397 - Beatles naar het (verre) oosten in 1966
In 1963 bereikten de Beatles de top van de Britse hitlijsten met songs als ‘Please Please me’, ‘She loves you’ en ‘I want to hold your hand’. In 1964 volgde de rest van de westerse wereld. De komst van het viertal naar Nederland, met drie optredens, was een sensatie. Hun boottocht door de Amsterdamse grachten zette de hoofdstad op stelten.
De Beatles waren overal in de westerse wereld meer dan welkom. Het duurde evenwel tot in de zomer van 1966 voordat ze zich in het Verre Oosten lieten zien en horen. Een paar maanden eerder verscheen het album ‘Rubber Soul’ (met o.a. ‘Norwegian Wood’, ‘Michelle’ en ‘Drive my Car’), in mei 1966 gevolgd door de single ‘Paperback Writer’.
Eerst terug in Duitsland
Het werd tijd om weer eens op toernee te gaan. Deze keer niet naar de VS maar de andere kant uit: het oosten, waarbij Nederland overgeslagen werd. In Duitsland, met name Hamburg, hadden de Beatles begin jaren zestig al ontelbare keren opgetreden. In Essen niet. Cees Mentink, redacteur van Teenbeat, was erbij en deed verslag in het maandblad.
Over hun concert op 25 juni 1966, in Essen (Grugahalle), rapporteerde Mentink: “We zullen ver terug moeten gaan in de geschiedenis van het Ruhrgebied om eenzelfde aantal gillende, brullende, schreeuwende en joelende mensen tegen te komen.
Vierduizend tieners in de hal en zo’n tweeduizend erbuiten dachten de ‘dag van hun leven’ te hebben. Te midden van een dergelijke opdringende massa stand te houden vereiste grote kracht. De honderden politiemannen keken laconiek toe. De stalen hekken waren stevig genoeg en het podium moeilijk te beklimmen.
Toen de roadmanagers van de Beatles versterkers en microfoons plaatsten was het lawaai zonder meer oorverdovend. De Grugahalle maakte moeilijke uren door.
De presentator slaagde erin de opgedrongen menigte enigszins naar de plaatsen te dirigeren, maar toen hij aankondigde ‘Hier komen de Beatles’ bleek veel werk voor niets gedaan te zijn. Een soort ‘mars naar het podium’ werd ingezet, waarbij duizenden hun kelen kapot schreeuwen. Daar waren zelfs de hardste versterkers niet tegen opgewassen.
Paul zwaaide naar alle kanten. Hij was met Ringo duidelijk de populairste hier. Paul stapte naar de microfoon. In zijn beste Duits zei hij: ‘Hallo liebe Freunde, endlich sind wir dann wieder in Deutschland’”.
In Hamburg kregen de Beatles bezoek van Bert Kaempfert (1923-1980). De orkestleider, tevens componist van de Frank Sinatra hit ‘Strangers in the night’, had in een Hamburgse studio op 22 juni 1961, vijf jaar eerder dus, de eerste Beatles-opnamen gemaakt: een bewerking van ‘My Bonnie lies over the ocean’ met ‘When the Saints’ op de b-kant. Tony Sheridan was als zanger van de partij.
Andere ontmoetingen waren er, schreef Mentink, met een arts die de jongens uit Liverpool regelmatig medisch keurde toen ze als onbekende artiesten in de havenstad vertoefden, en met Astrid Kirchner, verloofde van de overleden Beatle Stu Sutcliffe, die aan John Lennon een stapeltje brieven overhandigde die deze indertijd aan het in Duitsland achtergebleven groepslid geschreven had. Volgens de Teenbeat-redacteur had McCartney een ontmoeting met een oude vriendin die hem te eten had gegeven in hun moeilijke Hamburgse periode.
Hamburg 26 juni 1966
Van Duitsland maar Japan
Na hun verblijf in West-Duitsland reisden de Beatles helemaal door naar het Verre Oosten, om precies te zijn: Japan. Dat de ontvangst daar anders zou zijn wisten ze al voordat ze het vliegtuig in stapten. “The Beatles first sensed trouble while they were still touring Germany. There, they were shown a news report saying that Japanese rightwing groups wanted to capture them on their arrival in Tokyo and cut their Mop Top locks”, meldde de Japan Times in een artikel van Shibly Nabhan.
Niet iedere Japanner was blij met de hun komst, vooral niet omdat ze zouden optreden in de nieuwe Budokan-hal, dichtbij het keizerlijk paleis. “Budokan was a marvel of Japanese architecture that symbolized the rebirth of the capital and the whole country from the ashes of [1941-1945] war”.
Het werd nog eens op een rijtje gezet. “Just 19 years after its abject capitulation, Japan proclaimed its resurrection with three events: The inauguration ceremony of the first bullet train line, which sliced the tedious 10-hour journey between Tokyo and Osaka to 4 hours. That quantum leap came just in time for the second of those three epoch-making events, Tokyo’s hosting of the 1964 Summer Olympics.
The third of those landmark events was the opening of the Budokan, a stadium in the city’s heart dedicated to the martial arts of kyudo, kendo, judo, karate and all disciplines associated with honor and the Shinto spirit. Sited between Yasukuni Shrine and the Imperial Palace, it was reportedly built on the site where soldiers pledged their lives to the Emperor before joining their wartime units”.
Niemand minder dan premier Eisako Sato (1901-1975) verklaarde zich tegenstander van de vijf Beatles-concerten in de Budokan-hal. Tatsuji Nagashima, die de concerten op touw had gezet, veranderde radicaal van mening. Matsutaro Shoriki, directeur van het gebouw, liep eveneens over naar de tegenstanders toen hij vernam dat de jeugd zich bij Beatles-concerten onvoldoende gedisciplineerd gedroeg. Shiroki was al eens het doel van een aanslag geweest toen hij westerse sporters in Japan liet optreden.
In de Japanse media werd duidelijk gemaakt dat rock-muziek ‘made young people crazy and would break down social order’.
Al vóór de komst van de Britse popgroep stond Tokio in het teken van de Beatles. “Fearing trouble from rightists at Budokan, the Metropolitan Police Department met with fire department officials 10 day before The Beatles’ arrival to coordinate crowd control and disaster response. They even arranged for some 40 armored personnel carriers to be brought in to overpower any rightwing trucks in the area.
When it became clear there was to be no stopping the concerts, and that they might even become a turning point for Japan’s culture, the war of words intensified”.
De Japanse media bleven niet achter. “Critics appeared on television talk shows, both criticizing the concert plan and highlighting their ignorance by on occasion referring to the Liverpool quartet as ‘The Peatle’. In other debates, critics began calling for the band to play not at Budokan but at Yume no Shima (Dream Island), an ironically named garbage landfill zone”.
Op de Japanse jeugd werd druk uitgeoefend om niet naar een Beatles-concert te gaan. “Tokyo schools began ordering their students not to attend the concerts, even though most of them were on the weekend. This snowballed into a move to stop students playing electric guitars, based on the fear that rock music would turn young people into delinquents and hooligans”.
Aankomst in Tokio
Misschien wel vanwege het succes in Europa en de VS liet Brian Epstein zich niet afschrikken. Het zou wel loslopen, zal hij gedacht hebben.
Het pakte anders uit op 29 juni. “Rightwing reactionaries were arriving in their menacing black-and-white trucks, blasting military music. Politicians were shaking their fists. The police had locked down all entrances to the Imperial Palace grounds. Riot police lined the road leading to Tokyo’s Haneda Airport. Girls stood in the streets crying. The political stakes were high. There were 35,000 police deployed over the course of the four-day struggle”.
Cees Mentink: “De Japanners, die de komst van de Beatles betreurden, werden door de autoriteiten in de gelegenheid gesteld te demonstreren. En er was oppositie! Nauwelijks arriveerden de Beatles op 29 juni des middags om 10 over half drie op de luchthaven Haneda of tientallen spandoeken gingen omhoog: ‘Beatles go home – Beatles stay where you are’.
Deze bepaald onvriendelijke wijze van begroeten van een deel der Japanners werd – gelukkig voor de Beatles – volkomen naar de achtergrond gedreven door een oprukkende menigte tieners, gekleed in Beatle-pakken, met in de hand Beatle-balonnen”.
Tijdens een persconferentie in het Hilton-hotel na aankomst moesten de Beatles indringende vragen beantwoorden. Had hun gedrag geen negatieve invloed op de Japanse cultuur?
Ontwijkende antwoorden geven was niet aan de orde. “Paul responded by asking if it should be considered a cultural invasion if a Japanese group were to appear in England. John, making an oblique reference to World War II and the expanding Vietnam War, quipped that singing was much better than fighting.
Ringo commented, ‘It’s amazing security, you know. I’ve never seen so many people guarding us’.
To this, a reporter responded, ‘Well, we want to make sure that you’re not hurt while you’re here’.
Ringo replied: ‘But we don’t want the security to hurt the fans. Don’t be too rough with them’”.
McCartney werd volgens Teenbeat zeer boos toen de vraag gesteld werd: “Wat gaan jullie doen als je volwassen wordt?” Hij wist de reporter te laten zeggen dat het maar ‘een grapje’ was.
Buiten de hal was het onrustig. Shibly Nabhan: “Police were ripping banners out of the hands of rightwing squads outside the Budokan as the rightists berated them through megaphones”.
In Tokio op pad
Lennon & McCartney in hotelkamer
Evenals in Hamburg deden de Beatles in Tokio meer dan hun bekende liedjes voor de fans ten gehore brengen kon je later in de Japan Times lezen. “The Fab Four thought they would get a chance to see the sights”.
Van de politie werd evenwel niet de minste medewerking verkregen. Ze moesten maar gewoon in hun hotel blijven.
Ringo en George gehoorzaamden. Paul en John niet.
Over McCartney werd gemeld: “With a member of the tour entourage in the lead, Paul tried to sneak out of the main lobby but was stopped by guards. After a great deal of haggling, he was placed in a car with plainclothes police officers and given a short tour of Meiji Jingu Shrine and a portion of the Imperial Palace grounds. They briefly got out of the car to have a walk around, but when photographers spotted Paul he was quickly shuffled back into the car and returned to the hotel. One news source later noted that The Beatle had been spotted in the palace grounds ‘no-neku-tai’ (without a necktie)”.
Lennon was handiger. “He fared much better. Borrowing the ID badge and camera of a photographer on their team, he posed as a member of the press corps and used the badge to walk past the lobby security guards and into the street. From there he made his way to the Omotesando boulevard running away from Meiji Shrine, where he is reported to have bought souvenirs at the famous Oriental Bazaar shop.
Then he went to the swish Azabu district nearby, where he was fitted for a new pair of glasses before returning to the hotel. He is said to have purchased on the outing a ceramic figure that was included in Peter Blake’s collage design for the cover of 1967’s ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’.
Apparently, back at the hotel Paul complained that he had only managed a few minutes out in the open air - while John had gone on a shopping spree and returned with trophies to prove it”.
Rustige concerten in Tokio
Vijf keer traden de Beatles op in Tokio – zonder noemenswaardige incidenten. “The authorities had braced for two main threats: that the kids in the audience would go crazy, and that right wing nationalists would get violent outside. Neither happened”.
Er waren dan ook de nodige maatregelen getroffen. “The main floor area was kept empty to stop anyone approaching the stage, and the fans were confined to the mezzanine and balcony areas from where they watched the shows from over a sea of police hats. In the aisles, security guards stood at the end of each row, while another security ring of white-gloved officers stood between the stage and the seats, and another security ring sealed off the venue. Ambulance teams were at the ready”.
Iedereen moest blijven zitten. Opstaan had consequenties. “Fans didn’t dare to stand up. In fact, the police announced over megaphones before the concert that anyone who did stand up and make any disturbance would be arrested. Consequently, the crowd noise during the meager half-hour they were allowed to play - enough for just 11 songs - was among the lowest The Beatles had experienced”.
Na afloop stapten de Beatles met hun drie begeleiders, onder wie manager Epstein, op het vliegtuig naar de Filippijnen. “The Beatles typhoon has passed” was de kop in menige Japanse krant.
Aankomst in Manilla
Toen de Beatles op 3 juli in Manilla arriveerden kregen ze te maken met de nieuw-gekozen president Marcos (1917-1989) en vooral zijn ambitieuze echtgenote Imelda. In zijn biografie van John Lennon deed Albert Goldman verslag.
Bij aankomst leek alles goed te gaan. “When the band touched down, they were hailed like the Messiah by the biggest airport crowd ever assembled to greet them – 50,000 souls!”
Na het spektakel in Tokio weer een ‘normale’ ontvangst. “Expecting to be received with open arms and joyous smiles, the boys awaited calmly the arrival of the welcoming party”.
Het pakte ook hier anders uit. “Suddenly the hatch swung open, and into the first-class cabin charged a detail of burly military policemen in white helmets. Without a word of explanation, they seized the Beatles and dragged them out of the plane and down the air stairs”.
De Beatles hadden drugs bij zich als ‘diplomatieke bagage’. Ze waren bang dat die te voorschijn zou komen, liet George Harrison later weten. “We thought we were all busted because we thought they would find all the dope in or bags”.
De Filippijnse autoriteiten, op de hoogte van hetgeen zich in Tokio afgespeeld had, wilden geen enkele risico nemen. “They had scooped up the four Beatles the moment the plane rolled to a stop on the tarmac and surrounded them with two army batallions in full battle gear. Then the party had been rushed to navy headquarters, where the boys were put aboard a private yacht, on which they were supposed to remain until show time, cruising safely around Manila Bay”.
Aan boord werden de idolen behandeld als ‘pet monkeys’. Don Manolo Elizalde, de verantwoordelijke man, had een grote hoeveelheid relaties aan boord uitgenodigd zodat die de westerlingen eens goed konden bekijken.
Brian Epstein had voorlopig het nakijken. Pas midden in de nacht slaagde hij erin de leden van zijn groep te ‘bevrijden’ en ze naar hun hotelkamers over te brengen, waar ze om 4 uur in de ochtend arriveerden.
4 juli 1966
Imelda Marcos danst in Manilla met president Johnson, 14 september 1966
In Tokio was Epstein benaderd. Imelda Marcos, op 2 juli 37 jaar geworden, had een feestje gepland in het presidentieel paleis. “The guests were to be three hundred specially selected children, sons and daughters of the country’s foremost officials, officers, and businessmen”. De echtgenote van de nieuwe president wilde indruk maken.
Volgens de Lennon-biograaf was Imelda een fan van de Beatles. “She was eager to introduce the Fab Four to her three kids”.
Zo’n uitnodiging kon je niet afslaan. “This was an honor that nobody could decline”.
In Tokio had Epstein echter niet positief gereageerd op de invitatie.
Het is onduidelijk of de leden van de groep van het feestje op de hoogte waren of niet. In elk geval werd het gezelschap na een korte nachtrust wakker gemaakt door de organisator van de concerten, die later die dag zouden plaatsvinden. “The agitated promotor called on the morning of the fourth to warn Brian that he was keeping the president’s wife waiting”.
Epstein, zo lijkt, was de behandeling beu. “He instructed the astounded promotor to make clear at the palace that he, Brian, and the Beatles were highly displeased by their reception in the Philippines”.
Op de televisie konden de Beatles de reactie van Imelda zelf zien. In een interview zei Ringo Starr later: “We put the TV on, and there was a horrific TV show of Madame Marcos screaming, ‘They’ve let me down!’ There were all these shots with the cameraman focusing on empty plates and up into the little kids’ faces, all crying because the Beatles hadn’t turned up”.
Brad Smithfield in Vintage News: “Imelda Marcos was infuriated when she found out that her grand planned party of 200 guests would not include the Beatles as special guests”.
De popgroep uit Liverpool was naar Manilla gekomen om er op te treden – niet om als lakeien van de president en zijn directe omgeving te spelen.
Volgens Goldman liet Epstein zich gelden vanwege de stoere houding van John Lennon. Maar daarmee bracht de manager wel een en ander teweeg. “The snub – directed at the dictator of an oriental state – has to rank with the most audicious feats ever performed upon a high horse. It certainly surpassed by far any impudence toward authority credited to John Lennon”.
Alle Beatles hadden er sowieso een steeds grote afkeer van gekregen om zich door allerlei autoriteiten te moeten laten gebruiken als ze op toernee waren.
5 juli 1966
De twee concerten verliepen zonder noemenswaardige incidenten. Maar de volgende ochtend kregen de acht Britten – vier artiesten, manager Epstein, assistent Peter Brown, roadmanager Mel Evans en organisator Vic Lewis – te maken met een nieuwe werkelijkheid.
Op de voorpagina’s van de kranten konden de inwoners van Manilla er nadrukkelijk kennis van nemen dat het presidentieel echtpaar schandalig behandeld was door hun Engelse gasten. Inmiddels was er een wraakoefening begonnen, al dan niet van hogerhand ‘aangespoord’.
Goldman: “The boys learned that Vic Lewis had been dragged from bed the previous night and taken to the palace, where he had been grilled by high-ranking military officers till dawn”.
Brian Epstein probeerde de schade nog te beperken. “He rushed to a local television station, where he went on camera to explain his behavior and make a fulsome apology to Mrs. Marcos”.
Als gevolg van een ‘technisch mankement’ werd zijn verontschuldiging echter niet uitgezonden. “His entire speech was wiped out by mysterious ‘broadcast interference’”.
Blijkbaar was er deze keer geen aanleiding om de stad te verkennen. Een Filippijnse journalist slaagde er wel in tot de artiesten door te dringen en hun een ander te laten zeggen.
“Paul argued that the Beatles were not obligated by the first lady’s invitation.
John was not so confident. He stared at the window at the mob that had gathered below and said thoughtfully: ‘We got a few things to learn about the Philippines. The first thing is how to get out of here!’”
In de Nederlandse top 40 van die dag klom ‘Paperback Writer’ van de vierde naar de eerste plaats, vóór ‘Strangers in the night’ (Bert Kaempfert), ‘Monday Monday’ (Mama’s & Papa’s), ‘Paint it black’ (Rolling Stones) en ‘Wild Thing’ (Troggs).
6 juli 1966
Op de ochtend van het vertrek ontdekten de Beatles wat de gevolgen waren van hun houding. In hun hotel waren ze uitgesloten van de gebruikelijke room service. Hun Filippijnse beveiligers waren verdwenen. De leiding van het hotel wilde niets meer met de Britten te maken hebben.
Het was zaak tijdig op de luchthaven aanwezig te zijn. Manager Epstein wist de gezagvoerder van hun toestel telefonisch te bereiken. Ze zouden die dag met KLM vlucht 862 naar New Delhi vliegen. De piloot beloofde zijn best te doen, zolang hij maar voldoende brandstof in zijn tank had om de hoofdstad van India te halen.
Het gezelschap slaakte een zucht van verlichting toen men zonder enige politie-begeleiding in het drukke verkeer eindelijk het vliegveld gehaald had.
Het einde van de lijdensweg was echter nog niet bereikt. George Harrison: “Beatlemania was going on around us, with all the kids screaming and trying to grab hold of us; but with all the adults and thugs punching us, throwing bricks, and kicking us as we passed”.
De autoriteiten zaten de Beatles flink dwars. De elektrische roltrap bijvoorbeeld functioneerde niet meer. Iedereen moest zijn eigen koffers en alle andere bagage omhoog naar de vertrekhal dragen. Albert Goldman: “Here the mob overtook their victims. Ringo was floored with an uppercut, and when he thought to crawl into the customs area, he was kicked repeatedly. Brian was also kicked and then thrown down. He hobbled of with a sprained ankle. George and John caught some punches, but Paul broke free and outran his pursuers”.
Het passeren van de douane was de volgende hindernis. “The soldiers took a turn at roughening up the foreigners. When Mal Evans sought to shield the Beatles, he was beaten to the ground. The Beatles’ chauffeur, Alf Bicknell, suffered a broken rib and a spinal injury”.
Als je afgaat op de woorden van de biograaf genoot het publiek van de afstraffing. “Every blow struck brought a cheer from the hundreds of Filipinos who witnessed the scuffle through a glass partition”.
Toen de artiesten en hun begeleiders eindelijk naar het Nederlandse vliegtuig renden, werden ze nog uitgescholden met kreten als “Weg uit ons land!”, “Jullie gedrag is schaamteloos!” en “Go fuck yourself!”
Marra Lanot, getuige van het concert van de groep uit Liverpool, schreef later: “The Beatles were humiliated by Marcos bootlickers at the airport when they left. They later forgave the Filipinos after learning we were under a dictatorship”.
Via India naar huis
Nog op tijd wisten ze plaats te nemen in de gereserveerde eerste klas-ruimte.
Paul McCartney, “When we got on the plane, we were all kissing the seats. It was a feeling as if we’d found sanctuary. We had definitely been in a foreign country where all the rules had changed, and they carried guns”.
Het KLM-toestel mocht echter nog niet vertrekken. “Would Mr. Epstein and Mr. Evans get off the plane?” werd er omgeroepen.
Mal Evans, is in het boek te lezen, hield er rekening mee dat hij zou sterven. Vóór hij naar buiten stapte draaide hij zich om en verzocht de achterblijvers een afscheidsboodschap aan zijn echtgenote over te brengen: “Tell Lil I love her”.
Zo erg was het niet. Er moest alleen nog wat rekeningen vereffend worden. Een inspecteur van de belasting eiste een handtekening van Epstein dat er nog 5.200 Britse ponden betaald zouden worden. Bovendien moest de manager een groot gedeelte van de opbrengst cash afrekenen. Toen ook die ellende achter de rug was, mocht het vliegtuig eindelijk vertrekken.
De leden van het gezelschap raakten nu ook handgemeen met elkaar. Door al dat gedoe was er waarschijnlijk nauwelijks of geen geld verdiend.
I want to hold your hand, Filippijnse persing
Epstein kon het niet meer aan volgens Goldman. Hij had wel wat geleerd in de paar jaar dat hij manager was van de popgroep, maar dit was hem te veel. “Brian began to vomit. His temperature climbed to fever height. By the time the plane landed in New Delhi, Brian was so ill that he had to be helped down the stairs”.
De zakelijk leider had vier dagen nodig om weer wat bij te komen. “His boys sat in their rooms, smoking and drinking scotch”. Onderweg naar Londen lieten ze hem weten dat ze geen zin meer hadden om na de zomer nog eens op toernee te gaan.
In Europa was men er overigens van overtuigd dat de Beatles eerder op Schiphol zouden landen. Op 6 juli stonden tientallen fotografen en reporters klaar, meldde Cees Mentink in Teenbeat. “De Beatles kwamen niet. Wel kwam uit Frankfurt Rob de Nijs, die daar een eigen show had gegeven”.
Op advies van een dokter besloot Brian Epstein een maand rust te nemen in Portmeiron (Wales). Daar kwam echter niet veel van terecht. John Lennon werd wereldnieuws door zijn uitspraak “We’re more popular than Jesus now”. Brian’s ‘rust’ duurde niet meer dan een paar dagen.
Het leven van de manager van een succesvolle popgroep ging niet over rozen. Je moest het maar aan kunnen om het hoofd boven water te houden. In 1967 kwam hij op 32-jarige leeftijd te overlijden.
Harry Knipschild
26 juni 2020
Clips
Literatuur
Cees Mentink, 'Beatles in Duitsland en Japan', Teenbeat, augustus 1966
Albert Goldman, The lives of John Lennon, Londen 1993 (1988)
Shibly Nabhan, ‘It was 40 years ago today, and The Beatles were rocking Japan’, Japan Times, 2 juli 2006
Marra Lanot, ‘The Beatles in the Philippines’, Positively Filipino, 4 juli 2014
Frank Mastropolo, ‘When the Beatles Snubbed Philippines First Lady Imelda Marcos’, Ultimate Classic Rock, 4 juli 2016
Brad Smithfield, ‘In 1966, The Beatles were banned from the Philippines and nearly attacked by angry fans, because they declined a breakfast invitation from the first lady’, Vintage News, 2 september 2016
- Raadplegingen: 7589