Skip to main content

538 - Flitslezing over popmuziek in Leiden

 

 

Een tijdje geleden werd ik uitgenodigd om tijdens een symposium in de Lokhorst-kerk te Leiden op 2 november een flitslezing te komen geven over de geschiedenis van de popmuziek in de stad. Of ik mijn verhaal in niet meer dan twintig minuten wilde presenteren.

    In zekere zin kwam dat goed uit. Want ik besefte dat Leiden nooit een echte popscene gehad heeft, anders dan bijvoorbeeld Den Haag, Volendam, Groningen en omroepstad Hilversum.

    De ontwikkeling in Den Haag, bijvoorbeeld, werd gestimuleerd door het schip van de zeezender Veronica die er buiten de territoriale wateren voor de kust lag. In de ‘mooie stad achter de duinen’ vond je bovendien het kantoor van Paul Acket, die niet alleen buitenlandse acts naar Nederland haalde (zoals de Rolling Stones in het Kurhaus, anno 1964), maar ook als boekingskantoor functioneerde en maandbladen als Muziek Expres, Tuney Tunes en Popfoto uitgaf. Platenmaatschappijen als CNR en vooral Polydor opereerden er. 

 

Jazz

 

In Leiden was van dat alles geen sprake. Uit die stad waren wel wat jazzmuzikanten afkomstig. Een van hen was Pierre Wijnnobel (1916-2010), die in Hilversum schnabbelde bij platenmaatschappij Phonogram. Tegen het einde van de jaren vijftig was hij in de weer met de Butterflies, twee broertjes Van Colmjon uit Amersfoort. Onder zijn leiding en met zijn teksten (vertaald uit het Engels) maakten Luc en Godert Nederlandstalige versies van ‘Wake Up Little Susie’ (‘Willem word wakker’, Everly Brothers) en ‘Wij zijn stapelgek op dixieland’ (‘Muskrat Ramble’). Wijnnobel maakte voor de Fouryo’s ook de Nederlandse tekst van ‘Zeg niet nee’ (‘Tell Him No’).

    Toetsenman Cees Schrama (1936-2019) werd eveneens actief in de popmuziek. Cees speelde in de studio mee bij opnames van groepen als Golden Earring en Shocking Blue (‘Venus’). Als Crazy Casey had hij een hit met zijn versie van de jazz-standaard ‘Comin’ Home Baby’.

 

538 1 Cees SchramaCees Schrama

  

Zangeres zonder Naam

 

Leiden, een oude industriestad, kwam in die zelfde jaren vijftig op een andere muzikale manier in het nieuws, dat wil zeggen in de platenwinkels. Maria Bey werd er op 5 augustus 1919 geboren als kind in een kroostrijk arbeidersgezin. In de jaren vijftig werd ‘Rietje’ ontdekt door Johnny Hoes. Met haar imago (gehandicapt, arm, ellende) en gezegend met een bijzondere stem wist ze door middel van levensliederen de harten van de ‘gewone’ Nederlanders te veroveren. Van haar single ‘Ach vaderlief’ (1958) werden in ons land waarschijnlijk aanzienlijk meer dan honderdduizend stuks verkocht. Volgens allerlei bronnen steeg de verkoop van haar platen tot boven de zeventien miljoen.

    De samenwerking met Johnny Hoes kwam abrupt ten einde toen platenmaatschappij Bovema de ‘Zangeres Zonder Naam’ wegkocht. Het leverde de zangeres veel geld op. Maar omdat ze bij die maatschappij geen ‘Hoes’ in dienst hadden, kreeg haar populariteit een flinke klap. Ze wisten gewoon niet met gepast repertoire te komen. Zo eenvoudig is het niet om het volk met volkse liedjes te bereiken.

 

538 2 Zangeres zonder Naam

 

Jaap Fischer

 

Hoogstaande popmuziek zoals die in het nabij gelegen Den Haag geproduceerd werd, kwam zelden uit de stad die notabene na het ‘ontzet’ in 1574 beloond werd met een universiteit. Jaap Fischer (1938, Utrecht) was in zekere zin een uitzondering. Jaap studeerde semitische talen in Leiden. Voor de Studenten Grammofoonplaten Industrie zette hij eigen liedjes op de plaat. Kritische liedjes met scherpe en intelligente teksten, zoals ‘Cipier’, ‘De monniken’ en ‘Het Veerse gat’. Boudewijn de Groot begon zijn loopbaan als imitator, navolger, van Jaap Fischer.

 

538 3 Jaap FischerJaap Fischer

 

Beatmuziek

 

Beatmuziek deed zijn intrede in de sixties. Bij de eerste teenager-artiesten was één zangeres uit de Leidse regio te vinden: Margie Ball (1948-1999). Het meisje, dat evenals Anneke Grönloh en de Blue Diamonds in Nederlands-Indië geboren was, zat in Leiden op school, het Bonaventura College. Een leraar bracht haar in contact met muziekuitgever Joop Portengen, verbonden aan platenmaatschappij Artone in Haarlem. Haar versie van een Frans liedje, ‘Goodbye To Love’, haalde anno 1965 zowaar een behoorlijke klassering in de Veronica top 40. Na haar huwelijk was het snel afgelopen met de muzikale ambities van het jonge meisje.

 

Succesvoller waren de Shoes, opgericht door de tweeling Jan en Henk Versteegen uit Zoeterwoude. Als de White Shoes kreeg de groep, versterkt met de Leidse zanger Theo van Es, de kans om in navolging van groepen als de Beatles en de Tielman Brothers ervaring op te doen in West-Duitsland. Daar kon je goed geld verdienen.

    Terug in Nederland en met Aad van Delft als manager wisten ze een contract bij platenmaatschappij Polydor in Den Haag tot stand te brengen. Freddy Haayen, niet de eerste de beste, trad op als hun producer. Willem van Kooten, programmaleider van radio Veronica en later partner van Haayen in productiebedrijf Red Bullet te Hilversum, werd hun muziekuitgever. Vanaf de eerste single, ‘Standing and Staring’, was het raak. Andere hits waren onder meer ‘Na na na’, ‘Peace and Privacy’, ‘Farewell in the rain’ en ‘Osaka’.

    Theo van Es had meer ambities dan zanger van de Shoes te zijn. Het kostte de tweeling veel moeite om hem ‘binnenboord’ te houden. Hij was al bijna weggekocht door Les Baroques toen die een nieuwe zanger zochten. Als Theo Vaness ging hij tenslotte op de solo-tour. 

 

538 4 Shoes

Aad van Delft: van de Shoes naar Catapult

 

Aad van Delft, een man die soms zeer krachtig opereerde, werd manager van een nieuwe Leidse groep, Catapult. Cees Bergman (1952-2017) uit Katwijk, trad meestal op als frontman. Dankzij tv-programma’s als Avro’s TopPop wisten ze met eigen liedjes – evenals de Shoes – gedurende een aantal jaren regelmatig in de Nederlandse hitlijsten te verschijnen. Jaap Eggermont, eerder drummer van de Golden Earrings fungeerde als hun producer. Met hun eerste single, ‘Hit The Big Time’ was het meteen raak. Andere hits: onder andere ‘Let your hair hang down’, ‘Teenybopper band’, ‘Seven eleven’ en ‘Remember September’.

 

538 5 Aad van DelftAad van Delft

 

De jongens van Catapult wilden verder in het muziekvak. Ze woonden samen op een flat in de Leidse Merenwijk. Toen ik [HK] hun daar benaderde om liedjes te schrijven voor zangeres Rita Hovink (1944-1979) te schrijven waren ze daar graag toe bereid. Een van die liedjes was ‘Je hoeft me niet te zeggen hoeveel ik van je houd’. Mijn collega’s bij Polydor wilden dat niet als single uitbrengen. André Hazes zag er wél brood in. Als ‘Het is koud zonder jou’ denderde het nummer de top 40 in. Ook ‘Een beetje verliefd’ was het resultaat van samenwerking van Catapult met de Amsterdamse volkszanger.

 

De jongens van Catapult hadden de smaak te pakken. Ze gingen steeds meer hun eigen carrière aanpakken. Als liedjesschrijvers en producers, soms onder pseudoniem, waren ze als Cat Music betrokken bij de Internationals (‘Young and in Love’), Windsurfers (‘Windsurfin’’), Monotones, Lia Velasco, Videokids en meer. Op het laatst hadden ze in de polder (Rijnsaterwoude) een eigen studio.

    Catapult was, achteraf, het meest succesvol bij ons in Nederland toen ze als Rubberen Robbie van zich lieten horen. Met Leids accent bewerkten ze bekende Nederlandse liedjes, veranderden de teksten. Jaap Eggermont had met ‘Stars on 45’ een internationale hit gemaakt op basis van vooral Beatles-songs. Rubberen Robbie maakte met ‘De Nederlandse sterre’ een nationale hit.

 

538 6 Rubberen Robbie CatapultRubberen Robbie

 

The Shorts: Comment ça va

 

Zoals ik al aangaf, een echte Leidse scene heeft mijns inziens niet bestaan. Wel woonde er een aantal mensen-uit-het-vak in Leiden en omgeving – bijvoorbeeld de broers Anton en Cees Mentink, Nico van Biemen (Polydor), Teun de Reede en ik zelf gedurende enkele jaren in de seventies.

    In die tijd werden de Groenoordhallen wel eens als ruimte voor popconcerten gebruikt. Zo maakte ik er optredens mee van de Osmonds en Eric Clapton. Ook Fleetwood Mac, Queen en Guns ’N Roses hebben Leiden op deze plek met een bezoek vereerd.

    

Begin jaren tachtig kreeg ik als A&R manager opnieuw met Leiden te maken. Producer Jack de Nijs (Jack Jersey) liet me een demo horen van ‘Comment ça va’, gezongen door de Leidse Shorts. Op mijn verzoek maakte hij er een Nederlandstalige tekst op in mijn kamer in studio Wisseloord. Binnen een half uur was het gepiept. Volgens mij was het eindresultaat een hit. Mijn collega’s, met name de pluggers, lieten me weten dat ze die single niet goed genoeg vonden om onder de aandacht van de diskjockeys te brengen. Ze waren zo anti dat ze zich gingen beklagen bij directeur Van Biemen. Met die volgens hen inferieure single zou hun imago bij de deejays geschaad worden.

    Van Biemen was niet bereid om er zelf naar te luisteren, toen ik daarom vroeg, en liet me kwaad weten dat de plaat niet bij Polydor mocht verschijnen.

    EMI had wél belangstelling, bracht ‘Comment ça va’ in de handel en verkocht die in zeer grote hoeveelheden, niet alleen in Nederland, maar ook elders in Europa.

 

538 7 Shorts

Teun de Reede

 

Een andere (voormalige) Polydor-medewerker, in Leiden geboren, was Teun de Reede. Hij was niet alleen vertegenwoordiger en plugger, maar ook zanger. Na een paar hitjes, waar hij bij betrokken was met Jean-Pierre Burdorff (Gebroeders Grimm), nam hij een Nederlandstalige versie op van het Ierse ‘Wild Wild Rover’. Bovendien schreef hij mee aan de vertaling van de song, die zo oud was dat de rechten opnieuw geclaimd konden worden. Dat kwam van pas toen het Duitse duo Klaus und Klaus het op de plaat zette, op basis van de uitvoering van Teun en Ronnie Mol (zijn nieuwe Grimm-broer). De single sloeg bij onze oosterburen geweldig aan, bereikte als ‘An der Nordseeküste’ een toppositie in de Duitse hitlijsten en werd een feestnummer van ‘alle tijden’ (zoals ‘Engelbewaarder’ anno 2023 in Nederland).

 

Armin van Buuren

 

Met ‘Comment ça va’ en ‘An der Nordseeküste’ wisten Leidse jongens ook in het buitenland te scoren. Maar onovertrefbaar is het internationale succes van de Leidenaar Armin van Buuren, die dit jaar het 450-jarig jubileum van ‘Leidens Ontzet’ mocht opluisteren. Zijn concert vanaf het dak van de Morspoort-garage oversteeg het hele centrum van de voormalige industriestad.

    Armin, die als jongeman veel luisterde naar de aanpak van Jean-Michel Jarre en Ben Liebrand, heeft Leiden als ‘deejay’ op de wereldkaart gezet. Hij kan zich meten met soortgelijke grootheden als Avicii (1989-2018), Tiesto, Calvin Harris, Martin Garrix en David Guetta.

 

538 8 Armin van Buuren

    

***

 

Bij het onderzoek voor mijn flitspresentatie op 2 november kwam ik tot de conclusie dat Leiden in de geschiedenis van de popmuziek meer te bieden had dan ik in eerste instantie vermoedde. Voor hoogstaande muziek moest je evenwel niet in de stad zijn. Maar met muziek voor de ‘massa’ is het aandeel van Leiden zo slecht nog niet.

 

Harry Knipschild

10 november 2024

 

  • Raadplegingen: 578