Skip to main content

121 - Naar de studio van Norman Petty

 
 
Als je in het Amerikaanse Clovis bent heb je niet het idee dat je je in het centrum van de wereld bevindt. Het is een klein stadje dichtbij de grens van Nieuw-Mexico met Texas. In het begin van de twintigste eeuw werd er een spoorlijn aangelegd. De plek moest een naam krijgen en werd Riley’s Switch genoemd. De dochter van stationschef had een beter idee. Ze was een boek aan het lezen over Clovis (466-511). Omdat Clovis, koning van de Franken, zich liet dopen moesten alle Fransen overgaan tot het katholieke geloof. Dankzij het meisje werd ‘Riley’s Switch’ veranderd in Clovis, New Mexico.
   Een kwart eeuw later was Clovis even wereldnieuws. Archeologen ontdekten er enkele tientallen gegroefde speerpunten van vuursteen. De stenen wapens vonden ze samen met botten van mammoeten en bizons, die door jagers gedood en geslacht waren. Op basis van die vondst kwam men tot de conclusie dat er in Clovis ongeveer 11.000 jaar geleden ‘indianen’ leefden. Nergens op het Amerikaanse continent waren zulke oude ‘native Americans’ aangetroffen.  
 
Toen Greetje en ik op 5 september 2011 in Clovis arriveerden zagen we van die oude indianen niets terug. Wel van de spoorwegen. Dag en nacht denderden zwaarbeladen lange treinen voorbij. Ons hotel was extra geïsoleerd om het geluid te weren.  
 
Clovis was op een andere manier geconserveerd. In het centrum waande je je helemaal terug in de Amerikaanse jaren vijftig. Het tijdperk van James Dean, de oude rock & rollers en de film ‘American Graffiti’ (1973), waarin de sfeer en de muziek van toen vastgelegd zijn. Clovis speelde een rol in de vroege geschiedenis van de rock & roll-muziek. Dat kwam door Norman Petty (1927-1984). Samen met zijn vrouw Vi en Jack Vaughn vormde hij het Norman Petty Trio. Hun versie van ‘Mood Indigo’ (van o.a. Duke Ellington en Irving Mills) werd in 1954 een grote hit in Amerika.
 
Norman Petty bouwde ook een opname-studio in Clovis. Popartiesten uit de omgeving hoefden dus niet helemaal naar New York, Nashville, Memphis, New Orleans of Los Angeles om een plaat op te nemen. Artiesten als Roy Orbison, Buddy Knox, String-a-Longs, Jimmy Bowen, Waylon Jennings, Bobby Vee, Carolyn Hester, Jimmy Gilmer (Fireballs) en vele anderen wisten de weg die kant op te vinden. Petty was behalve als creatieve technicus en producer ook zakenman. Hij legde contacten met grote platenmaatschappijen, trad op als manager en, niet te vergeten, zette zijn naam bij liedjes die hij niet zelf gecomponeerd had.
 
De belangrijkste ‘cliënt’ van Norman Petty was Buddy Holly. Die was op 7 september 1936 geboren in Lubbock, in het noordwesten van de staat Texas – op een afstand van honderd mijl. Buddy begon zijn carrière als de helft van een duo, samen met Bob Montgomery. De platen die ze samen in Nashville maakten waren echter niet succesvol. Vervolgens legde Buddy zijn lot in handen van Norman Petty. Die werd zijn manager en studio-chef. De studio was er toch al. Vanaf dat moment, begin 1957, ging het goed met zijn carrière.
 
 
121 Norman Petty   Bob Thiele   Buddy Holly
Norman Petty (links) overhandigt gouden 78 toeren-plaat aan Buddy Holly
In het midden Bob Thiele
 
Petty zag wel wat in ‘That’ll be the day’, hoewel de opname van dat liedje bij Decca in Nashville niet tot resultaten geleid had. Er werd een nieuwe versie gemaakt. Formeel was dat binnen vijf jaar niet toegstaan. Petty wist de tweede poging, waarbij hij ‘meetekende’, onder te brengen bij Brunswick Records. Om contractuele problemen te vermijden werd ‘That’ll be the day’ uitgebracht onder de naam van zijn begeleiders, de Crickets.
   Dat was een goede zet. De plaat bereikte de derde plaats in de hitlijsten van Bilboard. De carrière van Buddy Holly en de Crickets was begonnen en duurde een jaar of wat. Met zeven singles werd de hitlijsten gehaald. Buddy was uiterst ambitieus en productief. Hij zette vele tientallen songs op de band. Zodra hij weer een liedje gecomponeerd had legde hij het vast.
 
In 1958 taande de relatie van Buddy Holly met Norman Petty en met de Crickets. In dat jaar vertrok de artiest naar New York, trouwde met Maria Elena Santiago uit Puerto Rico en ging midden in de winter van 1959 op toernee zonder zijn oude Crickets. Op 3 februari 1959 verongelukte hij, 22 jaar jong/oud. Daarmee leek er een einde gekomen te zijn aan zijn carrière.
   Het ging heel anders. Norman Petty, in het bezit van een stapel tapes met opnamen van Buddy Holly, leverde een belangrijke bijdrage aan het voortbestaan van ‘zijn’ artiest. Jarenlang kon de platenmarkt voorzien worden van steeds weer ‘nieuwe’ singles van de zo tragisch neergestorte zanger. Dat leverde vooral resultaat op in Europa. De ambitieuze Holly had in het jaar vóór zijn dood een toernee door Engeland gemaakt. In die tijd gebeurde het nauwelijks dat een Amerikaans idool zich persoonlijk kwam manifesteren aan deze kant van de Atlantische Oceaan. Een nieuwe generatie Britse popgroepen liet zich door Buddy Holly inspireren. De Beatles noemden zich in 1960 naar de Crickets, de eerste grote internationale hit van de Rolling Stones, in 1964, was de Buddy Holly-song ‘Not Fade Away’. Enzovoort.
   In 2012 is er zeker nog geen einde gekomen aan de vermaardheid van Buddy Holly.
  
Naar Clovis
 
 
121   KvK
 
Drie decennia geleden maakte het indruk op mij dat Boudewijn Büch met de familie van Buddy Holly een tv-reportage maakte in Lubbock, Texas. Vanaf het moment dat ik me ging bezig houden met de geschiedenis van de popmuziek had ik het idee om zelf eens die kant uit te gaan. In 2007 kwam het er nog niet van. Een plan om naar Lubbock en Clovis te reizen werd dat jaar omgezet in een minstens even interessante tocht door Iran. In 2011, besefte ik, was de 75ste geboortedag van de artiest. Die kon onmogelijk ‘zo maar’ voorbijgaan. Begin vorig jaar besloten Greetje en ik daarom die regionen van het Amerikaanse continent te bezoeken. We deden dat samen met Betty en Larry Goss, onze Amerikaanse vrienden.
 

Op de website van de studio van Norman Petty las ik dat Kenneth Broad de beheerder van de studio was. Op 30 maart 2011 zocht ik per e-mail contact met hem. Binnen een dag reageerde Broad: “Just call when you are in the area and set up a time for a tour of the old studio”. Dat ging soepel. De dag voor vertrek stuurde ik voor alle zekerheid een nieuw bericht.

   Ook nu was de communicatie voortreffelijk. Broad belde me tijdens mijn verblijf in de omgeving van Denver, Colorado, zelf op. We spraken af elkaar op 6 september ’s morgens in de studio te ontmoeten. Die werd speciaal opengesteld voor ons vieren. Mooier kon het haast niet.

 

Op 5 september reden we van Santa Fe, de hoofdstad van Nieuw-Mexico, in oostelijke richting. Na een bezoek aan de missiepost Pecos belandden we ’s middags in de omgeving. We reden langs de luchtmachtbasis waar Norman Petty als militair zijn dienstplicht vervuld had. “Welkom in Clovis” lazen we op de borden. De snelweg ging er, zoals gebruikelijk in de VS, dwars doorheen. Ondanks het betrekkelijk geringe aantal inwoners (37.000) waren er enorm veel economische activiteiten: diverse bedrijventerreinen, winkelcentra en hotels. En dan die lange treinen die je al van ver hoorde aankomen. In hotel Hampton werden we naar achteren gedirigeerd omdat we er dan minder last van de spoorwegen zouden hebben. Ondanks de isolatie was het hotel niet geschikt voor ‘light sleepers’, was op het internet te lezen.
 
Bij de plaatselijke Kamer van Koophandel stond op een bord afgedrukt: “We built this city on rock & roll!!” Dat was duidelijke taal. Boven de ingang zag je een grote elektrische gitaar met allerlei symbolen die de verwantschap tussen popmuziek en economie in beeld brachten. Ondanks alle activiteiten maakte de stad een verouderde indruk. De Fifties waren er duidelijk blijven hangen. Jeugd was er volop, zoals in de Cotton Peach, een restaurant waar de dagschotel, fried chicken met sla, nog geen zeven dollar kostte. Het zat vol met jonge mensen. Jeugdig personeel liep enthousiast rond.
 
 
121 - We built
 
 

6 september 2011

 

Ondanks alles hoorde je midden in de nacht af en toe transporttreinen door Clovis rijden. In de ontbijtzaal was een tv-zender ingeschakeld die aan de lopende band tv-clips van country & western-artiesten als Brad Paisley uitzond. Toen Taylor Swift aan de beurt was hoorde ik aan een tafeltje naast me een man bewonderende opmerkingen maken. “Taylor schrijft haar eigen liedjes en bepaalt haar eigen koers”.

   Tijdens de rit naar de studio werd nog eens duidelijk dat Clovis een belangrijk graan-gebied was. Er stonden grote silo’s opgesteld. Het graan, of wat het ook was, werd in spoorwegwagons geladen en per trein naar elders vervoerd.

 

121 - NorVaJak
 
 
NorVaJak Music, Inc stond er in grote blokletters op het dubbele pand langs de weg (1313 West 7th Street). NorVaJak, voor Norman en Vi Petty en Chris Vaughn van het Norman Petty Trio. De deur was al open toen we bij de studio arriveerden. De beheerders, het echtpaar Shirley en Kenneth Broad, waren de tachtig gepasseerd. Ze bleken tevens eigenaar te zijn. Het echtpaar had een partner uitgekocht die in financiële moeilijkheden was geraakt. Norman Petty zelf was in 1984 overleden, zijn echtgenote acht jaar later.
   Kenneth Broad was vroeger dominee geweest, vertelde hij. Omdat hij vanwege een tumor moeilijk spreken kon, zocht hij hulp voor de versterking van zijn stem. Zo was hij bij Norman Petty terecht gekomen. Toen de man achter Buddy Holly zelf ziek werd zocht hij hulp bij de dominee. Kenneth beloofde hem een jaar lang te helpen. “Dat zijn er 24 geworden”, beweerde hij. De Broads namen in feite de rol over van Petty’s secretaresse Norma Jean, die overleden was. Het echtpaar verzorgde jarenlang alle zaken van Vi en Norman Petty en deed dat nog steeds, onder andere de boekhouding en de exploitatie van het repertoire van de Fireballs. De hele boekhouding van Norman Petty was nog in tact, hoorde ik. Ongetwijfeld zou er bij onderzoek een goudmijn aan informatie over Buddy, de Crickets en andere artiesten beschikbaar komen.
 
 

Maria Elena en Buddy Holly

 

Over het korte leven van Buddy Holly is al zoveel geschreven dat je kunt afvragen of het nog wel zin heeft in een paar dagen tijd op zoek te gaan naar ‘nieuw inzicht’. Zo veel kun je nu ook niet vragen als je mensen kort te spreken krijgt. Toch kwam er op 6 september in Clovis en later in Lubbock (een volgend verhaal) wel een en ander boven water.

   Bij Broad hoefde je de naam van Maria Elena maar te laten vallen of er kwam een stroom van opmerkingen op gang. Die vrouw deed niets anders dan dreigen met en uitvoeren van rechtszaken. Buddy Holly zou al na een paar maanden genoeg van haar gehad hebben. Ze trouwden op 15 augustus 1958. Voor het einde van het jaar had Buddy een procedure tot echtscheiding in gang gezet.

   Af en toe was er wel eens telefonisch contact geweest tussen de Broads en Maria Elena. Het was altijd dreigen. Ze hadden elkaar ook in de rechtszaal ontmoet.

   Toen ik suggereerde dat Maria Elena de stad Lubbock terroriseerde, dat was op te maken uit diverse artikelen in de Lubbock Avalanche Journal (op het internet), werd dat meer dan bevestigd. Maria Elena ontving bijvoorbeeld 10.000 dollar per jaar omdat in Lubbock een straat naar haar tientallen jaren geleden echtgenoot vernoemd was.

 
 
In de studio
 
 
121 - stoel
Kenneth Broad start de band met 'Heartbeat' van Buddy Holly
 
 

Van de studio had ik al heel wat foto’s en een paar filmpjes op YouTube gezien. Wat kon je nog verwachten? Toch is het altijd een ervaring als je zelf op een ‘historische plek’ bent. Ik werd op een stoel midden in de control room neergezet. De band van de Ampex-machine werd gestart en daar hoorde ik ‘Heartbeat’ uit twee luidsprekers. Alsof Buddy Holly zelf achter de microfoon stond te zingen. Broad wees op de dub-techniek die enkele jaren eerder door Les Paul ontwikkeld was en in de Norman Petty-studio intensief gebruikt werd.

   Hij vertelde over de Roses, het koortje op de meeste platen van Buddy Holly. Even later verscheen David Bigham (74), het enige nog in leven zijnde lid van het zangtrio, dat tevens bestond uit Robert Linville en Ray Rush. Bigham had nog een job. Hij fungeerde als oppasser van de studio. Het echtpaar Broad woonde op twintig mijl afstand in Portales.

De studio leek voor het nageslacht geconserveerd. Overal hingen foto’s, platen, awards, bladmuziek en andere herinneringen aan het verleden. Geen plekje van de wand was onbezet. In een hoek van de controlekamer bevond zich de snij-apparatuur die Norman Petty gebruikte. Daarmee kon je van een tape een lakplaat maken. Zo’n lakplaat kon je een tijdje draaien alsof het een gewone grammofoonplaat was. Petty had contacten met Amerikaanse diskjockeys. Als hij een opname af had, kon hij de deejays meteen bedienen.

   Ik hoorde voor het eerst nog een interessant verhaal. In deze studio werd vooral in de avond en de nacht opgenomen. Het verkeer denderde immers steeds voorbij. Opnemen in het donker was bovendien goed voor de artiesten, zei Broad. Die hielden ervan om op dat tijdstip te werken. Petty sjouwde altijd met microfoons en experimenteerde om het geluid zo goed mogelijk te maken. Ook Vi (Violet Brady), zijn vrouw, deed mee als er gewerkt werd. Zij speelde op de piano en andere toetsen. Norman Petty kon volgens Broad ook zelf goed spelen. Bij sommige opnamen deed hij dat ook. Maar als Vi in de buurt was liet hij dat aan haar over.

   Als je een opname in Clovis wilde maken kon dat ook tegen betaling. Het vaste tarief was 75 dollar per ‘kantje’, dus 150 dollar voor een single. In dat geval mocht je zo lang opnemen als je maar wilde. Andere studio’s hadden uurtarieven. Werken bij Norman Petty werkte ontspannen omdat er geen tijdsdruk was.

 

121 - Radio

Op deze radio in Clovis hoorde je hoe je plaat op de middengolf klonk
 
 
Opnemen bij Petty had nog een ander voordeel. Norman had ervaring bij een plaatselijk radiostation (KICA). In zijn studio had hij een radiozender geïnstalleerd. Als een opname klaar was zond hij die uit. Achter de studio had hij een verblijf voor de artiesten gebouwd. Je kon er relaxen, eten, drinken en slapen. Op een prominente plaats bevond zich een radio van het merk Grundig. In je eigen ruimte kon je dan horen hoe je opname op de middengolf klonk. Als het niet perfect was, kon je ter plekke nog iets veranderen.

   Die techniek werd in Nederland vele jaren later toegepast door producers als Freddy Haayen en Jaap Eggermont. Erik Bakker van de GTB-studio in Den Haag werkte op die manier. Soms maakten Freddy en Jaap ook afspraken met iemand van radio Veronica. Dan werd bijvoorbeeld een nieuwe opname van de Golden Earrings midden in de nacht uitgezonden, zonder dat iemand ervan wist. De producer luisterde dan hoe die opname op het muziekstation klonk.

   Ook de relax-ruimte was in stand gehouden. Op tafel stonden borden en een servies uit de jaren vijftig. Alsof iedereen zo kon terugkomen om zijn of haar oude plek weer in te nemen.

Op deze plaats hoorde je natuurlijk niet veel kritiek op het functioneren van Norman Petty. Maar Broad wist dat Norman Petty ‘meetekende’ met de liedjes van de artiesten. Dat deed hij echter niet zo maar. Buddy Holly maakte wel goeie liedjes, maar hij slaagde er volgens de hedendaagse eigenaar van de studio niet goed in een goeie ‘brug’ te schrijven. Dat was vaak het werk van Petty. Dus terecht dat die als een van de componisten genoteerd stond. Petty ging voor alles wat met rechten op liedjes te maken had. Hij wilde vanzelfsprekend ook de uitgave-rechten hebben. Om zo goed mogelijk zaken te kunnen doen had Norman dan ook een kantoor in New York. En hij reisde nog wel eens helemaal naar Europa. In München, hoorde ik, speelde hij ‘Wheels’ van de String-a-Longs aan een barpianist voor. Die kende het meteen. Dat had indruk gemaakt.

   In de ogen van de Broads was Norman Petty zo ongeveer de meest eerlijke zakenman die je maar kon bedenken. Hij leende zelfs geld om zijn artiesten royalties te kunnen betalen. Zelf zou hij helemaal geen royalties ontvangen hebben, daar ging het hem niet om. Daarom had hij zo’n goede naam. Artiesten gaven dat aan elkaar door. Ik noteerde maar wat ik hoorde.

   De samenwerking tussen Buddy Holly en Norman Petty was tot stand gekomen omdat Petty de zanger uit Lubbock wel wilde helpen. Decca wilde het contract met Buddy immers niet verlengen. Een diskjockey in Lubbock wees Holly op het succes van Buddy Knox (1933-1999). Die had succes met o.a. ‘Party Doll’ en ‘Hula Love’, dankzij de hulp van Norman Petty. Norman Petty had ook de nog onbekende zanger Roy Orbison geholpen. Orbison was in eerste instantie door Sam Phillips afgewezen. Petty hielp. De opname van ‘Oobie Doobie’ had in Clovis plaats gevonden, Toen Phillips het resultaat hoorde zou hij Roy onmiddellijk in Memphis uitgenodigd hebben. Broad liet me de eerste persing van ‘Oobie Doobie’ zien. Niet op het Sun-label maar op Je-Wel. Er waren ook ‘valse’ persingen van Roy Orbison op Je-Wel, demonstreerde hij.

 

Afscheid van Shirley en Kenneth Broad

 

Bij het vertrek werden we geattendeerd op de Coca Cola-automaat. Ook die was afkomstig uit de Fifties. En hij werkte nog. Als je er een muntje van tien dollarcent ingooide kon je je dorst lessen.

   We kregen nog les in de geschiedenis van het pand. Op deze plek runde de vader van Norman Petty een benzinestation. Norman maakte in die tijd al opnamen, zij het met draagbare apparatuur. Petty was met die spullen actief op de luchtmachtbasis die we een dag eerder gepasseerd waren. De hit ‘Mood Indigo’ bracht geld in het laatje. Zo was Norman in staat de kruidenierswinkel van de buren te kopen.

   Vervolgens ontstond de studio waar Buddy Holly liedjes als ‘Peggy Sue’, ‘That’ll be the day’, ‘Think it over’, ‘Oh Boy’ en ‘Everyday’ opnam. Soms werden ze onder zijn eigen naam op Coral uitgebracht, soms onder de naam Crickets op Brunswick. En dat allemaal onder de vleugels van de Amerikaanse platenmaatschappij Decca, die later werd opgekocht door MCA. En MCA werd weer door Universal opgeslokt. Vandaag de dag is het nu eenmaal ‘eten of gegeten worden’.

 

In de Kamer van Koophandel van Clovis

 

Zoals ik al eerder schreef waanden we ons tijdens het verblijf in Clovis terug in de jaren vijftig. Er was een Fifties-muziekfestival gepland met optredens van de Fireballs, Lonestar, Will Bannister, de Liverpool Legends en gitarist Tommy Allsup. Tommy was met Buddy Holly op toernee in februari 1959. Hij begeleidde hem omdat de ‘gewone’ Crickets niet meer meededen. Allsup ging met de bus, Holly stapte samen met Ritchie Valens en de Big Bopper in het vliegtuig dat neerstortte.

 

121   muur helft

 
Fragment
 
Dichtbij de studio was een wand met daarop groot de portretten geschilderd van onder anderen Buddy Holly, Roy Orbison, Elvis Presley, Aretha Franklin, Wolfman Jack en Connie Francis. Bij de Wells Fargo-bank kon je geld opnemen alsof je benzine aan het tanken was.

   Bij de ingang van de Chamber of Commerce (“We built this city on rock & roll”) stond een jukebox uit de jaren vijftig opgesteld. Popmuziek nam hier wel een heel bijzondere plaats in. Van de benedenruimte was een museum van de plaatselijke popcultuur gemaakt. In een video werd nog eens verteld wat we die ochtend in de studio gehoord hadden. De presentatie eindigde met de Norman Petty-compositie en -opname ‘Little Black Samba’. Dat was in de jaren zestig de herkenningsmelodie van ‘Jukebox’, het verzoekplatenprogramma van Anouschka op radio Veronica. Bobby Vee, Kenneth Broad, David Bigham en Peggy Sue kwamen uitgebreid in beeld en aan het woord. Peggy Sue was het ‘onderwerp’ van de song die Buddy Holly geschreven had over het toenmalige vriendinnetje van zijn drummer Jerry Allison. Norman Petty en Jerry Allson worden eveneens als componist vermeld.

   De ruimte was een groot ‘pakhuis’ van spullen die met Norman Petty te maken hadden. Wat kon je beter doen dan zoveel mogelijk foto’s maken van al die vitrines tot en met de Yamaha-motoren (met stemvorken) die Vi en Norman Petty hadden laten maken maar waar ze nauwelijks mee gereden hadden.

 

121 - museum
Vitrine in het museum
 

Het was tijd om verder te reizen op 6 september 2011. Een dag later was het 7 september. Op die dag zou Buddy Holly 75 jaar geworden zijn als hij niet verongelukt was op 3 februari 1959 en gewoon verder geleefd had.

   Wat zou er in dat geval van hem geworden zijn?

   Veel van de liedjes die na zijn dood tevoorschijn kwamen en beroemd werden zouden we dan waarschijnlijk nooit gehoord hebben. Misschien zou Buddy Holly inmiddels verguisd zijn. Zoals later ook Elvis Presley en Bob Dylan bekritiseerd zijn.

   We zullen het nooit weten. Een mooi onderwerp om eens op terug te komen. Het verslag over het bezoek aan Lubbock in september 2011 volgt in elk geval nog een keer.
 
Harry Knipschild
11 september 2012
 
Clips
 
 
Literatuur
 
Harry Knipschild, 'Op huwelijksreis met Buddy Holly', op deze website, 29 december 2011
  • Raadplegingen: 23639