelding uit 1890)
 
 
Sprinkhanen verplaatsen zich over grote afstanden
 
 
Na deze vergelijking vervolgde de Amerikaanse reizigster haar verhaal.
   “[De sprinkhaan] hoort eigenlijk in Soedan thuis, maar er zijn jaren van grote vruchtbaarheid, als het wijfje vele malen het gewone aantal eieren legt en grote aantallen sprinkhaantjes voortbrengt, die een ongelooflijke vraatzucht mee ter wereld brengen.
   In zulke jaren verspreiden de zwermen zich naar alle richtingen om groene velden te zoeken. Zij vliegen over bergketenen van 1500 meter en steken zeeën over. Gunstige winden dragen hen een 1.500 kilometer ver.
   Van die aard was het gevleugelde leger dat naar de katoenvelden van Turkestan oprukte. Vele zegepralen had het al behaald. Het vorig jaar hadden de zwermen het noorden van Afrika geteisterd en delen van Perzië [Iran] tot de honger gedoemd. Na de overwintering in Zuid-Perzië en Afghanistan vloog het leger noordwaarts op een front van 3.000 km. Het was doorgedrongen in Centraal-Azië, tot aan de oase van Khiva, 1.600 km verwijderd van het punt, waar het was binnen gevallen. En over dit uitgebreide gebied woedde de strijd”.
 
In korte tijd beheerste de plaag ieders leven. “De bladen wijdden dagelijks kolommen aan nieuws van het front. Iedere dag bracht telegrammen uit een dozijn streken. ‘Bokhara meldt dat tot op heden 400 ton sprinkhanen gedood zijn, wat geraamd wordt op 32 miljoen stuks. Een telegram uit Doesjembe meldt voorwaartse bewegingen van de vijand. Er zijn afdelingen vertrokken om hem aan te vallen. In Regar hebben de zes instructeurs, die gisteren arriveerden, de meeste beschikbare mannen gemobiliseerd. Ongeveer 3.000 landbouwers bereiden zich ten aanval.
   Zes afdelingen verkenners van elk twintig ruiters trachten vast te stellen waar de eitjes zijn gelegd. Vier compagnieën van elk zestig studenten voeren een campagne van een week, waarin zij de sprinkhanen bestrijden. In Termes zijn binnen twee uur na de verschijning van het ongedierte 5.000 landbouwers gemobiliseerd en aan het eind van de dag waren er 8.000 aan de gang, die 12.000 zakken vol insecten hadden verzameld’”.
 
 
43 4 sprinkhanenwolksprinkhanenwolk
 
 
Kennis van zaken
 
 
Helemaal onkundig was men niet in 1931. Tenslotte waren er wel eens eerder van dat soort plagen geweest.
   “De strijdmethoden variëren naar gelang van het ontwikkelingsstadium van de vijand. Zolang de sprinkhaan vliegt, kan men weinig doen. Vliegtuigen met gifgassen hebben slechts matig succes en kunnen niet gebruikt worden nabij bevolkte gebieden.
   Schreeuwen en kanongebulder, de oude methoden der bevolking, stuwen de sprinkhanen tijdelijk in andere richting, maar zijn tenslotte nutteloos.
   Gelukkig eet deze volwassen sprinkhaan weinig. Het dier bereidt zich voor op het leggen van eitjes, om daarna te sterven.
 
Vliegtuigen kunnen worden gebruikt om de richting vast te stellen, waarin de vijand vliegt en de plaatsen waar de eieren worden gelegd. Als deze zijn ontdekt, kunnen er door ploegen vele onschadelijk worden gemaakt, maar met ploegen kan men niet de enorme afgelegen gebieden bereiken.
   Aan de randen van bebouwde streken komen de jongen uit. Ze hebben nog geen vleugels en springen over de grond. Zij vreten ontzettend. In vijf weken veranderen zij vijf of zes maal van huid en iedere keer zijn zij groter. Tenslotte krijgen zij vleugels en vliegen naar nieuwe weiden, nadat zij alles achter zich verwoest hebben. Gedurende het spring-tijdperk zijn zij het vraatzuchtigst en dan kunnen zij ook het gemakkelijkst worden uitgeroeid.
   Muren van plaatijzer worden hun in de weg gelegd, waardoor zij worden afgeleid in diepe geulen, waar ze worden verbrand of bedolven.
   Ook zonder plaatijzeren staketsels kan met brede geulen succes worden behaald. Tijdens sommige vroege stadia is het ook een goed verdelgingsmiddel om vergiftigde katoenafval over de velden te strooien. Tonnen vergif, tonnen plaatijzer, duizenden geoefende arbeiders zijn nodig voor deze sprinkhanenoorlog”.
 
 
43 5 bestrijding sprinkhanen met vuur 1915
bestrijding sprinkhanen met vuur (1915)
 
 
Prioriteiten
 
 
Door de vraatzucht van de sprinkhanen werd de aanvoer van voedsel en daarmee de gezondheid van de mensen in gevaar gebracht. De plaag had dus ook economische en financiële gevolgen. Er moest geld gecreëerd worden om in actie te kunnen komen.
   “Een oorlogscrediet van verscheiden miljoenen werd goedgekeurd. Moskou zond zeventien extra vliegtuigen voor waarnemingen en het maken van kaarten. Speciale landingsterreinen werden gereed gemaakt. Alle goederen, die het opschrift ‘sprinkhanen’ droegen, genoten de voorrang en werden tegen halve prijs vervoerd.
   Vijfduizend soldaten en nog meer fabrieksarbeiders werden uitgezonden om de meer onwetende landbouwers in de strijd te leiden”.
 
 
Geestelijke nood
 
 
Niet iedereen kon verwerken wat hem overkwam. “De oorlogscorrespondenten kwamen terug van het front. Een van hen beschreef de slag bij Koesjka op een wijze die een paniek zou kunnen veroorzaken. ‘Een van de bataljonscommandanten moest naar een krankzinnigengezicht worden gebracht omdat hij aan zinsbegoochelingen leed, waarin hij werd verpletterd door onontkoombare kudden sprinkhanen’”.
 
 
Oorlog in volle hevigheid
 
 
Anna: “Twaalf dagen lang passeerden de sprinkhanen onze linies en er was geen macht groot genoeg om ze tegen te houden. Zij wierpen zich in de ogen der mannen en deden deze omkeren en vluchten.
   Gaswolken werden op de dieren afgezonden, zodat zij neervielen. Maar in 45 minuten herleefden ze weer en zetten de tocht voort.
   Koesjka was de voorpost, daarachter lagen nog de tweede, derde en vierde verdedigingslinie. Langs de gehele spoorweg zag men ze. De ijzeren muren van de loopgraven schitterden verblindend in het zon-bestoofde zand, maar soms werden ze grijs door de sprinkhanen die er tegen sloegen. Als de muur maar een weinig helde, gingen de sprinkhanen over elkaars lichaam naar boven en kwamen zo op de bebouwde landen er achter.
   Op de hete zandvlakten werkten de mensen de gehele dag zonder water. Met verbrande huid vochten zij voor de oase van Moergab, die nog ver achter hen lag”.
 
 
Hulp en belangen
 
 
In de strijd tegen de sprinkhanen waren er ook geallieerden. “De voornaamste natuurlijke vijand van de sprinkhaan is de spreeuw. Hij had de lucht gekregen van de nadering der insecten en kwam nu uit de bergen van Samarkand er op af. De spreeuwen vochten onvermoeid, totdat hun snavels dichtkleefden door de sappen van de sprinkhanen en zij moesten water hebben, wilden ze niet van verstikking omkomen.
   Hun helpers, de inheemse landbouwers, zetten dan ook vaten water voor de spreeuwen neer”.
 
 
43 6 spreeuw en sprinkhaanspreeuw met sprinkhaan
 
 
“De mohammedaanse moellahs vertelden de inheemsen dat de sprinkhanen door de hemel waren gezonden om hen te straffen voor hun gehoorzaamheid aan de bolsjewieken [in 1917 aan de macht gekomen tijdens de Russische revolutie]. Slechts met heilig water konden zij de spreeuwen lokken, aldus de moellahs.
   De communisten lokten de spreeuwen met ongewijd water en deze geloofsstrijd gaf weer een vermakelijk tintje aan het gevecht.
   Ook ging langs de grens het gerucht dat de sprinkhanen werden gestuurd door de Engelsen, die ze kopen voor 80 kopeken per pond”.
 
 
Goede afloop
 
 
Aan het einde van haar reisverslag meldde de Amerikaanse vrouw vanuit Tashkent: “Zo werd de sprinkhanenoorlog gevoerd, die ik in de tijd dat ik hem op een afstand volgde, geen catastrofale gevolgen heeft gehad voor de katoenvelden van centraal Azië, want de rijkste vallei werd nimmer door het ongedierte bereikt”.
 
 
Sprinkhanen in onze tijd ook naar Europa?
 
 
Ik schreef het al eerder: het is maar een voorbeeld. Maar zo’n plaag kwam vorig jaar een beetje dichtbij.
   Bioloog Roy Kleukers (Naturalis, Leiden) vertelde al in 2009 aan een redacteur van de Volkskrant dat er door het warmere klimaat nieuwe soorten sprinkhanen naar Nederland waren gekomen. “Insecten zijn warmteliefhebbers. Nu het in Nederland warmer wordt, zul je ze hier dan ook vaker tegenkomen”.
   Op 11 juni 2019 meldde de NOS: “Op het eiland Sardinië krioelen miljoenen sprinkhanen. Het eiland heeft last van een plaag. De sprinkhanen zijn moeilijk te bestrijden”.
   Op 17 juni 2019 schreef Koos Dijksterhuis in Trouw: “Sardinië zucht onder een sprinkhaanplaag. Dat is uitzonderlijk. Sprinkhaanplagen komen zelfs in Egypte maar weinig voor. De Egyptische treksprinkhaan is een bescheiden wezen dat zijn leefgebied deelt met tientallen andere sprinkhaansoorten. De soort komt rond de hele Middellandse Zee voor en tot ver daarbuiten, want hij heet niet voor niets treksprinkhaan.
   Dat Egyptische dankt-ie aan Exodus, denk ik. Zo’n bijbelverhaal blijft dat dier duizenden jaren achtervolgen. Egyptische treksprinkhanen worden soms in Nederland aangetroffen. Misschien vliegen ze met zuidenwinden mee, maar waarschijnlijk halen we ze zelf hierheen in vliegtuigen, vrachtwagens en caravans. Ze zijn geen blijvertjes”.
   Dijksterhuis had nog een advies. “Mocht u vakantieplannen hebben voor Zuid-Europa, let dan eens op of u zo’n kanjer van een treksprinkhaan tegenkomt”.
 
 
Wageningen
 
 
43 7 Arnold van HuisArnold van Huis
 
 
Zo eenvoudig blijkt het niet te zijn. Op 4 februari 2020 schreef Tessa Louwerens in Resource (onafhankelijke medium voor studenten en medewerkers van Wageningen University & Research): “Een sprinkhanenplaag van Bijbelse proporties trekt over Afrika”. In het artikel gaf ze het woord aan Arnold van Huis (laboratorium voor entomologie).
   Van Huis: “In 1988 maakte een zwerm de oversteek van Mauritanië naar het Caribisch gebied. Die zwerm legde in een week wel 5.000 kilometer af, maar dat was met de hulp van een cycloon waarop ze zijn meegelift. En soms zie je dat hele schepen bedolven worden onder een zwerm, of dat ze op zee neerstrijken - dan ontstaat een eiland van sprinkhanen die elkaar uiteindelijk opeten”.
   Het bestrijden werd ‘lastig’ genoemd. Van Huis: “Pesticiden zijn het enige middel. We hebben aangetoond dat je met pesticiden sproeien zo’n 20 tot 30 procent van de dieren doodt. Wanneer een populatie zich met een factor 10 vermenigvuldigt dan moet je, om een plaag succesvol te bestrijden, 90 tot 95 procent van de populatie doden om deze weer op een stabiel niveau te krijgen. Dat gaat niet lukken met een paar sproeivliegtuigen.
   Als de sprinkhanen eenmaal zwermen gaan ze ook niet meer zo snel terug naar hun solitaire vorm. Het beste scenario is dat de weersomstandigheden veranderen en dat het bijvoorbeeld kouder wordt. Zo eindigde de plaag in de winter van 2005 toen de zwerm stierf door de kou in Noordwest Afrika”.
 
De deskundige voegde er nog aan toe: “Een schrale troost is dat sprinkhanen eetbaar zijn. Dat wordt ook zeker gedaan in deze gebieden, maar als bestrijdingsmethode is consumptie zinloos. Een zwerm is vaak tientallen vierkante kilometers; de dieren vang je nooit allemaal en er valt niet tegenop te eten. Ook moet je oppassen dat ze geen bestrijdingsmiddelen bevatten. Er bestaan wel milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen, zoals een schimmelpreparaat. Maar daar gaan de sprinkhanen niet onmiddellijk aan dood en dat is eigenlijk wel wenselijk”.
 
Tessa stelde een logische vraag - kan zo’n plaag zich in Nederland voordoen, bijvoorbeeld door klimaatverandering?
   Van Huis reageerde met: “Nee. Er zijn maar vier soorten sprinkhanen in Afrika die kunnen zwermen: de woestijnsprinkhaan, de rode sprinkhaan, de bruine sprinkhaan en de treksprinkhaan. Deze zwermende soorten komen niet in Nederland voor. Het lijkt mij ook niet aannemelijk dat klimaatverandering de zwermen veroorzaakt”.
 
Voor wie het weten wilde gaf de wetenschapper inzicht in de hedendaagse kijk op de eetlust van de sprinkhaan. “Een sprinkhaan eet per dag zijn eigen gewicht, circa twee gram, aan planten. Een ton sprinkhanen, slechts een klein deel van een zwerm, kan in één dag het voedsel van 2.500 mensen verorberen. Een zwerm kan wel duizend vierkante kilometer groot zijn en dagelijks zo’n 100 tot 150 kilometer afleggen. Per vierkante kilometer bevinden zich al gauw zo’n 40 miljoen sprinkhanen die als een leger over het land trekken. Overal waar ze neerstrijken leggen ze ook weer eieren, zo’n 200 per vrouwtje, die voor een volgende sprinkhanengolf kunnen zorgen. Zo vertienvoudigt de populatie iedere paar maanden. Dit soort plagen kunnen maanden tot jaren duren”.
 
 
Zomer 2020
 
 
43 8 sprinkhanen in Sardinie juni 2020sprinkhanen op Sardinië, juni 2020
 
 
Terwijl dit jaar heel Nederland zich nagenoeg exclusief bezig hield met de gevaren van het Covid 19 virus, waren er nieuwe sprinkhanenverslagen op een afstand van enkele uren vliegen. Op 13 augustus 2020, publiceerde Trouw een artikel van Erik van Zwam.
   “De Verenigde Naties boeken successen in de oorlog tegen de sprinkhanenplaag die in delen van de wereld woedt. Maar een nieuwe insectengolf is onvermijdelijk”, voorspelde hij. “Oorlogstermen worden vaak gebruikt in de strijd tegen de sprinkhanenplaag die Oost-Afrika, Jemen, Pakistan en India teistert. Woorden als ‘meerdere overwinningen’ tegen de zwarte zwermen die de hemel donker kleuren vallen nu.
   De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, FAO meldt desgevraagd belangrijke successen. Keith Cressman houdt zich namens deze organisatie bezig met de ontwikkelingen en trends. Hij ziet eindelijk resultaten in de strijd. ‘Zo’n half biljoen sprinkhanen zijn inmiddels geëlimineerd’, liet Cressman weten. 655.000 hectare is schoongeveegd. ‘Schade aan land van ruim 600.000 boeren is voorkomen’.
   Maar Cressman waarschuwde: ‘In Oost-Afrika en Jemen zijn veel gevechten gewonnen, maar de strijd is nog niet over. De derde generatie sprinkhanen komt er aan. De eitjes zijn of worden nu gelegd’”.
 
Opnieuw werd emeritus hoogleraar Van Huis aan het woord gelaten, die vaststelde dat de strijd in Afrika en Azië nog lang niet over was. De FAO, aldus Trouw, werkte samen met onder meer Marokko en Algerije. In die landen lagen pesticiden te wachten om ingezet te worden als de miljarden sprinkhanen zouden komen.
   De TU Delft verklaarde in de weer te zijn om een plaag te bestrijden. “Een team van elf studenten van de TU Delft, iGEM, doet mee aan een wereldwijde wedstrijd in synthetische biologie onder zesduizend studenten. Voor eind november [2020] willen ze een bio-pesticide ontwikkelen om sprinkhanen te doden dat veilig is voor gewassen en andere insecten. Ze willen een virus creëren dat zich richt op bacteriën in de maag van de sprinkhaan. Die bacteriën moeten dan een dodelijk gif gaan aanmaken, waardoor de sprinkhaan massaal sterft”.
 
Het ziet er naar uit, als je dit zo leest, dat Nederlandse wetenschappers zich bewust zijn van de gevaren voor de natuur – en dus ook voor de mens – in een warmer klimaat. Blijft de vraag wat ons nog meer boven het hoofd hangt in deze tijd van grote veranderingen.
 
Harry Knipschild
18 november 2020
 
 
Literatuur
François Ravary, ‘De sprinkhanen te Nanking’, 17 juli 1877, in Katholieke Missiën, 1878
Adolf Bruylant, ‘Oost Mongolië’, Missiën in China en Congo, november 1893
Anna Louise Strong, ‘Sprinkhanen-oorlog in Turkestan’, Atlantic Monthly, in de Kern, 15 maart 1931
‘Meer sprinkhaansoorten door warmer klimaat’, Volkskrant, 7 juli 2009
‘Italiaans eiland zit helemaal vol met sprinkhanen’, NOS, 11 juni 2019
Koos Dijksterhuis, ‘Let eens op of u een kanjer van een sprinkhaan tegenkomt’, Trouw, 17 juni 2019
Tessa Louwerens, ‘Sprinkhanenplaag bestrijden is een logistieke nachtmerrie’, Resource, 4 februari 2020
Erik van Zwam, ‘De sprinkhanenplaag is gedeeltelijk onder controle, gedeeltelijk dan’, Trouw, 13 augustus 2020

 

  • Raadplegingen: 4932