168 - Ferry Maat en zijn Soulshow
Een van mijn favoriete deejays aan het einde van de jaren vijftig was Jack Jackson (1906-1978). De voormalige Engelse orkestleider kondigde op radio Luxemburg ’s avonds de platen aan die door platenmaatschappij Decca in betaalde programma’s uitgezonden werden. Decca had de rechten voor tal van Amerikaanse labels met veel rhythm & blues-muziek.
Begin jaren zestig schreef de Tilburgse popjournalist John A. Verhagen over rhythm & blues, in eigen bladen (onder meer gesponsord door Motown) en in Tuney Tunes. De Australische deejay Mike Raven (Austin Fairman, 1924-1997) besteedde veel aandacht aan die muziek in de korte periode dat popmuziek vanaf Britse schepen en voormalige oorlogsforten werd uitgezonden. Totdat de Labour-regering van Harold Wilson er een einde aan maakte.
Begin jaren zestig schreef de Tilburgse popjournalist John A. Verhagen over rhythm & blues, in eigen bladen (onder meer gesponsord door Motown) en in Tuney Tunes. De Australische deejay Mike Raven (Austin Fairman, 1924-1997) besteedde veel aandacht aan die muziek in de korte periode dat popmuziek vanaf Britse schepen en voormalige oorlogsforten werd uitgezonden. Totdat de Labour-regering van Harold Wilson er een einde aan maakte.
Geïnspireerd door Mike Raven wist ik Willem van Kooten ervan te overtuigen om bij radio Veronica een wekelijks programma met rhythm & blues-muziek op te zetten. Het liep van 1964 tot 1972. In dat jaar moest de zeezender bezuinigen omdat de reclame-inkomsten als gevolg van het bom-incident met radio Noordzee sterk waren teruggelopen. Programmaleider Rob Out zag geen heil meer in een uitzending van wat inmiddels soul-muziek was gaan heten, liet hij me in het voorjaar weten. Zo kwam er een einde aan mijn werkzaamheden voor de zender.
Andere radiomakers namen mijn activiteiten over. Producer Paul van Schaik en presentator Edwin Rutten zetten al eerder bij de AVRO zo’n programma op. Maar vooral de Soulshow van Ferry Maat (geb. Voorburg, 16 januari 1947) had vele jaren succes. Soul-muziek en Ferry Maat hoorden vanaf 1972 bij elkaar.
Peter Bartlema
In 2005 liet Ferry Maat zich interviewen voor de website radio.nl. De auteur, Peter Bartlema (geb. 1959, Hilversum), leerde ik kennen door zijn interessante artikelen die hij voor de website KindaMuzik schreef.
In september 2013 liet Peter me weten: “Ferry Maat is, vooral wegens zijn Soulshow en mijn fascinatie voor radio, een held uit mijn jonge jaren. Het was dan ook een genoegen om met hem uitgebreid over zijn loopbaan te praten. Ik moet zeggen dat Ferry destijds heel open was nadat hij mij allervriendelijkst thuis had ontvangen. Maar ik kon natuurlijk niet al zijn uitspraken natrekken. Vandaar dat ik er toen voor gekozen heb om het interview aan de hand van citaten weer te geven, in de vorm van een monoloog”.
In september 2013 liet Peter me weten: “Ferry Maat is, vooral wegens zijn Soulshow en mijn fascinatie voor radio, een held uit mijn jonge jaren. Het was dan ook een genoegen om met hem uitgebreid over zijn loopbaan te praten. Ik moet zeggen dat Ferry destijds heel open was nadat hij mij allervriendelijkst thuis had ontvangen. Maar ik kon natuurlijk niet al zijn uitspraken natrekken. Vandaar dat ik er toen voor gekozen heb om het interview aan de hand van citaten weer te geven, in de vorm van een monoloog”.
Een bijzonder interview van Peter Bartlema
Ferry Maat groeide op in de media-stad Hilversum. Bovendien had hij gevoel voor muziek, vertelde hij aan Peter.
“Ik was vijf en moest op muziekles. Op een gegeven moment kreeg ik in de gaten dat ik nogal muzikaal was. Ook kwamen ze er achter dat ik een absoluut gehoor had, dus lagen er grote mogelijkheden. Mijn moeder had altijd al piano willen spelen, maar mocht dat niet van huis uit want er was geen geld voor. Die zag haar kans schoon en heeft toen, om mij te kunnen helpen, ook pianoles genomen.
Ik zat op de lagere school tegenover Hilversum 3, waar nu dat hele Mediapark is. Het rare is dus dat ik daar vroeger heb gevoetbald. En gevochten, want ik was altijd de kleinste van de klas, omdat ik op de lagere school een klas had overgeslagen. Een klein jongetje met rood haar dat altijd werd uitgedaagd.
Eigenlijk mocht ik niet voetballen, want als je verkeerd terecht kwam brak je misschien wel je arm, of een hand of een vinger, en kon je niet piano spelen. Tennis mocht ook niet, daar kon je een tennisarm van krijgen. Omdat ik toch wat aan sport wilde doen ben ik gaan roeien”.
“Ik was vijf en moest op muziekles. Op een gegeven moment kreeg ik in de gaten dat ik nogal muzikaal was. Ook kwamen ze er achter dat ik een absoluut gehoor had, dus lagen er grote mogelijkheden. Mijn moeder had altijd al piano willen spelen, maar mocht dat niet van huis uit want er was geen geld voor. Die zag haar kans schoon en heeft toen, om mij te kunnen helpen, ook pianoles genomen.
Ik zat op de lagere school tegenover Hilversum 3, waar nu dat hele Mediapark is. Het rare is dus dat ik daar vroeger heb gevoetbald. En gevochten, want ik was altijd de kleinste van de klas, omdat ik op de lagere school een klas had overgeslagen. Een klein jongetje met rood haar dat altijd werd uitgedaagd.
Eigenlijk mocht ik niet voetballen, want als je verkeerd terecht kwam brak je misschien wel je arm, of een hand of een vinger, en kon je niet piano spelen. Tennis mocht ook niet, daar kon je een tennisarm van krijgen. Omdat ik toch wat aan sport wilde doen ben ik gaan roeien”.
DJ in Loosdrecht en muzikant
Over zijn eerste contacten met de professionele muziekwereld vertelde Ferry Maat:
“Ik had helemaal niet de drang om bij de omroep te werken. Dat is gewoon zo gelopen. Eerst heb ik mijn pianostudie helemaal afgemaakt en door toeval ben ik terechtgekomen in een discotheek, Van Dijk in Loosdrecht. Dat kwam alleen omdat de discjockey ziek was en ik een brutale vriend had die zei dat hij dat dan wel deed. Toen wees ik hem er op dat we met zijn tweeën waren en zo hebben we om beurten een paar uur gedraaid. Gewoon op de bonnefooi, want we wisten helemaal niet hoe het werkte. Ik was in één keer verkocht: ik vond het zó geweldig! De week daarop moest mijn vriend binnen blijven, want hij zat in militaire dienst en kreeg geen vrij. Ik weer terug en die discjockey was nog steeds ziek. Zo heb ik daar voor het eerst op zondagmiddag gedraaid.
Ze kwamen vanuit Amsterdam, Utrecht, Amersfoort, Hilversum, overal vandaan. Zondagmiddag, bij Van Dijk. Het lag aan de Loosdrechtse Plassen, dus veel mensen huurden dan bij Ottenhome een zeilboot, voeren een stukje over de plas, zo’n 500 meter verder naar Van Dijk, legden hem aan de steiger, gingen naar binnen, een lekkere meid versieren en dan hoppekee, met die zeilboot weer weg. Rietpiepen heette dat. En dan kwamen ze terug, kijken of er nog één.....(lacht). En ik maar draaien. Maar het sfeertje was daar gewoon fantastisch, echt helemaal super!
Naast top 40-repertoire draaide ik opvallend genoeg ook veel importplaatjes. Rob Out had een platenwinkel in de Kinkerstraat in Amsterdam en daar kon je plaatjes uit de Amerikaanse Billboard Hot 100 kopen. Dat gerucht ging natuurlijk vrij snel, dus organiseerden we met een paar discjockeys dat we er om beurten heen gingen. Maar niemand wist dat het gewoon plaatjes van Veronica waren. Die hadden een stuk of vier van die abonnementen op de Billboard-service waardoor ze de nieuwe platen uit de Hot 100 opgestuurd kregen. Van de vier gingen er drie de bak in z’n winkel in. Wij blij, want zo konden we lekker de allernieuwste platen draaien. Hier was dan net een single uit van bijvoorbeeld Sam & Dave, Wilson Pickett of The Four Tops, en wij hadden alweer de nieuwe. Die draaide ik bij Van Dijk. Eigenlijk is dat een beetje de voorloper geweest van het Soulshow-idee”.
“Ik had helemaal niet de drang om bij de omroep te werken. Dat is gewoon zo gelopen. Eerst heb ik mijn pianostudie helemaal afgemaakt en door toeval ben ik terechtgekomen in een discotheek, Van Dijk in Loosdrecht. Dat kwam alleen omdat de discjockey ziek was en ik een brutale vriend had die zei dat hij dat dan wel deed. Toen wees ik hem er op dat we met zijn tweeën waren en zo hebben we om beurten een paar uur gedraaid. Gewoon op de bonnefooi, want we wisten helemaal niet hoe het werkte. Ik was in één keer verkocht: ik vond het zó geweldig! De week daarop moest mijn vriend binnen blijven, want hij zat in militaire dienst en kreeg geen vrij. Ik weer terug en die discjockey was nog steeds ziek. Zo heb ik daar voor het eerst op zondagmiddag gedraaid.
Ze kwamen vanuit Amsterdam, Utrecht, Amersfoort, Hilversum, overal vandaan. Zondagmiddag, bij Van Dijk. Het lag aan de Loosdrechtse Plassen, dus veel mensen huurden dan bij Ottenhome een zeilboot, voeren een stukje over de plas, zo’n 500 meter verder naar Van Dijk, legden hem aan de steiger, gingen naar binnen, een lekkere meid versieren en dan hoppekee, met die zeilboot weer weg. Rietpiepen heette dat. En dan kwamen ze terug, kijken of er nog één.....(lacht). En ik maar draaien. Maar het sfeertje was daar gewoon fantastisch, echt helemaal super!
Naast top 40-repertoire draaide ik opvallend genoeg ook veel importplaatjes. Rob Out had een platenwinkel in de Kinkerstraat in Amsterdam en daar kon je plaatjes uit de Amerikaanse Billboard Hot 100 kopen. Dat gerucht ging natuurlijk vrij snel, dus organiseerden we met een paar discjockeys dat we er om beurten heen gingen. Maar niemand wist dat het gewoon plaatjes van Veronica waren. Die hadden een stuk of vier van die abonnementen op de Billboard-service waardoor ze de nieuwe platen uit de Hot 100 opgestuurd kregen. Van de vier gingen er drie de bak in z’n winkel in. Wij blij, want zo konden we lekker de allernieuwste platen draaien. Hier was dan net een single uit van bijvoorbeeld Sam & Dave, Wilson Pickett of The Four Tops, en wij hadden alweer de nieuwe. Die draaide ik bij Van Dijk. Eigenlijk is dat een beetje de voorloper geweest van het Soulshow-idee”.
Sammy Soul Set met Ferry Maat (tweede van links, opvolger van Jons Pistoor)
Het zag er in eerste instantie naar uit dat een muzikaal iemand als Ferry Maat musicus of popmuzikant zou gaan worden.
“Ik heb de vakopleiding Hilversum gedaan en toen nog een jaar Amsterdam, maar eigenlijk was ik al met heel andere dingen bezig. Ik speelde in bandjes en deed veel studiowerk. Daar ben ik op een gegeven moment via via ingerold, dan word je gevraagd om mee te spelen bij plaatproducties.
Ik kocht een plaatje van Oscar Peterson, ging aan de piano zitten en schreef met mijn absolute gehoor de complete solo uit. Zo probeerde ik ook die hele moeilijke dingen van hem te noteren en leerde mezelf een beetje jazzdingen spelen. Maar ik kon ook alleen maar spelen wat hij gespeeld had, want verder had ik er geen notie van.
Ik speelde destijds in de Sammy Soul Set. Nadat The Free was opgeheven, in Rotterdam, zei Yde de Jong, een manager die ik toevallig via via kende: ‘Ik ben een band aan het formeren met Jan Akkerman en Pierre van der Linden plus de blazers van The Free. Jij bent de beste organist die er is, dus je móet erin’.
Dus wij met z’n allen repeteren in Rotterdam, geweldig. En Yde: ‘Ik heb ook een zanger op het oog die wel wil: P. J. Proby’. Nou, fantastisch, dat zou dé combinatie worden. P. J. Proby was een wereldster en wilde heel graag met een Nederlandse band werken. Hij stuurde zijn hele repertoire op inclusief alle arrangementen. Dat studeerden we allemaal keurig netjes in. Maar op de dag dat hij over zou komen, kwam er vanuit Schotland, waar hij woonde, een telefoontje: ‘Yeah, zzzisss isss Peezjjaayy, I like Ssscozzisssh whisssky, zzze besst in Ssscotland’. Hij is nooit gekomen.
Toen viel de band uit elkaar en stond ik voor de beslissing om met de jongens door te gaan. Als ik dat had gedaan had ik misschien in plaats van Thijs van Leer bij Focus gezeten, dan was er wellicht van Focus niets terecht gekomen. Maar ik besloot om fulltime in de discotheek te gaan werken”.
“Ik heb de vakopleiding Hilversum gedaan en toen nog een jaar Amsterdam, maar eigenlijk was ik al met heel andere dingen bezig. Ik speelde in bandjes en deed veel studiowerk. Daar ben ik op een gegeven moment via via ingerold, dan word je gevraagd om mee te spelen bij plaatproducties.
Ik kocht een plaatje van Oscar Peterson, ging aan de piano zitten en schreef met mijn absolute gehoor de complete solo uit. Zo probeerde ik ook die hele moeilijke dingen van hem te noteren en leerde mezelf een beetje jazzdingen spelen. Maar ik kon ook alleen maar spelen wat hij gespeeld had, want verder had ik er geen notie van.
Ik speelde destijds in de Sammy Soul Set. Nadat The Free was opgeheven, in Rotterdam, zei Yde de Jong, een manager die ik toevallig via via kende: ‘Ik ben een band aan het formeren met Jan Akkerman en Pierre van der Linden plus de blazers van The Free. Jij bent de beste organist die er is, dus je móet erin’.
Dus wij met z’n allen repeteren in Rotterdam, geweldig. En Yde: ‘Ik heb ook een zanger op het oog die wel wil: P. J. Proby’. Nou, fantastisch, dat zou dé combinatie worden. P. J. Proby was een wereldster en wilde heel graag met een Nederlandse band werken. Hij stuurde zijn hele repertoire op inclusief alle arrangementen. Dat studeerden we allemaal keurig netjes in. Maar op de dag dat hij over zou komen, kwam er vanuit Schotland, waar hij woonde, een telefoontje: ‘Yeah, zzzisss isss Peezjjaayy, I like Ssscozzisssh whisssky, zzze besst in Ssscotland’. Hij is nooit gekomen.
Toen viel de band uit elkaar en stond ik voor de beslissing om met de jongens door te gaan. Als ik dat had gedaan had ik misschien in plaats van Thijs van Leer bij Focus gezeten, dan was er wellicht van Focus niets terecht gekomen. Maar ik besloot om fulltime in de discotheek te gaan werken”.
Ontdekt als deejay in Scaramouche
In Zweden deed Ferry Maat nieuwe ervaring op, vertrouwde hij Peter Bartlema toe. Toch werd hij in Hilversum ontdekt. Eerder had hij naar eigen zeggen een aanbod om bij het orkest van James Last piano te spelen afgeslagen.
“In die tijd ging ik ook in Zweden op vakantie. Daar waren wat discotheken waar ik een paar maanden heb gewerkt. Je was daar een hele god als je als Hollander kwam draaien, want we hadden de nieuwste platen en konden het gewoon. Intro’s timen en dat soort dingen, dat was natuurlijk de grote hobby.
Teruggekomen moest ik in dienst. Na een maand mocht ik eruit wegens S5. Daarna werd ik gevraagd voor de Dietsche in Utrecht, een hele mooie nachtclub waar de mensen in de weekeinden in rijen van veertig, vijftig meter lengte voor de deur stonden om naar binnen te mogen. Ik heb daar een maand of negen, tien gedraaid, ben weer naar Zweden gegaan en vervolgens werd ik gevraagd voor Scaramouche in Hilversum. Dat was een discotheek onder theater Gooiland, die net was begonnen en waar ook veel discjockeys van Veronica kwamen.
Bij Scaramouche zat ik een maand of vier en op een avond komt Jan van Veen langs: ‘Ja, je moet morgen even bij Van Kooten langsgaan’.
Ik zei dat ik daar net die middag geweest was want ik haalde bij Willem van Kooten ook mijn promotieplaatjes.
Van Veen: ‘Doe het nou maar, want het is belangrijk’.
Dus ik er langs, bleek het om Noordzee te gaan. Ze wilden er alleen niks over zeggen: ‘We moeten het stilhouden, want Noordzee wordt de nieuwe tegenhanger van Veronica. Hij is er al in het Engels, maar we gaan een Nederlandse service opzetten en hebben nog een paar mensen nodig’. Dat bleek dus maar één man te zijn, want meer ruimte was er op dat moment niet”.
“In die tijd ging ik ook in Zweden op vakantie. Daar waren wat discotheken waar ik een paar maanden heb gewerkt. Je was daar een hele god als je als Hollander kwam draaien, want we hadden de nieuwste platen en konden het gewoon. Intro’s timen en dat soort dingen, dat was natuurlijk de grote hobby.
Teruggekomen moest ik in dienst. Na een maand mocht ik eruit wegens S5. Daarna werd ik gevraagd voor de Dietsche in Utrecht, een hele mooie nachtclub waar de mensen in de weekeinden in rijen van veertig, vijftig meter lengte voor de deur stonden om naar binnen te mogen. Ik heb daar een maand of negen, tien gedraaid, ben weer naar Zweden gegaan en vervolgens werd ik gevraagd voor Scaramouche in Hilversum. Dat was een discotheek onder theater Gooiland, die net was begonnen en waar ook veel discjockeys van Veronica kwamen.
Bij Scaramouche zat ik een maand of vier en op een avond komt Jan van Veen langs: ‘Ja, je moet morgen even bij Van Kooten langsgaan’.
Ik zei dat ik daar net die middag geweest was want ik haalde bij Willem van Kooten ook mijn promotieplaatjes.
Van Veen: ‘Doe het nou maar, want het is belangrijk’.
Dus ik er langs, bleek het om Noordzee te gaan. Ze wilden er alleen niks over zeggen: ‘We moeten het stilhouden, want Noordzee wordt de nieuwe tegenhanger van Veronica. Hij is er al in het Engels, maar we gaan een Nederlandse service opzetten en hebben nog een paar mensen nodig’. Dat bleek dus maar één man te zijn, want meer ruimte was er op dat moment niet”.
Radio Noordzee
Ferry Maat in 1971, Radio Noordzee (foto: Pieter Damave)
Ferry Maat ging in 1971 aan het werk bij de concurrent van radio Veronica.
“Ik moest auditie doen in de Phonogram-studio met een hele oude technicus. Die schoof dan een paar plaatjes en daar moest ik dan wat mee doen. Proberen een intro te timen en zo. Die man zette consequent, of misschien wel bewust, de b-kant op. Ja, wat moet je dan? Er werd een aanslag gepleegd op je improvisatietalent, eigenlijk wel leuk. Maar ik heb daar flink zitten zweten en ben er als enige uitgekomen. Van Kooten, Van Veen en ik zijn toen begonnen met Noordzee.
De eerste Noordzee-studio bestond uit allemaal ouwe zooi. Iemke Roos was een oud-technicus van Veronica die voor zichzelf begonnen was. Hij bouwde studio’s van allerlei ouwe troep die er bij de NOS uit was gegaan. Dus oude EMT-draaitafels die weggingen op een veiling. Daar kocht hij er dan zes van op en maakte er twee spelende van. Zo hebben we toch hele leuke studio’s gehad.
Het had z’n charme: je zat in Hilversum, in zo’n oude villa, altijd leuk. Om de hoek bij Veronica, maar daar hadden we natuurlijk niets mee. Dat was de vijand. We zagen elkaar wel ’s maandags in Scaramouche na de alarmschijf- en treiterschijfvergaderingen en er werd nog wel eens met drank gegooid in, zoals het dan in de krant stond, ‘een roodpluchen etablissement in Hilversum’. Of Rob Out schopte in een dronken bui een sierstrip van mijn MG af. Dat soort dingen.
“Ik moest auditie doen in de Phonogram-studio met een hele oude technicus. Die schoof dan een paar plaatjes en daar moest ik dan wat mee doen. Proberen een intro te timen en zo. Die man zette consequent, of misschien wel bewust, de b-kant op. Ja, wat moet je dan? Er werd een aanslag gepleegd op je improvisatietalent, eigenlijk wel leuk. Maar ik heb daar flink zitten zweten en ben er als enige uitgekomen. Van Kooten, Van Veen en ik zijn toen begonnen met Noordzee.
De eerste Noordzee-studio bestond uit allemaal ouwe zooi. Iemke Roos was een oud-technicus van Veronica die voor zichzelf begonnen was. Hij bouwde studio’s van allerlei ouwe troep die er bij de NOS uit was gegaan. Dus oude EMT-draaitafels die weggingen op een veiling. Daar kocht hij er dan zes van op en maakte er twee spelende van. Zo hebben we toch hele leuke studio’s gehad.
Het had z’n charme: je zat in Hilversum, in zo’n oude villa, altijd leuk. Om de hoek bij Veronica, maar daar hadden we natuurlijk niets mee. Dat was de vijand. We zagen elkaar wel ’s maandags in Scaramouche na de alarmschijf- en treiterschijfvergaderingen en er werd nog wel eens met drank gegooid in, zoals het dan in de krant stond, ‘een roodpluchen etablissement in Hilversum’. Of Rob Out schopte in een dronken bui een sierstrip van mijn MG af. Dat soort dingen.
Ik heb mijn vrouw [Lenny] bij Veronica weggehaald in mijn Noordzee-tijd. We waren net verloofd en woonden samen. Toen ging ik voor Noordzee werken en moest zij weg bij Veronica. Ze had er zeven jaar gewerkt, was er ooit in 1964 gelijk met Jan van Veen bijgekomen. Ze werd op staande voet ontslagen, want ze wist teveel.
Eigenlijk deed ze receptiewerk, maar iedereen deed daar natuurlijk van alles. Indien nodig werkte ze ook voor Rob Out, dus ze was wel op de hoogte van bepaalde zaken. Veronica heeft haar uiterst onelegant aan de kant gezet. Haar beste vriendin Tineke schold haar uit voor ‘vuile overloopster’. Zo was de sfeer. Toen had ik iets van ‘nou, jij gaat niet meer werken. Ik doe het werk wel en neem wraak’. Dat was mijn enige drijfveer. Vlak daarna kwam dat bomincident. Dat zat in de pen en daarom moest ze verdwijnen”.
Veertig jaar later, in 2005, kon Ferry Maat het nog steeds niet verkroppen. “Ik vond vaak dat ze bij Veronica erg naast hun schoenen liepen. Daar was dan wel reden toe, want ze hadden natuurlijk het nodige bereikt, maar het werd in mijn ogen erg overdreven. Alsof ze de radio uitgevonden hadden. Wat natuurlijk helemaal niet waar was”.
Veertig jaar later, in 2005, kon Ferry Maat het nog steeds niet verkroppen. “Ik vond vaak dat ze bij Veronica erg naast hun schoenen liepen. Daar was dan wel reden toe, want ze hadden natuurlijk het nodige bereikt, maar het werd in mijn ogen erg overdreven. Alsof ze de radio uitgevonden hadden. Wat natuurlijk helemaal niet waar was”.
Het begin van de Soulshow
Millie Jackson
De Soulshow kwam bij toeval tot stand.
“Ik hield me wel bezig met soul, maar het waren vaak plaatjes die ik op de radio niet kon draaien. Dat vond ik zonde. Dus om dat toch te kunnen doen heb ik op een gegeven moment bedacht de luisteraars die platen te laten aanvragen. Om zelf een beetje buiten schot te blijven liet ik dan zogenaamd de meisjes van de discotheek een uurtje samenstellen op vrijdag.
Vlak daarna kwam er ruimte op zondagmiddag, omdat Pierre Kartner met zijn Vader Abraham-show naar Veronica was verhuisd. Van de ene dag op de andere was-ie weg. Het gat in de programmering moest heel snel opgevuld worden. Ik ben toen vlug met het idee gekomen om daar twee uur soul te gaan draaien.
Iedere week deed ik wel drive-in shows, dus dan hoorde je wel zo’n beetje wat er hier en daar gedraaid werd. Verder had ik veel contacten met de platenmaatschappijen, met name met de labelmanagers die al dat proefmateriaal kregen uit Amerika. Dat was daar al uitgebracht en automatisch werd er een exemplaar naar de maatschappij in Nederland gestuurd.
Nederland was destijds erg belangrijk voor Europa. Als het hier een hit kon worden, stond de rest van Europa ook open. Dus kregen ze hele stapels opgestuurd van die samples, zoals ze werden genoemd. Bij de platenmaatschappijen mocht ik dan in de stapel kijken. Zat er weer een nieuwe bij van William DeVaughn of een nieuwe James Brown of eentje van Millie Jackson, die nam ik lekker mee en de beste draaide ik. Als het succes had, althans als het naar mijn idee goed was en er ook briefkaarten op kwamen, gaf ik dat door. Eens in de zoveel tijd kwam er dan weer eens zo’n plaatje uit”.
Vlak daarna kwam er ruimte op zondagmiddag, omdat Pierre Kartner met zijn Vader Abraham-show naar Veronica was verhuisd. Van de ene dag op de andere was-ie weg. Het gat in de programmering moest heel snel opgevuld worden. Ik ben toen vlug met het idee gekomen om daar twee uur soul te gaan draaien.
Iedere week deed ik wel drive-in shows, dus dan hoorde je wel zo’n beetje wat er hier en daar gedraaid werd. Verder had ik veel contacten met de platenmaatschappijen, met name met de labelmanagers die al dat proefmateriaal kregen uit Amerika. Dat was daar al uitgebracht en automatisch werd er een exemplaar naar de maatschappij in Nederland gestuurd.
Nederland was destijds erg belangrijk voor Europa. Als het hier een hit kon worden, stond de rest van Europa ook open. Dus kregen ze hele stapels opgestuurd van die samples, zoals ze werden genoemd. Bij de platenmaatschappijen mocht ik dan in de stapel kijken. Zat er weer een nieuwe bij van William DeVaughn of een nieuwe James Brown of eentje van Millie Jackson, die nam ik lekker mee en de beste draaide ik. Als het succes had, althans als het naar mijn idee goed was en er ook briefkaarten op kwamen, gaf ik dat door. Eens in de zoveel tijd kwam er dan weer eens zo’n plaatje uit”.
Aan het werk bij de publieke omroep
Minder enthousiast uitte Ferry zich over het typisch Nederlandse repertoire. Bij radio Noordzee was hij vanwege commerciële belangen verplicht de muziek van Martin Wulms en Jacques Herb te draaien. Dat deed hij met de grootste tegenzin.
In 1974 maakte een regering onder premier Den Uyl een einde aan het bestaan van de populaire zeezenders. Ferry Maat wist zich een plaats bij de TROS te verwerven.
“Ik heb de TROS toen gebeld en gewoon naar Joop Landré gevraagd. Ja, de voorzitter, de grote man. Eerst kreeg ik een secretaresse maar uiteindelijk werd ik met hem doorverbonden. Hij zei, en waarschijnlijk loog hij dat, dat hij in de auto wel eens naar me luisterde. Maar ik moest toch eerst even een briefje schrijven. Dat heb ik gedaan, want ik wilde absoluut door met die radio, en al vrij snel werd ik aangenomen. Zo’n twee maanden voor het afgelopen was met Noordzee wist ik al dat ik naar de TROS zou gaan. Iedereen was stinkend jaloers.
De TROS-programma’s op Hilversum 3 werden voornamelijk gemaakt door Hugo van Gelderen en Tom Mulder, die voortijdig bij Veronica opgestapt was en die ik verder ook helemaal niet kende. In een keer moesten we op donderdag een dag gaan neerzetten op Hilversum 3. Daar was een flink team voor nodig. Zo werd Ad Roland weggehaald bij Felix Meurders wiens rechterhandje hij was.
Ik was dan wel aangenomen, maar wist niet wat ik ging doen. De enige eis die ik bij mijn overstap van Noordzee had gesteld was dat ik de Soulshow kon meenemen. Die had ik zelf bedacht en ik zag het succes ervan in. Dus kreeg ik een uurtje op donderdagavond”.
In 1974 maakte een regering onder premier Den Uyl een einde aan het bestaan van de populaire zeezenders. Ferry Maat wist zich een plaats bij de TROS te verwerven.
“Ik heb de TROS toen gebeld en gewoon naar Joop Landré gevraagd. Ja, de voorzitter, de grote man. Eerst kreeg ik een secretaresse maar uiteindelijk werd ik met hem doorverbonden. Hij zei, en waarschijnlijk loog hij dat, dat hij in de auto wel eens naar me luisterde. Maar ik moest toch eerst even een briefje schrijven. Dat heb ik gedaan, want ik wilde absoluut door met die radio, en al vrij snel werd ik aangenomen. Zo’n twee maanden voor het afgelopen was met Noordzee wist ik al dat ik naar de TROS zou gaan. Iedereen was stinkend jaloers.
De TROS-programma’s op Hilversum 3 werden voornamelijk gemaakt door Hugo van Gelderen en Tom Mulder, die voortijdig bij Veronica opgestapt was en die ik verder ook helemaal niet kende. In een keer moesten we op donderdag een dag gaan neerzetten op Hilversum 3. Daar was een flink team voor nodig. Zo werd Ad Roland weggehaald bij Felix Meurders wiens rechterhandje hij was.
Ik was dan wel aangenomen, maar wist niet wat ik ging doen. De enige eis die ik bij mijn overstap van Noordzee had gesteld was dat ik de Soulshow kon meenemen. Die had ik zelf bedacht en ik zag het succes ervan in. Dus kreeg ik een uurtje op donderdagavond”.
Als medewerker van de TROS in vaste dienst werd Ferry Maat echter voor tal van programma’s ingezet. Soms was het geweldig, in andere gevallen niet. Van zijn chef, Hugo van Gelderen, kreeg hij een belangrijke opdracht: “Ik moest de top 40 gaan doen. Ik schrok me de pleuris, want bij Noordzee had ik met de top 50 altijd tegen de top 40 gevochten en nu moest ik in een keer de lijst van het tegenkamp presenteren. Lex Harding sprak nota bene de jingles voor me in!
Het ging gewoon om een commerciële deal: Veronica wilde die top 40 handhaven, maar het mocht geen ‘Veronica top 40’ heten, dus werd het de ‘Nederlandse top 40’. Alleen ging de strijd nu tussen de top 40 en de Nationale Hitparade die een dag later kwam.
In het begin was ik vreselijk zenuwachtig, want Harding was al jaren de nummer één-discjockey van Nederland en het best beluisterde programma was de top 40. Opeens ging ik dat doen. Binnen een jaar was ik de nummer één van Nederland en hadden we de beste luistercijfers. Dat ging zo verschrikkelijk hard! In no-time zat ik op drie, drieënhalf miljoen luisteraars”.
Het ging gewoon om een commerciële deal: Veronica wilde die top 40 handhaven, maar het mocht geen ‘Veronica top 40’ heten, dus werd het de ‘Nederlandse top 40’. Alleen ging de strijd nu tussen de top 40 en de Nationale Hitparade die een dag later kwam.
In het begin was ik vreselijk zenuwachtig, want Harding was al jaren de nummer één-discjockey van Nederland en het best beluisterde programma was de top 40. Opeens ging ik dat doen. Binnen een jaar was ik de nummer één van Nederland en hadden we de beste luistercijfers. Dat ging zo verschrikkelijk hard! In no-time zat ik op drie, drieënhalf miljoen luisteraars”.
Aanzienlijk minder enthousiast was Ferry Maat over zijn activiteiten als tv-presentator.
“Voor de gein heb ik een screentest gedaan en al vrij snel zetten ze mij op een programma dat Rob de Nijs [eerder] presenteerde. ‘Disco Circus’ kwam vanuit een grote feesttent in Oud-Valkeveen. Met een glimmend pakje aan reed ik samen met een mooie meid in een witkar, waarop ook nog een paar apen zaten, tussen het publiek door. Een vréselijk puinhoopprogramma, maar wel leuk om te doen. Het moest semi-live, dus dat was altijd spannend. Hadden we de Sex Pistols. En verder trad er van alles op: de Supremes, Boney M.... Rien van Wijk heeft het nog opgezet. Die kwam van TopPop en mocht bij de TROS de ideeën uitvoeren die hij bij TopPop niet kwijt kon.
Wim van der Linden was de regisseur van Rock Planet. Daarin stonden allemaal ingehuurde mooie mensen achter me. De Dolly Dots zijn daaruit voortgekomen. Later hoorde ik dat Gerard Joling ook achter me heeft staan dansen.
Op een gegeven moment had ik er de balen van. Maar de TROS zei dat ik contractueel verplicht was om het te doen. Dat ik met het zetten van die handtekening na mijn overstap van Noordzee was aangenomen was voor radio én voor tv was nooit tot me doorgedrongen.
Wanneer ik tv moest doen, meldde ik me ziek. Dan had ik zogenaamd geen stem. Televisie was niks voor mij. Ik ben daar waarschijnlijk niet ijdel genoeg voor. TV had alleen maar nadelen. Je kreeg er geen cent meer door en je privacy was volledig weg”.
“Voor de gein heb ik een screentest gedaan en al vrij snel zetten ze mij op een programma dat Rob de Nijs [eerder] presenteerde. ‘Disco Circus’ kwam vanuit een grote feesttent in Oud-Valkeveen. Met een glimmend pakje aan reed ik samen met een mooie meid in een witkar, waarop ook nog een paar apen zaten, tussen het publiek door. Een vréselijk puinhoopprogramma, maar wel leuk om te doen. Het moest semi-live, dus dat was altijd spannend. Hadden we de Sex Pistols. En verder trad er van alles op: de Supremes, Boney M.... Rien van Wijk heeft het nog opgezet. Die kwam van TopPop en mocht bij de TROS de ideeën uitvoeren die hij bij TopPop niet kwijt kon.
Wim van der Linden was de regisseur van Rock Planet. Daarin stonden allemaal ingehuurde mooie mensen achter me. De Dolly Dots zijn daaruit voortgekomen. Later hoorde ik dat Gerard Joling ook achter me heeft staan dansen.
Op een gegeven moment had ik er de balen van. Maar de TROS zei dat ik contractueel verplicht was om het te doen. Dat ik met het zetten van die handtekening na mijn overstap van Noordzee was aangenomen was voor radio én voor tv was nooit tot me doorgedrongen.
Wanneer ik tv moest doen, meldde ik me ziek. Dan had ik zogenaamd geen stem. Televisie was niks voor mij. Ik ben daar waarschijnlijk niet ijdel genoeg voor. TV had alleen maar nadelen. Je kreeg er geen cent meer door en je privacy was volledig weg”.
Soulshow bij de TROS
Als er één programma was, waar toenmalig topdeejay Ferry Maat zich mee verbonden voelde was en bleef het de Soulshow, ook in zijn TROS-tijd.
“Als ik het muzikaal bekijk, dan denk ik dat tussen 1977/78 en 1983 wel de toptijd ligt van de Soulshow. Qua producties en composities vind ik dat echt de topjaren, omdat er nog echte instrumenten gebruikt werden.
De respons op het programma is tot 1988, toen ik bij de TROS wegging, hoog gebleven. De luistercijfers zaten altijd rond de vijf-, zeshonderdduizend luisteraars.
Met stations als Decibel en Keizerstad kreeg je natuurlijk heel veel Soulshowtjes. Dat zoveel anderen dat soort programma’s gingen doen zag ik als een bevestiging van de kracht van de Soulshow. Het programma zelf heeft er nooit onder geleden, want wie zette nu zo’n zelfde programma tegenover de Soulshow? Dat was het stomste dat je kon doen.
Met artiesten heb ik nooit echt warme banden onderhouden. Heel gek. Misschien dat ik daar te bescheiden voor ben. Wel ben ik met Marvin Gaye na een uitzending wezen stappen in Amsterdam, gewoon gezellig een discotheek in. Hij woonde destijds in België en om via de muziek toch een beetje contact te houden met het vaderland luisterde hij naar de Soulshow. Vandaar dat-ie graag wilde komen voor een interview.
James Brown? Heb ik ook ontmoet. Veel mensen kwamen langs voor een interviewtje of een kort babbeltje wanneer ze voor TopPop in Nederland waren. Maar er zijn maar een paar die me bijgebleven zijn. Michael Jackson was echt een drama. Die kwam binnen, met een heel gevolg. En ik deed de microfoon open en stelde een vraag. Het enige wat hij antwoordde was ‘yes’ en ‘no’. Ik zat met het zweet in mijn koptelefoon. In paniek heb ik op een gegeven moment geroepen: ‘Nou jongens, stellen jullie de vragen maar, want er komt niet zoveel uit’. Dus gooide ik de telefoon open. En meteen belde er een meisje met (maakt hoog stemmetje): ‘Hello Michael, is that you?’ Nou, toen moest-ie wel ontdooien.
“Als ik het muzikaal bekijk, dan denk ik dat tussen 1977/78 en 1983 wel de toptijd ligt van de Soulshow. Qua producties en composities vind ik dat echt de topjaren, omdat er nog echte instrumenten gebruikt werden.
De respons op het programma is tot 1988, toen ik bij de TROS wegging, hoog gebleven. De luistercijfers zaten altijd rond de vijf-, zeshonderdduizend luisteraars.
Met stations als Decibel en Keizerstad kreeg je natuurlijk heel veel Soulshowtjes. Dat zoveel anderen dat soort programma’s gingen doen zag ik als een bevestiging van de kracht van de Soulshow. Het programma zelf heeft er nooit onder geleden, want wie zette nu zo’n zelfde programma tegenover de Soulshow? Dat was het stomste dat je kon doen.
Met artiesten heb ik nooit echt warme banden onderhouden. Heel gek. Misschien dat ik daar te bescheiden voor ben. Wel ben ik met Marvin Gaye na een uitzending wezen stappen in Amsterdam, gewoon gezellig een discotheek in. Hij woonde destijds in België en om via de muziek toch een beetje contact te houden met het vaderland luisterde hij naar de Soulshow. Vandaar dat-ie graag wilde komen voor een interview.
James Brown? Heb ik ook ontmoet. Veel mensen kwamen langs voor een interviewtje of een kort babbeltje wanneer ze voor TopPop in Nederland waren. Maar er zijn maar een paar die me bijgebleven zijn. Michael Jackson was echt een drama. Die kwam binnen, met een heel gevolg. En ik deed de microfoon open en stelde een vraag. Het enige wat hij antwoordde was ‘yes’ en ‘no’. Ik zat met het zweet in mijn koptelefoon. In paniek heb ik op een gegeven moment geroepen: ‘Nou jongens, stellen jullie de vragen maar, want er komt niet zoveel uit’. Dus gooide ik de telefoon open. En meteen belde er een meisje met (maakt hoog stemmetje): ‘Hello Michael, is that you?’ Nou, toen moest-ie wel ontdooien.
Dat ik altijd heb geroepen dat de Soulshow het meest opgenomen programma van de Nederlandse radio is, is geheel terecht. Het gebeurt nog zeer regelmatig dat ik mensen tegenkom die zeggen dat ze er nog cassettes van hebben. Ik probeer het niet aan te dikken, het is écht zo. Er zijn zóveel mensen die oude cassettes hebben en ze koesteren. Of mensen schrijven me dat hun autoradio is gejat. Dat vinden ze dan niet erg, maar wel dat ook het bandje met een bepaald concert uit de Soulshow weg is.
Het is een heel erg trendsettend programma geweest dat allerlei stromingen heeft gesignaleerd en gepromoot. De Philly Sound, rap, scratchen.... Voor allerlei stromingen en artiesten, die anders in Nederland niet aan de bak waren gekomen, heb ik een lans gebroken”.
Marvin Gaye in Oostende met Freddy Coussaert, zijn mecenas.
Ferry Maat verandert, de Soulshow blijft
Ondanks zijn populariteit werd Maat (evenals andere presentatoren) naar eigen zeggen financieel nauwelijks bij de TROS gehonoreerd. “Al die tijd zaten we met z’n allen in klasse 10, iets meer dan een modaal salarisje, echt geen vetpot. De extra’s schnabbelden we erbij! Ik was de bestbeluisterde discjockey van Nederland, maar een huis van twee ton kon ik me niet veroorloven omdat ik geen hypotheek kon krijgen!”
Toen de satellieten nieuwe kansen boden in omroepland stapte Ferry dan ook over naar Radio 10. Hij kreeg als programmaleider tevens een bestuurlijke taak. “Bij Radio 10 begonnen we als een verbeterde Radio 3. We hadden in ieder geval een format. Heel simpel: vrije keus voor iedereen, maar wel moesten de platen zoveel mogelijk in het Hit Dossier staan. Je startte bijvoorbeeld met een plaatje uit de jaren zeventig, daarna een uit de jaren tachtig en dan een nieuwe. Zo wisselden we dat een beetje af, met ook nog ergens een albumtrack tussendoor. Heel gevarieerd. De dj’s konden er van maken wat ze wilden, hoewel ik ze wel controleerde”.
Toen de satellieten nieuwe kansen boden in omroepland stapte Ferry dan ook over naar Radio 10. Hij kreeg als programmaleider tevens een bestuurlijke taak. “Bij Radio 10 begonnen we als een verbeterde Radio 3. We hadden in ieder geval een format. Heel simpel: vrije keus voor iedereen, maar wel moesten de platen zoveel mogelijk in het Hit Dossier staan. Je startte bijvoorbeeld met een plaatje uit de jaren zeventig, daarna een uit de jaren tachtig en dan een nieuwe. Zo wisselden we dat een beetje af, met ook nog ergens een albumtrack tussendoor. Heel gevarieerd. De dj’s konden er van maken wat ze wilden, hoewel ik ze wel controleerde”.
In die tijd wilden RTL Véronique en TV 10 als vrije tv-zenders met de publieke omroep concurreren. De zender van Joop van den Ende (TV 10) redde het niet in 1989, met alle problemen van dien.
“Het TV 10-verhaal is heel slecht geweest voor Radio 10. TV 10 wilde namelijk van een zelfde constructie gebruik maken, maar Joop van den Ende was eigenwijs. Die dacht dat hij het wel even zou redden, zag details over het hoofd en ging nat. Daardoor kreeg de reclamewereld het idee dat Radio 10 ook aan de beurt zou komen. Maar dat was niet zo: die strijd zouden we winnen. We werden door het Commissariaat [voor de Media] ook erkend als het eerste Nederlandse commerciële radiostation.
Toen was het ‘operatie geslaagd, maar patiënt in coma’. De adverteerders lieten het afweten. Dramatisch. We hadden enorme technische problemen wat betreft de satelliet en de nieuwsdienst die bij de uplink in Brussel zat. Verder kreeg ik nog alle sores van de dj’s over me heen. Ik moest alles in de gaten houden, iedere dag in de file naar Amsterdam, drie uur programma en op woensdag vijf uur, want dan had ik ook nog de Soulshow. Ik was echt afgebrand”.
“Het TV 10-verhaal is heel slecht geweest voor Radio 10. TV 10 wilde namelijk van een zelfde constructie gebruik maken, maar Joop van den Ende was eigenwijs. Die dacht dat hij het wel even zou redden, zag details over het hoofd en ging nat. Daardoor kreeg de reclamewereld het idee dat Radio 10 ook aan de beurt zou komen. Maar dat was niet zo: die strijd zouden we winnen. We werden door het Commissariaat [voor de Media] ook erkend als het eerste Nederlandse commerciële radiostation.
Toen was het ‘operatie geslaagd, maar patiënt in coma’. De adverteerders lieten het afweten. Dramatisch. We hadden enorme technische problemen wat betreft de satelliet en de nieuwsdienst die bij de uplink in Brussel zat. Verder kreeg ik nog alle sores van de dj’s over me heen. Ik moest alles in de gaten houden, iedere dag in de file naar Amsterdam, drie uur programma en op woensdag vijf uur, want dan had ik ook nog de Soulshow. Ik was echt afgebrand”.
Ferry Maat tussen de (andere) coryfeeën van Hilversum (Radio Tour de France)
Ferry Maat ging terug naar de TROS. Hij zat nu in het circuit van leiding geven. Dat was niet altijd een succes in de bureaucratie van publiek Hilversum is te lezen in hetgeen Peter Bartlema optekende. Na wat omzwervingen kwam hij bij radio 538 terecht. De Soulshow nam hij mee.
“Na de TROS heb ik bij Radio 538 de Soulshow gedaan en bij de Gouwe Ouwe Zender [en Radio 538] maakte ik de Gouwe Ouwe Club. Even een tussenstap.
De Soulshow deed ik eerst op donderdag, maar op een gegeven moment wilde 538 horizontaler gaan programmeren en kwam ik op zondag te zitten. Ik heb toen gezegd dat als ze van me af wilden ze dat gewoon moesten zeggen, dan stopte ik wel. Maar nee, ze zouden het programma gaan promoten en beloofden me gouden bergen. Daar is nooit wat van terecht gekomen. Op 1 april [1995] heb ik zelf de stekker er uit getrokken. Wekenlang had ik op de zender geroepen dat het de laatste uitzending zou worden en nog dachten ze bij 538 dat ik het niet zou doen. Er is helemaal niemand langs geweest. Ja, raar”.
Op het internet was te lezen: “In april 1995 verdween de Soulshow van de radio, aangezien Ferry niet kon leven met het idee dat een programma met dance music op de zondagavond i.p.v. de zaterdagavond werd uitgezonden. ‘Mosterd na de maaltijd’ zoals hij dat zelf noemde. Ferry Maat ging naar de NCRV waar hij het in korte tijd zeer populaire ‘Maat in de Middag’ ging presenteren. In 2001 ging Ferry na een conflict met Jaap de Groot weg bij deze omroep”.
Ferry hield zijn Soulshow altijd in leven. Dat deed hij door steeds nadrukkelijk een ‘Soulshow Classic’ aan te kondigen. De Soulshow was zijn identiteit, zijn ‘handelsmerk’, in goede en in slechte tijden.
Maat kwam bij het vernieuwde Radio Veronica terecht. De zender die hij bij radio Noordzee bestreden had met zijn Soulshow en andere programma’s. Elke zaterdagavond presenteerde hij nu op Radio Veronica twee uur lang de ‘Ferry Maat Soulshow’. Er verschenen tevens cd’s onder de titel ‘Soulshow’. In het doordeweekse programma ‘Maat in de Middag’ had hij items als de ‘raadplaat’ en (opnieuw) de ‘Soulshow Classic’.
“Na de TROS heb ik bij Radio 538 de Soulshow gedaan en bij de Gouwe Ouwe Zender [en Radio 538] maakte ik de Gouwe Ouwe Club. Even een tussenstap.
De Soulshow deed ik eerst op donderdag, maar op een gegeven moment wilde 538 horizontaler gaan programmeren en kwam ik op zondag te zitten. Ik heb toen gezegd dat als ze van me af wilden ze dat gewoon moesten zeggen, dan stopte ik wel. Maar nee, ze zouden het programma gaan promoten en beloofden me gouden bergen. Daar is nooit wat van terecht gekomen. Op 1 april [1995] heb ik zelf de stekker er uit getrokken. Wekenlang had ik op de zender geroepen dat het de laatste uitzending zou worden en nog dachten ze bij 538 dat ik het niet zou doen. Er is helemaal niemand langs geweest. Ja, raar”.
Op het internet was te lezen: “In april 1995 verdween de Soulshow van de radio, aangezien Ferry niet kon leven met het idee dat een programma met dance music op de zondagavond i.p.v. de zaterdagavond werd uitgezonden. ‘Mosterd na de maaltijd’ zoals hij dat zelf noemde. Ferry Maat ging naar de NCRV waar hij het in korte tijd zeer populaire ‘Maat in de Middag’ ging presenteren. In 2001 ging Ferry na een conflict met Jaap de Groot weg bij deze omroep”.
Ferry hield zijn Soulshow altijd in leven. Dat deed hij door steeds nadrukkelijk een ‘Soulshow Classic’ aan te kondigen. De Soulshow was zijn identiteit, zijn ‘handelsmerk’, in goede en in slechte tijden.
Maat kwam bij het vernieuwde Radio Veronica terecht. De zender die hij bij radio Noordzee bestreden had met zijn Soulshow en andere programma’s. Elke zaterdagavond presenteerde hij nu op Radio Veronica twee uur lang de ‘Ferry Maat Soulshow’. Er verschenen tevens cd’s onder de titel ‘Soulshow’. In het doordeweekse programma ‘Maat in de Middag’ had hij items als de ‘raadplaat’ en (opnieuw) de ‘Soulshow Classic’.
Publieke erkenning
Begin 2006 werd Ferry Maat, inmiddels 59 jaar, de Gouden Harp van de stichting Conamus toegekend – samen met Guus Meeuwis en Brigitte Kaandorp dat jaar. Daarmee was hij de eerste deejay aller tijden sinds de prijs in 1962 door Buma-Stemra opgezet was.
Maat reageerde met de woorden: “Dit is echt de kroon op m’n werk. Door de hoge luistercijfers is de kans natuurlijk altijd aanwezig dat je met je muziek invloed hebt. De laatste jaren ben ik er wel steeds meer achter gekomen dat de huidige generatie dance-dj’s en producers de Soulshow nog steeds hoog heeft zitten. Dat verbaasde me en daarom is deze prijs een geweldige verrassing voor me”.
De oeuvreprijs werd hem op 6 februari 2006 door Armin van Buuren overhandigd ‘voor zijn belangrijke bijdrage aan de Nederlandse dancemuziek met zijn legendarische programma Soulshow’. Latere prijswinnaars waren DJ Tiesto en die zelfde Armin van Buuren.
Een jaar later volgde de Marconi Oeuvre Award 2007 ‘vanwege het feit dat hij meerdere generaties dj’s heeft geïnspireerd’. Op 13 december 2008 presenteerde Ferry zijn laatste Soulshow bij Veronica. DJ Tiesto sprak hem toe: “Ik wil je bedanken voor al die jaren mooie radio. Als jong mannetje toen ik voor het eerst naar de radio luisterde was je voor mij al een grote inspiratiebron. Mede door jouw show ben ik geïnspireerd om deejay te worden”.
Op 17 april 2009 ontving Maat uit handen van de burgemeester van Huizen een koninklijke onderscheiding. Hij werd ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De website Mediapages deed verslag. Ferry was nu erkend ‘vanwege het feit dat hij gekwalificeerd kan worden als iemand die zich geruime tijd ten bate van de samenleving heeft ingespannen, anderen heeft gestimuleerd en een of meerdere opvallende prestaties heeft geleverd’.
Naast ‘het lintje’, overhandigde burgemeester Frans-Willem van Gils hem tevens het eerste exemplaar van de ‘Ferry Maat’s Soulshow Top 100-cd’ die uitgebracht was naar aanleiding van het 35-jarig bestaan van de Soulshow. Dit feit was in oktober 2008 gevierd bij Radio Veronica met de Soulshow Top 100.
Maat reageerde met de woorden: “Dit is echt de kroon op m’n werk. Door de hoge luistercijfers is de kans natuurlijk altijd aanwezig dat je met je muziek invloed hebt. De laatste jaren ben ik er wel steeds meer achter gekomen dat de huidige generatie dance-dj’s en producers de Soulshow nog steeds hoog heeft zitten. Dat verbaasde me en daarom is deze prijs een geweldige verrassing voor me”.
De oeuvreprijs werd hem op 6 februari 2006 door Armin van Buuren overhandigd ‘voor zijn belangrijke bijdrage aan de Nederlandse dancemuziek met zijn legendarische programma Soulshow’. Latere prijswinnaars waren DJ Tiesto en die zelfde Armin van Buuren.
Een jaar later volgde de Marconi Oeuvre Award 2007 ‘vanwege het feit dat hij meerdere generaties dj’s heeft geïnspireerd’. Op 13 december 2008 presenteerde Ferry zijn laatste Soulshow bij Veronica. DJ Tiesto sprak hem toe: “Ik wil je bedanken voor al die jaren mooie radio. Als jong mannetje toen ik voor het eerst naar de radio luisterde was je voor mij al een grote inspiratiebron. Mede door jouw show ben ik geïnspireerd om deejay te worden”.
Op 17 april 2009 ontving Maat uit handen van de burgemeester van Huizen een koninklijke onderscheiding. Hij werd ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De website Mediapages deed verslag. Ferry was nu erkend ‘vanwege het feit dat hij gekwalificeerd kan worden als iemand die zich geruime tijd ten bate van de samenleving heeft ingespannen, anderen heeft gestimuleerd en een of meerdere opvallende prestaties heeft geleverd’.
Naast ‘het lintje’, overhandigde burgemeester Frans-Willem van Gils hem tevens het eerste exemplaar van de ‘Ferry Maat’s Soulshow Top 100-cd’ die uitgebracht was naar aanleiding van het 35-jarig bestaan van de Soulshow. Dit feit was in oktober 2008 gevierd bij Radio Veronica met de Soulshow Top 100.
Award voor Ferry Maat (rechts), 13 december 2008
Op 21 april 2010 was er feest. Radio Veronica bestond vijftig jaar. Ferry Maat was van de partij. Hij trof er veel bekenden aan. Wie mis je nog werd hem gevraagd.
Ferry: “De mensen die niet hebben kunnen komen. Lex Harding, Willem van Kooten, Jan van Veen. Ik begrijp het niet, die is gewoon in Nederland. Will Luikinga, die zit in Malaga vast. Adam Curry”.
Er werd hem een microfoon voor de mond gehouden. Wat is voor jou het ultieme radio Veronica-gevoel?
Ferry: “Ik heb nooit bij radio Veronica gewerkt. Ik ben pas bij Veronica gekomen in 2003. Maar als je het zeezender-gevoel bedoelt, dan is het toch wel de club vrienden onder elkaar”.
Het was niet zo’n slecht idee van Ferry Maat om bij Radio Noordzee een programma met ‘zwarte muziek’ te beginnen en er jaar in jaar uit aan vast te houden.
Met dank aan Peter Bartlema. Het volledige interview uit 2005 met Ferry Maat is te lezen op radio.nl
Harry Knipschild
18 december 2013
Clips
* Sam & Dave, Soul Man, 1967
* Ferry Maat bij Radio Noordzee, 1972
* Millie Jackson, My man is a sweet man, 1972
* William DeVaughn, Be thankful for what you've got, 1974
* Ferry Maat introduceert BZN met Annie Schilder, TROS-tv, Mon Amour, 1976
* Marvin Gaye in Oostende, 1981-1982
* Ferry Maat, laatste Soulshow bij Radio Veronica, 13 december 2008
* Ferry Maat bij 50 jaar Radio Veronica, 21 april 2010
Ferry: “De mensen die niet hebben kunnen komen. Lex Harding, Willem van Kooten, Jan van Veen. Ik begrijp het niet, die is gewoon in Nederland. Will Luikinga, die zit in Malaga vast. Adam Curry”.
Er werd hem een microfoon voor de mond gehouden. Wat is voor jou het ultieme radio Veronica-gevoel?
Ferry: “Ik heb nooit bij radio Veronica gewerkt. Ik ben pas bij Veronica gekomen in 2003. Maar als je het zeezender-gevoel bedoelt, dan is het toch wel de club vrienden onder elkaar”.
Het was niet zo’n slecht idee van Ferry Maat om bij Radio Noordzee een programma met ‘zwarte muziek’ te beginnen en er jaar in jaar uit aan vast te houden.
Met dank aan Peter Bartlema. Het volledige interview uit 2005 met Ferry Maat is te lezen op radio.nl
Harry Knipschild
18 december 2013
Clips
* Sam & Dave, Soul Man, 1967
* Ferry Maat bij Radio Noordzee, 1972
* Millie Jackson, My man is a sweet man, 1972
* William DeVaughn, Be thankful for what you've got, 1974
* Ferry Maat introduceert BZN met Annie Schilder, TROS-tv, Mon Amour, 1976
* Marvin Gaye in Oostende, 1981-1982
* Ferry Maat, laatste Soulshow bij Radio Veronica, 13 december 2008
* Ferry Maat bij 50 jaar Radio Veronica, 21 april 2010
- Raadplegingen: 23759