39 - Naar Russisch Californië (2006)
Tijdens mijn studie geschiedenis in Leiden bekwaamde ik me onder leiding van Henk Kern in de historie van Rusland. Daarbij maakten de studenten gebruik van het door Nicholas V. Riasanovsky (1923-2011) geschreven handboek A History of Russia (vijfde druk, 1993).
In het hoofdstuk ‘Imperial Russia’ besteedde de auteur, verbonden aan de universiteit van Californië in Berkeley, aandacht aan de ontwikkelingen in zijn staat aan de westkust van Amerika. Alexander I was tsaar van Rusland aan het einde van de Franse tijd (1789-1814). Door zijn optreden met kozakken werd Nederland in 1813 bevrijd van de inlijving door de troepen van Napoleon. De Russische leider slaagde er tevens in zijn macht uit te breiden in andere delen van de wereld, tot zelfs in Amerika.
De Russische bemoeienis met het Amerikaanse continent was niet nieuw. Halverwege de zeventiende eeuw staken onderdanen van de tsaar de Beringstraat over, vernoemd naar de Deen Vitus Bering. Riasanovsky: “In 1639 a cossack, Ivan Moskvitiatin, at the head of a small group of men, reached the Pacific. In 1648, Semen Dezhnev, another cossack, and his followers sailed in five boats, of which three survived, through the strait”. Zo bereikten ze Alaska. Rusland nam het gebied in bezit.
Begin negentiende eeuw gingen de onderdanen van de tsaar verder, aldus de historicus: “The first half of Alexander’s reign [r. 1801-1825] witnessed a continuation of Russian expansion in North America. New forts were built not only in Alaska but also in northern California, where Fort Ross was erected in 1812”.
Luchtfoto van Fort Ross
Op reis naar Californië
In mei 2006, 194 jaar na de bouw van Fort Ross [Rusland], reisden Greetje en ik naar de Amerikaanse westkust. Greetje wilde weer eens op bezoek gaan bij Norm en Lynn Weitzel, met wie ze al sinds haar jeugd correspondeerde. In een aubergine-kleurige Chevrolet reisden we vanuit San Francisco door de staat. In het zuiden bezochten we niet alleen de Weitzels in Ventura maar tevens de graven en musea van Richard Nixon en Ronald Reagan.
Golden Gate-brug
Een van mijn wensen was om ook naar het noorden te rijden en er de resten van de Russische aanwezigheid op te zoeken. Dat deden we. Onderweg, op 7 juni 2006, hadden we een bijzondere ervaring bij het passeren van de Golden Gate-baai in San Francisco.
Terwijl we over de gigantische brug reden, zagen we dat er aan de overkant gelegenheid was om te stoppen en rond te kijken. Vanuit het ‘Vista Point’ was er dan ook een prachtig uitzicht op de miljoenenstad.
Uitzicht op San Francisco, met Greetje Suman (juni 2006)
Als je in de stad was werd je overweldigd door de steile hellingen en hoge gebouwen. Vanaf het noorden zag je evenwel pas goed wat voor mierenhoop het was, met de hoog uitstekende wolkenkrabbers er bovenuit. Je kon ook over de brug lopen (aan de oostkant). Spontaan besloten we dat te doen. Er was een weg voor zowel wandelaars als fietsers en daar werd volop gebruik van gemaakt. Het gewone verkeer – de auto’s – raasde, gescheiden door een hek, aan je voorbij.
Op de Golden Gate-brug, 2,7 kilometer lang, waren ook borden bevestigd. Zo lazen we dat er in 1997 een tweejarig kind van de brug gevallen was. Er werd gewaarschuwd: “Any person who willfully drops or throws any object or missile from any toll bridge is guilty of misdemeanour”.
Een tweetal andere borden, enigszins verroest, wees op een ander probleem: “Emergency phone and crisis counseling. There is hope. Make the call. The consequences of jumping from this bridge are fatal and tragic”. Interessant zo’n blauw bord, dachten wij. Even op de foto zetten, dan heb je thuis ‘a piece of conversation’.
Honderd meter verderop zagen we op het loop- en fietsgedeelte wat mensen bij elkaar staan. Het autoverkeer op de baan ernaast vertraagde enigszins. Toen we doorliepen ontdekten we dat er een meisje van een jaar of twintig aan de buitenkant van de brug op een uitsteeksel zat. Er was al politie gearriveerd en die maande tot doorlopen.
Steeds meer hulptroepen doken op. Beneden op het water onder de brug kwamen van alle kanten boten in hoog tempo aangevaren. Het was duidelijk dat het meisje op het punt stond naar beneden te springen en dus zelfmoord te plegen.
Ik vond het beter om maar niet te kijken en verder te gaan, Greetje deed hetzelfde.
Aan de overkant, aan het uiteinde, was de geschiedenis van de bouw van de brug te lezen, een ontwerp van Joseph Strauss. In 1933, tijdens de crisisperiode en de New Deal (Amerikaans socialisme), werd met de bouw begonnen. In mei 1937 was de brug voor het verkeer opengesteld.
Aan de zuidkant van de brug bekeken we van boven Fort Point, dat sinds 9/11 niet meer is opgenomen in de 49-mile Scenic Drive, omdat de versterking zich zeer dicht bij de overspanning bevindt. Er werd blijkbaar voor gevreesd dat de Golden Gate-brug een mogelijk doelwit zou zijn voor aanslagen van moslim-terroristen.
Ook Fort Point had met potentieel geweld te maken, daar zijn forten nu eenmaal voor. Het werd kort voor de Burgeroorlog (1861-1865) gebouwd om de baai tegen aanvallen te beschermen en voor een deel om de schepen te verdedigen die goud uit de Californische mijnen vervoerden.
Tegelijk waren we nog steeds ‘vol’ van het meisje dat voor onze neus naar beneden kon springen en zo een einde aan haar leven zou maken. Vanuit Fort Point werd er met verrekijkers toegekeken. Er voeren enkele boten onder de brug om het ‘slachtoffer’ op te vangen als dat nodig of mogelijk was. Het verkeer op de brug reed stapvoets. Het voetgangersgedeelte was afgesloten. We konden dus te voet niet meer terug naar de overkant.
Greetje klampte een automobilist aan, legde uit wat ons probleem was en we konden instappen. Op de plek van het (eventuele) onheil zag ik nog hoe een reddingswerker (of psycholoog) in een geel pak op zijn buik op de brug lag en ongetwijfeld op die manier probeerde een einde te maken aan de zelfmoordpoging.
Onze medepassagiers vertelden ons dat er regelmatig van dit soort incidenten zijn en dat er één geval was van een man die tijdens de sprong besefte wat hij aan het doen was en het hoofd koel hield zodat hij zijn wanhoopspoging alsnog overleefde.
Op het internet was geen informatie te vinden over de afloop van vandaag, maar wel dat het meer dan twintig keer per jaar gebeurde, dat er een film over het brugspringen gemaakt was en dat er in de gemeenteraad steeds over gesproken werd om een hek aan te brengen zodat springen een stuk moeilijker zou worden.
Muziek, missie en film
Eenmaal aan de noordkant verwerkten we onze emotie. We bevonden ons in Sausalito. Hier had Otis Redding aan het water gezeten en er ‘Sitting on the dock of the bay’ geschreven. Mark Boon en Rob Vunderink van de Nederlandse groep Diesel wisten in 1981 een hoge klassering in de Amerikaanse hitlijsten te bemachtigen met hun song ‘Sausalito Summernight’.
Die dag werd melding gemaakt van het overlijden van Billy Preston. Als toetsenman had hij niet alleen met de Beatles én de Stones samengewerkt, maar ook hits gehad als ‘That’s the way God planned it’ (1969), ‘Will it go round in circles’ (1973) en ‘With you I’m born again’, een duet met Syreeta Wright (1979).
In Californië moest ik op 7 juni 2006 terugdenken aan de instrumentale single ‘Billy’s Bag’, die ik veelvuldig in mijn R&B programma op Radio Veronica gedraaid had – en als directeur van Universal Songs aan mijn ontmoeting met Preston in 1987. Billy was voor een optreden in de RAI te laat gearriveerd (wegens vertraging met zijn vliegtuig). Zwetend kwam hij hard aangelopen.
Als je in deze staat – zoals wij – van zuid naar noord reed, deed je in feite wat de Spanjaarden eerder gedaan hadden. Die hadden aan het einde van de vijftiende eeuw Mexico veroverd en trokken later langs de Amerikaanse westkust naar het noorden. Dat deden ze niet zo maar. Ze voelden zich tegen het einde van de achttiende eeuw bedreigd door de Russen, die vanuit Alaska steeds verder naar het zuiden doordrongen.
Missionarissen namen, zoals wel vaker, het voortouw. Onderweg stichtten ze missieposten van wie de namen een religieuze betekenis hadden, zoals Los Angeles, Ventura (Buonaventura), Santa Barbara en San Francisco. In het zuiden reden we over de Ventura Highway, in het noorden over de Bodega Highway.
In het stadje Bodega, vernoemd naar de Spanjaard Juan Francisco de la Bodega y Quadra (1743-1794) vonden we niet voor niets een kerk die gewijd was aan de Spaanse zuster Theresa van Avila (1515-1582). Het heiligdom, gebouwd in 1860, kreeg nog een andere betekenis. De kerk werd in 1963 gebruikt als decor voor de film ‘The Birds’ van Alfred Hitchcock.
De Britse regisseur had voor zijn film tevens houten decors laten bouwen. Later in Hollywood en omgeving maakte hij nog andere opnamen en monteerde die in de film.
Russische aanwezigheid
We bevonden ons weliswaar op Amerikaanse bodem, maar de historische achtergrond was nog lang niet verdwenen. Californië hoorde vanaf 1821 bij Mexico, maakte zich er in 1846 los van en trad in 1850 toe tot de Verenigde Staten.
In Santa Rosa aten we Mexicaans en kregen een mariachi-band aan tafel. Er was een zanger, er waren trompetten, een contrabas en zelfs een drietal strijkers. Ieder tafeltje kreeg een serenade. Bij de een hoorde je ‘La Bamba’ en voor Greetje werd op mijn verzoek ‘Cielito Linda’ opgevoerd.
Langzamerhand bevonden we ons evenwel op voormalige Russische bodem. Zo reden we door Sebastopol, ongetwijfeld vernoemd naar de stad op de Krim aan de Zwarte Zee.
Ook in onze tijd zijn de Russen niet vergeten dat ze in de negentiende eeuw een stuk van Californië bezaten. Sovjet-leider Nikita Chroestsjov bezocht San Francisco in 1959. In zijn reisboek, in het Engels uitgegeven, is te lezen dat oost (Russen) en west (Spanjaarden) elkaar in de omgeving van de baai van San Francisco vreedzaam ontmoetten. De naam Golden Gate was volgens de Russen in zijn gezelschap dan ook goed gekozen.
“Some distance farther on”, aldus het Russische reisboek, “stands a log fort and a little orthodox church enclosed with a stockade. It is Fort Ross, built in 1812 by Russians who had crossed the Pacific in schooners. This remote Russian trading post buzzed with activity. The Russian settlers grew wheat, bred cattle, and cultivated orchards. They built a tannery and a mill, workshops and ocean-going ships”.
Hoe dan ook, Greetje en ik waren aangekomen op het meest zuidelijk punt van de Russische aanwezigheid. Toen de Spanjaarden de belangstelling van de Oost-Europeanen ontdekten hadden ze weinig oog voor de door hen verkondigde vreedzame bedoelingen. In onze eigen reisgids, de Smithsonian, was afgedrukt: “The Russian presence in the area began went count Nikolay Rezanov sailed down the coast to San Francisco in 1806. A temporary base was established on the Sonoma coast in 1809. Three years later the more elaborate Fort Ross was created as a base for the sea otter trade and as an agricultural settlement”.
De reactie van de Spanjaarden werd als volgt onder woorden gebracht: “The Spanish, alarmed by this penetration, established Mission San Francisco Solano at Sonoma in 1823 and subsequently consolidated control of the Napa and Sonoma valleys under the leadership of general Mariano Vallejo”.
Missionarissen en militairen werkten nu blijkbaar samen.
Fort Ross
Fort Ross van binnen (juni 2006)
Langs de rotsige Sonoma-kust reden we de Russen als het ware tegemoet. Bij Jenner passeerden we het punt waar een rivier, die nog steeds de ‘Russian River’ genoemd werd, in zee uitmondde. Ineens zagen we Fort Ross liggen.
Om er binnen te komen moest je betalen, niet per persoon maar per auto. Vijf dollar in ons geval. Verontschuldigend werd ons uitgelegd dat ons entreebewijs ook geldig was voor andere state parken op die dag.
In het bezoekerscentrum was een tentoonstelling over de geschiedenis en betekenis van het fort waarbij de nadruk werd gelegd op de oorspronkelijke bevolking, de Pomo-indianen. Die waren min of meer overvallen door de komst van de Russen. Zij noemden het fort ‘May-tee-nee’. Op een recent bord is die naam – om politiek correct te zijn – bij de entrée toegevoegd. In 2006 was dat nog niet het geval.
Uit de tentoonstelling bleek dat zich maar weinig echte Russen in Californië ophielden. De meeste bewoners van het houten fort en de onmiddellijke nabijheid waren mestizo’s of halfbloeden (kinderen van Russen en indianen).
De Russische post was een afgeleide van de Russisch-Amerikaanse handelsonderneming, vergelijkbaar met de Nederlandse VOC. De Russen in het verre Sint Petersburg wilden niet of nauwelijks investeren in hun Californische activiteiten. Mede daardoor waren er onvoldoende baten. Jaar na jaar werd er verlies geleden. Het hoofdgebouw in Rusland zelf had al genoeg gekost.
De Russen op het Amerikaanse continent kregen het extra moeilijk, las ik in Fort Ross, toen Mexico met succes in opstand kwam tegen de Spanjaarden. In Europa was er na ‘Waterloo’ (1815) een einde gekomen aan het revolutionaire gedoe. De tsaar, de keizer van Oostenrijk, de Franse en Britse vorsten, ze hadden de zaken weer stevig in handen.
De tsaar van Rusland weigerde de opstand tegen de Spaanse aanwezigheid dan ook te erkennen, zo werd in het bezoekerscentrum duidelijk gemaakt. Dat gaf complicaties voor de broodnodige handel tussen de bewoners van Fort Ross en de ‘nieuwe Mexicanen’ op plaatsen als Bodega Bay. De verliezen liepen er alleen maar door op.
Vanuit het centrum liepen we in de richting van de zee. Daar stond het houten fort nog overeind, met dien verstande dat alleen het huis van de laatste commandant, Aleksandr Rotchev, gebouwd in 1836, helemaal echt was. De Russen hadden het fort dan wel verkocht, maar de meeste spullen belandden vervolgens in Russische pakhuizen, archieven en (later soms) musea. De Amerikanen namen ‘de rest’ mee. Het overige werd grotendeels vernield, was vervallen en toen kwam er nog eens de grote aardbeving van 1906 over heen.
We zagen een foto van de in elkaar gestorte Russisch-orthodoxe kerk uit dat jaar.
Russische kerk-klok in Fort Ross (juni 2006)
In 2006 stond alles weer netjes overeind en gaf een beeld van hoe het er twee eeuwen eerder uitgezien moest hebben. De plaats was niet alleen een centrum voor bezoekers geworden, maar ook voor Amerikanen van Russische afkomst. Ze kwamen er op speciale Russische dagen bij elkaar.
Toen wij er waren hees een groep scholieren op survival camp de Russische vlag. Vanuit het fort kon je zo in de richting van de zee lopen, behalve dan dat die behoorlijk diep onder het fort lag. De Russen hadden tijdens hun verblijf een systeem waarmee ze de spullen omhoog hesen of lieten zakken.
Russen vertrekken uit Fort Ross
Uit geldgebrek voelden de Russen zich gedwongen hun fort te verkopen. Een Amerikaan, John Sutter (1803-1880) werd in 1842 voor de som van dertigduizend dollar eigenaar van de Russische handelspost-in-verval. “With the otter trade overburdened and in decline, the Russians simply lost interest, selling Fort Ross to John Sutter”, kon je in de meegenomen Smithsonian lezen.
De Russen hadden pech. Amerikaanse pioniers die de streek binnen trokken vonden een paar jaar later, in 1848, goud in de omgeving. “Gold provided the occasion for the area’s first real influx of American settlers. Mines were opened on the Trinity River as early as 1848”.
Ook in Alaska waren de Russen niet gelukkig. Een kwart eeuw na de overdracht van Fort Ross, in 1967, deden ze Alaska voor zeven miljoen dollar van de hand aan de Amerikanen. Aan het einde van de eeuw werd ook hier goud gevonden en wat nog belangrijker was: olie.
Zoals gezegd zijn de Russen hun aanwezigheid in Californië echter nog niet vergeten. Vooral na 1989 (val van de Muur) arriveren er regelmatig voormalige Sovjet-burgers. Officiële vertegenwoordigers van het land van Poetin laten zich er af en toe eveneens zien.
In 2013 richtten drie Russische ruimtevaarders zich zelfs tot de deelnemers aan een Russisch festival toen ze op een hoogte van ruim 300 kilometer over Fort Ross vlogen. Voor hen, zeiden ze, was Fort Ross het bewijs hoe goed Amerikaans-Russische samenwerking kon uitpakken. Op YouTube kun je het zien.
Russische boodschap uit de ruimte
Vertrek uit Russisch Californië
Over de weg die we al eerder gereden hadden – met (letterlijk!) adem benemende uitzichten – lieten we het voormalige Russische fort achter ons. Van de weg hoog boven keken we neer op de plek waar de Russian River met half zoet, half zout water in de Stille Oceaan uitmondde. Tientallen zeehonden lagen op de vaste grond bij de rivier niks te doen.
In een reclamefolder werd uitgelegd hoe mooi het in deze omgeving was: “Have a romantic weekend where the river meets te sea. The views are spectacular. Relax and enjoy the pelicans in flight, the cormorants and sandpipers for their dinner, the harbor seals barking”.
Moscow Road in Duncan Mills
We namen de route landinwaarts langs de Russian River. In het plaatsje Duncan Mills was er niet alleen een Moscow Road maar ook de Russian River Rodeo. Toen we er een kopje koffie dronken zag ik er een exemplaar van de Russian River Times liggen (‘an uncensored Northern California newspaper’).
In de krant werd uitvoerig gediscussieerd over het wel en wee van het Amerikaanse optreden in Irak en Afghanistan. Op de andere kant van het blad een stortvloed van advertenties van het Russian River bedrijfsleven. In deze omgeving werd volop wijn gemaakt. Een boer met een Oost-Europese naam, Kozlowski, bood ‘Gravenstein apple & fruit pies, jams, mustards en andere Sonoma county classics’ aan.
Op muzikaal gebied wachtte het stadje aan de Russian River – met nog geen 200 inwoners – op de komst van zangeres Donna Summer (1948-2012) in het Wells Fargo Center for the Arts: “One of music’s hottest divas returns with her first concert in over five years. Three decades of hits. One night to hear them all: ‘Hot Stuff’, ‘Last Dance’, ‘On the Radio’, ‘Mac Arthur Park’, ‘Bad Girls’ and ‘Dim the Lights’”. Haar eerste grote Amerikaanse hit, ‘Love to love you baby’ werd in de aankondiging echter niet genoemd.
Ook een Nederlander, Rick van Bruggen, presenteerde zich door middel van een advertentie aan de inwoners en autoriteiten van deze streek in Californië met een Russisch verleden: “Water Resources Consulting Services”.
Nederlandser, Hollandser, kon het bijna niet…
Harry Knipschild
5 april 2020
Clips
Literatuur
Face to Face with America. The story of N.S. Khrushchov’s visit to the USA. September 15-27, 1959, printed in the Union of Soviet Socialist Republics
William Bryant Logan, Susan Ochshorn, The Smithsonian Guide to Historic America. The Pacific States, New York 1989
Nicholas V. Riasanovsky, A History of Russia, New York 1993
- Raadplegingen: 9771