79 - Jimi Hendrix en zijn familie, vóór en na 18 september 1970
Vrijwel alle artiesten hebben tegenwoordig een website. Die kan officiëel of niet officiëel zijn. De in 1970 overleden Jimi Hendrix heeft een officiële website. In de officiële biografie wordt zijn moeder Lucille niet genoemd. De rol van zijn vader Al wordt daarentegen sterk benadrukt. Al, is te lezen, ontdekte dat Jimi belangstelling had voor muziek, en speciaal de gitaar. “Als ik weg was moest Jimi de slaapkamer schoonmaken. Als ik thuiskwam vond ik een hoop stro van de bezem rond het bed. Ik ontdekte dat hij op het voeteneind van het bed zat en op de bezem speelde alsof het een gitaar was”. Volgens de biografie kocht Al eerst een ukelele en later een gitaar voor zijn zoon.
De indruk word gewekt dat speciaal zijn vader er alles voor over had om zijn zoon tot een beroemde artiest te maken. De ‘official Jimi Hendrix Site’ is het product van Experience Hendrix L.L.C., een bedrijf dat onder leiding staat van Janie Hendrix.
In het boek Room full of mirrors. A biography of Jimi Hendrix (Charles Cross, 2005) is het verhaal meer genuanceerd en ook anders. Biograaf Cross komt integer over. Hij zocht uit hoe het werkelijk toeging. Om achter de waarheid te komen sprak hij jarenlang met diverse leden van de familie, inclusief Al die in 2002 kwam te overlijden. Van een gesprek met Janie Hendrix heb ik geen sporen in het boek gevonden. De reden hiervan is achterwege gelaten. Veel recente informatie is te vinden op de websites van Amerikaanse kranten. Vooral de kranten uit Seattle doen regelmatig verslag. Begrijpelijk. Jimi kwam in die stad op de wereld en ligt er samen met zijn vader begraven.
Buster Hendrix
Bertran Hendrix (tot 1912: Hendricks), grootvader van de artiest, werd kort na de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) geboren als de zoon van een slavin en haar blanke eigenaar. Zijn moeder had hem naar haar eigenaar vernoemd. Bertran en Nora, zijn echtgenote, trokken met een vaudeville-gezelschap naar de kust in het noordwesten van de VS en Vancouver, over de Canadese grens. Al, hun jongste kind, werd in 1919 geboren met een lichamelijke afwijking. Hij had zes vingers aan iedere hand. In 1940 arriveerde Al in Seattle. Hij werd verliefd op de zeer jeugdige Lucille Jeter (geb. 12 oktober 1925) en trouwde met haar. Lucille had tevens contacten met andere mannen. Ook na het huwelijk.
Op 7 december 1941 werd Pearl Harbour door de Japanners gebombardeerd. Kort voor Al Hendrix begin 1942 voor de militaire dienst werd opgeroepen bleek dat Lucille zwanger was. Terwijl Al Hendrix als militair opereerde in de Pacific beviel zijn vrouw op 27 november 1942 van een zoon. Zij noemde hem Johnny Allen Hendrix. Johnny Page was jarenlang een van haar ‘vrienden’. Het is dus niet helemaal zeker dat Al Hendrix de vader was, maakte Charles Cross duidelijk. Lucille (17) probeerde zo goed mogelijk voor haar kindje te zorgen. Maar het straatarme meisje moest ook in leven zien te blijven. Dat lukte nauwelijks. De zorg voor het jongetje, met de roepnaam Buster, werd daarom uitbesteed aan een vrouw in Californië.
Johnny Allen Hendrix ('Buster') en zijn moeder
In september 1945 zwaaide Al Hendrix af. Twee maanden later reisde hij van Seattle naar Californië. Buster, drie jaar oud, bleek het naar zijn zin te hebben bij moeder en dochter Champ. Die deden moeite hem blijvend bij zich te houden. Na enige aarzeling, lijkt het, nam Al het jongetje toch mee. Kort daarna kwam ook moeder Lucille opdagen. Voor het eerst was het ‘gezin Hendrix’ bij elkaar. Van een harmonieus huwelijk was geen sprake. Lucille en Al dronken te veel en hadden steeds ruzie. Al was niet tevreden met de voornamen van Buster. Die liet hij formeel veranderen van ‘Johnny Allen’ in ‘James Marshall’.
Op 13 januari 1948 bracht Lucille een tweede zoon ter wereld. Hij werd Leon Hendrix genoemd. Op het geboorte-certificaat werd Al aangegeven als de vader. Herhaaldelijk telde de vader het aantal tenen en vingers. Leon was gelukkig gezond, kreeg Cross van de familie te horen. Er kwamen nog vier kinderen, twee in elk geval met lichamelijke afwijkingen. Dat gaf opnieuw aanleiding tot echtelijke conflicten. Man en vrouw waren toch al niet in staat hun ‘kroost’ op te voeden. Buster kwam nog wel eens bij oma Nora in Canada terecht. De opvoeding van de andere kinderen werd aan de staat overgelaten. De ouders hielden het huwelijk niet vol. Eind 1951 gingen ze formeel uit elkaar. Af en toe vonden ze elkaar weer even, tot de volgende ruzie.
Alcohol bracht Lucille aan de rand van de afgrond. Met leverproblemen belandde ze in de herfst van 1957 in het ziekenhuis. In januari 1958 trouwde Lucille Jeter voor de tweede keer, nu met William Mitchell. De bruid wist dat ze niet lang meer te leven had. Al, Buster en Leon gingen nog één keer bij haar op bezoek. Het was meer dan schrikken toen de kinderen hun moeder in een rolstoel aantroffen.
“Ze zag er altijd geweldig uit”, vertelde Leon later aan Cross. “Ze droeg juwelen en rook heerlijk. Daar was niets meer van over”. Twee weken later overleed Lucille. Geld voor de begrafenis was er niet. Lucille kwam in een armengraf terecht met als kenteken ‘Mitchell’. Dat bleef zo.
Langzaam maar zeker kreeg Buster belangstelling voor muziek. Op elfjarige leeftijd luisterde hij regelmatig naar de ‘Hitparade Top Ten’. Dean Martin was zijn favoriete artiest. Het was in die tijd dat hij op een bezem gitaar begon te spelen (zie de ‘officiële’ biografie). Het lijkt erop dat Buster besefte dat je door het vertolken van muziek de ellende en de armoede kon overstijgen. Al Hendrix was zo arm dat hij gedwongen was de kamer van zijn zoon te verhuren. Ernestine en Cornell Benson brachten bluesplaten mee. Zo hoorde het jongetje de muziek van Lightnin’ Hopkins, Howlin’ Wolf en Robert Johnson.
Toen er een gitaar met één snaar te koop was voor vijf dollar hielp Ernestine hem aan zijn eerste instrument. Zijn vader, aldus Cross, was zelf niet bereid met het geld over de brug te komen. Buster speelde linkshandig gitaar. Dat was niet naar de zin van zijn vader. Als die arriveerde moest hij snel van stijl veranderen. Anders was het bonje.
Grote indruk, is in A room full of mirrors te lezen, maakten optredens van Elvis Presley en Little Richard. Op 1 september 1957 trad Elvis op in het Sicks stadion van Seattle. Het kostte anderhalve dollar om er binnen te komen. Over zo’n kapitaal beschikte het 14-jarige jongetje niet. Vanaf een heuvel keek Buster toe. Hij constateerde dat 16.000 fans helemaal gek werden toen het idool in de verte op het podium verscheen. Van dichtbij zag Hendrix de zanger van ‘Hound Dog’ toen die na afloop in een gouden tenue op de achterbank van een witte Cadillac dook en uit het zicht verdween.
Leon, zijn broertje, zag Little Richard in 1958 onverwacht uit een limousine stappen. De zanger van ‘Tutti Frutti’ was naar Seattle gekomen om er te preken. Leon en Buster gingen samen kijken naar de ‘dominee’ met het flamboyante haar en zijn verhaal over hel en verdoemenis. Na afloop van de preek slaagden ze erin de beroemde predikant even aan te raken.
Jimi Hendrix
Plaatdebuut van Jimi Hendrix
‘Buster’ Hendrix werd later ‘Jimi’ Hendrix. In 1963 stond hij voor het eerst samen met die zelfde Little Richard op de bühne. In 1965 namen Penniman en Hendrix het nummer ‘I don’t know what you’ve got’ op. In de stijl van Otis Redding. Een van mijn favoriete nummers in die tijd. De single op het Vee-Jay label kwam helaas niet hoger dan de 92ste plaats in de top 100 van Billboard.
In de ‘officiële’ biografie krijgt Chas Chandler, bassist van de Animals, de eer dat hij Jimi Hendrix tijdens een optreden in Greenwich Village (New York) ontdekte. Dat was in juli 1966. Chandler was het ook die Buster zijn nieuwe voornaam ‘Jimi’ gaf. Hij nam hem mee naar Londen. Weldra was de Jimi Hendrix Experience geboren, met Noel Redding op basgitaar en Mitch Mitchell achter het drumstel. Geen woord over de rol van Polydor in Londen die ongetwijfeld flink in Jimi en zijn groep investeerde. Zonder de mensen van de platenmaatschappij zouden ‘Hey Joe’ en het album ‘Are you experienced?’ niet van de grond gekomen zijn. Een doorbraak komt niet vanzelf.
Kort na aankomst in Londen nam Jimi telefonisch contact op met Al Hendrix. Samen met vriendin Kathy Etchingham en manager Chandler mocht hij op dat moment in een twee-kamerflat van Ringo Starr wonen. Geld was er niet. Dus belde hij collect call om zijn familie, met wie hij al maanden geen contact meer had, op de hoogte te brengen. Al bleek verhuisd te zijn. Van Ernestine Benson vernam hij dat zijn vader opnieuw getrouwd was. Zijn stiefmoeder was Ayako Jinka, een Japanse vrouw met vijf kinderen. Tenslotte kreeg hij Al zelf aan de lijn.
“Al was woedend”, hoorde Cross bij de research van zijn boek. “Wat een verspilling van geld. Al geloofde eerst niet dat Jimi in Londen was. Van wie heb je het geld gestolen om er te komen, vroeg hij in het gesprek”. Om Al te overtuigen gaf Jimi de telefoon over aan Kathy die perfect Engels sprak. “Meneer Hendrix, het is echt waar, Jimi is hier in Engeland”, zou ze gezegd hebben. Naar eigen zeggen bevestigde Al aan Jimi dat hij hertrouwd was. En tevens dat hij van plan was een van de vijf kinderen van ‘June’, zijn nieuwe vrouw, te adopteren. Tegen Kathy zei hij: “Vertel aan mijn jongen dat hij me maar moet schrijven. Ik betaal niet voor collect calls”. En daarna hing hij op. Jimi, aldus Kathy later, zou gereageerd hebben met: “What’s he doing adopting other people’s children when he couldn’t even look after his own?”
Weerzien in Seattle op 12 februari 1968
Leon Hendrix (foto uit 2009)
Na de hits in Engeland volgde de doorbraak in Amerika. Met veel succes trad de Jimi Hendrix Experience op tijdens Monterey Pop (18 juni 1967). Ruim een half jaar later was hij voor het eerst sinds zeven jaar terug in zijn geboortestad. Om verschillende redenen zag Jimi tegen het optreden in Seattle op. In 1960 had hij een auto gestolen en er in rondgereden. Daar stond vijf jaar gevangenisstraf op. Sinds 1961 had hij er zich niet meer laten zien. Het nieuwe idool werd echter met alle egards begroet. Zijn optreden in Seattle Center Arena was uitverkocht.
Als laatste stapte Jimi Hendrix uit het vliegtuig dat de Experience naar Seattle bracht. De familie was present. Al had zijn snor afgeschoren en droeg, viel Jimi op, voor het eerst in zijn leven een das. Tijdens een interview kort voor aankomst had Jimi nog gezegd dat hij bang was dat zijn vader hem bij aankomst zou beetpakken en zijn haar afknippen. Maar dat gebeurde niet. Integendeel. Al nam een hand van Jimi vast, plaatste zijn andere hand op Jimi’s rug, en zei: “Welcome home, son”. Op het vliegveld maakte Jimi tevens kennis met June, zijn ‘Japanse’ stiefmoeder.
Jimi (25 jaar jong) ging met zijn familie mee naar het huis van Al. Buren, vrienden en familie waren van de partij. Sommige van Jimi’s oude vriendjes konden er niet bij zijn. Als dienstplichtig militair bevonden ze zich in Vietnam. De whiskey vloeide. Jimi vroeg toestemming aan Al of hij ook een slokje mocht nemen. Ernestine verzocht hij zijn haar in de krullen te zetten. Tijdens de behandeling vertrouwde hij haar toe: “The problem with my life is that I have to take a pill to sleep, and a pill to perform”. Hij barstte bijna in tranen uit. Ernestine adviseerde het idool wat meer aan zichzelf te denken. Tante Delores kon zich later nog herinneren: “He was like a hippie!” Leon, zijn broertje, was vooral onder de indruk van zijn gigantische hoed en outfit. “He looked just wild!”
Tijdens het optreden zat de hele familie vooraan. Linda Jinka, een van zijn nieuwe stiefzusjes, hield een bordje omhoog met daarop: “Welcome home Jimi, love, your sisters”. Voor Al was het geluid waarschijnlijk veel te hard. Soms stopte hij zijn vingers in de oren. Jimi speelde onder andere ‘Foxy Lady’ en ‘Purple Haze’. Onder luid gejuich noemde hij de namen van de scholen in Seattle. Na afloop was er een party in het chique Olympic Hotel. Jimi gaf zijn vader 50 dollar. Als hij meer nodig had, moest hij het maar laten weten. Na middernacht ging hij nog met hem en Leon mee om een partijtje monopolie te spelen. De fles whiskey kwam weer op tafel. De arme Leon kreeg te horen dat hij lang niet zoveel muzikaal talent had als zijn oudere broer. Van slapen kwam niets.
Helemaal goed was de relatie van Jimi met zijn vader nooit. Het was er een van vallen en opstaan. In de grote wereld was hij een superster, ‘thuis’ niet. Meer en meer spookten herinneringen aan zijn moeder door zijn hoofd. Tijdens een verblijf in Hawaii (1970) schreef hij: “One day I can get around to asking questions of great importance and experience of unanswered history and lifestyle of my mother that bore me – Mrs. Lucille. There are some things that I must know about her”.
Na 18 september 1970
november 1970
Op 18 september 1970 kwam er in Londen een einde aan het aardse leven van Jimi Hendrix. In Seattle werd Al telefonisch op de hoogte gebracht door het management. Leon hoorde het op een andere manier. Hij zat vast wegens diefstal. Leon werd naar het kantoor van de gevangenis geroepen, vernam het nieuws en moest terug naar zijn cel.
Het stoffelijk overschot werd naar Seattle overgebracht. De hele familie was aanwezig bij de begrafenis. Al, grootmoeder Nora, stiefmoeder June met haar kinderen, enzovoort. Leon kreeg dispensatie er bij te zijn. In handboeien werd hij naar het kerkhof gebracht. Meer dan tweehonderd personen waren bij de uitvaart aanwezig, inclusief heel wat mensen uit ‘het vak’, onder wie Miles Davis, Johnny Winter en John Hammond junior. Leon las een gedicht voor waarin hij beschreef hoe moeder Lucille en broer Jimi vanuit de hemel over hen waakten.
Er waren heel wat vrouwen in het leven van de artiest geweest. Tot een huwelijk was het echter niet gekomen. Er was dus zeker geen ‘formeel’ nageslacht. Hoe ging het met de financiële nalatenschap?
Als de wettige vader kreeg Al Hendrix de bezittingen van Jimi toegewezen. Van manager Michael Jeffrey hoorde hij dat er nauwelijks geld was. Voor alle zekerheid nam Al een advocaat in de hand. Dat leverde in eerste instantie 20.000 dollar op. Op 5 maart 1973 was Jeffrey een van de slachtoffers van een vliegtuigongeluk bij Nantes. Al had de handen vrij om te doen wat hij niet laten kon.
Steeds meer mensen meldden zich om een deel van de nalatenschap van Jimi Hendrix op te eisen. Bassist Noel Redding werd afgekocht met 100.000 dollar, drummer Mitch Michell met 300.000 dollar. Tamika Carpenter kon voor de rechter niet afdoende bewijzen dat zij een dochter van de artiest was. Anders was het met James Daniel Sundquist (Zweden, 1969). Een Zweedse rechtbank erkende hem als de zoon van Jimi. Dat was niet voldoende om ook in de VS erkend te worden. Toen hij en zijn moeder tot in de jaren negentig bleven aandringen en dreigen kregen ze een miljoen dollar van Al.
De nalatenschap van Jimi Hendrix werd gaandeweg steeds meer waard. Voor een gedeelte kwam dat door de uitvinding en marketing van de compact-disc. Oude popmuziek kreeg ineens een nieuw leven. Liefhebbers vervingen hun versleten elpees met prachtige hoezen door glanzende schijfjes met vaak onbetekenende velletjes dun papier (inlays). Die schijfjes waren bovendien twee keer zo duur als de voormalige albums. De oude platen van de gitarist bleven prima verkopen. Opnamen die ongebruikt gebleven waren werden met succes in de handel gebracht. Ook een nieuwe generatie ontdekte de te vroeg gestorven gitarist. De rechten van de composities van Jimi werden bovendien steeds interessanter in financieel opzicht. Het werd een ware goudmijn. Al was het stralende middelpunt.
De Zweedse zoon van Jimi Hendrix
Tot 1993 werkte Al Hendrix samen met advocaat Leo Branton en geluidsman Alan Douglas. Die hadden er voor gezorgd dat steeds meer rechten en inkomsten in handen van de vader kwamen. Door middel van een kostbare rechtszaak wist Al zijn helpers aan de kant te zetten. In juli 1995 zette hij een nieuw bedrijf op dat hij ‘Experience Hendrix, LLC’ noemde. Een nieuwe advocaat en geluidsman Eddie Kramer werden ingehuurd. Stiefdochter Janie, die hij geadopteerd had, kreeg de leiding. Jimi en Janie hadden elkaar nauwelijks gekend. Jimi wist niet eens hoe het meisje heette. In de eerder aangehaalde brief uit Hawaii deed hij de groeten aan zijn stiefzusje ‘Jenny’. Wel was er een foto bewaard gebleven waarop ze samen stonden afgebeeld.
De relatie van Al met Ayako Jinka hield geen stand. Vader Hendrix zocht zijn geluk bij jongere vrouwen. Volgens Cross waren dat vaak vriendinnen van de moeder van Jimi. In 1999 overleed ‘June’ op 79-jarige leeftijd. In die tijd kreeg Jas Obrecht opdracht de autobiografie van Al Hendrix te schrijven: ‘My son, Jimi’. Aan Cross vertelde de co-auteur dat hij tot zijn verbazing ineens te horen kreeg dat Leon Hendrix niet de zoon van Al was. “Ik kon me bijna niet onttrekken aan het idee dat het voor iemand belangrijk was dat dit werd vastgelegd”.
Na de dood van Al Hendrix
Op 29 december 1997 publiceerde Jan Vollaard een artikel over de muzikale nalatenschap van Jimi Hendrix in het NRC. “Sinds kort is het heft in handen van de familie, vooral van Jimi’s stiefzus Janie Hendrix”, schreef hij naar aanleiding van een telefonisch interview met haar. “Janie Hendrix-Wright vormt met Jimi’s broer Leon en vader Al de directie van Experience Hendrix. Het familiebedrijf dat zich tot taak heeft gesteld om de naam van Jimi Hendrix levend te houden. ‘De eer van onze familie stond op het spel’. Zij doelde op de oneerbiedige manier waarop in het verleden met de muziek van Jimi Hendrix werd omgesprongen”.
Vollaard noteerde: “Ik [als klein meisje] zei hem dat ik later mee op tournee wilde om op zijn geld te passen. Hij moest daar hard om lachen, maar achteraf stel ik vast dat zijn financiën beheerd werden door onbetrouwbare managers en zakenlieden. Ik heb hem toen beloofd dat ik goed voor hem zou zorgen. In zekere zin is die belofte uitgekomen, ook al is Jimi er zelf niet meer bij. Zijn muziek is in goede handen, namelijk die van zijn familie”.
Het verhaal van Janie klonk als een klok toen ik het in 1997 las. Maar dat was niet het einde. Eerder het begin van een nieuw hoofdstuk. Op 17 april 2002 overleed Al Hendrix op 82-jarige leeftijd. Drie van zijn kinderen, Jimi, Alfred en Pamela, en zijn echtgenotes Lucille en Ayako, waren hem voorgegaan. Dochter Kathy, blind geboren, woonde nog steeds in een door de staat onderhouden tehuis voor blinden. Kathy wilde niets meer te maken hebben met de familie die haar op jeugdige leeftijd in de steek gelaten had.
Experience Hendrix was er in geslaagd alle rechten te verwerven op zaken die met de 32 jaar eerder gestorven artiest te maken hadden. De muziekindustrie had steeds minder in de melk te brokkelen. Het bezit werd geschat op een waarde van 80 miljoen dollar, de inkomsten op ongeveer 8 miljoen dollar per jaar. In het overlijdensbericht schreef Ellen Kim van de Seattle Post: “Survivors include daughter Janie and son Leon”.
Tijdens het bekend maken van het testament van Al Hendrix bleek dat elf personen recht hadden op een deel van zijn nalatenschap. Het grootste deel, 48 procent, ging naar Janie. De vier broers en zussen van Janie kregen ieder vijf procent. De kinderen van Ayako ontvingen dus samen meer dan tweederde van het bezit van Al Hendrix. Tot grote verbazing van iedereen kreeg Jimi’s broer Leon helemaal niets (met uitzondering van een gouden plaat, ter keuze van Janie). Al bleek zijn zoon onterfd te hebben. De kant van de familie die met de moeder van Jimi Hendrix verwant was werd eveneens van de erfenis buiten gesloten.
In een eerder testament was Leon een kwart van de nalatenschap toebedeeld. Nu dus niets. Leon had geen cent. Een rijke Amerikaan moest eraan te pas komen om hem te helpen. Leon werd zodoende in staat gesteld het testament aan te vechten. Zeven familieleden, inclusief Linda, de zus van Janie, waren bereid voor Leon op te komen bij de rechter. Dat deden ze niet zo maar. Ondanks alle inkomsten hadden ze nooit geld ontvangen van Experience Hendrix. Het bedrijf zou slecht gerund zijn. Bovendien had Janie zichzelf een salaris van ruim 800.000 dollar per jaar (in 2001) toebedeeld. Janie (en neef Bob Hendrix) reageerden met de opmerking dat het testament ook voor hen een verrassing was. Maar volgens Janie was de erfenis nu eenmaal rechtsgeldig.
De rechter moest dus uitsluitsel geven. Een proces dat Noel Redding aanspande werd wegens overlijden van de bassist van de Jimi Hendrix Experience (in 2003) niet doorgezet. De rechtszaak binnen de familie begon evenwel op 28 juni 2004. Bij die gelegenheid dook plotseling Joe Hendrix op, een kind van Lucille en misschien ook wel van Al. In opdracht van de rechter werd een DNA-test uitgevoerd. Joe bleek een andere vader te hebben. Ook Leon moest een DNA-test ondergaan. Dat was minder relevant omdat Leon de legale zoon van Al Hendrix was. Daarom werd het resultaat niet bekend gemaakt (maar verzegeld opgeborgen).
De rechter erkende dat er door Janie druk op Al Hendrix was uitgeoefend om zijn wil te veranderen. Die had dus blijkbaar gelogen in haar verklaringen. Maar het testament van Al Hendrix was rechtsgeldig. Daar kon hij niets aan doen. Nieuwe processen brachten geen verandering. Door beide partijen werden miljoenen dollars gespendeerd voor het ‘gelijk krijgen’.
Craig Dieffenbach, de helper van Leon Hendrix, probeerde zijn investering terug te verdienen door het in de handel brengen van Hendrix Electric Vodka. Dat was een onderneming die hij samen met Leon opzette.
Janie stapte naar de rechter en won. De drank moest uit de handel genomen worden. Experience Hendrix had bovendien recht op een schadevergoeding van 3,2 miljoen dollar. De samenwerking met de broer van Jimi Hendrix kostte Dieffenbach in totaal 6,7 miljoen dollar. In de media verscheen ook het bericht dat Leon Hendrix wel eens een miljoen dollar van Al ontvangen had als hij afzag van verdere rechten. Maar dat geld was verkwist. In de kranten was te lezen over de verslaving van Leon Hendrix aan drugs en alcohol. In dat opzicht verschilde hij niet zoveel van zijn oudere broer. Vanwege die verslaving ook had het nogal wat voeten in de aarde om een standbeeld van de beroemde inwoner van Seattle in zijn geboortestad te plaatsen.
Als wettige erfgenaam van Al Hendrix was Janie in staat de nagedachtenis van Jimi naar haar hand te zetten. In interviews liet ze zich aanspreken als ‘de [jongere] zus van Jimi Hendrix’. Al Hendrix noemde ze steeds ‘mijn vader’. Zonder de familie vooraf op de hoogte te brengen liet ze de stoffelijke resten van de artiest verplaatsen, ’s avonds na sluiting van het kerkhof. Experience Hendrix trok een miljoen dollar uit voor een tien meter hoog monument, Jimi en Al verenigd – samen met de resten van die leden van de familie die er bij mochten horen.
Het graf van Lucille, de moeder van Jimi Hendrix, bleef zoals het was. Het kostte Charles Cross moeite het te vinden. De gegevens over de exacte locatie leken verdwenen te zijn. Na lang aandringen kwam er een medewerker van het kerkhof aan te pas met een oude kaart en een schop. Cross voelde zich archeoloog in plaats van historicus. Het boek Room full of mirrors eindigde in 2005 met de mededeling dat het armengraf onveranderd gebleven was. “The only marker for the grave of Lucille Hendrix remains the single welfare brick reading MITCHELL, the name of her second husband whom she was only married to for a matter of days. There is no indication that the grave holds the mother of Jimi Hendrix, the same man who lies interred next to his father on the other side of the cemetery in a thirty-foot-tall memorial”.
Hoop doet leven
Toch is er hoop. Op het internet ontdekte ik dat het graf van moeder Lucille inmiddels zichtbaar is. Met een foto en de naam Hendrix erbij. Ook Leon Hendrix heeft wat rechten gekregen. Hij mag zelfs de naam en afbeelding van zijn broer gebruiken. In de voetsporen van die broer maakt hij muziek, de muziek van de Jimi Hendrix Experience. In Jimi’s eerste hit ‘Hey Joe’ zingt hij ‘Hey Jimi’.
En Janie, die wordt op het internet meestal hartgrondig verwenst. Bij een interview op YouTube met Jeff Woods las ik recentelijk : “I really wish this woman gets killed or dies on a airplane accident, Please god make this come true!” Dat zijn zeer harde woorden. Harder kan het niet. Vroeger werden dit soort wensen, maar nooit zo extreem, geuit ten opzichte van de bazen van platenmaatschappijen. Sommige familieleden van artiesten zijn in de ogen van de fans van de zelfde soort. Zo gaat dat in de wereld van de rock & roll.
Harry Knipschild
21 juli 2011
Clips
* Little Richard (met Jimi Hendrix), I don't know what you've got, 1965
* Jimi Hendrix, Wild Thing, Parijs, 1967
* Leon Hendrix, 'Hey Jimi' ('Hey Joe'), 2010
* Little Richard (met Jimi Hendrix), I don't know what you've got, 1965
* Jimi Hendrix, Wild Thing, Parijs, 1967
* Leon Hendrix, 'Hey Jimi' ('Hey Joe'), 2010
* Het grafmonument van Jimi Hendrix, 18 september 2010
Literatuur
Jan Vollaard, 'Het familiebedrijf houdt de naam Hendrix hoog', NRC, 29 december 1997
Ellen Kim, Jimi Hendrix's father dies at 82', Seattle Post, 17 april 2002
Rick Anderson, 'Litigious Experience', Seattle Weekly, 23 oktober 2002
Charles Cross, Room full of mirrors. A biography of Jimi Hendrix, New York 2005
'Hendrix energy drink upsets fans', BBC, 24 januari 2007
Geoff Boucher, 'It's more than a slight return for Jimi Hendrix', Los Angeles Times, 13 oktober 2007
Nina Shapiro, 'The house of trash. Jimi's brother's dump is on the market for $500,000', Seattle Weekly, 21 november 2007
Mike Seely, 'The Leon Hendrix Experience', Seattle Weekly, 4 maart 2009
Chris Kornelis, 'Q&A Janie Hendrix', Seattle Weekly, 17 maart 2010
Harry Knipschild, 'Jimi Hendrix op zoek naar wat geluk', website Harry Knipschild, 6 augustus 2010
Keegan Hamilton, 'Leon Hendrix has a right to brother Jimi Hendrix's name and likeness, judge says', Seattle Weekly, 10 februari 2011
'Jimi Hendrix biography', website Experience Hendrix L.L.C., gedownload 15 juli 2011
- Raadplegingen: 34379