Skip to main content

28 - De laatste koning(in)en van Myanmar: 2 Thibaw

 
 
In het eerste deel van dit drieluik over de laatste koningen en koninginnen van Myanmar heb ik aandacht besteed aan koning Mindon die, na een staatsgreep, het Aziatische land regeerde in de jaren 1853-1878. In dat laatste jaar kwam hij op 70-jarige leeftijd te overlijden. Mindon werd opgevolgd door een van zijn vele zonen, Thibaw, die nog maar negentien jaar was.
 
De Brit James George Scott (pseudoniem: Shway Yoe) publiceerde in 1882 een boek over het koninkrijk dat in 1853 door de Britten beroofd was van twee-derde van zijn grondgebied, economisch gezien bovendien het beste, het meest vruchtbare deel, met veel teakhout.
   Het nog overgebleven stuk land in het noorden, met Mandalay als nieuwe hoofdstad, werd door de Engelsen aangeduid als ‘Upper Burma’. Voor de Europeanen werd havenstad Rangoon (Yangon), de hoofdstad. Scott (1851-1935), die lange tijd in Myanmar woonde en voor de Britten werkte, had weinig sympathie voor de laatste koningen – en al helemaal niet voor Thibaw.
 
 
28 1 ThibawThibaw
 
 
De moeder van de nieuwe koning
 
 
Om te beginnen vroeg Scott zich af in hoeverre Thibaw de wettige erfgenaam van Mindon kon zijn. Zijn moeder, Laungshe, een van de vele vrouwen van de voormalige koning, was geen volbloed Birmese vrouw. “She had a good deal of Shan blood in her veins”.
   Bovendien had Thibaw’s moeder een affaire met een boeddhistische monnik gehad, aldus de Brit. Dat gaf twijfel over het vaderschap. “Just before Thibaw’s birth [1 januari 1859] it was discovered that his mother was unpardonably intimate with a pongyi, one of the mendicants of the royal monastery”.
   Toen Mindon op de hoogte gebracht werd van het avontuurtje van deze echtgenote, greep hij onmiddellijk in. “The monk was thrown into prison, and died there very suddenly of official colic”. Zijn echtgenote, de biologische moeder van Thibaw, werd evenmin gespaard. “The queen was sent to a nunnery, where she remained till Thibaw came to the throne”.
   Volgens Scott had de vrouw maar beter in het vrouwenklooster kunnen blijven, want toen ze in 1878 terug mocht keren in het openbare leven, ging het opnieuw mis. “There was a fearful scandal. Some thirty people about the court were beheaded, and the queen dowager was relegated to the convent”.
   De moeder van de koning werd dus enigszins gespaard, maar anderen verlieten onvrijwillig het leven.
   Overigens: onafhankelijke rechtspraak bestond niet in het koninkrijk. De vorsten werden niet voor niets ‘koning van leven en dood’ genoemd. Zij beslisten of iemand mocht leven of moest sterven.
 
 
Thibaw: geen slimme en ook geen vrolijke leerling
 
 
De geboorte van Thibaw leek niet van belang te zijn aan het hof van Myanmar. Mindon had meer dan genoeg zonen. Het jongetje werd ondergebracht bij een van zijn ooms, waar hij stevig aangepakt werd, alweer volgens Scott.
   In zijn positie kwam verandering toen een Britse zendeling, John Marks, werkzaam voor de Society for the Propagation of the Gospel (SPG), zich anno 1860 in Myanmar kwam vestigen. Na enige tijd vroeg Mindon aan de Brit wat een goede leeftijd was om Engels te gaan studeren. Als ze een jaar of twaalf zijn, kreeg de koning te horen.
   Mindon had diverse zonen die aan dat criterium voldeden en liet hen meteen naar de school van de zendeling gaan.
   Volgens Scott had Thibaw, de jongste van het stel, nauwelijks contact met zijn (vermoedelijke) halfbroers. Hij ging altijd in zijn eentje naar school, gezeten op het koninklijke vervoermiddel: een olifant. Thibaw liet zich vergezellen door een slaaf die zijn cheroots (Birmese sigaren) en doos met betel (sirih) droeg. Het slaafje werd slecht door hem behandeld.
   Ook in de klas zat hij altijd apart.   
 

28 2 George Scott met cherootGeorge Scott met cheroot (Birmese sigaar)
 
 
Van een vrolijk karakter of voorbeeldig gedrag was geen sprake, integendeel. “He was a surly, morose boy, not very good at his lessons, and once or twice narrowly escaped the usual result of such conduct”. Geslagen vanwege zijn wangedrag werd de prins waarschijnlijk niet, maar een gedeelte van de Engelse les was hij geen volwaardige deelnemer. “I believe he was never actually birched, but he had several times to stand in the corner”.
  
In één opzicht dacht de Britse auteur positief over Thibaw’s jeugdjaren: “He used to be fond of cricket, and slogged away in fairly good pendulum form”. Daar hield het evenwel mee op. “He never would field out, and used unprincely language to anyone who bowled him”.
 
Als je de auteur, die hem persoonlijk meemaakte, mag geloven moet Thibaw een vervelend jongetje geweest zijn. Maar wat deed het ertoe, schreef hij, het stond al lang vast dat een veel oudere halfbroer, de Mekhaya prins, bestemd was om koning Mindon op te volgen. “Nobody paid attention to his vagaries then, for he was the twentieth or thirtieth son”.
   Volgens Scott verslofte Thibaw’s kennis van het Engels al snel nadat hij bij John Marks vertrokken was.
 
 
In het koninklijke klooster
 
 
Vóór Mindon in Myanmar aan de macht gekomen was door zijn broer Tharrawaddy af te zetten, had hij als monnik in een klooster op de Mandalay-heuvel gewoond.
   Mindon overwoog dat de lastige Thibaw misschien eveneens thuishoorde op die plek. Zo werd het jongetje in het koninklijke klooster op de heuvel ondergebracht.
   Als monnik deed Thibaw het beter dan in het klasje van de zendeling. Scott: “When his initiate was over, he passed with honours as ‘patama kyaw’”.
   Ter verduidelijking: “An examination in the bitaghat thonbong, the three ‘baskets’ of the buddhist law, and sundry other volumes of ritual and controversy”.
 
 
28 3 klooster

 
Met zijn prestatie in het boeddhisme viel het jongetje voor het eerst op. “This was what first drew the old king’s attention to him”, is in The Burman te lezen.
   Mindon, een vrome koning, was op leeftijd gekomen en keek er met voldoening op terug dat hij de vijfde grote boeddhistische synode in 1871 had georganiseerd. Voor het eerst was Mindon trots op zijn zoon. Scott wist dat Mindon iedereen verveelde door hoog over hem op te geven en te voorspellen dat hij wellicht voorbestemd was een belangrijk rol in de ‘staatsgodsdienst’ van het land te spelen.
   Maar volgens de auteur, die een lage dunk had van dat rare volkje ten noorden van het door de Britten veroverde gebied, wisten de mensen in zijn omgeving wel beter. “Even in those days Thibaw was a disgraceful little rip”.
   De koning zou het helemaal bij verkeerde eind hebben.
 
Niet iedereen was zo negatief over Thibaw als Scott. Harold Fielding, auteur van Thibaw’s Queen, merkte uit eigen waarneming op: “Prince Thibaw was a good novice and observed the laws and worked hard at his books, everyone tells you that”. Hij voegde er nog aan toe: “He was a pleasant boy, good humoured and kind hearted, hating to be worried about things, liking to take the world easily. Everyone speaks well of him when he was a boy”.
   Iedereen misschien, maar niet James George Scott, Fielding’s landgenoot, die hij wellicht meer dan eens in Mandalay ontmoette.
 
 
Tienerliefde
 
 
Als veelbelovende boeddhistische monnik – en teenager – trok Thibaw de aandacht van de meisjes in zijn omgeving, met name de prinsessen aan het hof. Ze bezochten het klooster en flirtten met hun mannelijke leeftijdgenoten. Zo gaat dat nu eenmaal in het leven.
   Toen de oude abt van het klooster (de ‘kyaungpogo’) er achter kwam dat zijn discipelen zich niet als de gewenste asceten gedroegen maar gewoon deden waar hun hormonen om vroegen, greep hij hardhandig in. Het zou een schande voor zijn klooster zijn als er brokken kwamen. Scott had gehoord dat hij met name de puberende prins stevig aanpakte. “He tied the raffish young princeling’s hands up to a tree and swished him soundly”.
 
Een van de prinsessen zag de prins wel zitten, schreef Harold Fielding in zijn boek Thibaw’s Queen. Nog vóór hij naar school moest speelde zij, Supalayat, altijd met hem in het nieuwe koninklijk paleis.
   Naarmate ze ouder werden gaven ze steeds meer om elkaar. Het meisje vergat hem dan ook niet toen hij op de heuvel werd opgeleid en opgevoed om de rest van zijn leven een rol te spelen als monnik.
   Fielding van uit Mandalay: “Though she might not see him yet, she remembered him always. Whenever she could, she would send him a message, a letter, a little present”.
   Zo ging het een tijd door. Supalayat vond uit tot hoe ver ze gaan kon. “There are not many things a monk may receive, but all she could, she did. New robes and sweet food, and books, and above all loving words, such did the princess send to the young prince in the monastery”.
 
Koning Mindon had wel andere zaken aan zijn hoofd. “He went on believing the ‘senior theolog’ to be a miracle of piety and learning”.
   Toen Thibaw met vlag en wimpel voor zijn monniken-examen slaagde kregen de heilige kippen en hanen op de kloosterheuvel een maand lang een dubbele portie voer om dat te vieren.
  
 
Intriges aan het hof
 
 
De eventuele relatie tussen een jonge prins en een prinses was voorlopig niet van het minste belang. “Mindon did not by any means intend Thibaw to succeed him on the throne. The Nyaungyan was the man he named”.
   Fielding legde het anno 1899 nog eens uit aan de mensen in het Westen: “In European countries where we have feudal customs and the right to primogeniture there is no doubt as to who will succeed to king. The king dies, and his eldest son becomes king. He is accepted by all as the rightful claimant to the crown.
   But in these countries it is not so. To be the oldest son is no sure title to a kingdom, or indeed to anything, save to his share of the paternal property. All sons are much alike, and the eldest has no exclusive claims”.
   Over de situatie in 1878 legde Fielding vast: “When the king lay upon his death-bed, there was no prince to whom was assured the succession of the throne”.
   Over vrouwen geen woord.
 
Die vrouwen waren er natuurlijk wel en speelden, als je leest wat er achteraf bekend werd, een dominante rol. Een van hen was koningin Sinpyumashin. Zonen had ze niet, maar wel drie dochters, potentiële huwelijkskandidaten dus. Omdat ze geen zonen had, leek ze misschien minder belangrijk in de opvolging van Mindon.
   Als de heerser kwam te overlijden zou het wel eens ‘spannend’ kunnen worden. Je was er immers nooit zeker van wie aan het bewind kwam en wie er door de ‘koning van leven en dood’ naar de eeuwige jachtvelden gestuurd werd. Moordpartijen ter wille van de macht waren nu eenmaal schering en inslag.
   Sinpyumashin werd een zeer moedige vrouw genoemd. Zij zocht contact met de meest invloedrijke ministers van Mindon, zoals de kinwun mingyi, minister en dus dienaar van de koning, niet de eerste de beste. Fielding omschreef hem als een wijze man die de tijdgeest aanvoelde en in de gaten had wat de toekomst zou kunnen brengen.
   Enkele prinsen hadden een kliek om zich heen zodat zij, als het zover was, zelf de macht hoopten te grijpen. Sinpyumashin had andere plannen. Ook zij wilde de zaken naar haar hand zetten en wist de minister voor zich te winnen. Thibaw, een jonge onbelangrijke zoon zonder enige ervaring, moest koning worden en trouwen met de oudste van haar drie dochters, Supayagyi (de oudere zus van Supalayat). Als koningin-moeder kon zij dan vanachter de schermen de touwtjes in handen nemen.
   Over Supayagyi schreef Fielding later: “She seems to have been a quiet biddable girl, willing to do what she was told, ready to be wife to her half brother the king [Thibaw dus]. She was about the same age as the king”.
 
 
Het overlijden van koning Mindon, oktober 1878
 
 
Het einde van koning Mindon kwam plotseling, volgens sommigen ‘te plotseling’, op 1 oktober 1878 (volgens Fielding op 28 oktober, volgens Marks op 12 september). Sinpyumashin en de kinwun mingyi (door Scott aangeduid als ‘head of the ministry’) voerden hun plan uit.
   Fielding: “His death was very sudden – so sudden that no one was prepared for it. No one had made the necessary preparations for what was to happen afterwards, to prevent the trouble that that would certainly arise”.
   Aan het tamelijk vreedzame bestaan onder Mindon kon nu wel eens snel verandering komen. “As long as the king was thought to be alive there would be peace. At the news of his death all the varying discordant interests would awake and fight”.
   Nog vóór het nieuws van de dood naar buiten kwam moest er snel en rücksichtlos gehandeld worden. “If Sinpyumashin and her party were to succeed in their plans they must act, act quickly, ere the news was spread. The news of the king’s death was concealed, and rapid and secret action was taken”.
 
 
Troonopvolging
 
 
28 4 Mandalay Hillkloosterheuvel bij Mandalay
 
 
Thibaw, 19 jaar, werd uit het koninklijke klooster op de heuvel gehaald en, wellicht tot zijn verbazing, tot koning van Myanmar, hoofd van de Konbaung-dynastie, verklaard. Op geen enkele wijze was hij ervoor klaargestoomd.
 
De overige leden van de familie kregen op een andere manier te maken met de onverwachte gebeurtenissen aan het hof in Mandalay. Zonder dat men wist dat Mindon overleden was werd ‘iedereen’ gevraagd te komen. “Messengers were sent all about the palace in great haste to the king’s children. ‘The king is very ill. He is dying and before he dies, he wishes to see you’.
   All through the golden corridors the order went that the king’s children should come swiftly to their father’s side. Others were called too, officers and ministers. In the soft tropic night they came in two and threes, awakened suddenly from their sleep”.
   Na enige tijd was iedereen bij elkaar. “All the king’s sons who were in the palace and some of the daughters, came to see the last of the king, their father. The great chamber outside the bedroom of the king was crowded with men, with women, with children, even with babies. Many were crying”.
 
De prinsen, prinsessen en anderen wachtten erop dat ze tot de koning toegelaten werden om afscheid van hem te nemen.
   Zo ging het echter niet. “As they waited the corridors filled up with armed men. The doors were closed. Sentries were drawn. Swords were seen to stand at each entry of the great room.
   The silence was broken by rattle of steel, the movement of armed men.
   While they gazed at it, wondering what it all meant, in fear, there came to them, not the messenger from their dying father, but an officer with far different words: ‘The king is dead. Thibaw is king now, We have heard that you are plotting against him, or may plot. So you are all prisoners. Take them away’”.
   Iedereen, mannen, vrouwen en kinderen, ze werden ter plekke gearresteerd. “All were led away to prison”.
 
 
28 5 John MarksJohn Marks
 
 
Volgens John Marks, de Britse zendeling, had koning Mindon bij zijn overlijden maar liefst zeventig zonen. Twee van hen wisten te ontsnappen – niet in een boekenkist, zols Hugo de Groot uit slot Loevestein, maar een vermomd als allochtoon hulpje.
   Marks: “My colleague, the Rev. James Colbeck, was instrumental in saving their lives. He has left the following account of what took place: ‘A lady of the palace came to me dressed as a bazaar woman, and shortly after, about a dozen others came. I had to take them in and secrete them as well as possible.
    A few minutes afterwards there came in a common coolie, as I thought. I got up and said: ‘Who are you?’
    He said: ‘I am Prince Nyoung-yan; save me’.
    He was terribly agitated and escaped from a house in which he was confined. His uncle had been cut down in opening a way for the prince to escape.
    So soon as dusk came we dressed up our prince as a Tamil servant and smuggled him into the residency compound, right under the noses of the Burmese guard at the gate. He carried a lamp and held an umbrella over me, as it was raining, and I spoke to him as a servant until the coast was clear”.
    De prins wist Calcutta in Brits-Indië te bereiken.
 
 
Supalayat wordt koningin
 
 
Moeder Sinpyumashin had het eerste deel van haar krijgsplan voorlopig met succes weten uit te voeren. Nu nog Supayagyi, haar oudste dochter, met Thibaw laten trouwen.
   Dat bleek moeilijker te zijn.
   Supalayat, middelste van haar drie dochters, de ‘Alexia van Mandalay’, speelde het spel niet mee. Dat lag volgens zendeling Marks ook niet in haar aard. “As I child I had known her to be cruel and vindictive.
   Her mother knew of her weakness, and instead of correcting it she condoned it. Talking to me one day about her, she said: ‘Yes, she is a bad boy. She has always been a bad boy’, using the masculine gender as a term of endearment.
   As far as I was able to judge, it seemed to me that the mother’s idea was that by encouraging her in her badness, her daughter would acquire ‘authority’”.
   John Marks: “Supalayat, as a child, used to catch birds and then tear them limb from limb in mere wanton cruelty. It was her way of enjoying herself”.
 
De zendeling bevestigde nog eens hoe onervaren Thibaw was. “He came straight from a monastery to the throne. He left the seclusion and the discipline of the cloister to assume the unrestrained and limitless powers of an absolute sovereign.
   Could any worse training be imagined for a king like this?”
 
Als je afgaat op de waarneming van Fielding moet Supalayat begrepen hebben dat ze onmiddellijk diende te handelen. “She was a year younger than the king, a girl such as her mother had been before her, proud and passionate, loving and ambitious”.
   Toen het meisje hoorde wat er aan de hand was wist ze de nieuwe koning per brief te bereiken. “She lost no time”.
   Zo kreeg de 19-jarige vorst de brief onder ogen, waarvan Fielding in het Engels de inhoud omschreef als: “The king is now king and I, his sister the middle princess, rejoice with him. He has become king – no one knows how”.
   Volgens Birmese gewoontes zou de koning met haar oudste zus moeten trouwen. “It is said that he will take to be his wife the great princess, my sister”.
   Dat hoefde Thibaw volgens haar niet te accepteren. Hij was immers van het ene moment op het andere alleenheerser geworden. “If the king stops to think this will not be so”.
   Zo goed was Supayagyi niet: “Did my sister ever care for the king? What did she ever do for him? When the king was sent away from the palace to be a monk, did she write to him? Did she send him money and presents?
   There was no one who wrote to the king but me, the middle princess. No one ever remembered him, no one ever sent him presents but me”.
   Supalayat eindigde haar brief met een voorstel: “Let the king consider in his heart, let him call back the memories of the past and he will be sure that he can have no queen but me”.
   De brief leverde het gewenste resultaat op, aldus Fielding. “A little later in the day the middle princess left her mother’s rooms and went to the king. Straight to the king’s apartments she went”.
 
De moeder van de drie prinsesjes deed er alles aan om Thibaw en Supalayat te dwarsbomen. Ze zou op de nu almachtige koning afgestapt zijn en geëist hebben dat haar middelste dochter naar haar onderkomen zou terugkeren. “She ordered the girl to come”.
   Supalayat week echter niet van de zijde van Thibaw. “The girl would not go, nor would the king order her to do so. As she wished to stay, she should stay, so said the king. All her threats and expostulations were in vain.
   The king was king and his will was law”.
 
Voor de buitenwereld werd nóg een toneelstuk opgevoerd. Omdat van een Birmese koning nu eenmaal verwacht werd dat hij met meer dan één vrouw in het huwelijk zou treden en dat de oudste van de drie prinsessen voorlopig het gezicht naar buiten moest zijn volgens het gewoonterecht, trouwde de koning in het openbaar met Supayagyi. Maar in werkelijkheid was het Supalayat die voortaan als de grote koningin optrad. Haar twee zusjes verdwenen naar de achtergrond.
   Er is nog een portret bewaard gebleven waarop je de koning ziet afgebeeld met zowel Supayagyi en Supalayat.
 
 
Thibaw en zijn familie in februari 1879
 
 
Kort na het overlijden van koning Mindon konden Thibaw en Supalayat zich op de troon nestelen in Mandalay. Maar hun heerschappij was niet veilig. De opgesloten familieleden en de ontsnapte prinsen op Brits koloniaal gebied vormden een permanente bedreiging.
 
 
28 6 boek George Scott
 
 
In 1881 deed Scott verslag van hetgeen zich vervolgens afspeelde. “The queen mother and Supalayat persuaded the king that he would never be safe till the princes were put out of the way”.
   De twee belangrijkste vrouwen aan het hof zouden dus het initiatief genomen hebben. “It is said that Thibaw at first flatly refused, and then, broken down by daily taunts, pleaded the danger from the British government”.
   De jonge koning, inmiddels 20 jaar, was op zijn hoede dat de Britten, die het hele zuiden van zijn land al hadden ingepalmd, naar Mandalay zouden doorstoten als hij rare dingen deed.
   Hij werd echter gerustgesteld. “He was overruled. The queen dowager (Sinpyumashin) called in a European (not an Englishman), and asked what would be done if all the imprisoned princes were massacred?
   He answered there would be a great deal of talk and nothing more”.
   Als een soort Pontius Pilatus zou Thibaw zijn zegen gegeven hebben. Daarna barstte het geweld los.
 
In de Britse verslaggeving uit die tijd kon je tal van details lezen.
   “The eldest prince, Mekhaya, died shrieking for mercy at the hands of his ow slaves”.
   “Wih his last breath, prince Thonse prophesied a speedy a speedy and bloody end for the ‘runaway monk’”. Enzovoort.
   De voormalige gouverneur van Bago (Pegu, nu Brits) viel een speciale behandeling ten deel. “He had his nostrils and gullet crammed with gunpowder and was thus blown up”.
   De prinsessen en kinderen werden evenmin gespaard in de drie nachten van de Birmese ‘lange messen’.
   Terwijl er gemoord werd, was er tevens ‘feest’ in Mandalay. “All the three days bands of music were playing throughout the palace. Dancers, posturing to divert attention from what was going on, and to drown the cries of the victims”.
 
 
28 7 bloedbad 1879Het bloedbad van februari 1879
 
 
Scott meldde in zijn verslag dat hij zich nog inhield met het geven van details. Fielding gaf later zijn eigen versie, met name over hoe de inwoners van de stad het ervaren hadden: “There was a great hush over the city and town of Mandalay. A great fear of unknown horrors. Men kept to their houses in fear. In streets where at other times you would hear music and see dancing, there was darkness and silence. No one slept. In the darkness of their houses they listened and watched”.
 
 
Nieuws uit Myanmar
 
 
In vroeger jaren zouden dit soort Aziatische gebeurtenissen niet tot Europa zijn doorgedrongen. Er waren nauwelijks Europeanen in die gebieden toegelaten. Maar dankzij de telegraaf was dat tijdperk voorbij. In zijn boek The Tools of Empire legde Daniel Headrick uit over de communicatie-revolutie van de negentiende eeuw. Kabelverbindingen vanuit Londen over de hele wereld brachten het nieuws, dat eerder verborgen bleef, als het ware in ieders huiskamer. Wat in Mandalay gebeurde bereikte alle uithoeken van de aardbol – tot zelfs in bijvoorbeeld Gorcum.
 
In de Nieuwe Gorinchemse Courant van 4 oktober 1879 kon je bijvoorbeeld lezen: “Omtrent het bloedbad, dat de koning van Birma [Thibaw] onlangs onder de vrouwen en kinderen van zijn vader [Mindon] heeft aangericht, vinden wij de volgende bijzonderheden. De oude koning had 53 vrouwen, waarbij hij 48 zoons en 62 dochters had. Van die 110 kinderen overleefden hem er slechts 59.
   Van zijn 54 vrouwen waren er bij zijn dood nog 41 in leven, waarvan er zich twee in de gevangenis bevonden, verdacht van deelgenootschap aan een samenzwering tegen hun echtgenoot, twee andere waren wegens echtbreuk verbannen.
   Van de 37 vrouwen, die bij ’s konings dood dus in vrijheid waren, doodde koning Thibaw er één, die de moeder was van een zijner voornaamste mededingers voor de troon, benevens veertien van haar kleinkinderen. Verder doodde hij nog veertien van zijn broers.
   Zestien weduwen van de oude koning benevens negen zusters van koning Thibaw bevinden zich in boeien, voor het merendeel omkomende van gebrek”.
 
De redactie van de lokale Nederlandse krant had de smaak te pakken en ging door met het plaatsen van gruwelijke Britse berichten over het achterlijke land ver weg in Azië. Zoals op 18 oktober 1879.
   “Koning Thibaw verkeert tegenwoordig in een toestand, die hem tot alles in staat maakt. Een prinses schreef een briefje uit het paleis, waarin zij meldt, dat de koning zich onlangs woedend maakte over een kat. Het vermetele dier waagde het namelijk, in de allerhoogste tegenwoordigheid te miauwen en herhaalde zelfs dit misdrijf, vóór iemand in staat was het te verhinderen.
   Zijne Majesteit liet de kat opvangen en stak haar met hoogst eigen handen in een muizenval, zijn omgeving mededelende, dat als zij niet zorgde dat de kat er in bleef, hij iedereen in zijn nabijheid het hoofd zou laten afslaan.
   In deze toestand bleef het arme dier. Thibaw kwam er elke dag naar kijken en amuseerde zich uren lang met het beest te tergen, door het buiten de val aan voedsel te laten ruiken. Dat men dagelijks nog niet van erger dingen hoort, waarvan deze bloeddorstige duivel de oorzaak is, moet slechts geweten worden aan vrees.
   Enige dagen geleden werden vijftien arme drommels om geen andere reden vermoord dan omdat zij het brood van Nyoung-Yan gegeten hadden. Deze nieuwe gruweldaad kan slechts toegeschreven worden aan een demonische hartstocht om bloed te vergieten of aan een hooghartige uitdaging als antwoord op de vertogen van de Engelse autoriteiten”.
 
 
28 8 krantkrant in Gorcum
 
 
Na deze ingreep kon koning Thibaw in elk geval wat rustiger op zijn troon zitten. Dat hield hij, samen met zijn Supalayat, nog zes jaar vol tot in 1885.
   Aan die jaren zal deel drie van dit drieluik gewijd zijn.
 
Harry Knipschild
29 mei 2020
 
Clips
 
 
Literatuur
 
Nieuwe Gorinchemsche Courant, 1879
Harold Fielding, Thibaw’s Queen, Londen 1899
John Marks, Forty Years in Burma, Londen 1917
Shway Yoe (James George Scott), The Burman. His life and notions, New York 1963 (1882)
Daniel R. Headrick, The Tools of Empire. Technology and European Imperialism in the Nineteenth Century, Oxford 1981
William J. Topich, Keith A. Leitich, The History of Myanmar, Santa Barbara 2013
  • Raadplegingen: 8571