32 - Go West! Van Nederland naar Holland
Rond de eeuwwiseling schreef ik op verzoek van de stichting Nederland-Verenigde Staten een aantal korte artikelen. “De stichting heeft ten doel het verschaffen van informatie ten einde vooroordelen over de Verenigde Staten weg te nemen, alsmede het onderhouden en versterken van de vriendschapsbanden tussen Nederland en de Verenigde Staten”, was te lezen in het informatieblad dat in december 2004 verscheen. Ir. R.P. (Rob) Peters (Bergschenhoek) trad op als stuwende kracht en voorzitter. Daarin het onderstaande:
Go West! Van Nederland naar Holland
Aan het einde van de achttiende eeuw begon in Amerika de grote trek naar het westen. Bewoners van de oostkust, maar ook tal van groepen Europeanen hadden zo hun redenen om hun geboortegrond te verlaten en de Amerikaanse wildernis in te trekken.
Hierbij speelden socio-religieuze motieven vaak een alles overheersende rol. Zo stichtten in 1805 de zogenaamde Shakers in Pleasant Hill, Kentucky, een eigen gemeenschap waar ze volgens hun eigen leefregels konden leven. In hun geval betekende dat een volledig celibatair leven met afschaffing van het gezinsleven. Man en vrouw zagen elkaar alleen in een gemeenschappelijke ruimte, zelfs als ze (daarvoor) getrouwd waren.
De Mormonen werden door hun omgeving niet geaccepteerd omdat ze juist aan polygamie deden. Bovendien was hun bewering dat ze in rechtstreeks contact met de hemel en speciaal de engel Moroni stonden, aanleiding voor heel wat moeilijkheden. Daarom trokken zij steeds verder naar het westen en belandden in Great Salt Lake Valley, waar ze een ‘Nieuw Zion’ begonnen.
Holland in Michigan
De ‘Afgescheidenen’ van dominee Van Raalte
In Rotterdam stapte de Arnhemse dominee Albertus van Raalte met vrouw, vijf kinderen en een groep protestantse Afgescheidenen op 2 oktober 1846 aan boord van The Southerner om aan de overkant van de Grote Plas een nieuw leven te beginnen.
De Nederlandse landverhuizers wilden zich in Wisconsin vestigen, maar tijdens een gedwongen oponthoud in Detroit hoorden ze van een onontgonnen gebied in het westen van Michigan. Er liepen al enige spoorwegen heen en kolonisten waren er in geslaagd een aantal goed lopende nederzettingen te vestigen. Bovendien was er vruchtbare en goedkope grond in overvloed en markten in de omgeving maakten het mogelijk om handel te drijven.
In januari 1847 kocht de dominee van het geld dat de kerkgangers van zijn Nederlandse gemeente hadden ingezameld een eerste stuk grond aan het Black Lake. Het dorpje Holland was geboren.
Over Holland, Michigan, met zijn klompen en windmolens, zijn in de loop der tijden tal van romantische verhalen geschreven. Maar wat is er mooier dan een eigentijdse reportage van een Amerikaanse journalist, die in het najaar van 1853 per trein naar Michigan reisde en zijn wederwaardigheden op 8 oktober in de New York Tribune liet afdrukken. Een verslag uit de eerste hand.
De ‘goatheaditiveness’ van de Nederlanders in Michigan
De onbekende auteur had er vanuit Allegan County zes uur over gedaan om de Nederlandse kolonie, 22 mijl in het noordwesten, te bereiken. Daar bezocht hij Holland Stad, Zeeland, Vriesland, Drenthe, Overijssel en Graafschap waar de scepter gezwaaid werd door de dominees Van der Meulen, Smit, Schepers, Ypma en natuurlijk pionier Van Raalte, die zes jaar erder als leider van een ‘party of persecuted Hollanders’ begonnen was met het bosvrij maken van het gebied dat hij verworven had.
In 1853 was dat proces nog lang niet voltooid: hij zag weliswaar akkers met aardappelen, pompoenen en graan, maar dat waren voorlopig niet veel meer dan kleine stukjes grond midden tussen de berken, eiken, maple en allerhande andere bomen.
Maar, zo voorspelde de journalist, het was slechts een kwestie van tijd of het hele gebied zou één grote open ruimte zijn en dan gaan lijken op de prairies in Illinois, Wisconsin en Minnesota. Alle bomen werden één voor één geveld en het hout verkocht.
De Hollanders bezaten immers uitzonderlijke karaktereigenschappen: ze waren zowel zeer ijverig als uiterst zuinig en hielden vol onder de meest moeilijke omstandigheden. Ze wisten zich goed aan het leven in het Amerikaanse westen aan te passen dankzij een uitzonderlijke eigenschap die de New York Tribune omschreef als ‘goatheaditiveness’. Hollandse koppigheid.
Volop economische activiteiten
Een van de grootste problemen van het moment was het ontbreken van een goede haven in het westen, aan het Lake Michigan. Maar daar werd aan gewerkt. Het Congress in Washington had al een eerste subsidie toegezegd om de opening van het Black Lake naar de grote meren een stuk breder en dieper te maken. Er was ruim 100.000 dollar nodig om vervolgens een haven aan te leggen met twee stevige pieren. De ‘Colony’ die nu nog zo’n vierduizend Nederlandse immigranten telde, zou binnen twaalf maanden zeker twee keer zoveel inwoners hebben.
De krant prees de industriële activiteiten van de Nederlanders, met allerlei molens, leerlooierijen, een houtskoolbranderij en maar liefst zeven winkels. De hout-activiteiten waren bovendien goed opgezet omdat de Nederlandse pioniers efficiënt gebruik gemaakt hadden van de expertise van Amerikaanse houthakkers die ze hadden meegenomen uit de Allegheny Mountains.
Dominees en leraren in Latijn en Grieks
Holland werkte duidelijk aan zijn toekomst. De kolonisten leerden alle talen: Engels, Frans en Duits, en zelfs Latijn en Grieks. Er waren in de omgeving minstens tien scholen waar in het Nederlands onderwezen werd en Walter T. Taylor, afkomstig uit Geneva, New York, had kort geleden zelfs een Amerikaanse high school gesticht.
Een andere onderwijzer in de klassieke talen, de Nederlander Herman Doesburg, was nu samen met zijn twee zonen uitgever van een eigen krant, De Hollander, en behartigde op die manier de hogere belangen van de Nederlandse kolonie.
Tijdens het bezoek van de journalist uit New York vond er in het dorpje Zeeland toevallig ook een synode van de ‘Reformed Dutch Church of Lake Michigan’ plaats. Afgevaardigden van onder andere Chicago, Milwaukee, Kalamazoo, Grand Rapids en Grand Haven waren bijeengekomen om onder leiding van dominee Van der Meulen over kerkelijke zaken te praten. Daarbij werd bekend gemaakt dat er in het voorjaar van 1854 een nieuwe groep landverhuizers verwacht werd uit de Nederlandse provincie Zeeland. De groep zou de grote overtocht maken onder leiding van dominee Wijnand Gardenier.
Holland: a nucleus for future growth!
Een van de belangrijkste redenen voor de emigratie uit Nederland was het klimaat in het westelijke gedeelte van Michigan. Dat leek immers als twee druppels water op dat van het thuisland. De groep immigranten die ‘en masse for religious and political motives’ naar het Amerikaanse westen trok vormde niet alleen een hechte gemeenschap, maar onderhield ook sterke banden met de achterblijvers en oefende meer invloed uit op toekomstige emigratie naar de Verenigde Staten dan ‘alle andere nederzettingen in de VS samen’!
Het was dan ook niet meer dan logisch dat er concrete plannen waren voor het doortrekken van allerlei treinverbindingen. Holland was het geprojecteerde eindstation van verbindingen met Chicago, Kalamazoo en andere grote Amerikaanse steden. Als de nieuwe haven gereed was zouden de verbindingen over de grote meren tevens zorgen voor verbindingen over water naar andere gebieden en zelfs naar Canada. Kortom: Holland was in 1853 ‘a nucleus for future growth’. Een regio met een grote toekomst….
kaart van Michigan uit 1856 (fragment)
Clips
Harry Knipschild
december 2004, oktober 2021
- Raadplegingen: 8488