82 - Polle Eduard van de Tee Set, overlever in de Nederlandse popmuziek
Polle Eduard werd geboren op 2 december 1947. Niet in Nederland maar in Banjarmasin op de zuidkust van het eiland Borneo in Indonesië. Je ziet er bij Polle niets van, maar zijn vader had een donkere huid. Eduard senior had samen met onder anderen Peter Schilperoort (Dutch Swing College Band) in Delft gestudeerd en was als civiel ingenieur in de Oost werkzaam.
Vader en moeder Eduard maakten, zoals alle Indische mensen, volop muziek. Hij speelde gitaar, zij zong Indonesische liedjes. In 1949 verhuisde de familie naar Nederland en ging in de studentenstad Delft wonen. Zijn ouders bleven echter niet lang meer bij elkaar. In 1997 bezocht Polle de plek bezocht waar hij geboren was – hij trof er een moskee aan.
Polle kreeg muziek met de paplepel ingegoten. Thuis hadden ze draadomroep en konden dus alleen de officiële Nederlandse radio ontvangen waar nauwelijks popmuziek op te horen was. Henk Plezier, een vriend, legde echter vanuit zijn huis een kabel aan, zodat Polle via de versterker van een bandrecorder naar de Engelse uitzendingen van radio Luxemburg kon luisteren. Vooral ‘Long Tall Sally’ van Little Richard maakte grote indruk op hem in die tijd. Later viel hij op de harmonische samenzang van de Everly Brothers en, toen hij gitaarles kreeg, op de accoorden van Django Reinhardt en Hot Club de France.
Tee Set
In 1963 maakte Polle (15 jaar oud) al muziek met stadgenoot en zanger Peter Tetteroo. Ze speelden regelmatig in ‘Cecile’, een café en studentensoos die gerund werd door Theo Kuppens. Die had als kok eerst op de grote vaart en later in het chique Amstelhotel in Amsterdam gewerkt. In Delft was hij een eigen zaak begonnen. Peter Tetteroo en zijn nicht Carla bedienden gasten als Jasperina de Jong en Eric Herfst nadat ze er een cabaretvoorstelling voor de studenten gegeven hadden.
Polle en Peter begonnen een bandje dat in het begin The Shats heette. Later bedacht Polle een betere naam. In de golfwereld bestond het begrip ‘Tee Set’, wist hij, en klonk dat niet goed? Dat was twee jaar voor Alan Price van de Animals zijn eigen groep de Alan Price Set ging noemen. Kuppens was een stuk ouder dan Polle en Peter. De horeca-ondernemer positioneerde zich al gauw als manager van de jonge groep.
De optredens van de Delftenaren trokken nogal wat aandacht. Peter Koelewijn, die na zijn successen met ‘Kom van dat dak af’ en ‘O Marijke’ producer was geworden, klopte aan de deur. Hij had een liedje voor de groep geschreven, ‘God gave you a second face’, dat Polle zich nog goed kon herinneren. Als het aan hem had gelegen waren ze met Koelewijn in zee gegaan, vertelde hij me op 27 juni 2007 tijdens zijn bezoek in Oegstgeest. In plaats daarvan deed de Tee Set auditie in de studio van Bovema in Heemstede. Die leidde echter niet tot een plaatopname.
Dat veranderde toen de groep optrad in de Top Ten Club, op het Gevers Deynootplein in Scheveningen. Jan van Veen van Radio Veronica kwam luisteren. Cees van Leeuwen, manager van de Motions, meldde zich. Robbie van Leeuwen, gitarist en componist van de Motions, schreef begin 1966 het nummer ‘Early in the Morning’. De bal begon te rollen.
De Tee Set had in 1966 al een eigen stijl. De jongens waren zo ongeveer de eerste Nederlandse navolgers van Engelse groepen als de Stones, Animals, Manfred Mann, Yardbirds en de Spencer Davis Group. Polle herinnerde zich nog dat hij eerder al een elpee van de Rolling Stones gekocht had en dat Peter Tetteroo wilde zingen als een tweede Stevie Winwood, de zanger van de Spencer Davis Group. Engelse bands haalden hun ideeën en repertoire uit Amerikaanse rhythm & blues.
Ook de Tee Set, die ’s avonds laat optrad, ontdekte dat die muziek het dan goed deed bij het publiek. De Tee Set werd de eerste Nederlandse rhythm & blues band. Cees de Man, producer van de Motions, nam in de GTB-studio in de Haagse Jan van Nassaustraat het Robbie van Leeuwen-nummer ‘Early in the morning’ in R&B-stijl met hun op. Het was meteen raak. De Tee Set bereikte met het eerste plaatje meteen de top 40 van Veronica. Robbie schreef ook ‘Believe what you say’, maar dat was minder succesvol.
De doorbraak van de Tee Set
Hoes eerste Tee -Set LP
In 1966 was ik zelf werkzaam bij Negram-Delta. Ook ik was onder de indruk van de jonge Delftse muzikanten. Niet alleen van hun single ‘Early in the morning’, maar ook van hun optreden in Scheveningen. Het probleem was dat ze geen eigen repertoire hadden. Op de bühne waren ze succesvol met songs van Spencer Davis, Sam Cooke, Wilson Pickett en anderen, maar op de plaat kwam je daar waarschijnlijk niet ver mee.
Toen de groep bij Negram op bezoek kwam om ideeën op te doen liet ik ze wat liedjes horen, waaronder een onbekende folksong van Dave Van Ronk waar ik zelf nogal enthousiast van was. ‘Don’t leave me here’ was één van de vele nummers van een doos met drie elpees, ‘The Folk Box’, op het Elektra-label waarvan Negram de vertegenwoordiging had. Tot mijn verbazing werd ik een paar weken later, op 17 november 1966, gebeld door Theo Kuppens. “Hallo Harry, met Theo”, riep hij enigszins nerveus. “We zitten hier in de GTB-studio en zijn jouw nummer aan het opnemen. We hebben alleen wat moeite met de tekst. Kun jij ons die niet even doorbellen”.
Dat deed ik.
De Tee Set was bezig het album ‘Emotion’ op te nemen. Kuppens had zich uitgeroepen tot producer en de groep maakte gebruik van (dure) gastmuzikanten: Herman Schoonderwalt, Cees Smal en Hans de Ruiter. Het was een kostbaar project voor de platenmaatschappij, want de Tee Set had maar liefst vier dagen studio nodig om twaalf nummers op te nemen. Polle, stond op de hoes gedrukt, was ‘een kei in het schrijven van teksten in de Engelse taal. Hij speelt ritme- en sologitaar en maakte de arrangementen van ‘Midnight Hour’, een door Wilson Pickett geschreven nummer’. Bij Negram was iedereen enthousiast over het nummer ‘Don’t you leave’. De radio (Veronica) en de pers reageerden eveneens positief. De Tee Set had het nummer van Van Ronk een eigen feestelijke aanpak gegeven. In een gek middenstukje scandeerden de leden van de groep het Nederlandse woord ‘koeien’ een paar keer achter elkaar.
Kuppens had zich, bleek na de opname, opgeworpen als componist van het nummer. Samen met Polle, Peter en de andere leden van de groep ging hij met een stapel platen op stap. “Op een sombere decembermiddag komt daar ineens een gezellige ronde veertiger binnenstappen met een elpee onder de arm”, was op 23 december 1966 in Hitweek te lezen. “Hij wordt gevolgd door de Tee Set, waarvan hij de manager is. Glimmend van trots laat hij ons de elpee zien. We komen te weten dat hij Theo Kuppens heet, dat hij behalve manager van de Tee Set ook nog eigenaar van een restaurant te Delft is en dat hij vroeger op het Haags conservatorium is geweest. Hij produceert ook nog hun platen”.
De redactie van Hitweek was enthousiast en plaatste een artikel onder de kop ‘Leve de Tee Set Elpee’. De song van Dave Van Ronk kreeg een goed onthaal. “Op de A-kant van de elpee staat ook een kompositie van de heer Theo Kuppens. ’n Beetje Fats Domino-achtig. Het is een sterk nummer dat enkele beeldschone gimmicks bevat. Er zijn plannen om dit nummer (Don’t you leave) op single uit te brengen. Goed plan!”
In de winter van 1967 haalde ‘Don’t leave me here’ de Nederlandse top tien. Zoals ik zelf op de hoes van het album schreef: “‘Emotion’ is de definitieve stap naar de top. The Tee Set is er”.
Polle Eduard heeft nog een persoonlijke herinnering aan de plaat. Door de scheiding was hij het contact met zijn vader kwijtgeraakt. Maar toen die in 1997 overleed vond hij in de boedel een gaaf exemplaar van ‘Emotion’. Vader Eduard had het album blijkbaar gekocht om op de hoogte te blijven van de avonturen van zijn (verloren) zoon.
After Tea en de Martino’s
Van het ene moment op het andere hoorden de leden van de Delftse rhythm & blues groep tot de fine fleur van de Nederlandse platenbusiness. Je zult in die tijd wel heel wat royalties ontvangen hebben, vroeg ik Polle in Oegstgeest.
Dat bleek niet het geval te zijn. “Negram betaalde helemaal geen royalties uit”, dacht hij. “Alle bandleden kregen elke week 250 gulden van Theo Kuppens en verder moesten we niet zeuren”. In die tijd was dat overigens niet gering. Polle leefde er goed van. Regelmatig ging hij in Amsterdam op stap met componist Hans van Eijck die lid van de groep geworden was en veel repertoire leverde.
De nieuwe liedjes waren heel anders. Het jaar 1967 stond in het teken van de flower power. The Tee Set gooide zijn repertoire helemaal om.
Theo Kuppens
Het lijkt erop dat zich twee kampen vormden in de succesvolle band. Theo Kuppens en Peter aan de ene kant, en aan de andere kant Hans van Eijck, Polle en ook de Engelsman Ray Fenwick die was komen meespelen. In het najaar van 1967 kwam de uitbarsting. Hans en Polle waren op een zondag in Amsterdam doorgezakt tot in de morgen. Ze arriveerden uren te laat in de Bovema-studio waar de Tee Set die dag zou opnemen.
Peter Tetteroo was razend. Het bleef niet bij woorden alleen. “Het kwam tot handtastelijkheden. Hans en Peter moesten door anderen uit elkaar gehaald worden. Ze hadden vreselijke ruzie met elkaar. Het was niet meer te lijmen”. Theo Kuppens, Peter Tetteroo en en Hans van Eijck waren homo. Homo’s zijn vaak heel creatief en je ziet ze dan ook veel in de artistieke wereld. Hun geaardheid gaf, denk ik, wel een speciaal karakter aan het conflict.
De leden van de groep gingen unaniem achter Hans van Eijck staan. Theo Kuppens greep in. Hij gooide iedereen de groep uit en plakte de onervaren leden van een andere groep (James Mean) aan Peter Tetteroo. Ineens was er een heel nieuwe Tee Set. Maar Polle Eduard was zodoende van de ene op de andere dag brodeloos. De ex-leden van de Tee Set gingen dan ook snel op zoek naar andere mogelijkheden. Bij platenmaatschappij Phonogram werden ze gelukkig warm onthaald. Bert Schouten, producer bij Phonogram, kwam op het idee de nieuwe groep After Tea (After Tee) te noemen. Onder die naam gingen ze drie jaar lang door het leven. ‘Snowflakes in Amsterdam’ was een mooi nummer en ook ‘We will be there after tea’ en ‘Not just a flower in your hair’ werden stevige hits. After Tea trok vanzelfsprekend het land in. Om te beginnen in Sneek. De volgende avond stond Honselersdijk op het programma, wist Polle nog heel goed. “Het had vreselijk geijzeld en we deden er minstens acht uur over om er te komen”. Het leven van een popgroep is niet altijd zo mooi als het soms lijkt.
Achter de studio van Phonogram in de Honingstraat in Hilversum was een school. De kinderen werden uitgenodigd om ‘Flower in your hair’ als koortje in het Nederlands mee te zingen. In de studio discussieerden ze over allerlei repertoire. De Heikrekels hadden in die tijd een grote Nederlandstalige volkse hit met ‘Waarom heb jij me laten staan’. Maar liefst 34 weken stond het nummer in de hitlijsten genoteerd. “Zoiets simpels kan toch iedereen”, werd er geroepen. Bert Schouten daagde de After Tea uit dat te bewijzen. Zo werden de Martino’s geboren.
Polle ging onder het pseudoniem Arie Lopikerwaard teksten en liedjes schrijven. ‘Moest dat nou’ haalde slechts een zestiende plaats in de top 40, maar verkocht wèl tachtigduizend stuks, wist Polle. “Het werd later nog met succes opgenomen door de Havenzangers en Marianne Weber!” Martin Stoelinga, manager van After Tea, haalde wat muzikanten bij elkaar die onder de naam Martino’s gingen optreden.
Ook Peter Koelewijn meldde zich weer bij Polle Eduard. Hij had een geweldig idee, vertelde hij vol verve. Een oud Italiaans liedje, dat Willy Alberti in 1959 gezongen had, zou met een feestarrangement ongetwijfeld een grote karnavalshit gaan worden. Hij als oude rocker kon het natuurlijk niet zelf zingen, maar Polle wel! De Delftenaar liet zich overhalen. Op 31 december 1971 stond hij ’s avonds in de studio te zingen. De popzanger moest (na Lopikerwaard) wéér een pseudoniem kiezen, nu als zanger. In februari 1972 was ‘De Nasibal’ (‘Una Marcia in Fa’) van Bart Jansen (alias Polle Eduard) een grote hit in Nederland. De voormalige gitarist in een succesvolle rhythm & blues-band was componist van levensliedjes geworden en de zanger van een karnavalshit. Er bleef in elk geval brood op de plank komen.
Nederlandstalig populair met Nico Haak en hardrock met Drama
Peter Tetteroo, Peter Koelewijn, Polle Eduard, Boudewijn de Groot, Nico Haak
(1975, verjaardag Nico Haak, Zoetermeer, foto: Ron Verboom)
Polle Eduard was met vrouw Monique in Den Haag gaan wonen. Manager Stoelinga stond ineens bij hem op de stoep met een andere Delftenaar. Die kende hij wel. Dat was Nico Haak, acht jaar ouder dan hij zelf. Vanwege het leeftijdsverschil waren ze nooit met elkaar om gegaan. Nico was autospuiter en stond bekend als schuinsmarcheerder en stapper. Sinds kort woonde hij boven Polles moeder. “Jij kunt Nederlandse liedjes schrijven”, zeiden Haak en Stoelinga en ze vroegen Polle om zijn medewerking.
Polle, alias A. Lopikerwaard, ging weer aan het werk. Halverwege de jaren zeventig schreef hij de ene Nico Haak-hit na de andere: ‘Dit is het jaar van de whiskey’, ‘Joekelille’, ‘Honkie tonkie pianissie’ en vooral, benadrukte hij, ‘Is je moeder niet thuis, Marie?’ Peter Koelewijn was de producer van Nico Haak. Allerlei ex-leden van de Tee Set waren zijn begeleiders als hij door het land trok.
Eigenlijk was Polle Eduard met heel andere muziek bezig. Na After Tea was hij een hardrock groep begonnen die Drama heette. Op zijn eigen internationale website verwoordde Polle het als volgt: “Polle Eduard put this band together following the breakup of After Tea. Drama mainly featured his vocals and compositions. The band comprised a number of individuals who had already made their marks in the past in several different bands: drummer Ton ‘Shell’ Schellekens (InCrowd, Big Wheel), Ulli Grün (Boots, After Tea) and the young guitar virtuoso Frank van der Kloot (Bobby’s Children, Barry Hay album, ‘Only Parrots Frogs and Angels’)”.
Drama maakte een rock-album met top-producer Hans van Oosterhout (van Super Sister en Alquin) en trad in het Amsterdamse Concertgebouw op met succesvolle Amerikaanse bands als Sly and the Family Stone en Steve Miller. Succes voor Drama bleef echter uit.
Platenmaatschappij Phonogram had stevig geïnvesteerd in de groep en het album en liet het er niet bij zitten. Er moest een hit komen! Die kwam er, dankzij opnieuw Koelewijn. Peter kwam op het idee het Nederlandse nummer ‘Twee ogen zo blauw’ in een Engelse versie door Drama te laten vertolken. De ‘blauwe ogen’ werden nu ‘Mary’s Mamma’. De samenwerking van Eduard en Koelewijn bleek wederom succes op leveren. Er was echter een addertje onder het gras. De puur commerciële productie ‘Mary’s Mamma’ had geen enkele muzikale band met die van het album van Drama. Het album van Drama werd door Phonogram gewoon opnieuw uitgebracht met ‘Mary’s Mamma’ eraan toegevoegd. Maar dat sloeg als een tang op een varken, aldus Polle. De hardrockers weigerden het nummer dan ook op de bühne te spelen. Exit Drama.
Polle definitief Nederlandstalig
In een interview met het Vrije Volk in 1983 blikte Polle nog eens terug op de jaren zeventig: “Ik sta soms nog versteld als ik terugdenk aan de waanzinnige successen die ik voor Nico Haak schreef. Het mooiste was dat ik ze zo uit mijn mouw schudde. Soms in nog geen half uur tijd. Op die hits heb ik best even kunnen teren, maar toch heb ik, denk ik, in mijn onnozelheid veel geld uit mijn zak laten kloppen. Koelewijn maakte met Nico steeds meer afspraken waar ik buiten viel. Eiste dat zijn nummers werden opgenomen en als die dan flopten was ik weer goed genoeg. Ook moest ik hem steeds laten meetekenen (ofwel rechten delen) als ik een nieuw nummer had. Op een gegeven moment had ik daar geen zin meer in en toen heb ik gezegd: de liedjes van mij blijven ook van mij. Toen was het afgelopen”.
In 2007 dacht Polle er wat genuanceerder over: “Het was in die tijd normaal in dat wereldje – vooral als je, zoals Nico, nieuwkomer was. Misschien was ons taalgebruik iets aan de moeilijke kant en was dit direct aanleiding voor Peter om daar veranderingen in aan te brengen. Of het er altijd beter op werd betwijfelden we soms maar met een hit kom je daar vaak niet meer op terug. Later is dat minder geworden en werden er uitgave-deals gemaakt”.
In een ander interview in 1983 praatte hij over wat hij nog meer deed en daarna ging doen: “Dat ik in de Nederlandse taal ben gaan schrijven is heel toevallig zo gelopen. In de periode 1973 tot 1976 speelde ik niet in een band. Uit verveling ben ik gaan componeren. Aanvankelijk in het Engels, maar min of meer vanzelf ging dat over in mijn eigen taal. Daarna ben ik met een demobandje de diverse platenmaatschappijen afgegaan waar ik op een gegeven moment Gerrit den Braber ontmoette die het wel zag zitten. Zo kwam in datzelfde jaar, 1976, mijn eerste solo-elpee uit”. Voor Den Braber was het interessant de componist van de liedjes van Nico Haak als zanger te contracteren, besefte Eduard.
Het eerste album van Polle bij Polydor was getiteld ‘Net op tijd’. Misschien een gekke of zelfs onbegrijpelijke naam voor een elpee, maar het kwartje valt waarschijnlijk als ik erbij vertel dat de meest succesvolle langspeelplaat in die tijd van Robert Long was en ‘Vroeger of Later’ heette. Robert Long had succesvolle Engelstalige liedjes in de popgroep Unit Gloria gezongen en wist zijn platenmaatschappij Bovema met grote moeite zover te krijgen hem eenmalig een kans te geven met Nederlandstalig repertoire. Er werden honderdduizenden albums verkocht. Geen wonder dat ook anderen een gat in de markt zagen. Polle paste goed in een nieuw marktsegment. Hij had ervaring in een popgroep en kon teksten schrijven.
Ik wil jou
Het idee was dus goed, maar ‘Net op tijd’ werd geen succes. Er stond geen hit op het album. Bij Robert Long was dat ook niet het geval, maar toch. Diens liedje ‘Kalverliefde’ trok ‘Vroeger of later’ over de streep. Zo’n nummer had Polle (nog) niet.
In 1977 vertrok Gerrit den Braber bij Polydor en aan mij werd gevraagd zijn plaats in te nemen. Polle kwam met mij praten over hoe het nu verder moest. Hij had nieuw repertoire geschreven, dat wel, maar hij had geen producer met wie hij samenwerkte. Onkundig van de problemen die hij eerder met Peter Koelewijn gehad had, bracht ik hem opnieuw in contact met ‘De Koel’ omdat ik zijn nieuwe repertoire daar optimaal geschikt voor achtte.
Mijn intuïtie liet me gelukkig niet in de steek. Koelewijn was optimaal gemotiveerd. Hij wist Harry van Hoof te inspireren om het best mogelijke arrangement te schrijven voor ‘Ik wil jou’ dat Polle geschreven had. Jan Rietman speelde toetsen als een echte rocker, Jan Vermeulen bas, de tamelijk onbekende drummer Mark Jansen zat achter het slagwerk. Er waren maar liefst drie gitaristen: Lex Bolderdijk, Ferry Lever en Hans Hollestelle.
Vanuit de Phonogram-studio belde Peter Koelewijn me begin 1979 op. “Je moet nu komen, we zijn iets aan het opnemen dat fantastisch wordt”. En dat was ook zo. Bij dit nummer waren de juiste mensen op het juiste moment en op de juiste plaats bij elkaar. Historici gebruiken hiervoor de uitdrukking ‘his finest moment’. Dat gold in elk geval voor Polle Eduard. Volgens mij was de opname van ‘Ik wil jou’ bovendien een historisch moment in de geschiedenis van de Nederlandse popmuziek. Een nummer in de Nederlandse taal was niet alleen een hit maar stond ook kwalitatief op hoog peil. Dat was nog niet eerder gebeurd.
Album met 'Ik wil jou'
‘Ik wil jou’ kreeg veel aandacht op de radio. Polle herinnerde zich nog dat de kritische diskjockey Frits Spits het nummer twee keer achter elkaar draaide, zo enthousiast was hij. In april 1979 kwam Polle Eduard voor het eerst onder zijn eigen naam in de top veertig. Niet als lid van een of andere groep, niet onder een pseudoniem, maar onder zijn eigen naam en tevens als componist en tekstdichter van zijn eigen song. Iedereen voorspelde Polle een grote toekomst. Eindelijk gerechtigheid voor een groot talent, daar kwam het zo ongeveer op neer.
Toch pakte alles anders uit dan men verwachtte. Polle had op dat moment geen eigen band. Evenmin had hij een manager die het allemaal voor hem regelde. Hij had ook geen opvolger en geen elpee waarmee hij van de hit zou kunnen profiteren. Bovendien viel het commerciële succes een beetje tegen. ‘Ik wil jou’ kwam ondanks alle lovende kritieken niet hoger dan een 33ste plaats. Optimisme bleef de boventoon voeren. De échte grote hit zou in de loop van 1979 vanzelf wel komen. Maar dat gebeurde niet. Besloten werd nu eerst een album op te nemen. De opnames duurden langer en langer. De kosten stegen hoger en hoger. Tijdens het gesprek moest hij erkennen dat het album ‘Polle’, in januari 1980 nog tot elpee van de week uitgeroepen, gewoon overgeproduceerd was. Het spontane, de eenvoud, was weg. Het album belandde ergens onder in de hitlijsten en was verliesgevend.
Het vervolg
Andere groepen grepen hun kans. Johnny Hoes (1917-2011) vertelde me een paar jaar nadien nadrukkelijk dat ‘Ik wil jou’ hem deed besluiten zijn koers te wijzigen. De ex-Rotterdammer, die in Weert was neergestreken, was succesvol geweest met de Zangeres zonder Naam, de Heikrekels en gelijksoortig repertoire. Maar ondanks eenmalige successen als ‘De Vogeltjesdans’ (van de Electronica’s) leken die tijden voorbij. Bovema had de ‘Zangeres’ weggekocht en de Heikrekels verkochten niet meer. Door het ‘succes’ van Polle Eduard zette de eigenaar van Telstar de deur van zijn studio en kantoor open voor Nederlandstalige popmuziek. Die kwam er onmiddellijk.
Ook Hennie Vrienten was al jaren in de weer om zijn liedjes te verkopen. Frank en Mirella hadden wel eens iets van hem opgenomen, maar groot succes was er nog niet geweest. Doe Maar klopte in Weert aan de deur. Hoes zei ja. In 1981 had Doe Maar zijn eerste hit met ’32 jaar. Sinds 1 dag of 2’, in 1982 met ‘Doris Day’, ‘Is dit alles’ en de eerste nummer één hit’ De bom’. Toontje lager haalde voor Telstar in 1982 de top 40 met ‘Net als in de film’, en in 1983 met ‘Zoveel te doen’ en ‘Stiekem gedanst’. Frank Boeyen was het derde succes op rij van Johnny Hoes in de jaren tachtig. Eerst met ‘Linda’ en ‘Doe iets’ en later de grote hit ‘Zwart wit’.
Met Polle Eduard was het allemaal begonnen, dat wel. In de pers was te lezen dat hij ‘pionierswerk voor het Nederlandstalige repertoire verricht had’. Maar ja, wat heb je daaraan. “Ik zou het veel gemakkelijker hebben gehad als ik met ‘Ik wil jou’ twee, drie jaar later op de proppen was gekomen. Hoeveel mensen me dat al niet verteld hebben, niet te tellen”, bracht hij aan de krant over.
Nu begon ook zijn leeftijd te tellen. Op een bepaald moment ben je nu eenmaal niet veelbelovend meer. Zelfs als je met goeie nieuwe ideeën komt. Muziekgoeroe Willem van Kooten liet zich in simpele bewoordingen uit. Volgens Polle, 36 jaar oud in 1983, had hij ‘zijn twijfels geuit in de trant van: joh, die ouwe lul, zouden we daar nog wel aan beginnen?’ Wat hij ook deed, voor hem was de strijd om de aanstormende jeugd te bereiken gestreden.
***
In allerlei interviews werd Polle ‘goedmoedig’ genoemd of woorden van die strekking. En dat was ook zo. In het circus dat historicus H.W. Von der Dunk in zijn geschiedenis van de twintigste eeuw aanduidde als ‘keiharde ellebogenmentaliteit en prestatiedwang’ had hij niet het succes gekregen dat hij in kwalitatief opzicht verdiende. Toch was Polle, 59 jaar oud, geen ongelukkig mens. Al vier decennia was hij getrouwd met Monique. Hij leerde haar in de muziekbusiness kennen omdat ze bij organisatiebureau Jacques Senf werkte. Maar één keer had hij om een uitkering hoeven vragen. Monique werkte, hij werkte en samen zetten ze de tering naar de nering. Kort voor zijn bezoek aan Oegstgeest waren Monique en Polle met de camper via Frankrijk helemaal naar Santiago de Compostella geweest. En dat in de popmuziek.
Grafsteen Nico Haak
Op de begraafplaats Jaffa in Delft ligt Nico Haak (1939-1990) begraven. Op enkele meters er vandaan staan de urnen met de as van Theo Kuppens en Peter Tetteroo bij elkaar. Theo Kuppens overleed begin 1999, Peter Tetteroo werd niet ouder dan 55 jaar.
Op zijn website schreef Polle Eduard op 18 september 2002: “Met de plotselinge dood van Peter Tetteroo sloeg er een soort verlamming toe. 36 jaar geleden begonnen we ons avontuur in een nachtclub op Scheveningen waar de mensen in lange rijen voor de deur stonden om naar binnen te mogen om ons te horen spelen. 36 jaar later beëindigt Peter dit avontuur en stonden de mensen wederom in lange rijen maar nu om afscheid van Peter te nemen. Boven de gepaste stilte van de kerk uit leek het of ik hem weer, of nog steeds, hoorde zingen: “Don’t you leave, don’t you leave me here”. Niemand was van plan om hem te verlaten, iedereen aanwezig nam hem die dag voorgoed mee in zijn of haar hart. Maar uiteindelijk heeft hij toch voorgoed het huis van zijn schepper betreden aan wie hij zijn hele leven zo trouw is geweest. Peter was en zal altijd bekend blijven als een bijzonder mens, als zanger, als musicus, als tekstschrijver en als iemand die altijd voor iedereen klaar stond. Het is vele malen gezegd, gedacht en geschreven maar we ervaren nu al hoe erg we hem missen. Peter Tetteroo en Theo Kuppens, jullie waren het hart van The Tee Set en wij zullen altijd aan jullie blijven denken!”
Grafmonument familie Tetteroo
Ondanks de problemen in 1967 was het weer gauw vriendschap tussen Polle, Peter en Theo. “Je komt elkaar toch weer tegen in Delft”, legde hij uit. Theo vroeg Polle regelmatig om mee te spelen op de platen van de Tee Set. Hans van Eijck schreef zelfs samen met Peter Tetteroo de internationale hit ‘My belle amie’. Toen Peter in de Delftse politiek ging voor Leefbaar Delft stond Polle achter hem. Na zijn dood volgde Polle hem op als lid van de Delftse gemeenteraad.
Polle maakte in 2007 nog steeds volop muziek. Hij trad op met Ferdinand Bakker, leider van de voormalige topgroep Alquin uit Delft. Hij was actief in een band die repertoire van Neil Young bracht. Hij werkte samen met Kees Haak, de zoon van Nico. Intussen had Polle ‘Tee Set’ en ‘After Tea’ officieel op zijn naam laten registeren. Hoewel hij van zijn bijdrage aan de Tee Set vroeger nooit royalties had ontvangen, werkte hij nu aan de zogenaamde SENA-rechten, die dat alsnog mogelijk maakten. En hij gaf gitaarles aan een nieuwe generatie. ‘Ik wil jou’ was een ‘klassiek’ nummer geworden dat in allerlei lijstjes van de beste popsongs regelmatig goed scoorde.
Toen ik voor de publicatie van dit artikel contact met hem zocht, liet hij me weten dat hij midden in een verhuizing zat. “Ik hou het even kort. We praten binnenkort wel bij”, aldus een overlever in de Nederlandse popmuziek.
Harry Knipschild
15 augustus 2011
Clips
* Everly Brothers, When will I be loved, 1960
* Spencer Davis groep met Stevie Winwood, Gimme Some Loving, 1966
* Tee Set, Don't you leave, 1967 (Moef Ga Ga)
* Polle Eduard, Ik wil jou, 1979
* Spencer Davis groep met Stevie Winwood, Gimme Some Loving, 1966
* Tee Set, Don't you leave, 1967 (Moef Ga Ga)
* Polle Eduard, Ik wil jou, 1979
Literatuur
Harry Knipschild, hoestekst elpee Tee Set ‘Emotion’, 1966
‘Leve de Tee Set elpee’, Hitweek, 23 december 1966
Koos Zwart, ‘Hans van Eyck: Kup stuurt ons de politie op het dak’, Hitweek, 6 oktober 1967
Willem van Beusekom, ‘VARA Flaterpop’, Flaterpop-krant, 1983
Marc, ‘Onderweg’, 1983, artikel in onbekende krant, archief Polle Eduard
‘Polle Eduard Band: Stevige nummers met duidelijke teksten’, onbekend blad, 1983, archief Polle Eduard
Huub de Graaff, ‘Muziek [Flaterpop] trekt vooral beginnende tieners’, oktober 1983, onbekende krant, archief Polle Eduard
‘Ik heb de collega’s voorbij zien scheuren. Polle Eduard langszij’, Het Vrije Volk, 8 oktober 1983
‘Polle Eduards bijzondere vriendschap met Hennie Vrienten’, blad Platentiendaagse 1983, 12-22 oktober 1983
Willem Leenders, ‘The Tee Set. Under a Magic Lantern’, in The Fabulous Sounds of the Sixties, juni 1987
H.W. von der Dunk, De verdwijnende hemel. Over de cultuur van Europa in de twintigste eeuw, Amsterdam 2000
Bert Bossink en Ton van Steen, Het Liverpool van Nederland. Een kroniek over het ontstaan van de Nederbeat in Den Haag, 2002
- Raadplegingen: 34334