320 - Jack Jackson, een stem van radio Luxemburg
De afgelopen jaren heb ik een aantal mensen gevraagd naar hun vroegste muzikale pop-herinneringen. Steevast kwamen dan de Engelstalige uitzendingen ter sprake van radio Luxemburg, de commerciële zender die zich ‘Station of the Stars’ noemde en op 208 meter middengolf vanuit het groothertogdom uitzond.
Je hoorde er vrijwel de hele dag populaire muziek, ’s morgens in het Nederlands, ’s middags in het Duits en vanaf 7 uur ’s avonds waren de uitzendingen gericht op de Britten. Tijdens de programma’s van de BBC kwam die muziek nauwelijks aan bod.
Ondanks de slechte geluidskwalieit was radio Luxemburg enorm populair: in het land der blinden is eenoog nu eenmaal koning. De muziek van het continentale station werd ’s avonds tevens in Nederland druk beluisterd op de kamers van jonge popmuziek-liefhebbers – niet altijd tot genoegen van de ouders die met de wilde klanken uit de Verenigde Staten van Amerika weinig op hadden.
Eigen ervaringen
Zelf was ik ook van de partij. Nadat ons gezin in 1955 in Maastricht verhuisde van Cörversplein 12 naar Waldeck Pyrmontstraat 2 kreeg ik niet veel later op de zolderverdieping voor het eerst een eigen kamer. Mijn vader had er niet alleen gele kasten gemaakt voor de schoolboeken maar ook een rood-geverfd plankje waar ik een eigen radio op kon zetten. Tijdens het maken van het huiswerk (en daarna) luisterde ik vaak ’s avonds naar radio Luxemburg. De titels van nieuwe platen noteerde ik in een schriftje.
Dat laatste was niet altijd makkelijk. De school (Veldeke-gymnasium) besteedde meer aandacht aan oude talen, Latijn en Grieks, dan aan de (toekomstige) wereldtaal Engels. In de vijfde klas van de lagere Sint Martinus-school werd al Franse les gegeven. Op het gymnasium volgde Engelse pas in de tweede klas.
Als gevolg daarvan luisterde ik, zeker de eerste jaren, naar de popmuziek van toen zonder er al te veel van te begrijpen. En ik was zeker niet de enige. Het ging om de sound, de sfeer, de melodie, niet echt om de tekst.
Waarschijnlijk (mede) door gebrek aan kennis van de taal waren instrumentale singles populair in die tijd – denk aan ‘Red River Rock’ (Johnny & the Hurricanes), ‘Because they’re young’ (Duane Eddy), ‘Apache’ (Shadows), ‘Sail along silvery moon’ (Billy Vaughn), ‘Teen scene’ (Hunters), ‘Walk don’t run’ (Ventures), ‘Wheels’ (Stringalongs), ‘Tequila’ (Champs) enzovoort.
Achteraf ben je verbaasd dat je niet begreep waar het in het liedje om draaide. Zo noteerde ik in 1960 nog, kan ik me herinneren, ‘O, a tree in motion’ in het schriftje in plaats van ‘Poetry in motion’ (Johnny Tillotson).
Radio Luxemburg was een magische zender. Samen met Hans Jansen liftte ik in de zomer van 1964 vanuit Utrecht dwars door Europa om te eindigen in Opatija (Joegoslavië, nu Kroatië). Op de terugweg belandden we in de stad Luxemburg. Uit nieuwsgierigheid liepen we op een warme avond naar het gebouw in een park, waar zich de studio’s van de zender bevonden.
Toen er werd open gedaan legde ik uit dat ik programma’s maakte voor radio Veronica. Je komt zeker voor Barry Alldis (1930-1982) werd me gevraagd. Ik vertelde dat ik gewoon eens wilde kijken hoe het er toeging. Stante pede werden Hans en ik naar een grote ruimte gebracht, van waaruit een paar minuten later de Engelstalige Elvis Presley-show live zou worden uitgezonden. Het raam van de studio in het park stond gewoon open. De rechtstreekse uitzending, waar ik bij aanwezig was, had een informeel maar tevens professioneel karakter. De muziek van Presley werd met kennis van zaken aangekondigd.
Een mooie ervaring.
Selectie van platen
Het is een bekend verhaal. De meeste Engelstalige uitzendingen van radio Luxemburg bestonden uit programma’s van grammofoonplaten, die betaald werden door Britse grammofoonplatenmaatschappijen. De platenmaatschappijen bepaalden dus voor een groot gedeelte wat de luisteraars te horen kregen. Een uitzondering was bijvoorbeeld de Britse top 20, die op zondagavond laat de ether in ging.
De platenmaatschappijen lieten de zwarte 45 toeren-schijfjes nooit helemaal horen. Alleen de eerste minuut kwam aan bod om daarna snel over te gaan naar het volgende plaatje. De bedrijven lieten de platen die ze onder de aandacht wilden brengen aan elkaar praten door disk-jockeys, een fenomeen dat uit Amerika geïmporteerd was. In de jaren vijftig had je aan de overkant van de Atlantische Oceaan deejays als Alan Freed, Bill Randle en Dewey Phillips die er in sterke mate toe bijdroegen dat rock-muziek, en zelfs welke rock-muziek, bij de jeugd populair werd.
Jack Jackson, februari 1958
Bij radio Luxemburg was dat dus niet zo. Daar hadden de platenmaatschappijen het voor het zeggen. DJ’s als Sam Costa, Pete Murray, Jimmy Saville, Tony Hall, Barry Alldis en Jack Jackson hadden geen of nauwelijks invloed op wat de jonge luisteraars in Europa te horen kregen.
Jack Jackson op jeugdige leeftijd
Jack Jackson (1906-1978) was aan het einde van de jaren vijftig en daarna, misschien wel de populairste diskjockey van Brits radio Luxemburg. De jongste was hij zeker niet. Al tijdens de Eerste Wereldoorlog leerde Jack, zoon van de dirigent van een Engelse muziekkapel, zich bekwamen in het bespelen van instrumenten als cello, viool en trompet. Het vak van diskjockey, waar je in onze tijd kapitalen mee kunt verdienen, was nog lang niet uitgevonden. Grammofoonplaten (op 78 toeren) werden meestal slechts in kleine hoeveelheden verkocht. Handel in muziek had vooral plaats in de vorm van bladmuziek.
Jack Jackson werd beroepsmuzikant. In het blad Disc was later te lezen: “Jackson had a long musical training. He first played trumpet in a local brass band in Kent [net als zijn vader]. From there it was a small work, and a succession of band jobs prior to becoming a full-time professional musician aboard a Cunard liner. After that he was soon in demand for ‘plum’ jobs and could be found with Jack Hylton [1927], Percival Mackey and Jack Payne [BBC dansorkest, 1931]”.
Volgens de auteur van het artikel in Disc uit 1958, Doug Geddes, groeide Jack Jackson uit tot ‘one of THE bandleaders’ van vóór de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 1933 stond hij, pas 27 jaar, op eigen benen. Vijf jaar lang trad Jackson met een eigen band op in het Londense Dorchester Hotel. Vanuit dat hotel manifesteerde hij zich in die tijd met melodieën als ‘Dancing in the dark’, ‘Make those people sway’ en ‘Play it to me, gypsy’ (‘Du schwarzer Zigeuner’) – dat laatste nummer werd op de plaat gezongen door zijn latere radio Luxemburg-collega Sam Costa.
Jack Jackson keek in de jaren dertig al verder dan zijn neus lang was. In 1933 zette de nationale Luxemburgse zender onder leiding van de jeugdige Stephen Williams uitzendingen op in de Engelse taal – met als doel geld verdienen. In Engeland had de BBC het monopolie van radio-uitzendingen toegespeeld gekregen. De Britse autoriteiten beschouwden de onderneming van het buitenlandse station, midden in Europa gelegen, als illegaal, zoals ook later de zeezenders door de ogen van politici als illegaal gezien werden, hoewel ze geen enkele wet overtraden.
Radio Luxemburg werd vanuit Londen dus ‘gepest’. Zo mocht het station geen gebruik maken van Britse telefoonlijnen. Veel radioprogramma’s werden in Engeland gemaakt, op schijven vastgelegd en dan naar Luxemburg gevlogen om van daar te worden uitgezonden.
Voor Jack Jackson was dit alles blijkbaar geen handicap. Aan het einde van de jaren dertig had hij al zijn eigen programma’s op radio Luxemburg, die in Engeland goed beluisterd werden.
Na de Tweede Wereldoorlog
Op sommige vooroorlogse grammofoonplaten van Jackson kon je een soort humoristische vrolijkheid horen - alsof de artiest afstand nam van zijn eigen muziek.
Jack liet zich meer en meer inspireren door de Amerikaanse drummer Lindley ‘Spike’ Jones (1911-1965), leider van een orkest dat zich de City Slickers ging noemen. “Spike became bored playing the same music each night. He found other like-minded musicians and they began playing parodies of standard songs for their own entertainment. The musicians wanted their wives to share their enjoyment, so they recorded their weekly performances”.
Door die zelfgemaakte opnamen werden ze ontdekt door platenmaatschappij RCA Victor. De parodieën op populaire liedjes, zoals gebracht door de City Slickers van Spike Jones, werden grote successen. Jones haalde als drummer dolle streken uit. “A railroad restaurant chef taught him how to use pots and pans, forks, knives and spoons as musical instruments”. De andere City Slickers werkten eveneens met komische geluidseffecten.
Spike Jones City Slickers
Tijdens de oorlog (1939-1945) liet Jack weinig van zich horen. “The war years came and, rejected on medical grounds, he turned to his other talent – cartooning. Jack was responsible for much caricature work for the ministry of Information”.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam er in de westerse wereld een einde aan het voortbestaan van de grote orkesten. Jack Jackson besloot in die tijd dan ook om niet opnieuw zo’n band op te zetten. In Disc kon je lezen: “After the war he decided not to reform his band, and turned to compering on the BBC Light Programme in such shows as ‘Record Roundup’, which ran from 1948 to 1977”.
De programma’s van de vader van alle Engelse disckjockeys werden in de jaren vijftig ook op de Britse televisie (!) uitgezonden – en niet te vergeten: via radio Luxemburg. Op zondagavond begon die zender om zeven uur zijn Engelstalige uitzendingen met Jack Jackson’s Jukebox.
Reportage bij Jack Jackson thuis
Begin 1958 greep Doug Geddes de kans aan om thuis bij Jack Jackson rond te mogen kijken. Het daaruit volgende artikel kreeg als titel: “Jack Jackson, the Peter Pan of disc jockeys”.
Geddes voelde zich vereerd. “For the first time, this most famous of all DJ’s has allowed a reporter into his fantastic private recording studio at his Hertfordshire home where the ‘Jack Jackson Show’ is prepared. Wondering just how this top-viewing TV show got on the air each week, Disc went behind the scenes; right behind, in fact, to Rickmansworth in Hertforshire, where the man himself lives”.
Geddes benadrukte nog eens dat de radio- en tv-presentator, voormalig muzikant en orkestleider, de middelbare leeftijd al behoorlijk overschreden had. “If anyone signifies perpetual youth, it is surely this popular Saturday visitor on our television screens. One would hardly think that the man who bubbles with fun is in his 50th year”.
Jack Jackson was niet armlastig als je de beschrijving leest van zijn woonomgeving, waar hij continu werkte aan het tot stand komen van programma’s. Alles was ingericht ten faveure van de populaire omroepman. “Much of the show is planned and prepared in his own home, an ‘olde worlde’ farmhouse. Nearby stands what was once the stables of the household. This is the nerve centre of the Jackson Show”.
Er was een echte geluidsstudio gecreëerd. “This outbuilding was completely converted by Jack and his charming wife, Eve. And now the scene inside would make many a recording engineer envious. A good-sized studio, fitted with an array of microphones, a grand piano, an organ, drums and variety of sound effects equipment. Partitioned off from this is the superb recording department. In this section much of the work is actually performed, and the show as we hear it put together”.
In de voetsporen van Spike Jones
apparatuur bij Jack Jackson thuis, februari 1958
Jack Jackson beschikte thuis over de meest geavanceerde apparatuur. “Four tape decks take up one side of the room, and on these the final tapes are superimposed, edited and assembled. Another side houses the record players, and a battery of these allow Jackson and his colleagues to play several discs at one time, and snatch the portions for which they are searching”.
Geddes bevestigde nog eens de bronnen van inspiratie voor de ‘platen-draaier’. “On the subject of comedy records, Jackson’s eyes seem to light up. I think he sees a sense of fun in everything he tackles, and this must contribute very largely to the secret of his success. Without any hesitation, he names his two funny record men as Stan Freberg and Spike Jones.
The products of these two artists have supplied Jack and the programme with a wealth of sounds and comedy effects. I know that whenever I hear an uninhibited and fiendish laugh, my own thoughts automatically turn to Spike Jones. He must surely be the most constant visitor to any Jack Jackson show”.
In navolging van Spike Jones zocht Jack Jackson steeds naar grappige geluidseffecten, die hij soms van grammofoonplaten uit zijn eigen collectie haalde. “Room is given to racks for the discs used in any current production. In one Jackson show there can be snippets from anything up to 50 records”.
André van Duin zou later op een identieke manier werken.
Archief met geluiden
Voor de geluidjes had Jack een eigen archief. “Another important set of racks contain every sound effect one can think of. If the zany script calls for the sounds of lions, camels, passing trains, soldiers on parade, or someone falling into the river, Jack is able to put his hand on just the right effect”.
Zo nodig produceerde de voormalige muzikant die geluiden ook zelf. “If, by any chance, he hasn’t got what he needs, he will soon produce it. A cupboard contains gadgets for producing noises, so that usually it’s a simple job to produce the desired sound”.
Jack Jackson liet de bezoeker zien en horen hoe hij dat deed. “When I watched a program under way, it was suddenly found that a large ‘gulp’ was required. Without more ado, Jack hastened into the studio, stood before the mike, and gave his impression of the sound to be placed on tape. Not only will that suffice for the programme in hand, but this ‘gulp’ will now become a standard effect which he knows he can draw on at any time”.
Het huis had bovendien een eigen echo-kamer. “The studio, being fitted with its own ‘echo camber’, is able to magnify the smallest sound into a frightening rumble”.
Kortom, elk denkbaar geluidseffect was mogelijk hier op het Engelse platteland. “As I’ve said, Jackson and his colleagues are never defeated for the lack of the unusual noise. In fact, they have real horses hooves, from which they can get a life-like effect of two coconut shells being rattled together!”
De montage was nog het moeilijkst. “Editing the tapes, and placing everything in its right sequence is one of the biggest tasks. Hours are spent on this each week, and here’s Jack’s associate. Mark White is a valuable key member to the production”.
Dagtaak om een wekelijks programma te maken
Het maken van een dergelijk programma was een dagtaak. “From dozens of sections of magnetic tape, music, sounds and other ingredients are joined together. Split-second timing is of the foremost importance, and the show must never pall. In a sequence I watched being assembled the sound of real heartbeats was being used.
Jack listened to the effect of this and decided that five beats would be better than six! The extra beat made the sequence too long – so out came one throb”.
Het was een continu proces. “Each week’s script is started upon within hours of the preceding programme coming off the air. Sunday and Monday are spent devising new comedy ideas, and from this comes the selection of discs that will be required”.
Als Jack Jackson zijn programma met geluiden af had, moest het nog geschikt gemaakt worden voor een tv-uitzending op tv-station ITV. “Complete scripts are soon on the way to the show’s residents and Glen Mason, Joan Savage and Paddie O’Neil begin studying what is expected of them in the next programme. They all get together for rehearsal run-throughs the day prior to actual transmission.
All these valuable artists are useful in translating the comedy sounds that Jack has prepared for them meanwhile on tape at Rickmansworth”.
Kennis van muziek-zaken
Jack Jackson aan het werk, februari 1958
Aan kennis van zaken ontbrak het Jack Jackson niet. Om te beginnen kon hij thuis kiezen uit ruim tienduizend zwarte schijven. “Jackson has lost count of the number of discs in his library. A complete system of filed records now numbers well over 10,000, but he confesses that there are many more tucked away all over the house. A filing system shows the titles of all records, and there are various cross-indexes for ease of finding a particular disc”.
Bovendien had hij een goed geheugen. “Jack has an uncanny memory, and can remember records or parts of records which he may wish to use, without reference.
Jack Jackson, of course, knows every facet of his job. He has long been a successful disc jockey on both BBC airwaves and on Radio Luxembourg, and there can be few discs he hasn’t heard or spun at some time or another”.
Volgens de redacteur van Disc was het ITV-programma, gebaseerd op zijn radio-uitzendingen, sinds 1955 week in week uit steeds populairder geworden in Engeland. “It now commands top viewing figures on this channel”.
Radio Luxemburg
De programma’s die Jack Jackson voor radio Luxemburg maakte – en die ook in Nederland goed beluisterd werden – zaten een stuk simpeler in elkaar. Maar de humor zat er altijd goed in. Door zijn originele manier van presenteren luisterde ik [HK] zelf bij voorkeur naar de programma’s die door de Britse platenmaatschappij Decca betaald werden. Een van de labels van het bedrijf was London, door Jackson consequent London American genoemd. Daarop werd de popmuziek van tal van Amerikaanse artiesten in Engeland, en vervolgens in diverse andere West-Europese landen verspreid.
Zo hoorden heel wat Nederlandse jongelui die muziek voor het eerst. In februari 1958 – ten tijde van het artikel in Disc – waren dat onder meer ‘Great balls of fire’ (Jerry Lee Lewis), ‘April Love’ (Pat Boone), ‘Bony Moronie’ (Larry Williams), ‘Good Golly Miss Molly’ (Little Richard), ‘Should we tell him’ (Everly Brothers), ‘Glad all over’ (Carl Perkins), ‘’Wait and see’ (Fats Domino). ‘Cool baby’ (Charlie Gracie), ‘Unchain my heart’ (Slim Whitman) en ‘Reet Petite’ (Jackie Wilson).
Programmering Radio Luxemburg 15 oktober 1961
Halverwege de jaren zestig, ten tijde van radio Caroline en radio London, vatte radio Luxemburg het leven van de populaire disc-jockey als volgt samen:
“Unquestionably the dean of deejays, Jack Jackson pioneered many of the gimmicks now taken for granted on radio and is regarded as one of the great masters of the turntable by other d.j.’s young and old. He breaks one of the unwritten rules of modern pop radio that all d.j.’s should be as young as their audience - he makes no secret of the fact that he is in his middle fifties, yet somehow (and this is his secret) puts out shows as lively as anyone half his age.
His use of humour in his programmes is now widely copied, but few others can match his effects, which he spends hours perfecting in his expensively equipped studio at home.
Jack Jackson was born in Belvedere, Kent, and as a young man studied at the Royal Academy of Music before entering show biz as a trumpet player. In the years which followed he played with numerous top bands such as those of Ambrose, Jack Hylton and Jack Payne, before forming his own dance orchestra in 1933. Until the outbreak of World War II he was almost constantly employed at the Dorchester Hotel in London.
After the war he decided not to reform his band and turned to compering record shows on BBC radio. His methods of presentation were completely revolutionary and after the initial resistance were welcomed as opening new fields of entertainment. These shows set a pattern which every d.j. in Britain - and at sea - owes something to. Jack is an institution in the world of d.j.’s - long may he continue so”.
Harry Knipschild
13 februari 2018
Clips
Literatuur
Doug Geddes, ‘Jack Jackson, the Peter Pan of disc jockeys’, Disc, 22 februari 1958
‘Musical Revolution. R&R strong in Britain as disk business booms’, Billboard, 3 maart 1958
Joseph Murrells, Daily Mail Book of Golden Discs’, Londen 1966
‘Radio-pionier Jackson overleden’, Veronica, 18 februari 1978
‘Jack Jackson’, website radio Luxemburg, z.j.
- Raadplegingen: 12864