12 - Joël Eymeret, een Franse historicus over Daendels
Herman Willem Daendels uit Gelderland speelde een militaire en bestuurlijke rol in de geschiedenis van Frankrijk rond 1800. Hij vocht in 1793/5 voor de Fransen om België en Nederland te veroveren, droeg bij om Franse politieke ideeën ook in Nederland te verwezenlijken, beschermde Noord-Holland in 1799 tegen de inval van de Britten en Russen, was in 1806 als militair en bestuurder voor de Fransen actief in Duitsland en trok in 1812 met Napoleon mee naar Oost-Europa.
Op bevel van de keizer stuurde Lodewijk Napoleon, de Franse koning van Holland, in 1807 een vertrouwde generaal naar het verre oosten om – in samenwerking met de ervaren Fransman Charles Decaen – ervoor zorg te dragen dat Java en andere Indische eilanden binnen de Franse invloedssfeer zouden opereren. Voor die post werd Daendels geselecteerd – de man die al eerder beloond was met een hoge Franse onderscheiding, die van het légion d’honneur. (Ondanks het met een proefschrift afronden van een academische rechtenstudie kreeg de Hattemer eerder in eigen land geen erkenning).
Het is derhalve niet vreemd dat Franse historici zich bezig gehouden hebben met de man die als een vriend van de Fransen, bovendien een trouwe dienaar van de Bonapartes, beschouwd werd. Een van hen was Joël Eymeret.
Twee artikelen van Joël Eymeret
In 1972 en 1973 publiceerde Eymeret enkele artikelen over hetgeen Daendels bewerkstelligde om de Franse belangen in Oost-Indië te behartigen: ‘L’administration napoléonienne en Indonésie’ en ‘Les archives françaises au service des études indonésiennes: Java sous Daendels (1808-1811)’.
Of Eymeret behalve het Frans ook andere talen machtig was is niet bekend. Hij baseerde zijn tekst in elk geval voornamelijk op Franse literatuur en archiefstukken. De historicus onderzocht wat er in het Franse nationaal archief te vinden was. Toen ik [HK] er in 2000 zelf onderzoek deed vond ik er achtergelaten briefjes met door hem gemaakte aantekeningen.
De Franse bemoeienis met Azië
Eymeret bekeek de rol van Nederland en van Daendels vanuit internationaal, met name Frans perspectief. Nederland en Frankrijk waren in die tijd nauw met elkaar verbonden. Parijs bemoeide zich steeds meer met de interne zaken van ons land.
“De 1795 à 1815, la destinée des Pays Bas est liée à celle de la France révolutionnaire et impériale et l’ingérence française dans les affaires de Hollande fut de plus en plus manifeste pour en arriver en 1810 à l’annexion pure et simple à l’Empire”.
De Franse belangstelling voor Nederland had zijn uitwerking op de Nederlandse aanwezigheid op diverse plekken in Azië, die als ‘bezittingen’ (possessions) werden gezien.
Al vanaf 1782 hadden de Fransen buiten Europa ingegrepen, wist Eymeret. “L’escadre de Suffren avait sauvé la colonie hollandaise par sa victoire de Trincomalee à Ceylan (1782). Pendant la Révolution, Hollandais et Français conservèrent leurs colonies orientales grâce à l’intervention de Bonaparte en Egypte qui obligea l’Angleterre à concentrer ses forces navales dans la Mer Rouge”.
Het Egyptische optreden van de latere Franse keizer zou Oost-Indië volgens hem (en anderen) uit handen van de Britten gehouden hebben.
Toen Napoleon eenmaal aan de macht was besefte hij dat hij iets moest doen om zich in het verre oosten te handhaven. Zo stuurde hij in eerste instantie Decaen, evenals Pierre Suffren afkomstig uit Normandië, die kant uit. In 1802 benoemde Bonaparte, toen nog eerste consul, hem als ‘capitain général des établissements de l’Inde’.
Decaen kreeg bevel zich te vestigen op het voormalige ‘Nederlandse’ eiland Mauritius, omgedoopt tot l’Ile de France. Als ‘capitain général des établissements français à l’est du cap de Bonne-Espérance’ – de hele regio ten oosten van Kaap de Goede Hoop dus – stond hij voor een welhaast onmogelijke opgave. Frankrijk was immers geen zeemacht, zeker niet na de nederlaag tegen de Britten bij kaap Trafalgar (Andalusië) in 1805.
Vanwege die beperkingen werd van Decaen niet veel verwacht. “La première mission de Decaen en 1802 était essentiellement d’observation”. In het nabij gelegen India hadden de Britten zich met militaire middelen gevestigd. Een bondgenootschap sluiten met de plaatselijke vorsten zou kunnen fungeren als een vervolg op het Franse optreden in Egypte. “Il devait chercher des alliances avec les princes hindous”.
Charles DeCaen op de Arc de Triomphe in Parijs
Daendels naar het verre oosten
In zijn publikaties over Daendels somde de Franse historicus nog eens op wat Daendels allemaal voor de Fransen gedaan had. Ook na het uitroepen van de Bataafse Republiek in 1795 ‘vergat hij Frankrijk niet’. Aan de Franse regering, het comité de salut public, schreef Herman Willem op 27 juni van dat jaar: “Général français ou général hollandais, je travaillerais toujours à consolider une révolution au succès de laquelle, je me suis dévoué depuis la commencement de la guerre et dont dépendre le bonheur des deux nations”.
Daendels was niet altijd populair bij de Nederlandse machthebbers in de Bataafse Republiek. Begin negentiende eeuw werd hij zelfs gedwongen zich in de omgeving van zijn geboortestad terug te trekken. “Daendels reste en service jusqu’en 1802, mais désabusé, il se retire dans ses terres en Gueldre”.
Toen Lodewijk Napoleon door zijn broer tot koning van Holland gemaakt was, keerde het tij. “En 1806, dès l’arrivée de Louis Bonaparte au pouvoir en Hollande, Daendels réintègre l’armée. Plusieurs missions lui sont confiées”.
De belangrijkste opdracht die de Hattemer kreeg was om het bestuur in Oost-Indië te reorganiseren, dat wil zeggen op Franse leest te schoeien. “La plus importante mission fut de reorganiser l’administration et la défense des Indes orientales néerlandaises”.
In de jaren vóór zijn komst (op 1 januari 1808) hadden veel topfunctionarissen op Java vooral sympathie voor de Britten. Daar wist Daendels snel verandering in te brengen. “On peut dire que Java devint officieusement colonie de l’Empire français”.
Daendels besefte wat van hem verwacht werd in Parijs. “Par ses méthodes, il est très proche de l’Empereur”. Wat de gouverneur-generaal in Batavia tot stand wist te brengen werd door de aanwezige ‘Nederlandse’ toplaag, die, indien nodig, aan de kant werd gezet (soms zelfs naar het moederland op de boot gezet), herkend.
“Il fut appelé un ‘Napoléon en miniature’”.
In een ander artikel gaf Eymeret een zelfde typering. Alles gebeurde onmiddellijk en op een Napoleontische manier. “La prise de commandement de Daendels à Java, se fait dans le meilleur style napoléonien”.
De correspondentie met Louis Bonaparte bevestigde dat. De Franse historicus citeerde uit een brief die Daendels op 9 januari 1808, acht dagen nadat hij op Java geland was, aan de Franse koning van Holland schreef over de vorsten aldaar. “L’empereur de Java [in Surakarta] et le sultan [in Yogyakarta] ont déjà reçu une impression de la grandeur et du pouvoir de S.M. l’Empereur, votre frère”.
Op duizenden kilometers afstand van het Franse keizerrijk wist Herman Willem hoe zijn boterham gesmeerd was. Aan zijn afgezanten bij de vorsten gaf hij op 24 februari opdracht de boodschap duidelijk over te brengen. “Il demande de s’appliquer à donner aux princes telles impressions de la grandeur du gouvernement royal actuel en Hollande et de la protection du grand Napoléon”.
Daendels treedt meteen op
In de jaren vóór de komst van Daendels was Nederland vrijwel niet in staat zo ver van het vaderland gezag uit te oefenen. Per 1 januari 1800 was de VOC zelfs opgeheven. Omdat Frankrijk op zee in militair opzicht weinig in te brengen had, probeerde de Nederlandse bestuurslaag een en ander naar eigen hand te zetten: “Plusieurs hauts fonctionnaires, notamment Nicolas Engelhard, gouverneur de la partie orientale de Java, et Cranssen, gouverneur des Moluques qui tous les deux se conduisaient en souverains indépendants”.
Met zulk gedoe moest je bij een Frans-georiënteerde bestuurder als Daendels niet aankomen. Toen de nieuwe gouverneur-generaal, die door Louis Bonaparte bovendien tot maarschalk was benoemd, kort na aankomst in de gaten had hoe het spel gespeeld werd, greep hij terstond in.
Engelhard en Cranssen werden aan de kant gezet.
Een nieuwe manier van besturen
Daendels, ‘Napoléon en miniature’, ging zelf op de troon in Batavia zitten. Zijn directe opdrachtgever, de koning van Holland, liet hij in het vroege voorjaar van 1808 weten dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. “A l’avenir, le Conseil des Indes s’occupe des moindres détails de l’administration pendant que les affaires du gouvernement sont dirigées par moi”.
Java werd op een Franse manier in prefecturen ingedeeld. “Imitant Napoléon, Daendels créa et organisa les possessions hollandaises à Java en neuf préfectures: Tegal, Pekalongan, Semarang, Djapara, Tjirebon, Krawang, Oosthoek (‘la pointe orientale’), régences de Batavia, environs de Batavia et Banten”.
Eymeret trok er een hele pagina voor uit om aan te geven dat de lokale bewoners van Java niet buiten gesloten werden. “Chaque préfecture est divisée en districts et placée sous l’autorité d’un chef javanais qui a rang d’officier dans l’armée hollandaise”. Evenals elders in het nieuwe Frankrijk werden alle godsdiensten gelijkgesteld. Dat pakte positief uit voor de katholieken. “Les prêtres catholiques eurent les mêmes droits que les pasteurs protestants”.
De nieuwe gouverneur-generaal zette zich tevens in voor het welzijn van de bevolking. “Pour le bien public, Daendels fit construire des hôpitaux et s’intéressa à l’éducation des jeunes Javanais. En 1808, il demanda aux régents de veiller à ce que ‘l’instruction soit donnée aux enfants et qu’ils apprennent les coutures, les lois, les religions du peuple javanais’”.
Ook wilde hij het lot van de slaven verbeteren, legde de Franse historicus uit, die zich baseerde op een boek van zijn landgenoot Pierre Gonnaud. De intussen enigszins aangepaste idealen van de Franse Revolutie waren zijn richtsnoer. (In de westerse geschiedschrijving wordt betrekkelijk weinig aandacht besteed aan de slavernij in het midden- en verre oosten. Die was er echter volop).
Daendels had zelfs belangstelling voor de kwaliteit van de lucht, die hij vergeleek met die van Frankrijk. Hij verplaatste zijn bestuurspost in 1809 van Batavia naar Weltevreden, ‘où l’air est aussi sain qu’en France’, is te lezen in een brief aan Louis Bonaparte.
Daendels en de Javaanse vorsten
De Europeanen konden Java nog niet helemaal als hun bezit beschouwen. Op het eiland was een viertal koninkrijken. Doordat Java van Nederland afgesneden was en een tekort aan gezonde militairen had, begonnen de vorsten zich te roeren. Bovendien werden ze opgestookt door de Britten.
Hun te weinig-coöoperatieve houding was een doorn in het oog van de maarschalk, die door de Napoleon gestuurd was om het gebied in Franse handen te houden.
De vorsten moesten niet te lastig worden, anders greep hij in, zoals in Cheribon. “On y adapta l’administration napoléonienne”, was het resultaat van een opstand daar. Toen de Fransman Dupuy, zijn afgezant, in Bantam op Noordwest-Java vermoord werd, trad Daendels met harde hand op. Arnold Buyskes, rechterhand van de maarschalk: “Le maréchal y a envoyé sur le champ un petit corps de troupe et s’est rendu lui-même pour venger l’outrage commis à un magistrat de Votre Majesté [Lodewijk Napoleon]. Dans dix ou douze jours le sultan et son ministre furent pris. Le premier est détrôné et envoyé en exil. L’autre a été fusillé”.
De maarschalk liet niet met zich sollen.
Op 20 december 1810 bracht Daendels de keizer van de Fransen (en het inmiddels geannexeerde Holland) zelf op de hoogte toen hij opnieuw in actie kwam, deze keer tegen een prins in midden-Java, die hij een rebel en een crimineel noemde. “Je suis venu de suite moi-même mais à peine notre approche a-t-elle connue que le rebelle a été à l’instant abandonné par presque tous les siens et maintenant il erre dans le bois suivi de quelques vagabonds”.
De gouverneur-generaal dwong de vorsten om de verjaardagen van Napoleon en zijn familie in het openbaar te gedenken. De Britten hoefden er niet aan te twijfelen, Daendels deed er alles aan om het hem toevertrouwde gebied onder (Franse) controle te houden. Hij was zelfs bereid om er zijn leven voor te geven liet hij Napoleon weten.
Keizer Napoleon in Holland
Openbare werken op Java
Voor de maarschalk was het van groot belang zijn troepen zo nodig effectief te kunnen inzetten. Over een vloot kon hij niet beschikken. Verplaatsing van militairen moest over land. In zijn publicaties citeerde de historicus uit een Franse vertaling van het boek uit 1851 van de Brit James Money over de Grote Postweg. “Les principales routes qui parcourent l’île dans sa longueur et en quelques points de sa largeur datent du commencement de ce siècle et sont l’oeuvre du maréchal Daendels qui avait appris de Napoléon l’importance des routes”.
Uit een brief, gericht aan Louis Bonaparte, citeerde Eymeret dat de Grote Postweg op een Franse manier was opgezet, met – op vaste afstanden – relais-stations, ‘établis à l’instar de la France’.
Daendels ging verder met zijn robuuste aanpak. “Egalement, parmi les grands travaux d’utilité publique, il faut citer les hôpitaux, les hôtels pour le gouvernement et l’administration, et le canal de Semarang à Rembang”.
Geld om te investeren had de gouverneur-generaal nauwelijks. Derhalve werkte hij op een manier zoals die in Zuidoost-Azië gebruikelijk was – door middel van ‘herendiensten’. In plaats van belasting in de vorm van geld, werkten de Javanen op het land enige tijd voor de overheid: ‘Les Javanais, soumis au système des livraisons forcées’. Bij grote projecten, zoals Daendels die opzette en waarbij hij de bevolking wist in te zetten, werkten grote groepen mensen samen in de tropische hitte. Er braken ziektes uit en er vielen dodelijke slachtoffers. Ook vóór de komst van Daendels was dat het geval, bijvoorbeeld bij de belegering van Batavia ten tijde van J. P. Coen door een enorme Javaanse troepenmacht.
De defensie van Java
Daendels deed er alles aan om te communiceren met zijn opdrachtgevers in Europa. Hij stuurde lange brieven naar Lodewijk Napoleon, zijn minister Van der Heim, keizer Napoleon en diens minister Decrès. Op z’n minst duurde het vele maanden voor de correspondentie arriveerde – als die arriveerde. Bij mijn archief onderzoek in Parijs en Den Haag vond ik diverse met de hand geschreven exemplaren van dezelfde brief, die via verschillende routes vanuit Java gestuurd waren.
Het eventuele antwoord in een periode van snelle veranderingen deed er opnieuw vele maanden over om eventueel Java te bereiken. Voor de autoriteiten in Europa en op Java was het vrijwel onmogelijk elkaar te begrijpen. Daendels moest dus op eigen houtje handelen.
De Hattemer verloor nooit uit het oog waarom de Fransen hem naar het verre oosten gestuurd hadden: om de Franse belangen tegenover de Britten veilig te stellen. Hij had een legermacht nodig, niet alleen om in het hem toevertrouwde gebied de orde te handhaven, maar tevens om de verwachte Britse invasie vanuit India af te weren.
Op Java werden niet alleen de verrichters van herendiensten ziek, maar ook de Europese soldaten, onder wie een contingent Fransen die Decaen vanaf Ile de France gestuurd had. “A l’arrivée de Daendels, l’armée comptait environ neuf mille hommes”. De bouw van ziekenhuizen, die in de brieven benadrukt werd, vond niet zonder reden plaats.
Omdat er geen vers bloed uit Europa op Java arriveerde, voelde Daendels zich genoodzaakt zijn legermacht aan te vullen met ‘inlanders’. “Il recruta ses nouveaux soldats parmi la population indonésienne. Daendels engagea également des esclaves avec la promesse de les affranchir au bout de huit ans”.
Intussen bleef hij in zijn correspondentie smeken om goede blanke officieren. “Il fallait des cadres pour placer auprès de ces troupes et ayant tout des cadres européens. Daendels ne disposait que de quelques officiers français ou hollandais”. De nood was hoog. Franse soldaten, gelegerd op Ile de France, zouden op Java meteen tot officier bevorderd worden.
Om Java in de uiterste staat van verdediging te brengen liet Daendels niet alleen wapenfabrieken bouwen maar ook twee forten. Een van die verdedigingswerken werd in zee aangelegd, in de engte tussen Java en Madura. Om aan te tonen hoezeer hij zich met de Bonapartes verbonden voelde gaf de gouverneur-generaal het een passende naam: Fort Louis.
Bij de verdediging van de Indische archipel zette Daendels diverse Franse militairen in. Jean Philippe Filz, afkomstig uit Nemours, moest de Molukken voor zijn rekening nemen. Maar de kolonel gaf zich naar de mening van de Hattemer te gemakkelijk over toen de Engelsen er binnen vielen. Eymeret: “Ambon se rendit aux Anglais le 19 février 1810 dans des conditions peu honorables”. Fransman of niet, dat kwam hem duur te staan. Filz werd gevangen genomen, berecht en ter dood veroordeeld. In Batavia werd hij in het openbaar gefusilleerd.
Filz (1771-1810)
Frans Java
Het duurde zeven maanden voor Daendels kwam te vernemen dat hij vanwege de ‘vereniging van Nederland met Frankrijk’ burger van een ander land geworden was: formeel Fransman. Meteen liet hij de Hollandse vlag strijken en vervangen door de Franse. Bij alle kerkgenootschappen moest voortaan gebeden worden voor de keizer en de keizerin. Bovendien moest er recht gesproken worden in naam van Napoleon. Op een speciale bijeenkomst van de Raad van Indië hief de vergadering op zijn bevel een ‘Lang leve Zijne Majesteit de keizer en koning, lang leve Hare Majesteit de keizerin’ aan.
Napoleon had een verklaring laten opstellen voor de bewoners van Java. Eymeret citeerde er uit: “Habitants de l’isle de Java, vos intérêts sont devenus ceux de l’Empire français. Les Français dont vous étes aujourd’hui les frères viennent se réunir à vous pour la défense de vos possessions”.
De Javanen hoefden zich geen zorgen te maken. “Princes et peuples de Java, votre religion, vos propriétés, vos lois et vos moeurs seront respectés. Les Français ont puni plus d’une fois et n’imiteront jamais la tyrannie des Anglais dans les Indes”.
Daendels besefte op die dag in februari 1811 nog niet dat zijn dagen geteld waren. Op 22 november 1810 had de keizer der Fransen besloten om hem te vervangen door Jan Willem Janssens. “Daendels fut rappelé par une lettre de Decrès du 24 novembre 1810”, aldus Eymeret. Janssens was minder fanatiek dan de Gelderlander. Toen de Britten in 1811 op Java landden kostte het hun weinig moeite het eiland in hun macht te krijgen. Janssens had diverse verdedigingswerken, door Daendels aangelegd, op verzoek van de Javanen laten slopen. Een nieuw tijdperk in de geschiedenis van Frankrijk en Nederland was aangebroken.
Franse bronnen voor de geschiedschrijving over Daendels
Uit het onderzoek van de Franse historicus Eymeret blijkt dat Herman Willem Daendels bij zijn optreden in Oost-Indië handelde om de Franse belangen veilig te stellen. Met die opdracht van de gebroeders Bonaparte was hij immers naar Java gestuurd.
Dankzij de literatuuropgave in het boek Het rijk van Insulinde (1996), door historicus Wim van den Doel, werd ik, op pagina 307, gewezen op de Franse bronnen over Daendels.
Door het bestuderen ervan werd ik me bewust hoe onzorgvuldig het is om zijn persoon (louter) vanuit Nederlands perspectief te omschrijven, hetgeen de meeste Nederlandse historici gedaan hebben. Door die eenzijdige en niet-internationale aanpak is Herman Willem Daendels, zeker wat betreft zijn optreden op Java, meestal als een schurk neergezet. Een enkeling vond hem om die reden juist een held.
In werkelijkheid, althans dat is mijn conclusie, is het gedrag van de Hattemer in Oost-Indië aanzienlijk beter te begrijpen vanuit internationaal perspectief. Daendels deed wat hem was opgedragen. Hij mocht zich maarschalk en generaal noemen. In werkelijkheid was hij niet meer dan een pion in de grote Brits-Franse oorlog tijdens zijn leven, dat duurde van 1762 tot 1818.
In onze dagen is er niet veel veranderd. Een van de meest recente publicaties is die van Gert Oostindie. De Leidse hoogleraar, directeur van het KITLV (een instituut dat zich bezig houdt met West- en Oost-Indië) en recentelijk auteur van naar eigen zeggen ‘een zeer kritisch boek over het optreden van het Nederlandse leger in Indonesië’, hield vorig jaar de Daendels lezing, waarvan de tekst, met verwijzingen naar nationale en internationale literatuur, in druk is uitgegeven.
In die tekst is veel te vinden over wat je met de schurkenstreken van Daendels zou kunnen omschrijven. Een verwijzing naar de (Franse) archieven, zoals bijvoorbeeld bij Eymeret, ontbreekt echter, wel die naar de ‘postkoloniale beeldenstormen’, waarin onder meer Coen en Van Heutsz aangepakt zijn. In hoeverre is Oostindie zelf het product van de ‘waan van de dag’ en het me too-effect, dat momenteel hoogtij viert? Die vraag stelde ik me na lezing van zijn tekst. Was er geen tijd om zich te oriënteren op de Franse bronnen uit wat we in de Nederlandse geschiedschrijving aanduiden met de ‘Franse tijd’?
Harry Knipschild
12 juli 2019
Literatuur
J.W.B. Money, Java or how to manage a colony. Showing a practical solution of the questions now affecting British India, Londen 1861
Henri Prentout, L’Ile de France sous Decaen 1803-1810. Essai sur la politique coloniale du Premier Empire et la rivalité de la France et de l’Angleterre dans les Indes Orientales, Parijs 1901
Octave Collet, L’ile de Java sous la domination française. Essai sur la politique coloniale de la monarchie et de l’empire dans la malaisie archipélagique, Brussel 1910
Joël Eymeret, ‘Les archives françaises au service des études indonésiennes: Java sous Daendels (1808-1811), in Archipel, 1972
Joël Eymeret, ‘L’administration napoléonienne en Indonésie’, in Revue Française d’Outre-Mer, Parijs 1973
Jean Tulard (red), Dictionnaire Napoléon, 1987
Gert Oostindie, Postkoloniale beeldenstormen, Daendelslezing 2018
Sander van Walsum, ‘Interview Gert Oostindie’, Volkskrant, 30 juni 2019
- Raadplegingen: 12956