Skip to main content

498 - Skip Voogd versus Paul Acket

 

 

Skip Voogd (1933-2021) was een markante persoon in de teenager-muziekwereld na de Tweede Wereldoorlog. Hij trad prominent naar voren als redacteur van bladen als Tuney Tunes, Rhythme en Muziek Expres – tevens als producer van het radioprogramma ‘Tussen Tien Plus en Twintig Min’ (AVRO). In de tijd dat Radio Veronica nog geen dominante rol speelde in de verkoop van grammofoonplaten, leek het wel of hij de koning was van de pop-journalistiek.

   Tijdens zijn werkzaamheden kreeg Skip te maken met stadgenoot en muziekondernemer Paul Acket (1922-1992). Ze woonden in Den Haag op loopafstand van elkaar – Skip in de Johan Camphuysstraat, Paul in de Adelheidstraat. Paul nam Skip in dienst. Hun samenwerking was van korte duur. 

   In 2008 publiceerde Cor Gout een boek van ruim 500 pagina’s over het muziekleven in Den Haag: En dan nu de polonaise. “Het bevat artikelen van auteurs die zelf muziek hebben gemaakt of intensief bij muziek betrokken zijn geweest, als organisator, journalist, liefhebber of wat dan ook. Het feest van de muziek kan hen genot hebben gebracht of ergernissen en teleurstellingen”.

   De hoofdstukken waren geschreven door onder anderen Robert-Jan Stips, Hans Vandenburg, John van Markwijk, Rob van der Zwan, Wim Verbei, Leo Samama, Wim Willems en Skip Voogd. 

 

 

498 1 boek polonaise

 

 

Skip kijkt ver terug

 

 

‘Paul Acket in mijn herinnering’ was de titel van het artikel dat Voogd speciaal voor Cor Gout had vervaardigd. Acket was al een tijd overleden, Skip was zelf met pensioen. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om de feiten en zijn gevoelens nogal vrijelijk uiten. Dat had hij, denk ik, niet eerder in het openbaar kunnen doen.

   Skip ging terug naar 1949: “Ik kende zijn naam al toen ik als vijftienjarige zijn artikelen las in de muziekbladen Tuney Tunes en Rhythme, waarvan hij (mede)redacteur was. Hij schreef gedegen stukken over Nederlandse radio-orkesten als Ramblers en Skymasters en over jazz. 

   Paul Acket had meer pijlen op zijn boog. Hij had in zijn vroegere woonplaats Hilversum al tijdens de oorlogsjaren ervaring opgedaan met het organiseren van concerten en zou daarmee doorgaan na zijn vertrek [gedwongen, als redacteur]. Beide maandbladen werden uitgegeven door Drukkerij J. van Haaren in Eindhoven”.

   Skip Voogd nam weldra de plaats van Paul Acket bij Van Haaren over.

 

 

498 2 Skip Voogd ong. 1950Skip Voogd als onderwijzer

 

 

Muziek Expres

 

 

Acket begon een eigen blad, in navolging van Engelse muziekbladen als Melody Maker, Disc en New Musical Express – in krantenvorm. In januari 1956 verscheen het eerste nummer van Muziek Expres.

   Skip: “Acket zocht al spoedig na mijn aantreden bij Tuney Tunes en Rhythme contact met me op. Op een zondagmiddag kwam hij bij me op bezoek. We konden het goed met elkaar vinden en spraken af elkaar geregeld te zullen bellen”. 

   Blijkbaar was een goede relatie tussen de twee bladen-uitgevers niet vanzelfsprekend. “Van Haaren stak niet direct de vlag uit bij het horen van de naam Acket. [Maar] op een gegeven moment leek het hem toch beter de strijdbijl te begraven. Aanvankelijk zag hij in Muziek Expres geen concurrent voor Tuney Tunes, al publiceerde de nieuwkomer ook songteksten, de grote trekpleister van Tuney Tunes”.

   In 1956 ging het er nog plezierig aan toe. Skip: “In Rhythme schreef ik een lovend stukje over Muziek Expres. Paul Acket liet zich evenmin onbetuigd. In december plaatste hij een advertentie in Rhythme, waarin zijn jazzimpresariaat de lezer prettige feestdagen en een voorspoedig 1957 wenste. 

   Het jaar eindigde feestelijk. Op 21 december trouwde hij met Jos Nieuwmans. Op de receptie in Willy’s Bar aan het Gevers Deynootplein 1-4 (Scheveningen) was ik een van de genodigden”.

 

 

Acket trekt Skip aan

 

 

In die tijd, schreef Skip, woonde het echtpaar nog in het ouderlijk huis van Acket. “In het souterain, waar Muziek Expres was ontstaan, had hij zijn organisatiebureau gevestigd”.

   Het bedrijf van Acket floreerde. Hij pakte de zaken beter aan dan Van Haaren. Mischien wel omdat Paul verschillende activiteiten bundelde en Den Haag een stuk gunstiger lag dan Eindhoven. “In de jaren die volgden groeide de oplage van Muziek Expres gestadig”.

   Van Haaren had Skip laten weten dat hij in september 1961 zou gaan stoppen met Rhythme, het lievelingsblad van Voogd, omdat de verkoop terug liep. ‘Eindhoven’ had weinig meer te bieden. “In het blad Rhythme had ik mijn ziel gelegd”.

   Skip: “Toen in 1961 de krant [M.E.] een tijdschrift werd, overging in het koperdiepdruk-procédé en de inhoud en ‘aanpak’ opnieuw aanzienlijk verbeterde, had Paul Acket behoefte aan een redacteur. Om een lang verhaal kort te maken, Paul vroeg me of ik er voor voelde bij hem te komen werken. Ik zou meer gaan verdienen (duizend gulden per maand bruto) en voor mij was het een voordeel niet meer geregeld naar Eindhoven te moeten reizen”.

Uit de mond van Voogd hoorde ik [later] dat zijn werkgever, Van Haaren dus, hem steeds aanzette om niet alleen als redacteur op te treden, maar dat hij ook in de weer moest zijn om advertenties te werven. Dat stond hem flink tegen.

   Het was bijna te mooi om waar te zijn. “Ik heb niet lang nagedacht over de aanbieding van Paul Acket om bij Muziek Expres te komen. Ik zegde mijn baan op bij drukkerij Van Haaren en kwam per 16 september 1961 in dienst bij Paul Acket”.

 

 

498 3 Skip ME okt 1961

   

De overgang

 

 

Bij Van Haaren had Skip Voogd jarenlang alle vrijheid gehad. “Daar was ik aan gewend geraakt. Steeds had ik ervoor gezorgd dat mijn kopij op tijd werd ingeleverd en dat Tuney Tunes en Rhythme op tijd konden verschijnen.

   Door de lage honorering in Eindhoven was ik gewend geraakt aan het freelancen. Zo schreef ik voor het weekblad Wereldkroniek de rubriek ‘Alleen voor tieners’ en verdiende daar zestig gulden mee voor twee pagina’s tekst, inclusief fotomateriaal. Verder schreef ik liner notes voor uitgaven van Philips: voor een ep [extended play, single met vier nummers] kreeg ik vijftien gulden, voor een lp vijfentwintig gulden.

   En dan werkte ik ook nog mee aan radioprogramma’s voor de AVRO, ‘Swing Expres’, en later ‘Tussen Tien Plus en Twintig Min’”.

   Skip Voogd, voormalig onderwijzer, was in zekere zin, ook zelf muziekondernemer. Overal had hij contacten, hij was de centrale persoon in zijn eigen muziek-netwerk. Een zzp’er avant la lettre.

 

 

Werken bij Acket

 

 

Skip, 28 jaar, had zich onvoldoende gerealiseerd dat zijn leven ingrijpend zou veranderen. “Ik kreeg een bureaubaan. Van ’s morgens negen tot ’s middags vijf uur zat ik in de Theresiastraat 56 achter een typemachine, het enkele tientallen meters van Ackets woonhuis gevestigde kantoor. Ik moest zo ongeveer alle kopij leveren voor een nieuw nummer van Muziek Expres. Er waren wel bijdragen van anderen, maar die hielden niet over. Van de buitenlandse correspondenten bestond Jan Storm in Hollywood echt, maar die in Canada, Australië en nog een paar landen waren verzonnen. ‘Hun’ stukken schreef ik dus ook.

   Ik was jarenlang gewend geweest aan mijn vrijheid. Het kwam voor dat Paul even over half negen naar het kantoor belde om te kijken of ik er wel was. Dat maakte me nerveus en ik vond Paul wel vaker aan de achterdochtige kant”.

   Acket verplaatste zijn kantoor even later naar de Theresiastraat. Daardoor was er van die vrijheid nog minder over. “Ik werkte in de achterkamer aan de tuinkant, Paul resideerde in de voorkamer. Hij hield er zich in eerste instantie bezig met het impresariaat, was een enorm harde werker die altijd maar bezig was met het uitbreiden van zijn imperium”.

   Acket bevorderde de andere activiteiten van Voogd niet. Skip schreef het nog netjes op: “Paul Acket had het liefste gehad dat ik uitsluitend werkte voor Muziek Expres. Hoe dan ook, niet alleen hij bemoeide zich met mijn zaken, ook zijn vrouw. Naarmate de maanden vorderden werd de toestand er voor mij niet plezieriger op”.

 

 

498 4 februari 1962Muziek Expres februari 1962

 

 

Activiteiten buiten kantoor

 

 

Begin 1962 reisde Skip met zijn werkgever mee naar Brussel – niet helemaal uit vrije wil. “Een muziekblad deed in die tijd zijn best om geregeld prominente artiesten te fotograferen met een exemplaar van het betreffende periodiek. M.E. ging daarbij zeker voorop. Ik herinner me dat Paul Anka, die hits had gehad met onder andere ‘Diana’ en ‘Put Your Head On My Shoulder’, een paar dagen in België was. Natuurlijk moest er ‘exclusief voor M.E.’ een interview komen, compleet met foto, waarop de populaire tienerster het nieuwste nummer van Muziek Expres vasthield.

 

 

498 5 Anka Europa

In mijn auto reed ik met Paul Acket naar Brussel, waar de zanger voor iedere journalist tien minuten had gereserveerd. We arriveerden om twee uur bij zijn hotel. Tientallen persmensen en fotografen wachtten geduldig tot Anka na enkele uren rust, massage en een douchebeurt, uit zijn kamer kwam en keurig lachend poseerde voor de vele fotografen met de verschillende kranten en bladen die hem werden overhandigd.

   Van een interview is het niet gekomen. Paul Acket en ik kwamen wel met een foto terug in Den Haag. Ik kan me niet herinneren of ik het interview-verhaal heb moeten verzinnen (wat vaker is gebeurd), maar wel dat ik de volgende dag weer om negen uur achter mijn bureau zat”.

 

 

498 6 Anka Voogd

 

Skip had banden met de publieke omroep (AVRO). Paul Acket ging snel samenwerken met Radio Veronica, de zeezender die sinds 1960 actief was buiten de territoriale wateren. Als employee werd Skip ingezet. “Muziek Expres had sinds het najaar van 1960 een ‘sideline’ in de vorm van een eigen radioprogramma dat door Veronica werd uitgezonden”, schreef hij in 2008. “Daar moest ik de muziek voor samenstellen uit de recensieplaten die ons werden toegestuurd en de teksten leveren die op de band werden ingesproken door ‘Bob en Brenda’, bij de burgerlijke bestand beter bekend als Rob (toen nog: Simon) Out en Tineke de Nooy. Nadat Rob was uitgevallen omdat hij geld uit een sigarettenautomaat zou hebben gestolen, werd zijn rol overgenomen door Krijn Torringa en maakte Tineke plaats voor Freda Keuker.

   Wekelijks (of eenmaal per veertien dagen) kon ik mijn bureaustoel verlaten en per auto van Den Haag naar Hilversum reizen, waar de programma’s op de band werden gezet. Het blik met de programmaband werd de volgende dag door een koerier naar het zendschip gebracht waar het werd uitgezonden als Veronica’s Teenager Muziek Expres”.

   Vanwege zijn banden met de publieke omroep werkte Skip anoniem voor radio Veronica.

 

 

498 7 okt 1961 VeronicaMuziek Expres bij radio Veronica, oktober 1961

   

 

In Hilversum bevond zich ook De Boer, drukker van Muziek Expres.

   Skip: “Vaak moest ik, wanneer ik toch in Hilversum was, eerst nog langs drukkerij De Boer om de drukproeven te controleren van M.E. Vervelend vond ik het wanneer Paul Acket naar de drukkerij belde om te informeren of ik daar al was aangekomen. Soms was ik er dan nog niet, maar bijvoorbeeld tien minuten later”.

 

 

Muziek Expres versus anderen

 

 

Paul Acket stond er in de muziekwereld om bekend dat hij altijd streefde naar een monopolie-positie. Zijn collega’s zag hij vaak als gevaarlijke concurrenten. Ook Skip was die mening toegedaan. “Hij had twee ‘aartsvijanden’: Lou van Rees, toen dè grote jazzimpresario van de lage landen en Guus Jansen jr., die Muziek Parade had opgezet en dus als concurrent werd beschouwd”.

   Hans Rouw, een latere medewerker van Acket, bevestigde de woorden van Voogd: “Vooral de concurrentie met Lou van Rees was hevig. Dat was echt een aartsrivaal. Die twee bestreden elkaar al vanaf het begin van de jaren vijftig. Zonder dat ik wist waarom had ik zelf in die tijd een enorme hekel aan Van Rees”.

 

 

Vertrek bij Muziek Expres

 

 

Na een dienstverband van niet veel meer dan een half jaar was de motivatie van Skip om honderd procent loyaal aan zijn werkgever te zijn verdwenen. In het boek liet hij kort afdrukken: “In april 1962 verliet ik Muziek Expres”.

   Zo simpel was het niet. In 2013 vertelde hij me dat zijn telefoon in de Theresiastraat afgeluisterd werd. Bij Paul Visser van Artone vroeg hij een exemplaar aan van een nieuw Sinatra-album. Die plaat had de platenmaatschappij al eerder aan Acket gestuurd. Dat soort activiteiten mocht hij in diensttijd niet ondernemen, had hij naar eigen zeggen te horen gekregen.

   Tijdens een ontmoeting met de weduwe van Acket kreeg ik een andere kant van het verhaal te horen. Door een openstaande deur had ze in de keuken in de Theresiastraat een gesprek van Skip opgevangen. Skip bestelde allemaal platen in veelvoud. Hij beloofde er dan een goede recensie van te schrijven in Muziek Expres. Al pratend zat hij geweldig op het echtpaar Acket af te geven.

   Toen Jos dat aan Paul vertelde geloofde die het eerst niet. Voor alle zekerheid werd in het geheim een bandrecorder geïnstalleerd om een volgende gesprek vast te leggen. Dat gebeurde. Skip werd op het matje geroepen. Hij bezwoor dat het niet waar was – totdat het bewijs geleverd werd. Skip was ten einde raad. Hij werd op staande voet ontslagen. Ze wilden nooit meer iets met hem te maken hebben. De volgende dag kwam Skips moeder ontdaan nog wat spullen ophalen, werd me verteld.

   Skip: “Bij mijn afscheid kreeg ik van Paul Acket op 12 april 1962 nog een aangetekend schrijven waarin stond dat hij het verspreiden van verhalen dat je op dit kantoor onmenselijk veel werk zou moeten verrichten als een onvriendelijke daad zou beschouwen”.

   Opvolgers van Voogd bij Muziek Expres als Raymond Dobbe en Cees Mentink verlieten de Theresiastraat evenmin met een feestelijk afscheid. Ook zij werden wegens gebrek aan loyaliteit op staande voet ontslagen.

 

 

Een leven na Muziek Expres

 

 

Skip wist van zijn oude netwerk gebruik te maken om een boterham elders te verdienen. “Ik kon gelukkig onmiddellijk weer aan de slag bij Tuney Tunes, nu als freelancer. Op 1 april 1963 werd ik redacteur van het blad Platennieuws in Amersfoort voor een salaris van ƒ150 per maand, wat een jaar later ƒ750 werd, op voorwaarde dat ik mijn medewerking aan Tuney Tunes zou staken. Door Muziek Parade werd ik benaderd om aan het blad mee te werken, wat ik natuurlijk graag deed. Ik verhuisde naar Soest en kreeg steeds meer te doen in Hilversum bij de AVRO-radio”.

 

 

In een interview met Cor Gout in 2006 vertelde Voogd hoe het hem verder gegaan was. “In de lente van 1965 raakte ik in de kantine van de AVRO-studio in gesprek met Lex Karsemeijer, koordirigent van ‘Pro Musica’ en ‘Sweet Sixteen’ en chef lichte muziek van de NCRV-radio. Ik kende hem wel, want ik had hem ooit voor Tuney Tunes geïnterviewd over ‘Sweet Sixteen’.

   Hij kwam naar me toe en zei: ‘We gaan in oktober met het derde net beginnen, met Hilversum 3. Je kent de NCRV. Eigenlijk is het niets voor ons, maar we moeten meedoen. Vooralsnog heb ik geen idee hoe ik dat voor elkaar moet krijgen. Zou jij er niets voor voelen bij ons te komen? Dan krijg je een vaste baan en goede vooruitzichten’.

   Eigenlijk zat ik uitstekend bij de AVRO met jazz en swing en popmuziek, maar ik was intussen twee-en-dertig, dus een vaste baan was voor mij aantrekkelijk. Daarom ben ik naar het nieuwe hoofd lichte muziek van de AVRO, Eric Krans, gegaan en heb ik gevraagd of ik niet een vaste aanstelling bij hem kon krijgen. Maar Krans had geen vaste kracht nodig. Als freelancer kon ik verder, maar dat kon van seizoen tot seizoen ophouden. En wat moest ik dan?

 

 

Bij de NCRV

 

 

Uiteindelijk ben ik naar de NCRV overgestapt. Dat was per oktober 1965. Twee maanden daarvoor had ik nog een medische keuring moeten ondergaan en een proeve van bekwaamheid moeten afleggen bij het hoofd van de muziekafdeling, drs. Geerink-Bakker. Hij stelde me de raarste vragen, hoe een symfonieorkest in elkaar zat, dat soort dingen.

   Ik heb wel eens gedacht: ‘Voor deze mensen moet de Eerste Wereldoorlog nog beginnen’. Het was er volledig anders dan bij de AVRO, erg hiërarchisch en ouderwets. 

   Van tienermuziek wilden ze niets weten. Maar omdat de NCRV op Hilversum 3 natuurlijk ook de nodige popmuziek moest propageren, kreeg ik de opdracht dit samen te stellen. Met twee andere mensen in vaste dienst moest ik de andere uren met muziek vullen. Iedere omroep mocht dat Hilversum 3 op zijn eigen wijze, dus met zijn eigen muzikale voorkeuren, invullen. Als enige normen golden dat de zender een ‘licht verstrooiend’ karakter moest hebben en dat hij toegankelijk zou zijn voor een groot publiek. Die opzet was zo breed, dat hij ruimte liet aan merkwaardige bedgenoten als koormuziek, operettes, Hawaiian muziek en – een beetje – pop.

 

 

498 8 Lex KarsemeijerLex Karsemeijer

 

Ik ben bij de NCRV blijven hangen, vaak tegen heug en meug. Ik moest in het Gooi wonen, dus verhuisde ik naar een flat in Naarden. Het voordeel van mijn nieuwe werkkring was dat ik niet iedere dag hoefde op te draven. Had dat wel gemoeten dan was ik gek geworden. Alles kon thuis, alleen bij de uitzending moest ik aanwezig zijn. Ik was aangenomen als producer en presentator.

   Het produceren en samenstellen vond ik leuker dan het presenteren. Een echte deejay ben ik nooit geweest. Ik schreef alle teksten uit, liefst zo kort mogelijk. Dat heb ik tot het einde gedaan. Ik vond de muziek belangrijker dan het praatje eromheen”.

 

 

Schnabbelen

 

 

Voogd: “De eerste keer dat ik mijn salaris kwam halen kreeg ik zoiets als zevenhonderd gulden, en daar moest nog van alles van af. ‘Vergist U zich niet?’, vroeg ik aan de man die mij uitbetaalde.

    ‘Nee’, zei hij, ‘dit is voor een maand’. Ik had bij mijn sollicitatie helemaal niet gevraagd wat ik zou verdienen, zo onbevangen was ik. 

    Door mijn bescheiden salaris bij de NCRV was ik min of meer gedwongen bij te schnabbelen. Zo bleef ik artikelen schrijven voor de Wereldkroniek, Muziek Parade en Platennieuws, het huisorgaan voor handelaren, waaruit ze bestellingen konden plaatsen voor hun winkel, en hoesteksten voor LP’s, wat ik sinds 1955 had gedaan.

    Op een gegeven moment begonnen ze daar bij de NCRV vervelend over te doen. Tijdens de sollicitatie had ik de toezegging gekregen dat ik mocht blijven schrijven. Nu vroegen ze me of ik dat ook zwart-op-wit had. Nadat ik had geantwoord dat dit mij mondeling was toegezegd kreeg ik toch een schrijfverbod van een jaar.

    Natuurlijk bleef ik doorschrijven, maar zonder naamsvermelding. Vanaf dat moment werkte ik met nog minder plezier bij die omroep dan ervoor, maar de werkomstandigheden waren voor mij te plezierig om te besluiten daar weg te gaan.

In het begin van mijn NCRV-tijd heb ik trouwens ook een tijdje stiekem voor de AVRO gewerkt toen daar iemand uitviel. Dat hebben ze gelukkig nooit gemerkt. De omroepen waren in die tijd door zee-engtes gescheiden.

    Toen ik een half jaar bij de NCRV zat kwam ik in de gang mijn oud-collega Roel Balten van de AVRO tegen. Hij zei: ‘Ach ga even mee naar de studio voor een gesprekje van een paar minuten’. Diezelfde middag moest ik me bij de leiding van de omroep voor dat onschuldige gesprekje voor de AVRO-microfoon verantwoorden. ‘Als dit nog een keer gebeurt word je ontslagen’, kreeg ik te horen. Ik dacht wel: ‘Waar ben ik terecht gekomen?’”

 

 

Voogd en Acket 2

 

 

In de showbusiness konden Paul, Jos en Skip elkaar natuurlijk niet steeds ontwijken. Het bleven, lijkt, pijnlijke momenten. Voogd: “Voor het laatst heb ik Paul Acket in de jaren tachtig nog eenmaal ontmoet. In de Tobbe in Voorburg, bij een opname van het door Harm Mobach geredigeerde NCRV-programma ‘Jazztime’. Hij zat in de zaal. Tijdens de pauze van het concert spraken we elkaar enkele minuten”.

    Op professioneel gebied bleef hij een en al bewondering houden voor Acket. “Wanneer ik in 2007 terugdenk aan Paul Acket, dan zie ik nog steeds een (veel sigaretten rokende) harde werker voor me, een liefhebber van muziek, speciaal van jazz. Een man die goed kon schrijven, concerten kon organiseren, het North Sea Jazz Festival heeft ‘bedacht’ en tot een instituut gemaakt én een aanstekelijk gevoel voor humor bezat. Tot aan de strubbelingen die mijn vertrek bij M.E. bespoedigden heb ik met plezier voor hem gewerkt. 

    Dat hij mijn stukken kon waarderen heb ik later geregeld vernomen. Aan iedereen die het maar wilde horen vertelde hij dat ik ‘een gouden pen’ had en zoiets is natuurlijk altijd plezierig om te horen”.

 

 

498 9 Paul AcketPaul Acket

 

 

Zijn werkzaamheden voor Acket, slechts zeven maanden, bleven echter een nare smaak houden op het persoonlijk vlak. Kort voor zijn overlijden op 8 december 2021, werd hij in het blad Aether door Cees Mentink uitgebreid aan het woord gelaten over zijn lange loopbaan. Een aanzienlijk gedeelte van de eigen memoires wijdde Skip opnieuw aan Acket in de periode september 1961 tot april 1962. Het zat hem blijkbaar nog steeds hoog allemaal.

    Aan Cees Mentink vertelde Voogd, inmiddels 88 jaar, dat hij zelf ontslag had opgenomen omdat ‘de maat vol was’. Met een ‘anecdote’ typeerde Skip de vernedering die hij had ondergaan nadat hij bij Muziek Expres in dienst was getreden. Hij kreeg opdracht van mevrouw Jos Acket (“Zij had de broek aan”) om elke week de vuilnisbak buiten te zetten en die ook weer, maar dan leeg, op zijn plaats terug te zetten. Voor deze bezigheid stond hij niet op de loonlijst.

    Na het overlijden van Paul Acket, in 1992, was Voogd dan ook niet bereid geweest om met zijn ‘gouden pen’ middels een hoofdstuk mee te werken aan een boek over de muziekondernemer.

    “Ze hadden me gevraagd”, verklaarde hij in 2021. “Ik heb dat niet gedaan. Met als reden: het zou een zwarte pagina worden”.

 

 

Harry Knipschild

14 juli 2023

 

 

Literatuur

Cor Gout, ‘Skip Voogd aan het woord’, Soundscapes, augustus 2006

‘Skip Voogd anoniem medewerker zeezender Veronica’, Mediapages, 22 augustus 2006

Cor Gout e.a., En dan nu de polonaise. Muziek in Den Haag en Scheveningen, Haarlem 2008

Harry Knipschild, ‘Skip Voogd over een wereld van ‘zwendel en geld’, website Harry Knipschild, 3 april 2015

Cees Mentink, ‘In memoriam Skip Voogd’, Aether, januari 2022

  • Raadplegingen: 1631