Skip to main content

444 - Tijd voor teenagers

 
 
Ik kan het me nog herinneren. Op school, eind jaren vijftig, las ik over teenagers, sprak het uit op z’n Nederlands: t-e-e-n-a-g-e-r-s. Wat dat woord betekende, ik had er niet het minste idee van.
    Het duurde enige tijd voor ik in de gaten had dat de uitdrukking sloeg op jongelui van mijn leeftijd, van dertien tot en met negentien jaar. Teenager bleek het Engelse woord voor tiener te zijn, ook al zo’n nieuwe uitdrukking. 
    Om beter te weten te komen hoe het woord vroeger in gebruik kwam, ging ik recentelijk zoeken in de krantenbank van de site Delpher, onderdeel van de Koninklijke Bibliotheek. Bij de jaren veertig trof ik het woord twaalf keer aan, in de jaren vijftig 1398 keer (waarvan 878 keer in 1959), in de jaren zestig 7738 keer (in 1960 1723 keer, daarna minder, 232 keer in 1969). Het woord teenager werd op basis van die gegevens in Nederland dus vooral gebruikt in het tijdperk rond 1960. Daarna verdween het geleidelijk in de dagelijkse omgang.
 
 
444 1 teenagersteenagers
 
 
Het woord ‘teenager’
 
 
Gaandeweg werd me vanuit de oude kranten duidelijk dat het woord ‘teenager’ in ons land aanvankelijk alleen betrekking had op meisjes, die ook omschreven werden als ‘bakvissen’. Het woordgebruik was afkomstig uit Amerika kon je eind jaren veertig lezen. Bij reportages van modeshows werd ‘teenager’ een nieuwe uitdrukking voor jonge meisjes.
    In de recensie van een film met Shirley Temple in de hoofdrol werd de actrice ‘een jolige teenager, een vroegrijpe jongedame van zestien jaar’ genoemd. In dat zelfde jaar 1950 werden balletschoentjes aangeboden voor de ‘teenager, de schoen waar alle jongeren op afvliegen en die het zo aardig doet onder de wijde geruite rok’. In een modereportage werd kleding voor dames en jongedames aan de orde gesteld. “Tegenwoordig is die laatste categorie, de bakvis, onder invloed van Amerika de teenager geworden”.
    Pas halverwege de jaren vijftig kregen jongens af en toe het predicaat teenager opgeplakt. Dat was onder meer het geval in 1955 bij een reportage in de Friese koerier van een concert dat trompettist en zanger Louis Armstrong gaf. Een jaar later, in 1956, bij een recensie van de film ‘Rock Around The Clock’, werd afgedrukt: “In Amerika noemt men de jeugd beneden de twintig teenagers”. Nu geen onderscheid meer tussen jongens en meisjes.
 
 
Amerika
 
 
In Amerikaanse muziektijdschriften van kort na de Tweede Wereldoorlog kwam je het begrip teenager al snel tegen. In Billboard vond ik een bericht over een dansfestijn in Denver, anno 1946. “Teenagers are flocking to free open-air disk-dances at municipal Washington Park. A large dance floor has been installed on the lawn. Dancers are limited to those aged 13 to 19”.
    Teenagers legden soms onvolwassen gedrag aan de dag. De Volksvriend, een Amerikaanse krant, gedeeltelijk in het Nederlands, publiceerde in 1949 een reportage waarin gewezen werd op het roekeloze gedrag van teenagers op de wegen. “Sommigen menen dat teenagers gevaarlijke gasten op onze wegen zijn. Dit zijn jeugdigen van dertien tot en met negentien jaren oud. Zij noemen de sterfgevallen door hen veroorzaakt ‘teenicide’. Dit is moord veroorzaakt door hen van die leeftijd. Iedere twee minuten wordt een mens in ons land gedood of verminkt door zulk een teenager”.
    De redacteur gaf een voorbeeld: “De kluchten die sommigen uithalen is haast ongelooflijk. Een half dozijn van zulke klanten gaan in een auto. Zodra men de zestig mijlen per uur bereikt heeft laat men het stuurwiel los. Wie nu naar dit stuur wil grijpen of de remmen er op wil zetten is een lafaard, heeft niet het recht om langer te leven. Het laatste jaar hebben dertig jongelingen op deze wijze hun leven verloren”.
    Ik moest denken aan James Dean die bekend stond om zijn roekeloze rijden. In 1955 kwam de acteur om bij een auto-ongeluk.
 
 
444 2 James DeanJames Dean - op weg naar zijn laatste auto-rit
 
 
Debbie Reynolds geeft goede raad
 
 
In het begin van de jaren vijftig bestond er in de VS nog nauwelijks iets als blanke teenagermuziek. Jongelui werden geacht de beschaafde smaak van hun ouders over te nemen. De grote ‘pop’sterren waren meestal al wat oudere blanke mannen en vrouwen, geen teenagers. Frank Sinatra was 37 eind 1952, Johnnie Ray 25, Perry Como 40, Tony Bennett 26, Hank Williams 29, Bing Crosby 49, Patti Page 25, Jo Stafford 35, Peggy Lee 32, Doris Day 30, Rosemary Clooney 24, Nat King Cole 33, Louis Prima 42, Dinah Shore 36.
 
 
444 3 Patti PagePatti Page, januari 1953
 
 
Actrice en zangeres Debbie Reynolds, in 1950 beroemd geworden met ‘Aba Daba Honeymoon’ en door haar rol in ‘Singing In The Rain’, was teenager-af in 1952. In 1954, kort voor haar huwelijk met de 26-jarige popzanger Eddie Fisher, kon je over haar lezen: “Just out of her teens herself, Debbie has found that the 20-year-girl has more of an in-between problem than the teenager. She believes that the most effective transition into adulthood is the one that’s made slowly”.
 
Hoewel ze geen negentien meer was, had Debbie nog wel wat goede raad en tips voor vrouwelijke teenagers, die zich voorbereidden op het degelijke volwassen bestaan. Dat was toch je taak in die periode van het leven. 
    “I think the worst mistake is to try to become sophisticated overnight. It’s impossible to be a frolicking teen-ager one day, and the next (your twentieth birthday), a wordly wise woman”.
    Teenagers die vooruit wilden kijken, konden wat van Debbie Reynolds leren. “It seems to me that taking the teens-into-twenties period casually though carefully makes a graceful transition into full adult living. I’ve applied this theory to the way I dress and make-up and the way I conduct myself in general”.
    Debbie gaf uit eigen ervaring voorlichting over allerlei belangrijke onderwerpen. “I’m using more make-up than I did a couple of years ago. In my teens I used no eye make-up at all. Now I use mascara and eyebrow pencil regularly. I apply them with a light hand. And I’m very careful to whisk away any excess so that I achieve a soft, natural effect”.
 
 
444 4 Debbie ReynoldsDebbie Reynolds
 
 
De artieste had nog veel meer tips voor jonge meisjes die het latere leven zouden omarmen: “For very special occasions, I wear a bit of eye shadow. I’ve found I can use it subtly if, after blending it with my fingers, I further smooth it with a bit of cotton. For these special occasions I sometimes wear lipstick shades that are a bit more dramatic than any I wore as a teenager”.
    Ook over kleding zat Debbie vol met tips voor al wat gevorderde teenagers. “In selecting my clothes, I try to achieve as balance between softness and sophistication. I think it’s important to allow the way you feel about yourself to figure in determining your decisions. There are times when I feel as free and frolicking as a teenager. I revel in outdoor sports, such as swimming, tennis and horseback riding. So I dress accordingly. I think the 20-year-old can afford the zany touches at such times as well as the 16-year-old”.
 
In 1957 werd Debbie Reynolds opnieuw beroemd, nu met het liedje ‘Tammy’. Voor de latere muziekgigant Berry Gordy in Detroit, 23 jaar in 1952, was dat aanleiding om zijn bedrijf Tammy Records te noemen, later Tamla en Motown. Artiesten als Marvin Gaye, Smokey Robinson en Stevie Wonder presenteerden zich op het Tamla-label, afgeleid van het liedje dat Debbie Reynolds gezongen had.
 
 
Een nieuwe tijd
 
 
Menige vader en moeder hadden wellicht niet in de gaten dat de Amerikaanse jeugd regelmatig afstemde op radiozenders die bedoeld waren als amusement voor de ‘zwarte medemens’. Blanke Amerikaanse teenagers vielen voor rhythm & blues muziek, door discjockey Alan Freed omgedoopt in rock & roll. 
   Op 29 januari 1955 deed vakblad Cashbox verslag van een voorstelling in New York onder leiding van de platendraaier. Zwarte artiesten zetten de toon. “The Alan Freed Rock-n-Roll ball held at the St. Nicholas Arena had to be seen to be believed. A total of about 12,000 people jammed the hall on both nights. When we say jammed we must add that the word hardly describes the solid mass that stood for five hours to see the wonderful r & b show that Freed had arranged. 
   Seen from above, the enthusiastic teeners seemed to be jelled into one one swaying body with thousands of heads. That they adored Freed was evident from the uproarious welcome with which they greeted his appearance. The enthusiasm of the audience was transferred to the performers. The latter loved the kids and reacted to the frenzy with tremendous performances. A finale that lasted about half an hour was rocked in the atmosphere of a revival meeting.
   With Joe Turner at the mike and Fats Domino at the piano, the entire troup returned to the stage for a closing that was without parallel. Singers and instrumentalists and dancers sang. Alan Freed and his lovely wife, Jackie, jitterbugged and the kids went wild. An exhausting but thrilling experience”.
 
De film ‘Blackboard Jungle’ bracht de revolutie anno 1955 in de bioscopen. Een leraar, gespeeld door Glenn Ford, kwam terecht op een school waar de oude omgangsvormen niet meer van toepassing waren. De botsing tussen twee generaties kreeg aan het begin van de film meteen uiting door de muziek van Bill Haley: ‘Rock Around The Clock’. Op 30-jarige leeftijd werd Bill Haley het eerste rock & roll-idool.
   De nieuwe generatie werd vermanend toegesproken toen een film met Haley in de hoofdrol in de Nederlandse bioscopen verscheen. “Naarmate mensen ouder dan twintig worden zullen ze wel tot het steeds groeiend besef komen, dat rock & roll muzikaal bezien beslist niet het ‘non plus ultra’ der nieuwe stijlen is. Eerlijke teenagers zullen wel willen toegeven, dat rock & roll meer appelleert aan seksuele dan aan muzikale gevoelens. Het ordinaire wordt hier tot norm verheven”.
   De Amerikanen kregen de schuld. “Men probeert in de ‘States’, waar de amusementsindustrie een enorme omvang heeft aangenomen, het publiek te blijven behagen met nieuwe stijlen op het gebied van zang en muziek. De koortsachtige activiteit in deze richting heeft aanwinsten, maar ook excessen gebracht”. De yankees hadden de nazi’s uit ons land verdreven, maar onze teenagers vervolgens opgezadeld met hun platvoerse cultuur, was het idee.
 
 
444 5 Blackboard Jungle

 
Het Britse blad Melody Maker deed er in het voorjaar van 1956 verslag van hoe de jeugd zich in Amsterdam gedroeg bij een concert van de zwarte Amerikaan Lionel Hampton.
   “A delirious Lionel Hampton was dragged from the stage of Amsterdam’s Concertgebouw theatre by two policemen when Dutch fans rioted and marched on the stage last week. The show started calmly, but the Hampton hysteria soon took over and worked up to sutch a pitch that the management called for police action.
   After the interval Hampton worked consciously for a climax. The band blew nothing but inciting riffs, and while one of the tenor players continued blowing while lying on his back, Hamp worked himself into a sweat, juggling and jumping.
   Gradually the audience – mostly teenagers – fell under the spell. The fans left their seats, shouted, sang and marched on to the stage”.
   Dat zou onfatsoenlijk zijn. De politie greep in. Waarom bleven de jongeren dan ook niet gewoon op hun plaats zitten?
 
In Cashbox kon je het antwoord op die vraag lezen: “The simple fact is that teenagers do not for the most part react as adults because they aren’t adults. They react strongly, sometimes wildly. These children are reacting as children do react to something which excites them. They react emotionally, unthinkingly at times, because rock & roll is exciting to them just as swing was exciting to a former generation or the charleston or any other things which left parents wondering what the world was coming to”.
 
 
Het rampjaar 1956
 
 
Voor menige oudere was 1956 een rampjaar. Onder de zakelijke leiding van de in Breda geboren Dries van Kuik, beter bekend als Col. Tom Parker, was Elvis Presley, nog maar 21 jaar, ten tonele verschenen. 
   Time deed verslag. “The sight and sound of him drive teenage girls wild. Elvis is packing theaters, fighting off shrieking admirers, disturbing parents, puckering the brows of psychologists, and filling letters-to-the-editor columns with cries of alarm and, from adolescents, counter-cries of adulation”.
   Een redacteur van het weekblad plaatste het gedrag van de jongelui in historisch perspectief. “There is no denying that rock & roll evokes a physical response from even its most reluctant listeners, for that giant pulse matches the rhythmical operations of the human body. The fans’ dances are far from intimate. Psychologists feel that rock ’n’ roll’s deepest appeal is to the teenagers’ need to belong; the results bear passing resemblance to Hitler mass meetings”. 
 
De gerenommeerde New York Times bleef niet achter met commentaar. Enthousiast was redacteur Jack Gould niet. “Elvis Presley is currently the entertainment world’s most astonishing figure. The young man with the sideburns and mobile hips is the rage of the squealing teenagers and his records are a top item in the never-never land of juke box operators and disk jockeys.
 
Gould had Presley zien optreden op de televisie. “Attired in the familiar oversize jacket and open shirt which are almost the uniform of the contemporary youth who fancies himself as terribly sharp, he might possibly be classified as an entertainer. Or, perhaps quite as easily, as an assignment for a sociologist.
   Mr. Presley has no discernible singing ability. His specialty is rhythm songs which he renders in an undistinguished whine; his phrasing, if it can be called that, consists of the stereotyped variations that go with a beginner’s aria in a bathtub. For the ear he is an unutterable bore, not nearly so talented as Frank Sinatra back in the latter’s rather hysterical days at the Paramount Theatre. Nor does he convey the emotional fury of a Johnnie Ray.
   From watching Mr. Presley it is wholly evident that his skill lies in another direction. He is a rock & roll variation on one of the most standard acts in show business: the virtuoso of the hootchy-kootchy. His one specialty is an accented movement of the body that heretofore has been primarily identified with the repertoire of the blonde bombshells of the burlesque runway. The gyration never had anything to do with the world of popular music and still doesn’t.
   Certainly, Mr. Presley cannot be blamed for accepting the adulation and economic rewards that are his. But that’s hardly any reason why he should be billed as a vocalist”.
 
De jeugdige teenagers hadden nu een idool die niet veel ouder was dan zij zelf. En hij was niet de enige. Eind 1957 was Paul Anka 16 jaar, Ricky Nelson 17 jaar, Phil Everly 18 jaar, Frankie Lymon, frontzanger van een groep die zich de Teenagers noemden, 15 jaar, Dion DiMucci, zanger van de hit ‘Teenager in love’, 18 jaar. Wat ouder waren Buddy Holly (21), Jerry Lee Lewis (22) Pat Boone (23) en Carl Perkins (25). Brenda Lee was 15 toen het meisje in 1957 scoorde met ‘Dynamite’.
 
 
444 6 Elvis

 
Het was even wennen in het rampjaar voor ouderen. Elvis Presley zelf was natuurlijk blij met zijn succes. Aan de redactie van New Musical Express zou hij in 1956 verklaard hebben: “I can’t believe all this has happened to me. I just hope it lasts. Thanks to all my faithful teenage fans, I have made a lot of money all of a sudden. Just two years ago I was driving a truck for $35 a week in Memphis, Tennessee, and before that I was knocking down $14 a week as a theatre usher.
   The kids are really wonderful the way they respond to my style. I get around 10,000 fan letters a week. So many people all over the country are starting fan clubs for me. I certainly am grateful to them all”.
   Elvis had een goed hart. Zijn vader hoefde niet meer te werken. “I made my father retire a few months ago. There isn’t much sense in his working, because I can make more money in a day than he can make in a year”. 
 
Niet alleen de Amerikanen hadden grote moeite met het onafhankelijke gedrag van de teenagers. In Nederland, waar nauwelijks een traditie was van zwarte muziek, kwam de klap nog veel harder aan. Muziekjournalist Skip Voogd, 23 jaar in 1956, kon het niet bevatten. In Tuney Tunes vertelde hij aan zijn lezers en lezeressen: “Er waart een nieuwe rage door songland: ‘Heartbreak Hotel’. En de jongeman, die het versje lanceerde werd plots wereldberoend (of: berucht?); het is de 21-jarige Elvis Presley. Zijn rauwe, klagende bariton maakt de Amerikaanse teenagers wild. De meiskes kerven met een mes zijn naam in hun arm, en er wordt harder gekrijst en gegild dan vier jaar terug bij Johnnie Ray’s ‘Cry’ ’t geval was.
   Presley’s stijl kunnen we het best definiëren door te zeggen, dat het ’n kruising tussen hillbilly en rock and roll is. Met opengesperde benen zwaait Elvis op het podium heen en weer: het lange donkere haar over het bezwete voorhoofd hangend, de ogen gesloten en de volle lippen uitdagend vooruit gestoken. Is het een wonder, dat hij voor de bakvisjes als geen ander het woord sex vertegenwoordigt?”
 
Een jongen die met zijn ouders naar de VS geëmigreerd was, deed uit eigen ervaring verslag in de Gelderlander. “Ik ben hier nu negen maanden in Amerika. We krijgen in Californië elke week het Arnhems Dagblad. Toevallig zag ik dat er een stuk over de rock & roll in stond. Hier is Elvis Presley de afgod van de teenagers. Ik las dat ze gewoonweg de boel afbreken, maar zo erg is het hier nog niet, hoor. Ik vind de rock & roll best fijn”.
 
 
Europa
 
 
Het nieuwe fenomeen, teenagermuziek, was in Europa moeilijk te stuiten. Maar de radio deed niet mee. In een interview verklaarde Willem van Kooten (15 jaar in 1956, later bekend als Joost den Draayer) dat hij om ‘Rock Around The Clock’ van Bill Haley te kunnen horen naar de kermis in Hilversum moest gaan.
   Begin 1957 arriveerde het idool in Groot-Brittannië. De Leeuwarder Courant wijdde er een artikel aan. Haley werd ‘bandleider’ genoemd.
   “Het Londense Waterloo-station is het toneel geweest van een uitzinnige betoging van rockers en rollers, ter ere van de aankomst van de Amerikaanse bandleider Bill Haley. Ondanks Haley’s verzoek het wat kalm aan te doen ontaardde de ontvangst in een ware veldslag van duizenden opgeschoten jongens en meisjes. Een vrouwelijke politieagent moest in ernstige toestand naar het ziekenhuis worden gebracht. De kleding van de heer Haley werd zwaar gehavend.
  Reeds bij de aankomst in Southampton was het een gedrang van ongekende heftigheid geweest. Twaalf politiemannen hadden Haley in hun midden genomen en hem in zijn auto gestopt. In Londen had de Londense politie dichte arm-in-arm-cordons gevormd. Nochtans bleken de ordemaatregelen niet voldoende om de tierende menigte in bedwang te houden.
  Mannelijke rock and rollers droegen geel-rode linten in het knoopsgat, vrouwelijke dito’s hadden er hun jurken mee versierd. Er waren spandoeken met welkomstleuzen. Toen Haley met moeite in zijn auto was gestapt en kushanden begon uit de delen, keerde menige jeugdige bewonderaarster zich om en toonde, geborduurd over het zitvlak van haar spijkerbroek, het opschrift: ‘I love Bill’.
  Zo groot was het gedrang, dat de politie twintig minuten nodig had om een doortocht voor de beminde bandleider te banen. De Bill-minnenden beklommen de auto en roffelden rock and roll-thema’s op het dak”.
 
 
444 7 Bill Haley in LondenBill Haley in Londen, begin 1957
 
 
Amerikaanse teenagermuziek, rock & roll, had Europa bereikt. De correspondent van het Algemeen Handelsblad in Londen deed in oktober 1957 verslag van de uitwerking. “De Britse jeugd is verslaafd aan pops” luidde de kop van het artikel. 
   “Nog nooit is er zo’n hausse in de verkoop van grammofoonplaten geweest. In 1954 kochten de Britten nog slechts 50 miljoen grammofoonplaten – één plaat per hoofd van de bevolking. Dit jaar zullen er wel 75 miljoen worden verkocht”.
   De verkoopexplosie schreef hij toe aan de jeugd. “De ‘muzikaliteit’ van het hedendaagse Britse volk staat – wat de afdeling grammofoonplaten betreft – in evenredige verhouding tot het meerdere zakgeld van de moderne jeugd. Niet minder dan 85% van de grammofoonplaten die worden verkocht, worden met de naam ‘pop’ aangeduid (van ‘populair’) en door de hoop des vaderlands gekocht”.
   Teenagermuziek was bijzonder. “De ‘populariteit’ van een ‘pop’, duurt niet erg lang. De meeste pops zijn niet langer dan een maand in de mode, en als het lang duurt, twee of drie maanden. Een bijzonder populaire pop kan dan wel in een oplage van 500.000 worden verkocht – Bill Haley’s ‘Rock around the clock’ haalde zelfs het miljoen – en deze snelle omzet verklaart waarom de grammofoonplatenmaatschappijen met zoveel opgewektheid tot de produktie van nieuwe pops overgaan”.
   Ouderen kochten nog zware en breekbare 78-toeren platen, teenagers niet. “Meer en meer gaat de jeugd op nieuwe plaatspelers over. De platen zijn lichter van gewicht en kleiner, dus kunnen ze gemakkelijker worden opgeborgen.
   Van invloed is wellicht dat de jukeboxes in het Verenigd Koninkrijk zijn berekend op platen van 45 toeren. Deze machines, die overal staan opgesteld waar men de jeugd tracht te trekken voor een espresso-kopje-koffie of een sandwich met begeleiding van de laatste pop-muziek, vermenigvuldigen zich met voor velen schrikbarende snelheid.
    Verleden jaar waren er 6.500 van deze instrumenten om de opgewekte atmosfeer in verzamelplaatsen van de jeugd te verhogen. Dit jaar zijn er nog eens 2.500 aan toegevoegd. Deze muziek-molochs verslinden 750.000 pop-platen per jaar”.
 
In navolging van Amerika had de hitparade in Engeland zijn intrede gedaan. “Deze lijsten van de Top Ten ziet men overal in grammofoonplatenwinkels op in het oog vallende plaatsen opgesteld: zij vermelden de tien populairste pops van het ogenblik. De aansporing die schijnt uit te gaan van deze lijsten met ‘nummers welke elke zichzelf respecterende teenager behoort te hebben’ is verbluffend doeltreffend. Top Ten nummers worden in honderdduizenden exemplaren verkocht zolang zij in de mode zijn.
    Onder deze omstandigheden is het niet verwonderlijk dat pops om zo te zeggen ‘ongehoord’ worden verkocht en dat meer en meer winkels het zelfbedieningssysteem invoeren. Evenals men bij de moderne kruidenier zeeppoeders en kaakjes van de toonbank neemt om daarna bij de kassier te betalen, zo kan men nu ook zijn pops eigenhandig uitzoeken en aan de uitgang betalen. De Top Ten van de pops bestaat vrijwel voortdurend in meerderheid uit Amerikaanse nummers”.
 
 
Nederland
 
 
Volgens een redacteur van het Leidsch Dagblad was 1957 ook bij ons een goed jaar voor de platenhandel geweest, schreef hij in december van dat jaar. ‘De omzet van grammofoonplaten is thans groter dan ooit tevoren’ was de titel van een artikel, gedateerd 20 december 1957. In het afgelopen jaar had men 25 miljoen gulden besteed. “Dit is een piek welke nog nimmer werd bereikt, een record in de omzet van zwarte schijven”. Het veelvuldig kopen van platen was een uitzondering. Terwijl men in de rijwiel- en bromfietszaken steen en been klaagde, terwijl de autohandel slecht ging, de omzetten in de confectie kelderden en de verkoop van ijskasten en stofzuigers terugliep, bleven de omzetcijfers van grammofoonplaten stijgen.
    De redacteur had een verklaring. “De moderne mens zoekt thuis meer amusement als reactie op het snelle en vermoeiende leven van de huidige tijd”. In Nederland was er dat jaar geen groei van rock & roll, schreef hij na onderzoek in kringen van de grammofoonplatenhandel. Integendeel. “Er bestaat thans een onmiskenbare hang naar zoet-vloeiende muziek. De platen van de Amerikaanse zanger Pat Boone bereikten daarbij een omzet als nog nimmer door één uitvoerend kunstenaar op de grammofoon werd bereikt. Zelfs de calypso-zanger Harry Belafonte, wiens stem uit vrijwel iedere radio van iedere zender ons tegemoet komt, moet het bij de Pat Boone-rage afleggen”.
 
 
444 8 Pat Boone

 
Niet Elvis Presley of Bill Haley zou in Nederland als katalysator gewerkt hebben, maar de ‘brave’ Pat Boone, die zich in 1957 op het witte doek presenteerde met ‘April Love’.
    De redactie van Tuney Tunes prees hem. “De jeugd begint belangstelling te tonen voor andere sterren dan de stampende orkesten en de schreeuwende, stuiptrekkende zangers. Een knappe jongeman is Amerika’s allernieuwste vocale sensatie. Zijn naam is Pat Boone, hij heeft een plezierige, zachte stem; hij snikt niet wanneer hij zingt en gaat er evenmin bij op de vloer liggen. Zijn platen brengen de meisjes met de paardestaarten en de kleurige wollen kousen in een dromerige trance-toestand. De lang niet kinderachtige bedragen, die Pat Boone bij elkaar zingt investeert hij niet in opgepepte sportwagens - hij is nog best tevreden met de openbare vervoermiddelen”.
 
Dankzij vooral radio Luxemburg, later ook radio Veronica, konden jongelui als ik, 15 jaar in 1959, de popmuziek horen die bij de moderne jeugd van die tijd in zwang was.
    Maar de Nederlandse publieke omroep boog een beetje mee met de nieuwe jeugd. Vanaf 11 september 1959 zond de Vara-radio wekelijks een radioprogramma uit dat in zekere zin toepasselijk ‘Tijd voor Teenagers’ genoemd werd. Je hoefde nu niet meer naar de kermis, naar een café met een jukebox om te luisteren naar muziek die afgestemd was op ‘teenagers’. Voor die eerste uitzending had Co de Kloet de muziek geselecteerd: onder meer ‘Kansas City’ (Pim Maas), ‘The Formula of Love’ (Nina & Frederik), ‘You are in love’ (Perry Como), ‘Waitin’ in School’ (Ricky Nelson), ‘Living Doll’ (Cliff Richard) en ‘Just Young’ (Paul Anka). Als herkenningsmelodie had men ‘Secret Love’ gekozen, in 1953 op de plaat gezet door Doris Day (1922-2019). 
    Misschien wel mede door deze nogal conservatieve aanpak van de media en het eigen Europese karakter (geen zwarte bevolking) waren de meeste teenager-idolen hier niet zo revolutionair als in de Verenigde Staten. Dat gold in Engeland voor Cliff Richard, Adam Faith en Marty Wilde, voor Duitsland met Conny Froboess, Peter Kraus en Rex Gildo, in Nederland met Lydia, Anneke Grönloh, Rob de Nijs en de Blue Diamonds. De meeste Europese teenagerartiesten waren voorlopig gewoon jonge versies van oudere amusementsartiesten. Uitzonderingen op de beschaafde jonge sterren waren Peter Koelewijn (‘Kom van dat dak af’) en Indische groepen als de Tielman Brothers.
    Maar hoe dan ook, rond 1960 had zich ook aan de oostkant van de Atlantische Oceaan een nieuwe ontwikkeling voorgedaan. Het tijdperk van de teenagers was definitief aangebroken.
 
 
444 9 Tijd voor teenagers

 
Harry Knipschild
8 december 2021
 
Clips:
 
 
Literatuur
 
‘Denver’s Disk-dances’, Billboard, 3 augustus 1946
‘Vele Ongelukken Op Onze Wegen’, Volksvriend, 1 september 1949
‘Shirley Temple’, Gooi en Ommeland, 29 april 1950
‘Teens aren’t only in-between’, over Debbie Reynolds, Adirondack Daily Enterprise, 5 mei 1954
‘Alan Freed ‘Rock-n-Roll’ ball’, Cashbox, 29 januari 1955 
‘Concert van Armstrong zonder incidenten’, Friese Koerier, 31 oktober 1955
‘Police stop show as Hamp fans riot’, Melody Maker, 7 april 1956
‘Does rock & roll cause juvenile delinquency?’, Cashbox, 14 april 1956
‘Teener’s Hero’, Time, 14 mei 1956
Jack Gould, ‘New phenomenon. Elvis Presley rises to fame as vocalist who is virtuoso of hootchy-kootchy’, New York Times, 6 juni 1956
‘Rock around the clock’, Nieuwe Leidsche Courant, 25 augustus 1956
Skip Voogd, ‘Elvis Presley. Hysterie in optima forma’, Tuney Tunes, september 1956
‘Elvis Presley’, New Musical Express, 7 september 1956
‘Brief uit Amerika’, Gelderlander, 1 december 1956
‘Bandleider Haley in Londen. Uitzinnige betoging van jonge rock and rollers’, Leeuwarder Courant, 6 februari 1957
‘De Britse jeugd is verslaafd aan pops’, Algemeen Handelsblad, 25 oktober 1967
‘De omzet van grammofoonplaten is thans groter dan ooit tevoren’, Leidsch Dagblad, 20 december 1957
 
 
  • Raadplegingen: 4365