Skip to main content

246 - Einde van een groot platenmerk: Cadence


In 1964 – ik was toen twintig jaar – werd mij gevraagd om artikelen en een country & western-column te schrijven voor de popkrant Hitwezen, die om de twee weken verscheen.
   Leden van de Hitwezen-redactie waren onder anderen: Henk van Gelder, John Verhagen, Raymond Dobbe, Cees Mentink, Anton Witkamp en Willem van Kooten (hoofdredacteur-directeur). Op de achtergrond opereerde Casper Koelman.
   Op 31 oktober van dat jaar, nu 52 jaar geleden, verscheen een artikel van mijn hand over Elvis Presley na zijn diensttijd in West-Duitsland. Vier weken eerder (3 oktober) besteedde ik aandacht aan de Amerikaanse platenmaatschappij Cadence Records, die onder meer de Everly Brothers met succes lanceerde.
 

Einde van een groot platenmerk: Cadence
 

 

Archie Bleyer

 
We leven momenteel in een tijd, waar de ene platenmaatschappij na de andere uit de grond gestampt wordt. In Amerika is het aantal niet meer te schatten en ook in Nederland hebben we meer dan 100 labels. Ze zijn zeker niet allemaal even groot, nee vooral in de States hebben we te maken met merkjes waarvan de directeur tevens technicus, orkestleider, kantoorbediende, manager en perser is, terwijl zijn vrouw de rest van het werk in handen heeft.
   In het begin van de vijftiger jaren was Cadence zo’n label. Archie Bleyer [1909-1989] deed daar alles. En hoewel de meeste kleine labels niet langer dan drie maanden aan handhaving kunnen denken, zette hij door en had geluk. Dank zij zijn eigen orkest (wie kent niet zijn ‘Hernando’s Hideaway’!) en dank zij zijn eerste grote ontdekking Julius LaRosa, die met ‘Eh Cumpari’ toptien-successen boekte.
 

Archie Bleyer

 
De grote jaren voor Archie Bleyer kwamen tegen het einde van 1956, het grote jaar van de rock & roll: Archie begon zich met zijn geweldige feeling voor nieuwe ontdekkingen nauwgezet toe te leggen op onbekend talent. Wat hij toen in korte tijd aan talent bij elkaar gebracht heeft dwingt nu nog respect af.
   De rij van top-artiesten, ze zijn nu nog allemaal overbekend: Andy Williams, the Chordettes, the Everly Brothers, Johnny Tillotson. U ziet het al: midden tussen al die rock & roll-sterren in wist hij mensen te vinden die meer aankonden dan de top-attracties van toen. Hij wist net die mensen te vinden die ons met hun veelzijdigheid wisten te bekoren.
   Verdiende successen kwamen vanaf 1957 aan de lopende band. Andy Williams met ‘Butterfly’, ‘Lonely Street’ en de ‘Hawaiian Wedding Song; the Chordettes met ‘Lollipop’, ‘Never on Sunday’ en ‘To know him is to love him’; the Everly Brothers met ‘Bye Bye Love’, ‘Till I kissed you’ en ‘Bird Dog’ en Johnny Tillotson met ‘Without You’, ‘Poetry in Motion’ en ‘It keeps right-on-a-hurtin’’. Om er maar een paar te noemen!
 

 

Cadence–artiesten samen naar Nederland

 
Begin 1959 kwam Archie met zijn keur aan artiesten ook naar Nederland en we hebben toen op tv kunnen zien wat deze man voor elkaar gebracht heeft. Sinds die tijd hebben zijn sterren ook indruk gaan maken bij ons, vooral ook zijn laatste grote attractie, de kleine Eddie Hodges, vooral bekend van ‘I’m gonna knock on your door’.
   In 1960 begon de teruggang van Cadence. De bekendste Cadence-artiesten, de Everly Brothers, gingen over naar Warner Brothers. Enige tijd daarna verruilden Eddie Hodges en Andy Williams hun moederlabel voor Columbia. En Johnny Tillotson, de enige overblijvende, vestigde zich ’n jaar geleden bij MGM.
   Van de Chordettes horen we al jaren niets meer.
 

First Family

 
Sinds 2 jaar geleden horen we – hoe is het anders mogelijk – vrijwel niets meer van Archie Bleyer en zijn record company. Nog één ontdekking heeft hij gedaan: Lenny Welch is de man die hij op de hitparade bracht. En laten we het vooral niet vergeten: ook de ‘First Family’, de unieke parodie op Kennedy is via Cadence ’s werelds best verkochte LP geworden.
   Nu, 12 jaar na de oprichting, is het afgelopen met Archie Bleyer en zijn Cadence-onderneming. Mr. Bleyer verklaarde diep teleurgesteld te zijn in de showbusiness na alle tegenslagen en tegenvallers van de laatste jaren en hij heeft de banden met al zijn beroemde opnamen in het openbaar ter verkoop aangeboden. Nooit meer ga ik nog iets aan platen doen, zo vertelde hij onze verslaggever.
 

 
Inmiddels heeft hij aanbiedingen van ongeveer 1 miljoen gulden voor zijn maatschappij gekregen. Op 25 september gingen zijn kantoren voorgoed dicht. En dat moest dan het einde betekenen van een man die de platenbusiness artiesten heeft geschonken waarover nog jaren en jaren gesproken gaat worden.
   Hoe het ook zij, Archie Bleyer was in zijn vak een genie en we zijn er dan ook van overtuigd dat we in hem iemand zijn kwijtgeraakt die zeker niet in capaciteiten onderdoet voor wie dan ook. Wellicht komt hij nog eens terug met weer zo’n keur aan talent. Ik hoop het.
 
Harry Knipschild, 3 oktober 1964
 

***

 
Op 13 december 1954 was in het Amerikaanse tijdschrift Time over de ontwikkelingen in de popmuziek te lezen:
   “Once, when a person with a sweet tooth asked for Charms. Chuckles. Cheers or Nuggets, he got candy. Today he gets a disk, by one of the score of vocal groups whose recordings are crowding the bestseller lists. Not all the groups go by such fancy names. There are simple families: the Ames Brothers, the McGuire, De Marco, DeCastro and Fontane Sisters, and groups that wish to establish the fact, before any doubts arise, that they are quartets: the Four Aces, Four Lads, Four Knights, Four Tunes, Four Freshmen.
   Many of the top current groups were harmonizing in church or school gatherings when the original Mills Brothers, the Andrews Sisters and the Modernaires were first warbling their close harmonies on the radio. The outfits usually got their break with a performance on a disk-jockey show or an amateur hour. Their commercial success (some now earn five-figure incomes) probably depends on listener identification, i.e., the more amateurish the singers sound, the stronger their appeal for the jukebox set. As a result, most vocal groups get best results with music that has a country or hillbilly flavor, with primitive harmonies and tunes that would go over big in a nursery school.
 


Chordettes

 
A few, such as the Crew-Cuts, are making their way with such nonsense songs as their recent hit called Sh-Boom. Topping last week’s bestseller list was Mr. Sandman (Cadence), featuring the piping voices of the Chordettes, beginning with chime effects (‘bum, bum, bum, bum’) and paced by the clip-clop sounds of Archie Bleyer slapping his knees. Sample Mr. Sandman lyric: “Give him a lonely heart like Pagliacci, and lots of wavy hair like Liberace”.
 

***

 
Het Utrechts Nieuwsblad publiceerde op 26 januari 1959 een kort verslag over het optreden van de Cadence-artiesten in Nederland:
   “Uit de Singer Concertzaal kregen we een American All Star Show, glad gepresenteerd door The Everly Brothers, Andy Williams, The Chordettes en Archie Bleyer.
   Na afloop voelden wij ons echter toch ietwat bij de neus genomen, omdat de meeste liedjes ons via de grammofoonplaat of de geluidsband bereikten, terwijl de stars net deden alsof ze uit volle borst in Laren stonden te zingen.
   De heer Williams vond het ook te moeilijk, want af en toe opende hij wat te vroeg de mond om ferm uit te halen. Het geluid kwam dan enkele seconden te laat, genoeg echter om de heer Williams verschrikt in de camera te laten kijken!”
 


Cadence in Nederland

 

***

 
Op 24 juli 1961 besteedde het weekblad Billboard aandacht aan de wederwaardigheden van Cadence Records:
   “The Everly Brothers’ four-year-old Cadence waxing, ‘All I have to do is dream’, is back on the charts, thanks to Neil McIntyre, deejay-music director of WHK, Cleveland.
   Three weeks ago McIntyre started to play the boys’ six-month-old Cadence album, ‘Everly Brothers’ Best’, placing heavy emphasis on the ‘Dream’ side. In two weeks the disk (a No. 1 platter in its time) was a big seller in Cleveland, and this week it moved onto BMW's Hot 100 chart in the No. 100 slot.
   The Everly’s, of course, have since moved to Warner Bros., but Cadence prexy Archie Bleyer needn’t shed any tears. In addition to the old Everly’s record, Cadence has three other waxings on the Hot 100 this week. ‘Never on sunday’ by the Chordettes is No. 15; Eddie Hodges’ ‘I’m gonna knock on your door’ No. 38; and Don Shirley’s ‘Water Boys’, No. 80”.
 

 

***

 
In 1962 schreef Bob Mack de hoestekst voor een album van Johnny Tillotson op Cadence. Daarin:
   “Shortly before Johnny Tillotson was sworn in as a private in the U.S. army, he wrote a song of lost love called ‘It keeps right on a-hurtin’’. When Archie Bleyer heard the song he was so impressed he decided Johnny should record it immediately. Just a few weeks after being released, ‘It keeps right on a-hurtin’’ became one of the country’s top hits”.
 
Harry Knipschild, 2 januari 2016

Clips

* Archie Bleyer, Hernando's Hideaway
* Julius La Rosa, Eh Cumpari
* Andy Williams, Butterfly, 1957
* Chordettes, Lollipop en Mr. Sandman, 1958
* Everly Brothers, All I have to do is dream (Cadence) en Walk Right Back (Warner Brothers)
* Johnny Tillotson, It keeps right-on-a-hurtin'
* Vaughn Meader, The First Family [Kennedy], 1962
* Everly Brothers Story
* Eddie Hodges, I'm gonna knock on your door, 2013
* Everly Brothers op Cadence Records
   
   

  • Raadplegingen: 12573