Skip to main content

563 - Jerney Kaagman wordt zangeres bij Earth and Fire

 

Heel wat Nederlandse jongelui lieten zich in de tweede helft van de jaren zestig inspireren door de Beatles en andere Britse popgroepen. Daarbij nam de regio Den Haag een belangrijke rol in. Radio Veronica lag er voor de kust. Paul Acket (1922-1992) vertoefde in de Theresiastraat met diverse bladen en een impresariaat. Platenmaatschappij Polydor streek neer op het plein dat vernoemd was naar de zeeheld Piet Hein (1577-1629). Enzovoort.

 

“De tweeling Chris en Gerard Koerts verscheen in 1960 als de Singing Twins tussen de schuifdeuren bij familiefeestjes”, kun je lezen in het boek Earth and Fire. De biografie 1969-1983. De broers stonden aan de wieg van groepen als The Young Ones, Swinging Strings en Opus Gainfull om als Earth and Fire te eindigen.

    In navolging van Amerika kwam de groep op het idee om een zangeres aan te trekken. “De muziek en het gedachtegoed van de underground, die kwam overwaaien van de Amerikaanse West Coast, vonden gretig aftrek bij de groepsleden. De undergroundbeweging”, aldus het boek, “gaf ze de woorden en muziek om zich af te zetten tegen de in hun ogen bekrompen christelijke en burgerlijke moraal van de generaties voor hen”.

 

Grace Slick als voorbeeld

 

1 Grace Slick 1969Grace Slick in 1969

  

Manuela Berloth moest in Nederland de zelfde rol gaan spelen als Grace Slick bij Jefferson Airplane. Tijdens een optreden in Beverwijk op 23 oktober 1968 kreeg Opus Gainfull zijn nieuwe naam Earth and Fire. “Midden in het concert lieten alle musici zich op de grond vallen, waarna Manuela ze een voor een wakker kuste. De zangeres riep de nieuwe naam van de band en de groep zette in met ‘Somebody To Love’ van Jefferson Airplane. De band bewees eer aan voorbeelden als Jimi Hendrix, Moby Grape en Family”.

 

Manuela bleek bij nader inzien niet goed te passen bij de groep. Binnen een aantal maanden vertrok ze uit Nederland en belandde in Amerika om daar haar leven te delen met een militair die ze op een feestje in Nederland had ontmoet.

    De tweelingbroers wisten niet hoe ze verder moesten. Er was sprake van dat Gerard de zangpartij voor zijn rekening zou gaan nemen. Bovendien vroegen ze zich af of er wel een toekomst voor hen was in de popmuziek. Van zijn ouders hoorde hij dat er met die muziek geen droog brood te verdienen was. Gerard schreef zich in bij de theologische faculteit in Leiden. Chris deed hetzelfde bij rechten. Maar ze wilden ook doorgaan met hun groep.

    Hoofdstuk twee van het boek eindigde als volgt: “Bassist Hans Ziech had zich verdiept in zangeressen. Met Chris Koerts achterop reed hij op zijn Puch langs verschillende kandidaten. De mannen met een missie hanteerden een overvalstaktiek: onaangekondigd stonden ze op de stoep. Op 15 september 1969 stonden ze oog in oog met Jerney Kaagman”.

 

Tamelijk bloot

 

Jerney, die in het gewone leven met Jenny werd aangesproken en een vaste betrekking had als directie-secrateresse bij een beschaafde boekhandel in het centrum van Den Haag, vertelde een tijdje later aan Co de Kloet: “Ik ben op een merkwaardige manier bij de groep gekomen. De jongens hadden een lijstje van zangeressen gemaakt en ik was de achtste. Toen ze bij me kwamen waren de zeven al afgevallen. Ik kende de jongens niet en zij kenden mij niet. Ik ben een keer gaan zingen op een repetitie en het was meteen raak. We lagen elkaar; het klikte’.

    In het boek verklaarde Chris: “De meisjes die we hadden ontmoet hadden iets ordinairs. Dat zochten we niet bij onze muziek. Jerney zag er goed uit, ze had stijl. Het klikte en het oefenen ging ook prima. Haar stem paste bij de richting die we in wilden slaan”.

    Het genoegen was wederzijds volgens de nieuweling, die al eerder bij bandjes gezongen had: “Ik vond het wel spannend wat ze speelden, geen dertien in een dozijn muziek. Ze openden deuren naar nieuwe muziek. Vooral Gerard vond ik gelijk zo handig. Het ene moment stond hij met een blokfluit, even later speelde hij gitaar, soms toetsen en dan weer de tweede stem. Multi-inzetbaar”.

 

2 Jenny KaagmanJenny Kaagman

 

Jenny zag er anders uit en gedroeg zich anders dan haar voorgangster, die in het boek omschreven werd als ‘een goeie zangeres, wel wat netjes voor een underground band in oprichting’. Gerard: “Manuela was geen rock ’n’ roll vrouw”.

    De Kloet, eerder bekend geworden als producer van het VARA radio-programma ‘Tijd voor Teenagers’, vertelde zijn lezers dat Jerney ‘tamelijk bloot gezeten was op een rieten stoel van paviljoen Zeezicht aan het Scheveningse strand’. Dat soort typeringen straalde Manuela niet uit.

    Ook Jerney werd thuis niet aangemoedigd. De Kloet: “Ze had een middelbare schoolopleiding en was niet afkomstig uit wat je noemt een artistiek milieu. De redelijk tolerante vader, [waterbouwkundig] ingenieur bij Provinciale Waterstaat, keek wel een beetje vreemd op toen ze aankondigde zangeres te willen worden bij een ‘beatorkest’. ‘Je bent gek om zo iets goed te vinden’, riepen bezorgde kennissen, maar terecht beschouwde hij dat als een loze klisjeskreet. Jerney kon haar eigen gang gaan”.

    Dat deed ze.

 

In het boek gaven de twee auteurs, Fred en Dick Hermsen, nog wat achtergrondgegevens over de familie Kaagman. Het meisje zou haar artistieke inslag vooral te danken hebben aan haar bourgondisch levende opa. Die had zich in de jaren 1920 door zijn broers laten uitkopen uit een goedlopende familiebedrijf. Na de Wallstreet Crash (1929) belegde hij zijn geld in olie en steeg zijn rijkdom tot grote hoogten. Vanaf 35-jarige leeftijd hoefde hij niet meer te werken. Jerney in het boek: “Hij kon geen noot lezen, maar speelde op piano alles na wat hij hoorde”. Haar moeder bracht de dag zingend door.

 

Golden Earrings

 

Earth and Fire, nu met Jerney Kaagman, had in zekere zin geluk. Dat moet je nu eenmaal hebben om het te kunnen maken. Al een paar dagen nadat ze auditie gedaan had trad de groep op in het voorprogramma van de Golden Earrings – ver weg van de randstad. Het was niet de bedoeling dat de nieuwe zangeres meteen zou meedoen. Ze zou pas later gaan ‘proefdraaien’.

    Van de planning kwam weinig terecht. In het Friese Irnsum (bij Leeuwarden) werd ze door Barry Hay, als zanger opvolger van Frans Krassenburg, op het podium getild en aan het grote publiek gepresenteerd – met goed gevolg.

    De Golden Earrings zaten in een overgangsfase. Ze wilden een overstap maken van top 40-bandje naar de rockmuziek – met meer nadruk op het maken van albums. Tijdens een toernee door Amerika werden ze ertoe gebracht om hun naam te veranderen in Golden Earring. Sieb Warner verving Jaap Eggermont achter het drumstel.

 

3 Freddy HaayenFreddy Haayen

 

Hun producer, Freddy Haayen (1941-2007), stapte over van platenmaatschappij Polydor naar Red Bullet, een door PolyGram gefinancierd bedrijf dat zich bezig hield met producties, publishing, boekingen, internationale exploitatie en talent scouting. Red Bullet kon een goede nieuwe groep met een aantrekkelijke zangeres wel gebruiken.

    George Kooijmans (1948-2025) was als componist niet alleen actief voor zijn eigen groep, maar ook voor anderen. Voor Bojoura van Melzen, dochter van zijn zanglerares, schreef hij ‘Everybody’s Day’, een single die in de bovenste helft van de top 40 belandde. Toen de Shoes (Zoeterwoude, Leiden) hits maakten, kregen ze weldra bezoek van Kooijmans, die met zijn liedjes voor de dag kwam.

    Zo ging het ook met Earth and Fire, de groep die in het voorprogramma van de Earring optrad. George had nog een song op de plank liggen, ‘Seasons’.

 

Red Bullet

 

In het boek kun je lezen wat Willem van Kooten, een van de partners van het nieuwe bedrijf, tevens zelf uitgever (Dayglow), dacht: “Wij zochten bandjes, luisterden naar hun liedjes, maakten combinaties, luisterden als ze weer wat gedaan hadden, stuurden ze terug naar de oefenruimte als het klote was, praatten, coachten, noem maar op. En dan uiteindelijk: de studio in”.

    Het was een nieuw fenomeen liet Van Kooten afdrukken. “Wij gingen actief op zoek naar Hollandse bands, volgens ons een gat in de markt. En dat bleek ook wel, want we waren al heel snel succesvol. Natuurlijk vooral met de Earrings, maat ook met behoorlijk wat andere acts”.

    Zo moet het ook bij Earth and Fire gegaan zijn. Van Kooten: “Freddy Haayen was de producer, ik uitgever”.

 

4 boek

Freddy was betrokken bij de Earring. Geen wonder dat hij tegen het voorprogramma, Earth and Fire dus, aanliep. Na een optreden in Den Haag (De Kroon, Herengracht) liet hij Van Kooten weten: “Ik heb nou wat gezien Willem, met een wijffie!”. Dat was Jerney. “Ik weet niet of ze heel goed kan zingen, maar het is wel een spannend bandje”.

    Bij een eerder optreden, in Vlaardingen, had Jerney hem al gezien: “Daar stond opeens een opvallende man met z’n witte schoenen, z’n witte pak en z’n opzichtige Bob Lens-stropdas”.

 

Haayen zag er niet uit als een man uit de underground wereld. Hij was geen hippie. Hij uitte zich enthousiast over de groep die in het voorprogramma optrad. “Ik zag gelijk dat Gerard en Chris twee talenten waren. Jerney straalde een vanzelfsprekendheid uit alsof ze het allemaal had verzonnen. De Koertsen lieten haar die rol ook echt spelen. Ik schatte in dat dat clubje wel eens voor vuurwerk zou kunnen gaan zorgen. Ik zag een gigantische hitpotentie. En voor een hit klopte ik aan bij George Kooijmans. Die had altijd wel iets liggen dat hij niet kwijt kon in zijn eigen band”.

    Chris Koerts vertelde later: “George kwam langs mijn ouderlijk huis in Voorschoten en speelde drie liedjes voor, op zolder. We kozen ‘Seasons’”. Freddy was het er het helemaal mee eens om die song van Kooijmans op te nemen.

 

Er werd flink gerepeteerd. Op 10 en 12 november 1969 bevonden ze zich in de GTB-studio. In nog geen vier uur stond het nummer op de band. Freddy had niet veel te doen. “Wel jutte ik de boel daar op. Dat hoort bij je rol als producer. Je moet je artiesten een beetje adoreren, stimuleren”.

    Kooijmans was erbij in de Jan van Nassaustraat. De akoestische gitaarpartij aan het eind van het nummer speelde hij zelf in.

 

Bij de radio (zeezender Veronica) was het Henk van Dorp (Henk Bongaarts, ex-medewerker van Hitweek) die het voortouw nam – totdat ook de andere deejays het nummer oppikten. Een optreden voor de tv gaf misschien wel het beslissende duwtje om ‘Seasons’ naar een tweede plaats in de top 40 te stoten (op 21 februari 1970).

 

5 Seasons NL

Jerney was het gezicht van de groep. Ze was niet meer gekleed als directiesecretaresse, had een totaal nieuwe haar-coupe – een afro-look, zo zou je het misschien kunnen benoemen. Iemand als Aretha Franklin had een soortgelijke haardracht. ‘Black is beautiful’ was een populaire uitdrukking in die jaren.

    En zoals Co de Kloet al schreef – tamelijk bloot kon geen kwaad. In de media kon je in die tijd lezen dat van de debuutsingle van Earth and Fire meer dan 80.000 exemplaren verkocht waren – bijna genoeg voor een gouden plaat (100.000 stuks).

 

6 Earth and Fire
Earth and Fire (op de hoes van de eerste elpee)

 

1970

 

Het was een bijzonder jaar. De Haagse groep Shocking Blue had op 7 februari met ‘Venus’ de nummer één positie weten te bereiken in Amerika. Dat was ongekend, ongelooflijk. Niet veel later klom de single ‘Ma Belle Amie’ van de Tee Set naar de top tien in het land. De debuutsingle van de George Baker Selection, ‘Little Green Bag’, scoorde eveneens in de hitlijst van Billboard. In het voorjaar van 1970 was er in de VS sprake van een Dutch Invasion. De ogen van de platenbusiness waren op Nederland gericht.

    Met zo’n grote hit als ‘Seasons’ lag de muziekmarkt dus helemaal open voor de groep die in eigen land een sernsatie geworden was. In een interview met Pim Oets van het Vrije Volk uitte Jerney Kaagman zich als volgt: “Goed hè. Hij wordt nu ook in het buitenland uitgebracht: in Amerika op Atlantic, in Engeland op Polydor, in Duitsland op CBS, in Scandinavië op Metronome. In Amerika niet op Colossus, nee. Ze wilden ons singeltje wel graag hebben, na Shocking Blue, Tee-Set ,en George Baker Selection, maar Jerry Ross [van Colossus] wilde ’m opnieuw mixen. Dat wilde onze producer Freddy Haayen niet. Nu brengt Atlantic ’m dus uit. Ingekort, dat wel, maar niet opnieuw gemixed”.

    ‘Seasons’ bleef echter nagenoeg onopgemerkt aan de overkant van de Atlantische Oceaan.

 

7 Seasons Atlantic'Seasons', Amerikaanse persing

 

Bij Red Bullet hadden ze de Dutch Invasion gemist. Dat zal Van Kooten en Haayen, ambitieus als ze waren, dwars gezeten hebben. Het tweetal greep in. Ze stapten in het vliegtuig. In Popmix schreef Anton Witkamp later: “De beide directeuren van produktiemaatschappij Red Bullet keerden onlangs terug van een succesvolle zakenreis naar de Verenigde Staten.

   Willem van Kooten vertelde dat Red Bullet binnenkort twee eigen labels in Amerika lanceert: Red Bullet Records (voor de top 40 groepen) en Dwarf Records (voor de progressieve artiesten). Beide labels zullen gedistribueerd worden door de jonge maatschappij Perception Records.

   ‘We hadden ook een aanbod van MGM-Colossus, maar daar staat het financieel wat wankel’, aldus Van Kooten. Perception was het leukste groepje mensen dat ik in Amerika tegen gekomen ben – een soort Amerikaanse Red Bullet. De maatschappij die ons vertegenwoordigt moet hongerig zijn. De grote maatschapijen zijn dat niet. Die geven ook wel veel geld, maar voor hen betekent dat niets en daarom doen ze niet al te veel voor je’.

   Nederlands jongste platendirecteur stond overigens wel verbaasd over de ontvangst die Nederlanders in de VS krijgen. ‘In Amerika zien ze die Nederlandse groepen nu helemaal zitten. We werden afgehaald met een grote limousine, terwijl je vroeger voornamelijk liep te zweten en alsjeblieft en dank je wel moest spelen’.

   Van Kooten heeft zijn ‘deal’ en in juli worden de eerste platen op het Red Bullet label uitgebracht: The Shoes, Machine en Sandra & Andres.

   Op Dwarf (Nederland kabouterland) verschijnt als eerste item een nieuwe LP van The Golden Earring”.

 

In het artikel trof ik tot mijn verbazing geen woord aan over Jerney Kaagman en Earth and Fire.

   Wellicht was het nog te vroeg voor een groep zonder dat er een album beschikbaar was om op een succesvolle single in te haken.

   In dat kader is het niet vreemd dat de groep niet alleen met een nieuwe single voor de dag kwam (‘Ruby Is The One’, deze keer een eigen compositie) maar tevens snel de studio inschoot voor de opname van een album.

   Co de Kloet haakte erop in. “De tweede single, ‘Ruby is the one’, zal de verkoop van ‘Seasons’ zo niet overtreffen, dan toch evenaren, want deze hit zal op het Amerikaanse Red Bullet-label Dwarf uitkomen. Langspeelplaten zijn er nog niet, maar als alles goed is gegaan, zijn zojuist de opnamen voor de eerste (waarop een improvisatienummer van vijftien minuten) voltooid”.

   Er was misschien wel haast bij.

   Jerney Kaagman nam het woord bij De Kloet: “De eerste LP moet onze eigen stijl introduceren. De singles zijn aan de commerciële kant. Hoe die stijl wordt, kan ik niet precies onder woorden brengen. We hebben veel sympathie voor groepen als Jefferson Airplane, Who, Moby Grape, CTA [Chicago] en Crosby Stills and Nash; dat zegt waarschijnlijk wel genoeg”.

   Steeds dook de naam van Jefferson Airplay op, de groep met Grace Slick als frontvrouw. Zowel bij Shocking Blue als bij Earth & Fire hadden ze naar zo iemand gezocht.

 

Geen solocarrière

 

Co de Kloet stelde in 1970 een vraag, die jaar in jaar uit, nog vele malen herhaald zou worden: “Zou ze nooit aan een solocarrière willen beginnen? Zou ze graag erg veel geld willen verdienen en zich te pletter willen werken om rijk te worden?”

    Als je afgaat op het antwoord dat hij noteerde was daar in elk geval na ‘Seasons’ geen sprake van. “Wij zijn een vreemd groepje. Je kunt het geloven of niet, maar we doen het voor ons plezier. We vonden het natuurlijk ontzettend goed, dat we in de top tien kwamen, maar we moesten er wel om lachen. Wat nu, riepen we steeds maar, nu moeten we een plaat maken die nog beter gaat verkopen. Kijk, als ik m’n huur kan betalen en één maal per jaar een bloesje en een spijkerbroek kan kopen, dan ben ik best tevreden. Zonder zingen kan ik ook mijn boterhammetje verdienen, want ik heb een goeie opleiding. En zo is het met de jongens ook. Als het mis gaat, zitten we niet omhoog”.

  

De Kloet zag Jerney en haar nieuwe groep wel zitten, zo bleek aan het einde van zijn artikel. “Het gaat niet mis met Earth and Fire, als je het mij vraagt. De aanloop was gedegen. Voor die eerste ‘Seasons’ eerst een half jaar in het voorprogramma van The Golden Earring. Overal gespeeld, overal gezien, lekker ingespeeld. Toen de twee singles die aan duidelijkheid niets te wensen overlieten. En nu het binnenhalen van de buit: optreden voor goed publiek, televisiewerk in geheel Europa, misschien snel een intercontinentaal reisschema. Earth and Fire, een beetje sexy, een beetje progressief, een beetje het betere stampwerk en aardig in de lift”.

   Wat Jerney en haar mannen op het toneel deden was nagenoeg perfect volgens hem. Hij kon dan ook met een grapje eindigen. “In het bühnewerk zijn ze niet van de plaat te onderscheiden. Wat, zoals Jerney eens hoorde, de ene jongen tegen de andere deed uitroepen: ‘Ach man, daar moet je niet naar toe gaan. Die spelen play-back’”.

 

8 Ruby is the one

Pim Oets liet op 11 april 1970 de tekst van een interview afdrukken in het Vrije Volk, de socialistische krant. Jerney noemde hij ‘soepel gemodelleerd’. In een ander artikel, over Mariska Veres (1947-2006), liet hij zich minder positief uit.

   Volgens hem waren er inmiddels ruim 100.000 exemplaren van ‘Seasons’ verkocht in de Benelux. Ook hij bevestigde dat de song al een tijdje bij George Kooijmans op de plank lag.

   Oets was gaan kijken: ‘Jerney met bloot middenrif, deinende haardos en felle bewegingen’). De nieuwe hitsingle, ‘Ruby Is The One’, werd volgens hem gespeeld tussen de twee songs van Jefferson Airplane: ‘White Rabbit’ en ‘Somebody To Love’.  Dat was geen toeval hoorde hij uit haar mond: “We moeten als groep beginnen met bekende nummers en de beste groep met een.zangeres is Jefferson Airplane.’t Zijn hele fijne nummers”.

   Over de optredens hoorde hij van haar: “We nemen nog alles aan, dat moeten we wel. In Limburg en Zeeland, daar is het beste publiek, maar daar zijn dan ook de meeste Provadyaclubs en daar merk je pas dat er geluisterd wordt. En dan spelen we natuurlijk ook veel beter.

   We doen het nou zo, dat we in vier gedeeltes spelen: eerst met z’n vijven, daarna de groep alléén, met Buffalo Springfield- en Family-werk en zo en als ’t goed gaat daarna weer met z’n vijven met eigen werk. En freaknummers”.

 

Assertief

 

Minder plezierig ging het toe in de regio ten noorden van Amsterdam. “In Noord-Holland vooral heb je nog steeds de danszalen van cafébazen, waarin meestal geeneens behoorlijke plees zijn. Daar komt het publiek alleen maar bier drinken en voor de hits. We kunnen dan ‘Seasons’ rustig tien keer spelen, de rest kan ze gestolen worden. We hebben in Noord-Scharwoude gespeeld, daar zong iedereen toen ik opkwam ‘O denneboom o denneboom, wat zijn je ballen wonderschoon’.

   We kwamen er later nog eens terug en toen riepen ze, daar is dat wijf met die ballen weer. Daar ga je wel van balen hoor. Ik heb ook nog eens belegerd gezeten op een toilet, met twintig jongens ervoor”.

   Jerney was niet op haar mondje gevallen. Ze was een stuk assertiever dan Mariska Veres.

 

9 Mariska VeresMariska Veres

 

Oets, een liefhebber van progressieve rock-muziek, ondervroeg haar over Jefferson Airplane. Hoe vond ze dat de groep verweten werd die groep uit San Francisco te imiteren.

   Het antwoord van Kaagman was verrassend: “Het is veel gekker, ze verwijten ons dat we Shocking Blue imiteren! Jefferson Airplaine is alleen maar in de Provadya-clubs bekend en daar zeuren ze niet, ze luisteren alleen maar. Maar in de andere zalen horen we vaak: na-apers van Shocking Blue! Terwijl wij toch heel andere muziek maken”.

 

Oets bracht zijn sympathie van Jerney en haar mannen tussen de regels door onder woorden. “‘Seasons’ is een commercieel nummer, maar dat is alleen maar het singeltje om in de publiciteit te komen, om een hit te krijgen: Shocking Blue doet alles commercieel: de optredens, en ook hun hele elpee”.

   Jerney vertelde dat ze geweldig uitkeek naar de opnamen voor de eerste elpee, een paar weken later. Dat was het einde liet ze de kritische popjournalist weten. “In de studio werken, de band afluisteren; niet omdat je het zelf bent, maar omdat, het dan helemaal af klinkt, je kunt eens een dubbel akkoord maken en wat er fout is gaat over”.

 

Geen zorgen

 

Jerney had zelf een busje gekocht. Ze had een rijbewijs en was in de weer voor het vrachtwagenrijbewijs. Voorlopig reed Jerney nog alleen, maar wel voorop. “In de achterste rijden de jongens. Eigenlijk moeten we een grote bus hebben, een Mercedes”.

   Het ontbrak haar niet aan humor. Eind april, na haar vertrek bij de boekhandel, zou ze beroeps worden. Maar ze had nog wat achter de hand. “Als het in de pop misgaat kan ik altijd nog vrachtwagens rijden. Net als Elvis Presley voordat hij beroemd werd”.

 

10 Song of the marching children
Song of the Marching Children

 

Achteraf weten we dat Jerney Kaagman zich voorlopig geen zorgen hoefden te maken. De ene hit volgde de andere op. Flops bleven uit. In 1972 verscheen Earth and Fire met ‘Memories’ voor het eerst op de bovenste plek in de top 40. De albums werden eveneens bestsellers: ‘Song of the Marching Children’, ‘Atlantis’ en ‘To The World of the Future’.

   En in 1979 volgde ‘Weekend’, meer een solo-single dan een Earth and Fire-nummer…

 

Harry Knipschild

8 september 2025

 

Litratuur

Interview Jerney Kaagman met Co de Kloet, voorjaar 1970

Pim Oets, ‘Earth and Fire wacht op grote doorbraak’, Vrije Volk, 11 april 1970

Fred en Dick Hermsen, Earth and Fire. De biografie 1969-1983, uitgeverij Eburon, 2006

 

Clips

* Jefferson Airplane, Somebody to love

* Buffalo Springfield, Expecting to fly

* Shocking Blue, Venus

* Earth and Fire, Seasons

* Earth and Fire, Ruby is the one

  • Raadplegingen: 818