393 - Mary Wells, eerste vedette van Motown
De namen van platenmaatschappijen of -labels hebben/hadden meestal geen muzikale betekenis. Wat maakt(e) het uit of groepen hun opnamen maakten voor EMI, PolyGram, Decca, Warner of Sony?
Een uitzondering op die regel was Motown, het muziekbedrijf van Berry Gordy. Motown stond jarenlang garant voor een bepaald soort swingende popmuziek, met een strakke beat en tambourijnen – zwarte popmuziek, dat wel, maar tevens nadrukkelijk gericht op de blanke jeugd. Het bedrijf in Detroit (Michigan) adverteerde jarenlang met de slogan ‘the sound of young America’. Het positieve imago werkte nog door tot in onze dagen. Toen de Nederlandse artiest Waylon in 2010 zijn eerste plaat mocht uitbrengen op Motown, was dat bij ons groot nieuws.
Motown stond bekend om zijn vrouwelijke vedettes: de grillige maar succesvolle Diana Ross natuurlijk, maar ook bijvoorbeeld Martha Reeves (‘Dancing in the street’) en Gladys Knight (‘I heard it through the grapevine’).
Mary Wells (1943-1992) wordt nauwelijks meer genoemd. Een enkele keer hoor je ‘My guy’ nog als ‘oldie’ op de radio. In 2012 publiceerde Peter Benjaminson een biografie over het meisje dat hij de titel Mary Wells. The tumultuous life of Motown’s first superstar meegaf.
Al eerder had Berry Gordy zelf zijn herinneringen aan Wells vastgelegd in de autobiografie To be loved (1994), in het Nederlands vertaald als Motown. De mensen, de muziek, de magie. In het hoofdstuk over het begin van zijn bedrijf vertelde de ondernemer dat hij [op 7 juli] 1960 haastig op weg was naar een optreden van de nog niet zo bekende Miracles, de groep van Smokey Robinson.
“Ik wilde het geluid uittesten voordat ze opkwamen en ik was al laat. Terwijl ik me een weg baande door de lawaaierige en opgewonden meute, hoorde ik ineens zo’n klein stemmetje: ‘Meneer Gordy, meneer Gordy’.
‘Ja’, zei ik, terwijl ik omkeek naar een klein meisje met een bruine huid, een breed gezichtje en grote ogen, dat op me af kwam rennen.
‘Meneer Gordy’, zei ze, terwijl ze op adem probeerde te komen. ‘Ik heb de hele avond al geprobeerd u even te spreken. Ik heb een liedje. Het is geweldig, echt heel goed. Kan ik een afspraak met u maken?’
Ik liep snel door. Zij liep nog harder. ‘Ik heb geen tijd voor afspraken’, zei ik.
Vastgeplakt aan mijn jaspanden leek ze een soort paradepas uit te voeren die samenviel met elke stap die ik deed. ‘Oh, alstublieft, meneer Gordy’.
‘Kun je het zingen’, schreeuwde ik, terwijl ik zigzaggend door open plekjes in de menigte slingerde.
‘Oh ja, heel goed. Ik kan het heel goed zingen’.
‘Nou, zing het dan maar’, zei ik.
‘Zingen?’
‘Jawel’.
‘Nu’.
‘Ja. nu meteen’.
Ze wierp zich meteen met verve en wanhoop op het nummer [‘Bye Bye Baby’].
Ondanks alle herrie, chaos en wat dies meer zij, was ik verrukt van dat schorre, soulfulle geluid. Ik hield mijn pas in. Plotseling had ik wel tijd. ‘Hoe heet je?’
‘Mary. Mary Wells’.
‘Oké, Mary. Ik zie je morgen in de studio’.
‘Maar hoe kom ik daar binnen?’
‘Maak je geen zorgen. Je komt er wel in’”.
Afkomst en jeugd
Uit allerlei interviews blijkt dat Mary, op 13 mei 1943 geboren in Detroit, worstelde met haar afkomst van vaders kant. Ze had haar achternaam niet overgenomen van haar biologische maar van haar stiefvader, Arthur Wells. Wie de echte vader precies was bleef onduidelijk, als je op haar uitlatingen afging. De man die haar verwekt had was snel uit zicht.
Haar eerste jaren waren bovendien niet aangenaam. “Mary wasn’t particularly lucky in her upbringing”, legde de biograaf vast. Zij en haar moeder woonden in een wijk van Detroit die hij aanduidde als de ‘bottom of poverty’: “It was a poor black residential neighborhood consisting mostly of wood-frame houses”.
Het geld kwam niet binnen rollen, noteerde Gerri Hirshey toen ze met Mary sprak. Moeder Geneva en dochter moesten uit werken. “She scrubbed floors, did domestic work. I started helping my mother with the work when I was around twelve. We were just two women, helping each other out”.
Als haar moeder ’s avonds thuis kwam bleef ze niet altijd nuchter. Bovendien werd de vrouw meer dan eens geslagen door Arthur. Op school kwam het meisje op achterstand door allerlei ziektes.
Geen zorgeloze jeugd dus.
Muziek hield haar wellicht op de been. Mary leerde klarinet spelen en zong in diverse groepjes, die je overal in Detroit kon horen. In een van die groepjes, The Distants, had ze een amoureuze relatie met Otis Miles, die als Otis Williams later de Temptations opzette en in die formatie naar voren trad in bijvoorbeeld ‘I can’t get next to you’. Zanger Wilson Pickett was een volgend vriendje.
Uitsluitend platonisch waren de verhoudingen niet. “Pickett and Williams appreciated other things about her as well”. Wilson viel niet alleen op de manier waarop ze zich voortbewoog, maar ook op haar grote ogen en strakke, korte rokje.
Het grote idool van Mary Wells was Jackie Wilson. De song die de zwarte teenager aan Gordy probeerde te ‘slijten’ had ze dan ook geschreven met Jackie hopelijk als de vertolker. Gordy was lange tijd direct betrokken bij de muzikale loopbaan van de artiest die hits had als “Reet Petite’, ‘Lonely Teardrops’ en ‘That’s Why I love You So’.
Jackie Wilson op voorpagina van Blues & Soul
Mary Wells bij Motown (8 juli 1960)
Mary kwam bij menigeen, en misschien ook wel bij Gordy, over als een verlegen en daardoor aantrekkelijk meisje. Maar verlegen was ze niet – eerder het tegenovergestelde. Mary was iemand, bleek uit tal van gegevens, die recht op haar doel afging.
De volgende dag, 8 juli 1960, meldde ze zich in elk geval, samen met haar moeder, bij de jonge platenmaatschappij, 2648 West Grand Boulevard. In het huis met ‘Hitsville USA’ aan de wand, tekenden moeder Geneva en de nog niet volwassen dochter een exclusieve overeenkomst. Niet Jackie Wilson zou haar song ‘Bye Bye Baby’ in de studio vastleggen maar zij zelf.
Het inzingen ging niet zomaar. Maar liefst 22 keer moest ze dat doen – is het verhaal – alvorens de producer, platendirecteur en muziekuitgever (Jobete) tevreden was. De lange duur van werken in de studio had diverse oorzaken. De apparatuur was primitief zodat muzikanten, koor en zangeres tegelijk moesten presteren. Als iemand iets fout deed konden ze weer van voren af aan beginnen.
Gordy kwam er achter dat Mary tijdens een lange sessie steeds ‘heser’ werd en dat vond hij wel ‘sexy’.
De tekst van ‘Bye Bye Baby’, de song die Mary geschreven had, was een stuk volwassener dan je misschien van een jong meisje mocht verwachten. Benjaminson: “She’s telling a man who walked out on her that she won’t take him back, that she doesn’t need him anymore, and that she’s moving on”.
Motown ging het enigszins voor de wind toen ‘Bye Bye Baby’ aan het einde van 1960 op de markt kwam. Rhythm & blues sprak de Amerikaanse jeugd aan, dankzij onder anderen de Shirelles (‘Will you still love me tomorow’, ‘Soldier Boy’), Jerry Butler (‘He will break your heart’), Ernie K-Doe (‘Mother- in-law’) Jackie Wilson, Ben E. King, Sam Cooke, Ray Charles en vele anderen.
Bovendien draaide Motown op dat moment zelf goed mee met de Miracles en hun top tien hit ‘Shop Around’ (op het Tamla label). Daardoor had het platenbedrijf waarschijnlijk impact toen de eerste single van Mary Wells onder de aandacht van de deejays, distributeurs en consumenten gebracht moest worden.
De Motown-single wist een goede klassering in de R&B-lijsten te bereiken, maar wat interessanter was: een plekje aan de rand van de algemene top 40 van Billboard en Cashbox.
Voor het eerst in de geschiedenis van zijn onderneming slaagde Berry Gordy erin met een zangeres te scoren. Daarmee had hij een mogelijke vedette in huis. Van een Motown-‘sound’ was echter geen sprake.
Berry Gordy ong. 1960
Leven met succes
Ongetwijfeld zal er in het leven van het jonge zwarte zangeresje een en ander veranderd zijn nadat ze in de hitlijsten verscheen. Een eendagsvlieg was ze in elk geval niet. Haar tweede single, ‘I don’t wanna take a chance’ deed het zelfs beter dan ‘Bye Bye Baby’.
Mary had een entree bij Gordy weten te krijgen met een eigen song. Je zou verwachten dat haar platenmaatschappij op die toer zou doorgaan. Dat was echter niet het geval. Gordy zette William Stevenson in om haar van materiaal te voorzien. Natuurlijk ging ze op een andere manier aan het werk. Geen vloeren schrobben meer met haar moeder, maar het podium op. Ze moest een groot publiek, inclusief blanken, voor zich zien te winnen.
Mary, niet afkomstig uit betere kringen en behoorlijk onervaren, deed haar best. Een vriendinnetje, Maye, hielp haar met make-up, kleding en haarverzorging. Zelf vond ze dat ze geen aansprekende naam had, maar van een verandering was geen sprake, kreeg ze van de platenbaas te horen. Dankzij die eerste twee hits was haar naam nu eenmaal gevestigd.
Mary deed het niet slecht als ze eenmaal op het toneel stond. Door een sexy optreden wist ze het publiek meestal wel voor zich te winnen, hoewel ze – dat was in die tijd normaal – natuurlijk ook met rassendiscriminatie te maken kreeg.
Na korte tijd woonde ze niet meer in bij haar moeder, die wel formeel als haar voogd optrad omdat Mary nog te jong was volgens de Amerikaanse autoriteiten. Benjaminson: “Her mother visited Motown every payday to collect Mary’s check and did the best she could to oversee Mary’s career. Mary’s apartment was near her mother’s house”.
De relatie tussen moeder en dochter ontaardde regelmatig in vechtpartijen. Het jonge maar onervaren idool wilde een eigen leven leiden.
Haar vriendin legde het uit. “Mary was always looking for love. She was just looking for someone to love her for herself, but she got mixed up with sharp boys”.
Huwelijk met Herman Griffin
Herman Griffin (1936-1989) was zeven jaar ouder dan Mary Wells. Ook hij had een exclusieve verbintenis met Motown. Successen bleven echter uit. Gordy zette hem in om artiesten te begeleiden als ze door het land trokken voor optredens. Griffin functioneerde dan als leider van een groep muzikanten. Maar hij was ook een all-round entertainer, zong, danste en trad op als acrobaat – ook als vóór hem een van de Motown-artiesten zijn of haar liedje ten gehore bracht – Wells was geen uitzondering. “Dressed in a striped mohair suit, he conducted the band while Mary performed and did his dance routine. He even did backflips”.
In de biografie is te lezen dat Griffin opdracht had gekregen om goed voor het jonge en nog onervaren zangeresje te zorgen. “Motown had sent him on the road with her as her valet, driver, and protector”.
Herman maakte indruk op Mary. “She tended to get attached to someone who was taking care of her like that”, ving de auteur op. Griffin reed rond in grote, dure auto’s en beschikte over een uitgebreide garderobe.
De vertegenwoordiger van de platenmaatschappij leek datgene te hebben waar Mary naar op zoek was. “I went over to his father’s house. He had a pretty nice home and was a real nice man. I thought it would be a great family to be a part of”, zei ze later.
Het gevolg liet niet lang op zich wachten. Op 23 juni 1961 traden ze al in het huwelijk. Mary was een paar weken eerder achttien geworden, Herman Griffin was vierentwintig. Vanwege haar jeugdige leeftijd moest Mary nog formeel toestemming aan haar moeder vragen.
Gordy was niet op de hoogte gebracht van de snel opbloeiende relatie van zijn eerste vrouwelijke ster en de man die hij met nauwkeurige instructies met haar had meegestuurd. Toen de directeur het resultaat hoorde riep hij de kersverse echtgenoot op het matje. Hij had hem juist opdracht gegevens om zich terughoudend op te stellen bij haar.
Griffin was meer dan één stap te ver gegaan.
Vanaf het beklaagdenbankje verdedigde Herman zich met de woorden: “It was Mary. It was Mary. She wanted to get married. It was all her, not me”.
Van het huwelijk kwam in de praktijk niet veel terecht. Toen ze eenmaal getrouwd waren bleek dat ze het nauwelijks met elkaar konden vinden. Regelmatig was er ruzie. Mary Wells moest vaak alleen in huis achterblijven terwijl Griffin zijn geluk nog wel eens elders zocht. Binnen twee jaar werd het huwelijk ontbonden.
Mary besloot haar moeder voortaan als manager te laten functioneren, zoals dat in die tijd ook in Nederland gebeurde bij artiesten als Anneke Grönloh en de Blue Diamonds. Je eigen familie kon je tenminste vertrouwen, was waarschijnlijk het motto.
Een nieuwe aanpak, door Smokey Robinson
Niet alleen het liefdesleven maar ook de carrière van Mary Wells was in zwaar weer gekomen. Haar derde single ‘Strange love’ haalde geen klassering in de hitlijsten.
Smokey Robinson nam de plaats van William Stevenson over om Mary op het rechte pad te krijgen.
Volgens de biograaf liet Motown zich leiden door een nieuwe trend: meisjes-zanggroepen. De Shirelles waren het grote voorbeeld in die dagen. Motown manifesteerde zich weldra zelf bij uitstek met onder meer de Supremes, Vandellas, Andantes en Velvelettes. Met ‘Please Mr. Postman’ verscheen het bedrijf in 1961 al zelf in de hitlijsten met zo’n groep, de Marvelettes.
Smokey zocht naar de juiste aanpak voor de ster, die in moeilijkheden geraakt was. Zijn echtgenote, Claudette Rogers, deed zelf mee in de Miracles. Menigeen heeft zich afgevraagd hoe intiem de relatie tussen de producer-songwriter en zijn pupil was.
Benjaminson: “A definite chemistry had arisen between Mary and Smokey, who were, after all, an attractive young couple spending hours alone in a studio. And of course Smokey was writing the songs that were moving Mary from star to superstar”.
In interviews reageerde Mary wel eens op vragen over hun relatie. “You know how guys might try to touch you, in a playful way, and I’d say, ‘Hey, Smokey, wait a minute’. I wouldn’t let him go so far because of Claudette and because I was just so career-inclined in those days”.
Wat er precies speelde kwam niet naar buiten. “We weren’t personal”, liet Mary zich ontvallen. “Our relationship was musicwise, even if he might have wanted it [to be] more. And maybe to a certain extent I might have wanted it [to be] more at the time.
But because I went through so many changes as a kid with my stepfather and seeing my mom and him, I think I was frightened of a relationship and scared that it was going to get torn apart. So rather than make it personal, I built a friendship”.
In een ander gesprek liet Mary weten dat Smokey en zij ‘similar in mannerisms’ waren en zich gedroegen als ‘cousins who lived down the block from each other’.
Eén vrouw, twee mannen
Hoe dan ook, de samenwerking pakte goed uit. Na de misser ‘Strange love’ kwamen Motown, Smokey en Mary in 1962 terug met drie Amerikaanse top tien hits achter elkaar: ‘The one who really loves you’, ‘You beat me to the punch’ en ‘Two lovers’.
De liedjes waarmee Smokey en Mary in die tijd voor de dag kwamen hadden soms controversiële teksten. De hit ‘Two lovers’ werd in de biografie aangeduid als ‘semi-scandalous’. Benjaminson: “In this tune, she projects no shame, but plenty of vulnerability, over loving two men at the same time. She manages the amazing feat of sounding innocent and scandalous simultaneously”.
Zo’n thema droeg wellicht bij tot het succes, dat overigens beperkt bleef tot de Verenigde Staten. Motown had nog steeds geen Motown-sound. De Amerikaanse hits van Mary Wells bleven nagenoeg onbekend aan deze kant van de Atlantische Oceaan. Van een goede Europese distributie was geen sprake.
In Nederland was John A. Verhagen (Tilburg) zo ongeveer de enige die over (Mary Wells en andere) Motown artiesten schreef. John gaf eerst zelf een (gestencild) Motown-blad uit. Vanaf 1963 verzorgde hij in Tuney Tunes de rubriek Tunesville.
Mary Wells in Tuney Tunes, juli 1964
Affaires
Door haar drie Amerikaanse top tien hits was Mary Wells al gauw de grote trekker van de Motown Revue die in auto’s en bussen door de VS trok. “Mary rode the bus with the Supremes (who were not yet stars), the Contours, and the Marvelettes. On the later tours, after she had become Motown’s biggest star, she’d ride in one of the cars”, aldus Benjaminson.
Als zwarte artiesten hadden ze het niet altijd gemakkelijk: “She had lived in a poor, mostly black neighborhood in Detroit, but separation of the races in Detroit was not endorsed by law”.
In het gemeentehuis van New Orleans ging het er anders aan toe. “They had a drinking fountain there that said ‘White Fountain’ and another that said ‘Negro Fountain’ - and that was a government building! I didn’t bother to look at the sign and started drinking. People started looking at me and I thought, They know who I am, I’m Mary Wells, and then people said, ‘Girl, look at the sign’, and I looked up at the sign, and I was hurt”.
Toiletten voor blanken waren binnen. De zwarte bevolking werd geacht zijn of haar behoefte buiten te doen.
Mannelijke en vrouwelijke artiesten trokken samen met elkaar op. Mary en Stevie Wonder bijvoorbeeld. “Stevie Wonder would sit next to Wells on the bus while she told him what the sky, the stars, and the clouds looked like. She would tell him, ‘You probably see things that are much more beautiful than what I can see’. On the other hand, when Wonder, then thirteen, was in a different mood, Wells said, ‘I’d have to be careful not to be alone with him, because his hands were all over me’”.
Artiesten op huwbare leeftijd hadden natuurlijk allerlei affaires, ver weg van huis. Mary was geen uitzondering. Gitarist Cornelius Grant en roadmanager Joe Schaffner reden Mary in haar Cadillac rond. Grant: “Mary was very highly sexual. She had us stop at this hotel, where there was a guy she was dating. We had to drive and park in the hotel while she went upstairs and had her little sexcapade”.
Anderhalf uur later kwam de zangeres te voorschijn en reden ze verder.
Mary had bovendien waarschijnlijk affaires met andere Motown-artiesten, zoals David Ruffin van de Tempations. “After divorcing Griffin, Mary engaged in an affair with Ruffin that lasted for about six months, she said. ‘He fell in love with me and wanted to marry me’”, zei ze. Mary legde het bovendien aan met Brian Holland, van het Holland-Dozier-Holland songschrijvers- en productieteam, met wie ze eveneens opnamen maakte.
In zijn boek vatte Gordy het bondig samen: “Employés en artiesten raakten niet alleen betrokken bij elkaars werk, maar ook bij elkaars leven. Liefdesaffaires en huwelijken tierden welig”.
Motown werd wel eens gezien als een grote familie.
Motown-godin
handtekening van Motown-godin
Temidden van al die ervaringen, affaires en Amerikaanse successen groeide het jonge zwarte zangeresje van een jaar of twintig na haar korte huwelijk uit tot het visitekaartje van het bedrijf uit Detroit. Benjaminson: “Mary had become a Motown goddess: its premier female vocalist, a position she would hold without challenge from 1962 to 1964”.
Susan Whitall, popjournaliste in Detroit, tekende uit de mond van Motown-zangeres Mabel John op: “We would literally have to hide her, to get her from the car to where she was performing, because the children would tear her apart”.
Het was Smokey Robinson die begin 1964 op de proppen kwam met ‘My Guy’. Tijdens een vergadering kondigde hij de song enthousiast aan. “Wacht maar tot je ‘My Guy’ hoort, dat ik aan het schrijven ben. Nummer één, geen twijfel mogelijk. Ik durf daar iets op te zetten en ik heb het nummer nog niet eens opgenomen”.
Gordy vond dat Smokey wel erg hard van stapel liet: “‘My Guy’ haalt waarschijnlijk niet eens de hitlijsten, als het al uitgebracht wordt”.
Mary zag de song van Smokey meteen zitten toen die hem op de piano voorspeelde. Ze vond het een prachtige melodie en wilde er iets speciaals van maken, vooral in het laatste stukje. “I had to put something real cute on the end. And I thought about Mae West”.
De blanke artieste Mae West, geboren in 1893, was lange tijd een sex-symbool, vooral door haar filmrollen.
Mijns inziens terecht stelde de biograaf dat ‘My Guy’ een bijzondere rol speelde in de geschiedenis van Motown, onafhankelijk van het succes: Mary’s eerste nummer één hit.
“Aiding the tune’s success was that while it was black music, it was far from raw soul. It was directly aimed at pop radio stations and pop record sales. This song was built on a strong melody, a noticeable beat, and accessibility for all. The beat, a Motown trademark, was much stronger than those on the rhythm tracks used by white singers during these years. Mary’s rendition of this song added immensely to its appeal”.
Met ‘My Guy’ was de Motown-sound, de sound voor ‘jong Amerika’, in zekere zin geboren.
Conflict met Motown
Mary Wells, ver weg van Detroit, in Londen
Door ‘My Guy’ kwam Mary Wells, de donker-gekleurde koningin van Motown, in een andere wereld terecht, Ze mocht anno 1964 zelfs in het gezelschap verkeren van de Beatles die in dat jaar de wereld veroverden.
De blanke mensen met wie ze nu te maken kreeg hadden soms weinig begrip van de R&B-wereld die haar achtergrond was. Toen ze in de Steve Allen-show hoog op gaf van Little Stevie Wonder, Smokey Robinson en de Miracles, schoot het publiek in de lach.
Mary begon zich nu ook af te vragen of ze wel goed zat bij Motown is uit de biografie op te maken. Investeerde de gespecialiseerde platenmaatschappij wel genoeg in haar? Haar overeenkomst met Gordy leek op uitbuiting. Ze ontving nauwelijks royalties. Bovendien werden, zoals gebruikelijk in de VS, allerlei kosten met die royalties verrekend. Mary vertrouwde de verkoopcijfers niet meer. Er zouden veel meer exemplaren van haar platen verkocht zijn dan haar aangegeven werd.
Mary Wells: “It made me feel very inferior and made me feel like I was being used and abused”.
De artieste wilde meer weten over hoe haar zaken er bij Motown uitzagen. Het lukte haar echter niet om er inzage in te krijgen. Toen ze bijvoorbeeld het contract wilde inzien dat zij en haar moeder getekend hadden werd dat geweigerd met de woorden: “It’s a standard contract and it’s just a formality. We’re not here to steal your money. You’ll always be taken care off. Don’t worry about it”.
Mary werd, zoals vaker voorkwam, afgescheept met een auto: “They’d give me a new car and expect me to be grateful”.
Mary Wells. de grote ster, nam er geen genoegen mee dat ze zo behandeld werd. Ze wilde niet langer bij het bedrijf blijven en ging daarmee in tegen het advies van haar moeder, die verkondigde: “These are the people who made you”. Haar moeder was niet de enige die tegen haar vertrek was. Van alle kanten werden ze aangemoedigd om te blijven.
Mary slaat aanbod af om mede-eigenaar van Motown te worden
Ook Berry Gordy deed er alles aan om zijn grote ster binnenboord te houden. Op 13 mei 1964 organiseerde hij een groot feest ter gelegenheid van de 21ste verjaardag van zijn vedette. Iedereen van Motown was erbij. “The highlight of the party came when Gordy presented Wells, the company’s biggest star, with a mink stole”.
Gordy zou zelfs bereid geweest zijn om de zangeres voor de helft eigenaar van de platenmaatschappij te maken. Mary nam wel een heel bijzondere positie in.
In een interview verklaarde ze over het aanbod: “I turned it down because I was very hurt. I said to him, ‘Forget 50 percent. I just want out. I can’t deal with it any longer’”.
Het meisje, 21 jaar en nog steeds onervaren in de muziekbusiness, zag het onafhankelijke bedrijf in Detroit nu als een beperking. Later legde ze het uit: “I left Motown because I wanted to see what I could do on my own”.
citaat uit boek
Weg bij Motown
Mary Wells kon niet zomaar weg bij Motown. Met juridische hulp beriep ze zich er echter met succes op dat ze minderjarig was toen ze haar contract getekend had. Op 5 oktober 1964 werd de overeenkomst ongeldig verklaard.
Mary Wells deed nog wel concessies. Binnen vijf jaar zou ze haar Motown-songs niet opnieuw elders vastleggen. Bovendien zag ze tegen een eenmalige vergoeding van 30.000 dollars af van verdere royalties ooit.
Mary was niet in staat op eigen benen te staan. Het vertrek bij Motown was een misser voor haar. Grote nieuwe successen bleven uit. Haar privéleven, inkomsten en gezondheid lieten tevens te wensen over. Ouder dan 49 jaar werd ze niet.
Motown zette een nieuwe koers in. Het bedrijf floreerde met de Supremes, Marvin Gaye, Stevie Wonder, Tempations en vele, vele anderen. Mary Wells kon weldra vergeten worden.
Harry Knipschild
10 mei 2020
Clips
Literatuur
Gerri Hirshey, Nowhere to run. The sory of soul ,usic, Londen 1985 (1984)
J. Randy Taraborrelli, Call her Miss Ross, New York 1989
Berry Gordy, Motown. De mensen, de muziek, de magie, Amsterdam 1995 (1994)
Peter Benjaminson, Mary Wells. The tumultuous life of Motowns first superstar, Chicago 2012
Gerald Posner, Motown. Music, Money, Sex and Power, New York 2002
- Raadplegingen: 7383