Skip to main content

454 - Marie-Rose Claes en Boudewijn de Groot

 
 
Op 27 april 2008 nam Boudewijn de Groot het woord in het Oude Slot te Heemstede. Bij die gelegenheid keek hij terug naar 1967, 41 jaar eerder:
   “1967 was het jaar waarin de hippie-beweging en de flower power begonnen. De LP ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’ van The Beatles zette letterlijk de toon voor nieuwe impulsen in de popmuziek.
   Er werd driftig geëxperimenteerd met instrumenten, effecten, arrangementen en bizarre, vaak onbegrijpelijke teksten. Dit alles onder de noemer ‘psychedelica’, ‘make love, not war’ (hoewel een nieuwe baby boom uitbleef), peace, high en stoned, omturnen en naar vloeistofprojecties kijken in Paradiso, Fantasia en soortgelijke clubs.
   Alles was te gek, weet je wel. Het was fleurig, zonnig en vrolijk. Lennaert [Nijgh] en ik deden vrolijk mee – Lennaert vooral omdat ik hem daar uitdrukkelijk om gevraagd had. Lennaert was geen hippie, hij was zichzelf.
   We schreven de LP ‘Picknick’. Hij maakte even gemakkelijk bizarre teksten als begrijpelijke poëzie. Ik probeerde allerlei muziekstijlen uit en zo werd de plaat een bont allegaartje.
   Omdat het allemaal niet ver genoeg kon gaan (het populaire popblad Hitweek sprak ook van ‘verre muziek) werden allerlei stijlen en invloeden uitgeprobeerd. En juist die zoektochten zorgden paradoxaal genoeg vaak juist voor een opmerkelijke coherentie”.
 
 
454 1 Boudewijn HeemstedeBoudewijn de Groot met Marie-Rose Claes in Heemstede
 
 
Marie-Rose Claes
 
 
Met deze tekst had Boudewijn een bedoeling – de opening in Heemstede van een expositie van schilderijen, geïnspireerd door de liedjes op het album ‘Picknick’. De schilderijen waren van de hand van een in Nederland wonende Vlaamse vrouw, Marie-Rose Claes, op 26 april 1955 geboren in Aalst, tussen Brussel en Gent, het Pajottenland. Op 6 mei 2022 vertelde ze me over haar muzikale leven, haar creatieve uitingen en het contact met De Groot.
 
Marie-Rose groeide als oudste van twee zussen op in Affligem en Aalst. Thuis werd naar de BRT geluisterd en ook gekeken naar de Muziekkampioen, door Tony Corsari gepresenteerd. Will Tura (geb. 1940) was een van de Vlaamse idolen in die tijd. Later verschenen Rocco Granata en Adamo in de Belgische hitlijsten.
   Haar moeder was toonaangevend in huis, herinnerde ze zich. Roy Orbison (1936-1988) met successen als ‘Only The Lonely’ en ‘Pretty Woman’ was er favoriet, later gevolgd door de Noord-Brabantse troubadour Dimitri van Toren (1940-2015), de zanger van ‘Hé, kom aan’.
   
Toen ik [HK] ging werken in de muziekbusiness, werd het me duidelijk dat Nederlandstalige troubadours en artiesten, als je ze zo kunt noemen, een behoorlijke aanhang in het Vlaams sprekende deel van België hadden; dat werd bevestigd door de verkoop van hun albums. Dat was nog steeds het geval, hoorde ik: “Spinvis doet het goed in Vlaanderen”.
 
Op jeugdige leeftijd had Marie-Rose haar eigen smaak: zowel harde muziek van Creedence Clearwater Revival, Rolling Stones, Deep Puple en Black Sabbath – als ook blues en de meer romantische klanken van ‘Eloise’ (Barry Ryan) en ‘Without You’ (Nilsson). Ze bezocht de middelbare school, ‘Dames van Maria’, en bekwaamde zich in wiskunde en economie, typische bèta-vakken, die je in de jaren niet onmiddellijk van een meisje zou verwachten. Bovendien volgde ze opleidingen als directie-secretaresse en tolk/vertaalster.
   Haar echte belangstelling was meer creatief gericht. Het liefste had ze psychologie willen studeren. Daar is het evenwel nooit van gekomen.
 
 
Concerten
 
 
Evenals haar moeder kreeg Marie-Rose gaandeweg steeds meer belangstelling voor wat je Nederlandse chansons zou kunnen noemen. Vooral Robert Long en Boudewijn de Groot konden op haar belangstelling rekenen. Ze correspondeerde met Long en liep langs de eenvoudige houten kist toen de artiest in 2006 op de katholieke begraafplaats Sint Petrus Banden (Den Haag) ten grave gedragen werd. Bij die gelegenheid werd muziek van Linda Ronstadt en Lee Hazlewood ten gehore gebracht.
   “Ik heb vele namen bij concerten zien voorbijkomen”, schreef ze mij na afloop van ons gesprek. “Dat waren onder anderen Hans Dorrestijn, Paul Haenen, Toon Hermans, Youp van ’t Hek, Hans Liberg, Karin Bloemen, Acda en de Munnik, Jan Rot, Vreemde Kostgangers – en de Vlamingen Urbanus, De Nieuwe Snaar en Kommil Foo niet te vergeten”. Eerder wees ze me al op de Vlaamse zanger Jimmy Frey.
 
 
Boudewijn de Groot
 
 
Marie-Rose Claes: “Boudewijn bleef er als een rode draad doorheen lopen. Hem heb ik heel vaak zien optreden”.
   Dat was vooral het geval toen ze eind jaren zeventig in het huwelijk trad, in Nederland kwam wonen, moeder werd van een dochter en twee zonen. Het bezoeken van de concerten van Boudewijn inspireerde haar om ook zelf creatief te zijn – met name bij de Vrije Academie in Sassenheim, vanaf 1990, later in een eigen atelier in Rijnsburg.
   “Op de lagere school al begon ik met het schrijven van gedichten en dat ben ik altijd blijven doen”, schreef ze.
 
 
454 2 Nijgh De Groot

 
Marie-Rose ging schilderen. Ze liet zich daarbij inspireren door Boudewijn de Groot, zijn muziek en de teksten die door Lennaert Nijgh (1945-2002) geschreven waren. “Bij het zoeken naar ideeën voor mijn schilderijen merkte ik dat ik onbewust al lang bezig was geweest naar teksten van Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot. Wat me opviel, is dat ik regelmatig met mezelf geconfronteerd werd. Onzekerheid, perfectionisme, emotie, allemaal facetten die vaak naar voren kwamen, die bij me horen en waar ik tekens mee om moest gaan. Daardoor werd het schilderen een interessant leerproces, het werkte therapeutisch”.
 
 
‘Picknick’
 
 
Boudewijn de Groot, op 20 mei 1944 geboren in Batavia (nu: Jakarta), groeide evenals Lennaert Nijgh op in de César Francklaan in Heemstede. In de jaren zestig gingen ze samenwerken. Lennaert schreef de tekst van ‘Een meisje van 16’, in 1965 de eerste top 40 hit van Boudewijn, weldra opgevolgd door ‘Welterusten meneer de president’, 'Het land van Maas en Waal’, ‘Testament’ en ‘Verdronken vlinder’. Het album ‘Voor de overlevenden’ werd een succes.
   
Het nieuwe album van Boudewijn de Groot werd in 1967 onder leiding van Tony Vos opgenomen, met de Gentenaar Bert Paige (Albert Lepage, 1920-1987) als arrangeur.
   In zijn boek Testament, een biografie van Lennaert Nijgh, schreef Peter Voskuil: “Boudewijn werkte in de studio keihard aan wat zijn ‘Sgt Pepper’ moet gaan worden. De lp ‘Picknick’ kan niet los gezien worden van die invloed”.
   Het tweetal werkte in die tijd meer dan intiem samen. Lennaert schreef niet alleen de teksten, hij was bovendien manager van de artiest geworden. Bij ieder optreden zaten ze samen in de auto, een BMW 2002, die naar wierook rook. 
   Voskuil: “De reis leidde vaak naar België, waar Boudewijn een regelrechte vedette was. De Vlamingen namen het Nederlandse lied serieus. In een steenfabriek in the middle of nowhere zaten soms zomaar vierduizend jonge mensen muisstil naar Boudewijn te luisteren”.
 
 
454 3 PicknickPicknick, album van Boudewijn de Groot
 
 
Tijdens de opnamen van ‘Picknick’ was de studio gekleurd met wierook en lichteffecten. De opnamen werden in december onderbroken voor twee optredens in België. Na terugkomst wist Lennaert nog een laatste tekst te schrijven: ‘Prikkebeen’, inspiratie voor een song die Boudewijn anno 1968 opnieuw in de top 10 bracht.
   ‘Picknick’, het album dat de sfeer van de ‘Tuin der Lusten’ van Jeroen Bosch (ca. 1450-1516) uitstraalde, werd voorzien van een peperdure verpakking. Voskuil: “In Londen regelde Lennaert een hoesontwerp voor Boudewijns nieuwe plaat. Nijgh had er een gesprek met de Nederlandse kunstenaars Marijke Koger en Simon Posthuma. Die waren in Londen op dat moment zo hot dat ze in kringen van The Beatles verkeren. Ze waren zelfs betrokken geweest bij het ontwerp van de binnenhoes van de lp ‘Sgt. Pepper’.
 
Phonogram stak een voor die tijd ongekend bedrag in de plaat. Producer Tony Vos: ‘We deden wat we wilden. We zetten op de plaat waar we zin in hadden. Ik voelde dat ik die vrijheid had, want Boudewijn was een goed verkopende artiest’”.
   Volgens de biograaf bereikte het duo De Groot/Nijgh een hoogtepunt in 1968. Boudewijn werd uitgeroepen tot populairste zanger van het land. Op het Grand Gala du Disque in maart won hij bovendien een Edison voor ‘Picknick’. In de zelfde maand werd Lennaert door Hitweek uitgeroepen tot Neerlands beste tekstschrijver. Desondanks was ‘Picknick’ niet zo’n bestseller als ‘Voor de overlevenden’.
 
 
454 4 Tuin der Lusten Jeroen Boschfragment uit ‘Tuin der lusten’ van Jeroen Bosch
 
 
Inspiratie door ‘Picknick’
 
 
Marie-Rose: “De teksten van ‘Picknick’ kende ik al vanaf mijn twaalfde. Tijdens mijn kunstzinnige scholing, zo’n dertig jaar later, staken fragmenten van teksten vaak de kop op. De resultaten belandden, zoals zoveel schilderijen trouwens, op zolder, in een kast, tot onder mijn bed”.
   Het begon met ‘Eva’ (“Ik houd de wereld in mijn hand, het glazen ei vol land en wolken”). Ook de tekst van ‘Canzone 4711’ sprak me heel erg aan (“Er viel een hete schaduw over het strand. Die depressie had de zon dus toch gevangen. De wind bleef onder het wolkendeksel hangen. De dag bleef stilstaan tussen 1 en 2”).
 
 
454 5 Picknick ClaesPicknick (Marie-Rose Claes) 
   
 
Ontmoeting met Boudewijn
 
 
Op 18 maart 2007 trad Boudewijn de Groot op in (de omgeving van) Rotterdam. Marie-Rose kocht kaartjes. “Ik kreeg de ingeving de schilderijen ‘Eva’ en ‘Canzone 4711’ te gaan opzoeken. Ik wilde proberen foto’s hiervan aan Boudewijn te geven”.
   Ze printte de foto’s van de doeken op A4 uit, bezocht de voorstelling en wist de artiest te bereiken. Toen ze er in slaagde met hem kennis in contact te komen, was hij druk in de weer. “Maar hij was heel aardig. Laten we in de foyer straks samen iets drinken, stelde hij voor. Boudewijn was verlegen en vooral bescheiden. Hij gedroeg zich helemaal niet als de ster die hij toch was. Hij was vol bewondering voor de foto’s die ik had meegenomen om te laten zien hoe ik door zijn songs gegrepen was. We kregen meteen een heel goed, ontspannen contact”.
 
De volgende dag, 19 maart, ontving Marie-Rose een bericht van hem, met daarin onder meer: “De kopietjes van de schilderijen die je gemaakt hebt, heb ik op mijn gemak kunnen bekijken en hoe langer je kijkt, hoe mooier ze worden. Dat is vaak het teken van ware kunst. Ik vind je werk heel suggestief en aansprekend”.
   Boudewijn stelde haar voor om verder te gaan. Ze bleken het goed met elkaar te kunnen vinden. Het idee rijpte om ook andere songs van ‘Picknick’ in schilderijen om te zetten en er dan mee te exposeren. Het tweetal wisselde e-mails uit, waarin de artiest zichzelf aanduidde als Bibi. 
   Voor Marie-Rose, gesteund door de zanger, kwam de inspiratie nu als vanzelf. “Bij het zoeken naar ideeën merkte ik dat ik onbewust al lang bezig was geweest met het schilderen naar teksten en muziek van Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot. Daardoor kregen sommige doeken vrij snel een invulling”.
 
 
454 6 Cinderella 2Cinderella (Marie-Rose Claes)
 
 
Het derde doek was de titelsong van ‘Picknick’. “Hoewel ik het album goed kende, was er vóór het schilderen van dit derde doek een periode van intensief muziek beluisteren. De teksten kende ik al en in de afgelopen jaren had ik bij het horen ervan al regelmatig beelden voor mijn geestelijk oog zien voorbijtrekken. Ik spitste mijn aandacht nu verder toe op dat beeldend gericht luisteren.
   De titelsong leek me voor de hand liggend. Het maagdelijk witte doek schrok me echter teveel af. Daarom nam ik me voor uit te gaan van een intuïtief gemaakte schets op karton. Iets wat ik bleef doen. Het was voor mij dé manier om onzekerheid los te laten en het gevoelsmatige zo maar toe te laten.
   De wijze van werken was: muziek keihard aan, goed geaard staan, verstand op nul. Zo kwam intuïtief snel een schets tot stand. Daarvan uitgaand ging ik op doek aan de slag. Sommige schetsen vond ik vaak op zich al mooi, waarschijnlijk omdat zij lieten genieten van de vrijheid waarmee ze gemaakt werden. Die vrijheid kon ik meenemen naar het doek. Daar probeerde ik dan weer een balans te vinden tussen gevoel en verstand”.
 
 
Op naar de expositie
 
 
Dankzij de onverwachte steun van niemand minder dan Boudewijn zelf, ging Marie-Rose door met schilderen, soms meer dan één bij een lied. ‘Canzone 4711’ en ‘Tuin der lusten’ leverden vier doeken op. Bovendien zette ze haar gevoelens over ‘flower power’ en ‘vloeistofprojectie’ om in beelden.
   “Bij ieder concert van Boudewijn nam ik me voor goed naar de geprojecteerde vormen te kijken. Deze observatie zou moeten dienen als basis in inspiratie voor het schilderen. Maar nooit kon ik me langer dan twee seconden hierop concentreren. Altijd werd ik meegesleurd door de muziek. En voor ik het wist, was het voorbij.
   Toch moet de vloeistofprojectie zich in mijn onbewuste hebben opgeslagen want op zekere dag zette ik het doek weer op mijn schildersezel en de eerder gevoelde remmingen vielen eindelijk weg”.
   Over ‘flower power’: “Bloemen, bloemen en nog eens bloemen. In allerlei verschijningsvormen: een paar aan de realiteit getoetst maar ook een aantal geput uit de fantasie – soms op een sjaaltje, jaren geleden gekocht.
   Al die maanden dat ik met dit project bezig was, was ik bewust of onbewust ermee bezig. Waar ik ook kwam, vielen dingen en details me op die ik in verband hiermee kon gebruiken”.
 
 
454 7 flower power 2flower power (Marie-Rose Claes)
 
 
Heemstede, 27 april 2008
 
 
Marie-Rose zette alles op alles om een succes te maken van de expositie. Tijdens een bijeenkomst op de Belgische ambassade in Den Haag werd haar spontaan een subsidie verstrekt. Dat was een mooie binnenkomer. Ze schreef brieven naar diverse culturele instellingen in Nederland en Vlaanderen. Binnen de kortst mogelijke termijn kon ze op tournee met de Picknick-doeken.
 
Op 6 februari 2008 werd de opening aangekondigd in de Heemsteder. “Op zondag 27 april vindt de openingsexpositie van schilderijen plaats van Marie-Rose Claes. Haar schilderijen naar het album ‘Picknick’ zullen die middag van 15.00 tot 20.00 uur voor het eerst te zien zijn in het Oude Slot te Heemstede. Daarna zal zij op diverse andere plaatsen in Nederland en België exposeren.
   Na ruim zeventien jaar schilderservaring vertaalt ze bij deze tentoonstelling teksten en muziek van ‘Picknick’ in een twintigtal schilderijen.
   Marie-Rose schildert op doek en maakt gebruik van gemengde technieken met nadruk op acrylverf en pastelkrijt. Haar stijl wordt vaak als surrealistisch omschreven, soms als dromerig en suggestief, dan weer als energiek. Ze houdt van frisse en heldere kleuren.
   Bij ieder schilderij zullen de zinnen waarop het werk is gebaseerd, worden vermeld. Ook de muziek van ‘Picknick’ zal te horen zijn, wat de schilderijen een diepere dimensie geeft en het geheel compleet maakt.
   Naast de schilderijen zullen ook posters en een catalogus aangeboden worden. Deze catalogus bevat foto’s van de tentoongestelde werken en een beschrijving van Marie-Rose over haar drijfveren, persoonlijke ervaringen en achtergronden bij het schilderen”.
 
In zijn toespraak bij de opening wees Boudewijn de Groot op de veelheid van stijlen en invloeden in zijn eigen muziek. “Die verschillende stijlen zie je ook hier in de schilderijen van Marie-Rose. Figuratief, abstract, kleurrijk, zwart-wit, direct en expliciet, ergens anders weer wat symbolischer en associatiever.
   Ze heeft alles gebruikt, zoals wij dat op de ‘Picknick’-LP deden. Hoe verschillend ook van stijl, toch dragen alle werken duidelijk haar signatuur. Ze zijn harmonieus van kleur en hebben allemaal iets uitbundigs. Typisch flower power-werk, wat dat betreft”.
 
 
454 8 Marie Rose en BoudewijnMarie-Rose en Boudewijn
 
 
Boudewijn voegde eraan toe: “Zolang er kunst is, hebben grote kunstenaars zich laten beïnvloeden door andere kunstenaars en hun werk. Ik zeg met opzet ‘grote’, zodat ik daarmee kan zeggen dat Marie-Rose en ik eigenlijk niets anders dan kunst met een grote K maken.
   Een eervol moment. Afgelopen vrijdag kregen zo’n 3500 Nederlanders een lintje en was iedereen trots. Vandaag is het mijn beurt om trots te zijn. Een lintje hebben Linnaert en ik al, maar een aan onze LP opgedragen schilderijententoonstelling, dat is pas echt te gek, weet je wel”.
 
 
Op tournee
 
 
Na de eerste expositie in Heemstede trok Marie-Rose Claes door Nederland en de streek waar ze opgegroeid was, van Lisse, Oegstgeest tot in Almelo, van Wuustwezel tot in Lier en Gent. Tot op de dag van vandaag praat ze vol trots over haar ervaringen van weleer. Regelmatig bleef ze de concerten van Boudewijn de Groot bezoeken, zoals de Vreemde Kostgangers – met George Kooymans en Henny Vrienten (1948-2022). Ze bezit zelfs een toegangsbewijs voor het optreden van de ‘kostgangers’ in Leiden, dat niet meer kan plaatsvinden.
 
 
Harry Knipschild
10 mei 2022
 
Clips
 
 
Literatuur
‘Veel belangstelling voor afscheid Robert Long’, onbekende krant, 23 december 2006
Peter Voskuil, Testament. Leven en werk van Lennaert Nijgh, Amsterdam 2007
De Heemsteder, 6 februari 2008
Marie-Rose Claes, Een Lentewind – expositie naar ‘Picknick’, Oegstgeest 2008
  • Raadplegingen: 4861