Skip to main content

237 - Dion DiMucci over Buddy Holly



Dion DiMucci werd op 18 juli 1939 geboren in de Bronx, New York, waar heel wat Italiaanse immigranten woonden. In Nederland werd hij vooral bekend als zanger van ‘A Teenager in Love’ (1959, met de Belmonts) en soloplaten als ‘The Wanderer’, ‘Ruby Baby’ en ‘Runaround Sue’.
 
Op YouTube is een clip uit 2014 te zien waarin hij niet alleen over zichzelf vertelde maar vooral over Buddy Holly en de anderen die op 3 februari 1959 (‘the day the music died’) verongelukten. Dion maakte een verbaasde indruk. Over het vliegtuigongeluk en alles erom heen waren talloze boeken geschreven, toneelstukken, musicals en films gemaakt. Maar, hoe gek het ook was, zijn mening had nooit iemand gevraagd. En dan te bedenken, aldus de artiest, dat hij alles van nabij meegemaakt had. 

 Buddy Holly met Dion DiMucci
 

Dion over Dion

 
Dion introduceerde zich als volgt. “Ik beschouw mezelf als een blues-rocker uit de Bronx. Zwarte muziek werd in die buurt op een eigen manier opgepakt door de jeugd. Ik was echt een fan van blues-artiest Jimmy Reed. Ik zag hem verscheidene keren optreden in het Apollo-theater. Ik ging er ook heen als de grote saxofonisten hun show gaven: King Curtis, Big Al Sears en Red Prysock. Toen ik een jaar of zestien was kende ik [bovendien] tientallen songs van country-zanger Hank Williams [1923-1953]. Als jongetje trad ik zelf op in zaaltjes die bij een kerk hoorden. Toen begon ik een doo-wop groep – Dion & The Belmonts. Het was begin 1957”.
   Die groep was niet zonder succes. “We hadden meteen een hit met de song ‘I wonder why’”. In de clip demonstreerde hij dat doo-wop (zonder tekst) een manier was om saxofoon-muziek met stemmen na te doen. Zo was hij ook op het idee van ‘I wonder why’ (Laurie Records) gekomen. “Nummer één in de Bronx!” vertelde hij met een lach in zijn stem.
   In werkelijkheid was ‘I wonder why’ niet hoger dan 22 gekomen in Amerika. De opvolgers. ‘No one knows’ en ‘Don’t pity me’ bereikten de 24ste en 40ste plaats. Een stijgende lijn zat er voorlopig niet in.
   Door die bescheiden successen kregen de Belmonts, allemaal van Italiaanse afkomst, wel de kans om op toernee te gaan. Een optreden in het Howard Theatre (Washington) was hem goed bijgebleven. In 1958 trok de groep het land door met Bobby Darin (1936-1973), ook Italiaans, die in dat jaar bovenaan op de hitlijsten verscheen met ‘Splish Splash’.
 

 
DiMucci: “Van Bobby Darin heb ik veel geleerd – ondere andere hoe je zo weinig mogelijk belasting hoefde te betalen. Bobby was een geweldige artiest. Hij ging achter het drumstel zitten en speelde bovendien piano. Dan deed ik nog wel eens op gitaar mee.
   In die tijd had ik een eigen kantoor, naast dat van Paul Anka en zijn vader, die vertand van accountancy had. Irving Feld (GAC) was manager van Paul Anka”.
 

Dion DiMucci leert Buddy Holly in New York kennen

 
Een volgende toernee, in oktober 1958, was met Buddy Holly, ook drie jaar ouder dan Dion.
   “Ik had Buddy in New York al een paar keer ontmoet. Hij trad op in de shows van diskjockey Alan Freed, de Fox-shows, de Paramount-shows. Bij die gelegenheid leerde ik tevens de Everly Brothers kennen”. Dion wist waar ze in New York modieuze sweaters verkochten. Dat maakte hem misschien wel geliefd bij zijn oudere collega’s. Diverse artiesten wilden die sweaters op het toneel dragen.
   Buddy was in New York komen wonen na zijn huwelijk in augustus 1958 met Maria Elena uit Puerto Rico, twee maanden vóór ze samen op toernee gingen. In New York trokken Dion en Buddy veel met elkaar op. “Door mij leerde hij pizza en andere Italiaanse lekkernijen eten en drinken”. In zijn geboortestad Lubbock was Holly, vertelde deze, als ‘redneck’ opgegroeid – met het idee dat Italianen en hun voedsel stonken. Door Dion kwam Buddy er achter dat ze hem in het verre Texas allerlei waanideeën hadden bijgebracht.
   Dion: “Ik zal nog wat meer vertellen over het najaar van 1958. In New Jersey nam Buddy lessen om een vliegtuig te kunnen besturen. In het grote Texas verplaatste je je op die manier makkelijker dan per auto. Zijn broers deden dat al.
   Susan, toen nog mijn vriendin, nu mijn vrouw, trok op met Jackie DeShannon en Sharon Sheeley, de vriendin van Eddie Cochran. Ik nam Buddy mee naar de plek waar Bobby Darin regelmatig optrad en in de eerste drie weken van oktober 1958 gingen we samen op toernee – tot in het koude Canada toe. Maria Elena was er regelmatig bij. We waren heel close. Tevens speelde ik in het Lower State Theatre (Manhattan, bij Times Square) met Chuck Berry en Eddie Cochran. Buddy trad er ook op.
   In december 1958 kreeg Buddy het aan de stok met Norman Petty, zijn producer in Clovis (New Mexico). Buddy had geld nodig. Hij woonde in een [duur] appartement in New York en wilde er zijn eigen label Taupe opzetten (de grijs-bruine kleur van zijn auto). Maria Elena was goed op de hoogte van de business. Ze bestudeerde de papieren van Buddy, die vervolgens vragen stelde aan Petty. Van zijn producer hoorde Buddy dat al ‘zijn’ geld vast zat in fondsen van de Kerk”.
   Van Petty had Buddy Holly volgens Dion, om die reden op korte termijn financieel niets te verwachten.
  

Winter Tour, januari 1959
 


Originele Crickets met Buddy Holly

 
Dion: “Irving Feld van organisatie- en boekingskantoor GAC zette in december 1958 een toernee op, de Winter Dance Party Tour. Buddy had geld nodig en praatte er met mij over. Hij was nogal verdrietig. De Crickets, zijn begeleiders, steunden Norman Petty en wilden niet naar New York komen. Buddy reisde vergeefs naar Lubbock. Intussen zette Feld een toernee op met Ritchie Valens uit de San Fernando Valley, een chicano met de stem van een engel – een rustige jongen die er uitzag als Rocky Marciano. De Big Bopper uit Texas deed ook mee”.
   Tijdens het filmpje op You Tube, gemaakt voor de Rock & Roll Hall of Fame, wees Dion op de poster met de acts die samen vanaf eind januari 1959 de Winter Dancy Party Tour gingen doen: Buddy Holly, Ritchie Valens, The Big Bopper en hij zelf met de Belmonts.
   “De Bopper was een grapjas die iedereen aan het lachen maakte. De Belmonts waren een soort gang-members. Er konden er maar twee mee: de derde, Angelo d’Aleo, zat vast in de marine. Carlo Mastrangelo, een jazz-drummer, wel. Zonder repeteren ging hij achter een drumstel zitten en speelde terstond de sterren van de hemel. Freddy Milano kon heel goed harmony zingen.
   Op donderdag 22 januari hebben we in Chicago met Buddy Holly gerepeteerd. De Crickets waren er niet bij. Buddy had nieuwe mensen meegebracht.  Op 23 januari vertrokken we voor een toernee van 25 dagen in een gele schoolbus naar een ballroom in Milwaukee, Wisconsin, nog geen honderd mijl verder. Namens GAC reisde Sam Gallo mee. In de bus leerde ik de nieuwe begeleiders van Buddy Holly, onder wie drie blazers, goed kennen.
   Onze singles moesten kort zijn, zonder gitaar-solo, niet meer dan een paar minuten [anders werden ze niet op de radio gedraaid]. Maar op het toneel konden we met onze Fender-gitaren lekker uithalen. We maakten er een wedstrijd van wie het beste gitaar kon spelen”.
 

Reisschema van de Winter Tour

 
In het filmpje liet Dion het kaartje zien hoe ze in de koude winter van begin 1959 kriskras door het noorden van de VS trokken. “In de bus schreef ik liedjes over de sneeuw en het ijs buiten en hoe ik bij aankomst in het hotel me zelf warm probeerde te krijgen door me aan een radiator vast te klampen”. Voor de digitale camera demonstreerde hij dat hij zo’n liedje (‘Hug my radiator’) nog steeds gemakkelijk ten gehore kon brengen. In de bus hadden ze het met z’n allen meegezongen.
   Vooral Ritchie Valens had het volgens Dion te verduren met al die die kou. “Hij kwam uit een streek waar het altijd warm was. Ook Buddy Holly en J.P. Richardson (de Big Bopper) kwamen uit het zuiden. Voor mij, een noorderling was dat anders. Als kind had ik op een sleetje gezeten. We waren arm thuis. Mijn ouders isoleerden de zolen van schoenen thuis met zelf-gemaakt vet van spek. Met wat boter deed ik dat ook nu weer omdat het zo koud was. Het leek wel of ik weer thuis was als kind. Soms reden we 400 mijl door de kou naar de plek waar we de volgende dag moesten optreden”.
 

Reizen door de kou in het noorden van de VS

 
DiMucci: “We verveelden ons zeker niet. Achter in de gele bus vertelden we elkaar verhalen en maakten samen muziek. Ik zong alle songs van Hank Williams die ik uit mijn hoofd kende. Buddy Holly en de leden van z’n nieuwe groep waren verbaasd. Ze hoorden een heleboel onbekende liedjes”. Dion pakte zijn gitaar en liet wat onbekend materiaal horen van Hank Williams en Luke the Drifter, het alter ego van de zes jaar eerder verongelukte country-artiest.
   Dion bleef maar praten over hoe koud het was. Op zulk weer was de schoolbus niet berekend. De muzikanten probeerden zich enigszins warm te houden door dekens over zich heen te trekken als ze in de bagagerekken af en toe wat probeerden te slapen. Dion: “Buddy en ik lagen met ons hoofd onder de dekens en vertelden elkaar verhalen over hoe we in het Apollo-theater het [zwarte] publiek voor ons wisten te winnen”. Voor de camera zong Dion ‘Bright Lights Big City’ van Jimmy Reed en ‘All by myself’ van Fats Domino.
   “Buddy gaf hoog op van het huis dat hij in Lubbock wilde bouwen met een opname-studio erin. De tekeningen had hij bij zich in de bus. Maria Elena was er deze keer niet bij. Ze was zwanger. Buddy vertelde over een toekomstige toernee door Engeland, hopelijk met de ‘gewone’ Crickets die hij tijdens de Winter Tour in Texas had achter moeten laten. Als we ergens optraden was er altijd wel een telefoon-toestel (pay-phone) waar je mee kon bellen. Buddy had regelmatig contact met de originele Crickets. Die vonden het maar niks dat hij zijn begeleiders onder hun naam liet optreden.
   Maar behalve dat soort dingen hadden we steeds plezier. Buddy was vooral gek op zijn vader, een hard werkende man. Met zijn hele familie kon Buddy het goed vinden en hij was er trots op afkomstig te zijn uit Texas. Hij praatte over Sam Houston [1793-1863] en het bijzondere verdrag dat Texas met de Verenigde Staten had gesloten. Dat de staat Texas op elk moment dat men dat wilde zich onafhankelijk van de VS kon verklaren.
   Buddy maakte een zeer kordate en ondernemende indruk. Hij was een zakenman en wist waar hij mee bezig was. Buddy droeg bovendien een pistool. ‘Ik heb soms veel geld bij me. Op die manier zorg ik voor mijn eigen beveiliging’, legde hij uit. Die woorden maakten grote indruk op Freddy van de Belmonts. Toen de verwarming het onderweg weer eens begaf (in Tipton) en we bij een garage halt hielden, liep hij naar een ‘gun-shop’ om zich ook een wapen (en een fles whiskey) aan te schaffen. De zwarte chauffeur van de bus schrok zich rot toen Freddy zijn nieuwe aankoop op hem richtte”.
   Dion vertelde waarom hij zich nog zo goed kon herinneren dat het in Tipton gebeurd was. “Tijdens de lange reizen naar optredens deden de Belmonts en ik spelletjes. We oefenden met het omdraaien van namen. Dan heette ik bijvoorbeeld ‘Noid’ en Tipton was ‘Notpit’”.
 

Nachtelijke rit vanuit Duluth

 
Volgens Dion hadden ze in de noordelijk stad Duluth (geboorteplaats van Bob Dylan) een geweldige show met z’n allen gegeven. Daarna reden ze met de bus midden in de nacht door. Na een paar uur liet de bus het opnieuw afweten. Daar stonden ze dan in de vrieskou en probeerden af en toe passerende auto’s aan te houden. Toen dat eindelijk lukte hoorde ze dat ze beter terug konden naar het plaatsje Ironwood omdat daar de enige garage in de verre omgeving was. Het ging er niet rustig aan toe en dat is enigszins begrijpelijk.
   In de bus was het inmiddels zo koud dat een van de mensen achterin kranten in brand wilde steken om het een beetje warm te krijgen. Freddy van de Belmonts was zo dronken van de whiskey dat hij menigeen bedreigde met zijn nieuwe pistool. Drummer Carl Bunch had, vertelde Dion, vijf paar sokken over elkaar aangetrokken om zijn voeten enigszins op temperatuur te houden. Dat hielp niet. In de buurt van Ironwood (Hurley) moesten ze hem in het ziekenhuis achterlaten die dag. Maar nu zaten ze wel zonder drummer. Geen nood, zei Buddy, dan neem ik dat wel over.
   Dion was er nog trots op in 2014. “Dat gaf me een kick. Waarschijnlijk ben ik de enige rocker die kan zeggen: Buddy Holly speelde drums voor mij’”.
 

Clear Lake (2 februari 1959)

 
Voor Buddy was de maat langzamerhand vol. Toen ze richting Clear Lake reden zou hij Dion toevertrouwd hebben dat hij van plan was om met de solo-zangers per vliegtuig verder te reizen, zoals dat in Texas gebruikelijk was. Dat ging toch een stuk gemakkelijker en zeker met dat weer. Dan kon de bus met de begeleiders en spullen later wel arriveren. De topartiesten hadden in dat geval tenminste een goede nachtrust, in plaats van in het bagage-rek van de bus te moeten slapen. Ze konden hun wasgoed verzorgen en eens lekker eten.
   Dion: “In Clear Lake arriveerden we redelijk laat, om een uur of zes ’s avonds. Buddy liep meteen op organisator Carl Anderson af om een vliegtuig te regelen. Dwyer Flyer Services had wel een klein toestel beschikbaar. Om acht uur werden we op de bühne verwacht. De entreeprijs was steeds 1,25 dollar voor de hele show, maar als je vooraf reserveerde hoefde je niet meer dan een dollar neer te tellen. Zo ging dat in die dagen.
   Kort voor acht uur stonden we om beurten nog even bij de pay-phone om een voor een per telefoon bij te praten. Ritchie Valens, die zachte jongen, had al een paar keer aan zijn moeder laten weten dat hij ziek geworden was van de kou. Die kon hij absoluut niet verdragen. Zijn moeder had tijdens een eerder gesprek nadrukkelijk aan mij gevraagd om toch goed voor haar kleine jongen te zorgen. Klein was hij zeker niet, maar hij was nog maar zeventien. Van geld uitgeven was geen sprake. Zelfs tijdens ons gedwongen oponthoud in Tipton had hij, als enige van ons, geen cent uitgegeven. In Duluth ontving hij vanuit het zonnige Californië een pakje van zijn moeder – met een jas er in. Hij was er zeker aan gewend dat zijn moeder altijd zijn kleren kocht.
 

 
Op 2 februari praatte de Big Bopper met zijn familie. Buddy had aan de telefoon weer ruzie met Jerry Allison van de (echte) Crickets omdat hij die naam ten onrechte gebruikte, Tegen Maria Elena zei hij, terwijl ik er bij was, steeds: ‘Ik miss you. I love you. I adore you’.
   Om acht uur begonnen we met onze show. Eerst Frankie Sardo [1936-2014], het voorprogramma. Daarna de Big Bopper die zoals altijd de zaal, met 1.500 toeschouwers, in de juiste stemming bracht. Vervolgens Dion & the Belmonts, Ritchie Valens, Buddy en daarna de grote finale met z’n allen”.
   Voor alle zekerheid verduidelijkte DiMucci: “We deden niet alleen ons eigen repertoire. Met de Belmonts bracht ik ‘Great Balls of Fire’ [van Jerry Lee Lewis], een aantal nummers van Fats Domino. Ik begon altijd met ‘All by myself’ van Fats Domino. Voor die 1500 mensen en mij zelf was het een geweldige avond.
   Tijdens het optreden van Frankie Sardo vroeg Buddy me: ‘Haal J.P. [de Big Bopper] en Ritchie’. We trokken ons in een kleedkamer met z’n vieren terug. De deur ging op slot. Holly wilde niemand beledigen, hij had klasse. Buddy legde uit: ‘Wij zijn het die geld binnen brengen. Ik heb voor jullie drieën echter maar twee plaatsen beschikbaar in het vliegtuig. Eén van jullie kan niet mee’. Door met een muntstukje te gooien bepaalden we wie niet in de koude bus hoefde te zitten. Ritchie moest acher blijven.
   De vliegkosten bleken 36 dollar te bedragen. Voor mij was dat een magisch getal. Mijn arme ouders hadden altijd onenigheid over de hoogte van de huur in de Bronx – ook dat was 36 dollar. Zoveel zou ik nu moeten uitgeven om in minder dan twee uur van Clear Lake naar Fargo te vliegen. Alleen maar voor de was, onder de douche staan, wat eten en wat extra slaap. Ik zei tegen Ritchie, die ziek, koud en eenzaam was, dat hij in mijn plaats mee mocht. Ritchie was echt eenzaam, ik had de Belmonts bij me. Hij bedankte me.
 

 Kwitantie voor de Big Bopper, 2 februari 1959
 

Afscheid

 
Toen wij de kleedkamer uitliepen voor ons optreden wisten we wie met het vliegtuig mee mocht. We hadden een fantastische finale voor het publiek. Daarna stapten wij in de bus. Carl Anderson kwam in zijn station wagon aangereden. Hij zei nog: ‘Ik hoop dat het vliegtuig beter verwarmd is dan de bus’.
   Tegen Ritchie zei ik: ‘Vergeet niet je jas mee te nemen’.
   Buddy vroeg: ‘Dion, zorg voor mijn gitaar. Zorg voor mijn gitaar zoals je zorgt voor je ‘testicles’”.
   Toen Dion uitlegde hoe zorgvuldig Holly met zijn gitaar omging, kon hij niet nalaten zijn mening te geven over het (latere) gedrag van Pete Townshend, de gitarist van The Who. “Wij hielden van onze Stratocasters”. Dat Townshend zijn gitaren op het toneel aan stukken sloeg was voor Dion DiMucci heiligschennis. Hij had die waanzin nooit begrepen.
 

Aankomst

 
De bus ging die nacht van start. “Het was al heel laat toen we uit Clear Lake vertrokken”. De hele nacht reden ze door, langs Minneapolis en Moorhead (Minnesota). Fargo was niet zover van Moorhead af.
   “Ook nu hadden we weer problemen met de bus. Maar toen we arriveerden leek het ineens zomer. Om tien uur of wat later scheen de zon en het was lekker warm. Sam Gallo, onze tourmanager, liep de lobby van het Comstock-hotel binnen. Ik hoorde woorden als: ‘They didn’t arrive. They died in a plain crash’. De mensen in de lobby zaten tv te kijken – nog in zwart-wit. Daar las ik ‘Rock & roll stars die in plane crash: Buddy Holly, The Big Bopper, Ritchie Valens. Sam Gallo en ik keken elkaar aan. Ik wist niet wat me overkwam. Sam kwam naar me toe: ‘They didn’t make it’.
   De andere jongens kwam naar binnen gelopen. Ik liep in mijn eentje naar buiten – naar de bus. Daar zat ik met Buddy Holly’s gitaar – het vest van Ritchie Valens, dat aan een haakje hing. De hoed van de Big Bopper lag boven in een van de bagagerekken. Ik dacht: ‘What the hell is going on. De afgelopen dagen hadden we samen hier plezier gemaakt’. Wat ik voelde is niet in woorden uit te drukken. In de lobby belden we met de familie. In die tijd luisterde iedereen naar top 40-radio.
   We belden niemand van de families van de slachtoffers. Ze wisten het ongetwijfeld allemaal van de top 40-radio. Mijn vader had het nieuws gehoord op zijn werk (bij een kerk). Mijn zus Joanie hoorde het terwijl ze een boterham aan het klaarmaken was. Ze was meteen op haar knieën gevallen [om te bidden]. Gelukkig had mijn moeder nog niet van het ongeluk gehoord”.
   Wat later ontdekte Dion dat de piloot, Roger Peterson, 21 jaar, niet over de vaardigheden beschikte om het vliegtuig te besturen. Hij wist niet goed hoe de boordapparatuur werkte. “De vlucht heeft niet langer dan vier minuten geduurd. Roger was sowieso een moeilijke jongen. Op diverse plaatsen hadden ze hem ontslagen. Jerry Dwyer, eigenaar van Dwyer Flyer Services, kende de familie en wilde hem nog een kans geven”.
 

 Dion zingt en vertelt op de clip in 2014
 

Dion: “We besloten om ondanks alles die avond in Moorhead op te treden. Dat zouden die jongens zeker gewild hebben. We zouden de toernee gewoon afmaken en hadden nog twee weken te gaan – tot en met 15 februari. Een radio-deejay, Charlie Boone, heb ik begrepen, deed in zijn programma een nood-oproep aan artiesten in de omgeving om op 3 februari de plaats van de verongelukte artiesten in te nemen. Bobby Vee [Velline] meldde zich, samen met zijn broer. They were on the show. We zijn vrienden voor het leven geworden.
   Ik deed een aantal Buddy Holly-songs – ‘That’ll be the day’ en ‘Rave On’ – en de hit ‘Donna’ [van Ritchie Valens]. Op de bühne hield ik een praatje voor het publiek, vertelde dat ik drie dierbare vrienden verloren had, dat ze geweldige liedjes-schrijvers, geweldige gitaristen, geweldige zangers, geweldige jongens, broers, geweest waren om mee om te gaan. ‘Ik zou hen geweldig missen’, legde ik uit, ‘en nooit vergeten;. En dan liet ik horen: ‘Rave on forever!’”.
   Dion raakte bevriend met de begeleiders van Buddy Holly, bassist Waylon Jennings, gitarist Tommy Allsup en drummer Carl Bunch.
   De dood van van de drie popsterren was nog aanleiding voor een incident in Moorhead. “Sam Gallo kwam de bus in en vertelde dat de organisator niet meer dan 150 van de contractueel vastgelegde 600 dollar wilde betalen – omdat drie van de vier topartiesten niet waren komen opdagen. Freddie van de Belmonts, met zijn in Tipton aangeschaft pistool, greep in. Gewapend liep hij het kantoor van de man binnen en ‘deed hem een aanbieding die hij niet kon weigeren’. Daarna reden we tevreden weg. So the luger [wapen] came in handy”. Ruim een halve eeuw later moest Dion er nog vreselijk om lachen.
   Het nieuws raakte niet alleen Dion DiMucci maar ook tal van andere artiesten. “We ontvingen kaarten, telefoontjes en telegrammen vol troost, steun en aanmoediging, overal waar we kwamen: Bobby Darin, Phil Spector [zanger van de Teddy Bears] en Dick Clark [tv-presentator]”.
   De laatste dagen van de toernee, hoe kan het ook anders, waren voor hem niet meer zoals toen hij in Chicago vertrokken was. “I was in shock”. Hij wist zich later ook nauwelijks meer te herinneren wat er de laatste dagen allemaal gebeurd was.
   GAC had voor nieuwe artiesten gezorgd, zoals de op dat moment populaire zangers Frankie Avalon (die ongetwijfeld ‘Ginger Bread’ en zijn gloednieuwe single ‘Venus’ vertolkte) en Jimmie Clanton (‘Just a dream’). Wie hem nog het meest was bijgebleven was Ronnie Smith, een imitator van Elvis Presley uit Texas, die door zijn begeleiders was uitgenodigd om mee te komen doen.
 

Naar huis

 
Op 15 februari 1959 was de laatste show van de Winter Tour. Dion was er nog steeds bij. Met een modern toestel vloog hij terug. Helemaal gerust was hij niet. “Sammy Davis zat dicht bij me in de buurt. Als we neerstorten sterf ik samen met Sammy Davis” bedacht hij tijdens de vlucht. De meeste andere artiesten reisden juist niet per vliegtuig vertelde Dion in 2014. Hij wel.
   Dion: “Toen ik weer thuis was werd ik belaagd door verslaggevers. Maar ik wilde met niemand praten”. In de Bronx was er geen bureau om hem te helpen met het verwerken van alles wat er gebeurd was, zijn verdriet, zijn frustratie. Hij moest alles maar zelf zien op te lossen. “I drank, I took a little of this drug, a little of that drug”.
   Wat Buddy hem verteld had was hem altijd bijgebleven: “Ik weet niet hoe je moet slagen, wel hoe je faalt: door het iedereen naar de zin te maken”. Buddy Holly zou zijn muzikale richting lange tijd bepaald hebben: ‘Runaround Sue’, ‘The Wanderer, ‘Ruby Baby’, ‘Donna The Prima Donna’, zelfs ‘Abraham Martin and John’, een nogal bijzondere top tien-hit voor hem in 1968.
   Op 4 april 1959, twee maanden na het vliegtuigongeluk, trad Dion met (nog steeds slechts) twee van de drie Belmonts op in het pop tv-programma van de eerder genoemde Dick Clark. Die dag brachten ze ‘A teenager in love’, de song die hem een internationale doorbraak bezorgde.
 
Achteraf bekeken, vond Dion, was 3 februari 1959 absoluut niet ‘the day the music died’. Integendeel. Het was juist een nieuw begin in de geschiedenis van de popmuziek. Een explosie. “Buddy Holly was the first self-contained rock & roll group. Two guitars, bass and drums. Die aanpak was vijftig jaar geleden begonnen. Over vijftig jaar zal het nog zo zijn. The guy influenced every English group you could think of. This guy influenced so many artists. The music didn’t die. It lived”.
   Met Maria Elena was hij bevriend gebleven. “A terrific girl, sharp busines woman”. Haar huwelijk met Buddy Holly had maar kort kunnen duren. Dat had er toe bijgedragen dat hij zelf al 46 jaar met zijn Susan getrouwd was, gaf hij nadrukkelijk aan.
 
Hoe beter het verslag te beëindigen dan met een song. Dat was immers zijn vak. Met muziek, met een lied, wist hij rust in zijn emoties te brengen, zei Dion in het document van de Rock & Roll Hall of Fame. “Everyday I’m with you [Buddy Holly]”.
   Met het zingen van die song nam hij afscheid van iedereen die ervan wilde kennis nemen hoe hij de laatste paar maanden van het leven van de artiest uit Lubbock, Texas, in 1958 en 1959 persoonlijk beleefd had. En hoe die ingrijpende gebeurtenissen hem steeds waren bijgebleven.
 
Harry Knipschild
21 september 2015

Clips

* Dion & Belmonts, I wonder why, 1958
* Ritchie Valens, Oh My Head, 1958
* Bobby Darin, Splish Splash, uit 1958
* Buddy Holly, Rave on
* Clear Lake, 3 februari 1959
* Dick Clark presenteert Dion & the Belmonts, Teenager in love, 4 april 1959
* Bobby Vee zingt songs van Buddy Holly
* Graham Nash speelt op bewaard gebleven gitaar van Buddy Holly, Peggy Sue
* Interview met Maria Elena, weduwe van Buddy Holly, 2011
* Dion DiMucci vertelt over Buddy Holly, 2014
* Clear Lake, 2 februari 2015


Verslag in Muziek Parade, maart 1959

 

  • Raadplegingen: 17139