37 - De bewondering van Frederik van Eeden voor Amerika en Henry Ford
Enkele decennia geleden schreef ik op verzoek van de Stichting Nederland – Verenigde Staten een aantal korte artikelen die de band tussen de twee landen in allerlei opzichten aangaven. Onderstaand artikel werd afgedrukt in juni 2001.
De bewondering van Frederik van Eeden voor Amerika en Henry Ford
Frederik van Eeden (1860-1932) was een veelzijdig man. Hij was huisarts, psychotherapeut, maar ook socialist, dichter, Tachtiger, redacteur van de Nieuwe Gids en de schrijver van romans als Van de koele meeren des doods en De kleine Johannes. Dat laatste boek werd nog tijdens zijn leven in het Chinees vertaald en van een voorwoord voorzien door Lu Xun. Van Eeden had bovendien een warme belangstelling voor de ontwikkelingen in de Verenigde Staten.
Frederik van Eeden
In 1898 las hij het boek Walden: Or life in the woods (1854) van de Amerikaanse auteur Henry David Thoreau (1817-1862). Daarin beschreef deze zijn leven in een zelfgebouwd huisje aan de oevers van Walden Pond bij Concord, Massachusetts.
Van Eeden was zó onder de indruk van die manier van leven, weg van de boze wereld, dat hij nog datzelfde jaar een landgoed bij Bussum kocht, inclusief moestuin, boomgaard, weilanden en bos. Hij noemde zijn utopisch-socialistische kolonisatie Walden, als eerbetoon aan de Amerikaanse schrijver.
Walden
Walden was geen commercieel succes, maar in de lezingencyclus ‘De blijde wereld’ verdedigde Van Eeden zijn ideeën voor een beter bestaan, op Amerikaanse utopische basis.
In 1902 maakte de Amerikaanse industrieel Andrew Carnegie met het motto “Wie rijk sterft, sterft eerloos” en vooral dankzij een gift van vier miljoen gulden de bouw van het Vredespaleis mogelijk in Den Haag. Menige Nederlandse socialist, zoals F.M. Wibaut, liet zich negatief uit over deze vorm van filantropie. Maar Frederik van Eeden verdedigde Carnegie vol verve: “Men moet vooruit, op zijn Amerikaansch!”
Walden
Van Eeden Colony
Vanaf 1908 reisde Van Eeden enkele malen naar de Nieuwe Wereld. Zijn boeken waren met succes vertaald en hij werd op 24 maart 1908 zowaar door president Theodore Roosevelt in audiëntie ontvangen.
Op Ellis Island liet hij zich bewonderend uit over de eetzaal van het immigrantenverblijf, ‘een wonder van helderheid, frischheid en netheid’, waar 1400 mensen tegelijk konden eten.
In de Carnegie Hall in New York hield hij een lezing over een ‘economical commonwealth’ met de VS. In Noord-Carolina zette hij zelfs een Amerikaans Walden op, de Van Eeden Colony, waar diverse Nederlandse gezinnen heentrokken.
Henry Ford
Tijdens de Eerste Wereldoorlog trad autofabrikant Henry Ford (1863-1947) op als sponsor voor de vrede. In 1915 rustte hij op initiatief van de Hongaarse pacifiste Rosika Schwimmer (1877-1948) de Oscar II uit als vredesschip en voer er mee naar Noorwegen en andere neutrale landen.
In Den Haag hield Frederik van Eeden in januari 1916 een tafelrede tijdens die Ford-expeditie. (Ford zelf was intussen al weer huiswaarts gekeerd). In een open brief aan de opvarenden van het vredesschip prees hij Henry Ford als ‘one of these good business-men who have a conscience that is not silenced by prosperity’.
Oscar II
Van Eeden verklaarde zich een bewonderaar van het zogenaamde Fordisme. Ford betaalde zijn arbeiders en kantoorpersoneel een redelijk loon en Fords producten waren relatief goedkoop.
In plaats van een beperkte productie van dure luxe goederen voor een rijk publiek mikte de autofabrikant op een hoge omzet, door massaproductie voor het grote publiek. Zo mochten de T-Fords alle kleuren hebben ‘als het maar zwart was’. De employees moesten in staat gesteld worden om zelf de auto’s van Henry Ford te kopen. Dat hield in dat ze meer moesten verdienen, minder uren hoefden draaien en dat de prijzen zo laag mogelijk moesten zijn.
Ford betaalde mee aan badhuizen, sportterreinen, ziekenhuizen en bibliotheken.
Henry Ford
Autobiografie
In de autobiografie My life and my work (1922, geschreven door een ghostwriter) ontvouwde Henry Ford zijn theorie achter het Fordisme. Frederik van Eeden herkende na lezing zijn eigen ideeën, die hij in Walden en in de Van Eeden-Colony had trachten toe te passen.
“Er is nagenoeg niets in Fords boekje dat niet in mijn geschriften duidelijk te vinden is”, schreef hij dan ook lyrisch op 13 december 1924 . En elders: “Wie zich de moeite wil geven, in mijn studies die artikelen op te slaan die over economie en sociologie handelen, zal daarin inzichten aantreffen die later bij Ford hun practische bevestiging hebben gevonden”.
Van Eeden stuurde Ford zes brieven vol van bewondering en met het aanbod artikelen te schrijven in de krant van Ford, The Dearborn Independent.
Ford reageerde met gratis toezending van de krant.
In 1927 schreef Frederik van Eeden: “Why do you not answer me? You would not repent it. Please accept my sincerity”.
Maar de brieven van Frederik van Eeden aan Henry Ford werden nooit beantwoord. En zo eindigden de Amerikaanse experimenten van de Nederlandse schrijver in het luchtledige.
Harry Knipschild
22 oktober 2023, voorjaar 2001
Clips
- Raadplegingen: 2260