280 - Penney de Jager van Toppop
Als je in de jaren vijftig en zestig kennis wilde nemen van wat later popmuziek is gaan heten, deed je dat vooral door naar de radio te luisteren. Van popmuziek op televisie was voorlopig niet of nauwelijks sprake. Langzaam maar zeker kwam daar verandering in. Amerikaanse presentatoren als Ed Sullivan en Dick Clark wisten de aandacht van de teenagers te trekken. Artiesten werden uitgenodigd hun nieuwe hitsingle, meestal playback, te komen uitvoeren.
Zeker in het begin leverde de afstand tot de tv-studio een grote beperking op. In diverse programma’s op televisie waren de vertolkers van de nieuwste hits dan ook niet vaak te zien. De programmamakers losten het probleem op door bijvoorbeeld jongelui op de populaire klanken te laten dansen.
Een andere manier om nieuwe muziek te vertonen was om nieuwe singles te laten horen en dan de mening te vragen aan een (al dan niet deskundige) jury. In Amerika en later Engeland werd dat gedaan in het programma ‘Juke Box Jury’. De Vara nam de formule in Nederland over onder de naam ‘Top of Flop’. Herman Stok werd er een ‘bekende Nederlander’ door.
Voor de tv dansen op popmuziek
In de loop van de jaren zestig vonden de Nederlandse omroepverenigingen dat ze iets voor de opgroeiende jeugd moesten doen. Op 15 april 1967 deed Cees Mentink in het blad Kink verslag van zijn ontmoeting met Tineke Notten-Roeffen, als regisseur verantwoordelijk voor ‘Waauw’, het tv-jongerenprogramma van de KRO. Het was het jaar van Sgt Pepper, Monterey en de flower power.
In het programma werd nog steeds netjes gedanst op populaire muziek. Een groot gedeelte van haar budget besteedde Roeffen door Engelse dansers en danseressen met dat doel over te laten vliegen. Roeffen: “In Nederland vind je zulke balletmensen niet. We hebben het eens een keer geprobeerd. Dat is helemaal mis gelopen. Die mensen hebben geen discipline. In ‘Waauw’ zijn geen beatgirls, maar stuk voor stuk geschoolde jongens en meisjes, die hart voor het vak hebben”.
Beatdanseres met Tee Set, Moef Ga Ga, begin 1967
Regisseur Bob Rooyens maakte bij de Avro wel gebruik van Nederlandse beatgirls. Er is een filmpje bewaard gebleven van ‘Don’t you leave’, de hit van de Tee Set begin 1967, waarin je kunt zien hoe hij experimenteerde met het nieuwe medium. Het was nog flink wennen.
Het duurde nog een tijdje voor een Nederlands meisje een symbool werd voor dansen op popmuziek. Haar naam is Wilhelmina Maria ‘Penney’ de Jager, die op 2 januari 1948 in Utrecht (of Den Dolder) geboren is. Penney danste in Avro’s Toppop, dat vanaf 22 september 1970 wekelijks werd uitgezonden. Toppop was jarenlang min of meer synoniem voor presentator Ad Visser en danseres Penney de Jager. In een artikel in NRC (26 juni 2010) sprak een redacteur van ‘bijna honderd procent naamsbekendheid’ over haar.
Penney de Jager
Penney leidde naar eigen zeggen een onbekommerde jeugd. In een kranten-artikel schreef Jan Vriend later: “Ze groeide als jongste van drie dochters op in een grote villa in de bossen van Zeist. Vader runde een groothandel in confectiekleding”. Penney: “Ik heb altijd een prinsessenleventje gehad. Zag ik als klein meisje een filmster met een mooie creatie in een tijdschrift, maakte mijn moeder zo’n jurk meteen voor me na. In de zandbak of een speeltuin kwam ik nooit. Ik was veel te bang dat mijn kleren vuil zouden worden”.
Vanaf haar vierde zat het meisje op ballet-les. De Jager senior zette zich in voor zijn dochtertje. Penney: “Ik wilde als kind het Zwanenmeer dansen. Mijn vader had een ballet-bar met een spiegel in mijn kamer gemaakt, met spitzen aan de wand. Hij reed me iedere morgen om zeven uur naar de Scapino balletacademie in Amsterdam. Mijn moeder ging nooit mee want die had straatangst. Daarna kwam ik bij het Nationale Ballet, waar ik vier jaar heb gedanst”.
Ouderlijke woning: Jagershof in de bossen bij Zeist
Zoals boven aangegeven was er een groeiende belangstelling vanuit de televisiewereld voor dansende meisjes. “Een man van de televisie kwam langs, hij had dansers nodig had voor de Johnny en Rijk Show. Ze zochten een paar knappe élèves met een goede techniek uit. Wij werden gewoon aangewezen: jij, jij en jij. Ik was de kleinste dus ik moest vooraan dansen en werd eruit gepikt door regisseur Bob Rooyens. Daarna danste ik ook in zijn vernieuwende showprogramma Moef-Ga-Ga”.
Jonge moeder
Op de ‘Gooise matras’ ging het al snel fout. “Ik heb een heel beschermde katholieke opvoeding gehad. Misschien wel té beschermd. Want toen ik het huis uit ging, had ik geen idee hoe het echte leven in elkaar zat. Zodra ik een leuke modefotograaf ontmoette, sloeg meteen de vlam in de pan. Ik raakte van hem in verwachting, maar was eigenlijk nog een kind van 21”.
Trouwen of abortus was [voor moeder en vader] geen optie. “Mijn ouders hebben me naar mijn zus Petie in Amerika gestuurd. Petie was fotomodel, getrouwd met de directeur van een ziekenhuis. Ze regelde dat ik mijn kind daar kon krijgen en dat ik het na de bevalling meteen voor adoptie kon afstaan”.
Zoontje David, zoals hij genoemd werd, groeide op bij Amerikaanse adoptie-ouders. Penney bleef nog een tijdje in Amerika. “Mijn zus heeft me meteen na de geboorte meegesleept naar een dansstudio, zodat ik het van me af kon dansen. In Las Vegas zou ik nog het Zwanenmeer gaan dansen met het City Ballet van Los Angeles. Liep ik daar door de straten van Los Angeles. Ik had me nog nooit zo eenzaam gevoeld. Toen heb ik het ballet afgebeld. Ik heb het vliegtuig naar Nederland genomen en probeerde het te vergeten”.
Penney de Jager was zeker niet de eerste die op jonge leeftijd moeder werd. Teenageridool Lydia (Lydia Tuinenburg, 1940-2016), die in 1959 met haar eerste single ‘Send me the pillow’ acht maanden in de Nederlandse toptien geklasseerd stond, raakte eveneens zwanger. Het Indische zangeresje ‘verdween’ in 1960 naar Amerika. Een zo veel belovende carrière was meteen voorbij. Anneke Grönloh nam haar plaats in als Indisch tieneridool.
Toppop
Terug in Nederland, lijkt het, wist Penney opnieuw gewoon ballet met tv-activiteiten te combineren. Dat werd niet geaccepteerd. “Toen ik meer televisie ging doen, moest ik bij de directeur van het Nationale Ballet komen. Hij vond dat ik moest kiezen: ballet of tv. Die keuze was snel gemaakt. Bij het ballet viel ik altijd al uit de toon omdat ik bijvoorbeeld mijn haar krulde, terwijl je het in een knotje moest dragen”.
In een ander interview vertelde Penney: “Ik vond dat tv-werk heerlijk. Veel vrijer dan bij het ballet. Mijn haar mocht los, ik kon nagellak opdoen, en ze zetten me mooi in de make-up. Het leuke was dat er geen voorbeelden waren: ik mocht het zelf allemaal bij elkaar verzinnen. Maar de balletwereld vond het maar raar. Ze vonden dat ik moest kiezen: óf ballet óf tv. Dat werd natuurlijk tv. Ik weet nog dat mijn ouders er niet blij mee waren. Die zagen hun brave ballet-tutje opeens verwilderen”.
Penney de Jager trof het. Rien van Wijk mocht voor de Avro-tv in 1970 beginnen met Toppop. Penney: “Hij heeft me gevraagd”.
Van Wijk maakte voor de televisie een programma met actuele hitsingles. Dat was niet altijd eenvoudig. De meeste Nederlandse artiesten waren wel bereid hun repertoire voor de televisie te playbacken. Maar als buitenlandse artiesten van over zee of over de Atlantische Oceaan moesten vliegen was dat vaak een onoverkomelijk probleem. Bovendien was er altijd haast.
In het programma ‘Waauw’ van de KRO werd de keuze voor de muziek, waarop gedanst werd, vier weken vóór de opname gemaakt. Bij Toppop was dat radicaal anders. Van Wijk wilde de nieuwste hits en tips in de uitzending hebben. Het was niet ongebruikelijk dat zijn keuze pas één of twee dagen daarvoor bepaald werd. Het was dan de taak van de platenmaatschappij de verlangde artiesten te bereiken en ze kort voor de uitzending in de NOS-studio te krijgen. Een gage was er bovendien niet. De AVRO betaalde de vliegtickets, dat was alles.
Rien van Wijk
In NRC Handelsblad kon je lezen: “Omdat popartiesten nog niet gewoon waren om zelf een videoclip aan te leveren, kwamen ze in die jaren zelf naar de studio in Hilversum om hun liedjes te playbacken”. Volgens de krant keken er vier miljoen mensen naar het programma. “Toppop was bepalend voor de muziekbeleving van een generatie”.
De artiest moest vaak improviseren. Ik [HK] herinner me bijvoorbeeld dat Drs. P. aan het eind van een middag uitgenodigd werd zijn nieuwe nummer ‘Dodenrit’ in Toppop te komen presenteren. De volgende ochtend in alle vroegte werd hij daar verwacht. Die avond moest Heinz Polzer nog bedenken wat hij na het ochtendkrieken zou gaan doen.
In een artikel over Penney is te lezen. “Als de artiest niet kwam, en er ook anderszins geen beeld voorhanden was, kreeg de kijker alleen een dans van Penney de Jager te zien. Eerst alleen, later met een groep”. Bovendien werd van haar verwacht dat ze al dansende wat fleur zou geven aan het routinematig playbacken van anderen. Wilfred Takken: “Zo stond De Jager in één studio met Michael Jackson, Bob Marley, David Bowie, Frank Zappa, Queen en Abba. Zij verluchtigde die optredens geregeld met haar schaars geklede improvisatiedans”.
Genoeg van Toppop
Voor Penney zal de eerste tijd van het populaire programma aantrekkelijk geweest zijn. Als jong meisje werd ze een ster. Maar na een tijdje besefte ze dat er ook een andere kant aan haar werkzaamheden was. Omdat Toppop elke week werd uitgezonden moest Penney altijd paraat zijn. Pas op het laatste moment hoorde ze bij welke (potentiële) hitsingle ze het voortouw moest nemen. “Ik zat altijd maar in de startblokken - om meteen aan de slag te gaan zodra ze me belden. Dat begon op den duur een te grote belasting te worden, want ik kon nergens anders meer aan werken”.
Penney de Jager moest snel bedenken hoe ze, samen met een groepje meisjes, zou gaan dansen. Bovendien werd er in de tv-studio nog een en ander van haar verwacht. “Als de regisseur het wilde moest je al je dansen veranderen. Het is me vaak overkomen en het was erg onplezierig”.
Penney de Jager met Ad Visser
Penney ging na een paar jaar op zoek naar andere uitdagingen. Ze probeerde bijvoorbeeld een carrière als zangeres van de grond te krijgen. Begin 1976 schreef Frans van der Beek in het Veronicablad: “Penney is uit haar donkere hoekje gekomen. Het kwikzilveren danseresje van de tv is uitgegroeid tot een kleurrijke vlinder. Ze staat op eigen benen en leunt niet meer op Toppop-presentator Ad Visser. Penney eist nu de aandacht voor zichzelf. Ze presenteerde zichzelf onlangs namelijk als zangeres. ‘Superstar’ doet er wat langzaam over om de hitladder te bestijgen, maar de niet aangetaste faam van Penney snelt het plaatje vooruit.
‘Dansen is een beetje eenzijdig en zingen vormt daarmee een prima kombinatie. Piet Souer schreef ‘Superstar’ voor me, maar ik ben alweer met een tweede plaatje bezig’.
Penney is met ‘Superstar’ al op de tv verschenen, waar ze met achter zich drie dansers een voortreffelijk staaltje tv-ballet vertoonde. Tv-regisseur Bob Rooyens had oog voor de kwaliteit. Zijn commentaar: ‘Perfekt, perfekt, perfekt!’”
Van een loopbaan als zangeres kwam evenwel niets terecht.
West-Duitsland
Als danseres keek Penney over de grenzen. In een land als West-Duitsland viel heel wat te bereiken. In 1976 maakte de inmiddels met Rick van der Linden (Ekseption) getrouwde danseres nog bekend: “Ze duwen je hier graag in een hokje, maar daar wil ik niet in blijven zitten. En het buitenland zie ik ook niet zitten. Ik ga binnenkort een tijdje naar Engeland om een choreografie-cursus te volgen, maar ik zou er niet willen werken”.
Twee jaar later vertelde Penney over haar recente verblijf bij de oosterburen. “Het televisiewerk bevalt me daar goed. De regisseur bekijkt er stap voor stap wat je als choreografe en danseres doet en stelt er dan zijn camera’s op af. Zodra ik daar was kreeg ik bovendien mijn eigen studio om er te trainen en kon ik net zo lang doorgaan als ik zelf wilde. Maar het allerleukste was het werken zelf. Toen we onze eerste dans voor de camera’s uitvoerden kregen we na afloop een geweldig spontaan applaus van de cameramensen. Dat is ons in Nederland nog nooit overkomen”.
In Duitsland opereerde beatdanseres Penney de Jager anno 1978 samen met Peter Kraus, Maria Schell en Amanda Lear (‘Follow me’). “We hebben er keihard gewerkt”.
Penney had inmiddels een eigen manager, Helen Hagoort, en een agent in West-Duitsland, Max Cerny. “Behalve het regelen van alle financiële en contractuele aspecten heeft Max Cerny er ook voor gezorgd dat Penney en haar danseressen alle mogelijke publiciteit kregen.
Er zijn vele persconferenties geweest en Penney gelooft dat het haar op die manier zal lukken in Duitsland door te breken. ‘Maar ik zal Nederland echt niet vergeten, hoor’, zei ze er onmiddellijk bij. Vooral omdat haar van AVRO-zijde is gevraagd om mee te werken aan verschillende andere televisieshows”.
In 1979 kwam Peter Kraus voor overleg naar de Voorstraat in Utrecht, waar Penney een boetiek runde die tevens als dansstudio dienst deed. Het voormalige West-Duitse teenager-idool was in zaken gegaan. “Kraus bezit met zijn vader een eigen produktiemaatschappij en produceert behalve zijn eigen platen en televisieshows eveneens de produkten van andere artiesten. Een specialiteit is het neerzetten van een gedetailleerd televisieportret van een bekende acteur of actrice”.
In de GPD-pers was te lezen. “Vorig jaar maakte Penney haar eerste show met Peter Kraus en deze werd zo goed ontvangen dat ook dit jaar haar groep geëngageerd werd. Peter kreeg bovendien dansles van Penney. Zij kan dan ook niet nalaten met grote nadruk te verzekeren dat hij fantastisch danst.
De danseres, die met haar zoon Hippie en haar man Rick van der Linden in Den Dolder woont, is weinig veranderd. Nog altijd superdun, uitzonderlijk lenig, prachtig opgemaakt met felle kleuren en opvallende lijnen en verbazingwekkend gekleed.
Ze is dol op haar danskunst, springt en beweegt voortdurend in balletstijl, giechelt en giert ’t uit en lijkt ten opzichte van haar manager een kind. ‘Penney doe die kauwgom uit je mond’, moest Helen Hagoort voortdurend roepen, terwijl Penney er des te harder op sabbelde.
Ze zijn met zijn allen net terug gekomen uit Duitsland en hebben twee dagen de tijd om een en ander gereed te maken voor een tripje naar België. Penney verzekert dat er in haar huis dag en nacht een oppas is voor haar kind, omdat zij anders nooit haar beroep zo intensief zou kunnen beoefenen.
Op 25 oktober zal Penney de Jager met haar groep dansen in de nieuwe show van Peter Kraus, die ‘Hallo Peter’ heet en op de Duitse televisie zal worden uitgezonden”.
Penney de Jager met Rick van der Linden en Hippie
Penney bleef in Nederland werken als danseres. Aan haar huwelijk met Rick van der Linden (1946-2006) kwam een einde. Later gaf ze hoog op van de belangstelling die Julio Iglesias voor haar had. “Met Julio had ik een special opgenomen in de grotten van Valkenburg. Vier dagen lang liep hij achter me aan: ‘Pssst, pssst’. Maar hij was mijn type niet. Bovendien was ik heel erg op mijn werk gericht. Iedere keer wilde hij me bij mijn taille pakken. Dat zie je in die special. Ik wilde niet dus danste ik weg en gooide mijn boa om zijn nek”.
Eigen dansschool
Samen met manager Helen Hagoort zette Penney de Jager bovendien een dansschool op, niet alleen in Utrecht maar ook elders in het land. “Met haar tv-bekendheid als wapen, opende de dansdiva balletopleidingen en een kledingzaak. Ze begon een eigen showdansgroep en maakte choreografieën voor iedere producent die er maar om vroeg. In haar toptijd draaiden er vijftien balletscholen met tweeduizend leerlingen onder haar naam.
“Om dat in goede banen te leiden, nam ik een manager, boekhouders, leraressen en kleedsters in dienst. Zelf wist ik niks van zaken en financiën. Geen flauw benul. Van btw had ik nog nooit gehoord. Dus had ik al gauw de belasting op mijn dak. Het groeide allemaal zo hard dat ik er nauwelijks zicht meer op had. Dat moest natuurlijk wel mis gaan. En dat ging het ook”.
In een ingezonden brief deed de echtgenoot van een deelneemster (uit ontevredenheid) verslag van een beatballet-cursus.
“De naam van Penney de Jager leek borg te staan voor een verantwoorde en professionele aanpak. Vele, voornamelijk vrouwelijke belangstellenden bleken dan ook bereid hun dinsdagavond onder de deskundige leiding van een van Penney’s medewerksters aan het beat-dansen te besteden. De toeloop was zelfs dermate groot dat al de eerste avond, in aanwezigheid van Penney zelf, moest worden besloten de tientallen cursisten in drie elkaar aflossende groepen te verdelen.
Ook zakelijk scheen alles goed in elkaar te steken. Tegen betaling van 55 gulden ontvingen de leerlingen een kaart die recht gaf op zeven lessen. Gemiste lessen zouden op een latere dinsdag kunnen worden ingehaald, alleen niet op de eerste avond van een nieuwe reeks van zeven, aldus de bepalingen op de achterkant van genoemde kaart.
Vier weken later gaf Penney’s Beat Ballet blijk van een onvoorstelbaar amateurisme. Wie zich op die avond namelijk nietsvermoedend meldde voor de vijfde les kreeg te horen dat het lokaal, waar tot dan toe cursus was gegeven, niet langer meer beschikbaar zou zijn en dat de lessen derhalve met ingang van de volgende week verschoven waren naar de donderdag.
Ook het adres veranderde, maar de aanwezige dames kon niet meer worden verteld dan de naam van de straat, waar zich echter meer daarvoor in aanmerking komende gelegenheden bevonden. Wie niet wist waar ze moest zijn diende ‘maar af te gaan op de muziek’ (van de dan uiteraard al enige tijd aangevangen les!).
Op vragen wat men kon doen indien de donderdagavond (koopavond) slecht uitkwam, werd simpelweg geantwoord dat men ‘dan maar naar Gouda of Rotterdam’ moest komen.
Was dat dan tenminste nog op dinsdag?
Nee, helaas konden de gedupeerden daar alleen op maandag terecht.
En wie vroeg of men, voor het geval de cursus hierdoor niet kon worden afgemaakt, nog een gedeelte van het vooruit betaalde geld terugkreeg, hoorde dat daaromtrent geen inlichtingen konden worden verstrekt.
De verbazing over zoveel wanorde was echter nog niet ten einde, want wie teleurgesteld thuis gekomen de moeite nam om een telefoontje te plegen naar Helen Hagoort, die het ‘management’ voor Penney de Jager voert, moest vernemen dat de betreffende cursus als ‘afgelopen’ diende te worden beschouwd.
Verzuimde en nog niet gegeven lessen zouden niet meer kunnen worden ingehaald en na het opsturen van de cursuskaart zou een te bepalen bedrag worden gerestitueerd”.
Een leven na Toppop
Ondanks alle tegenslagen wist Penney zich te handhaven, schreef journalist Jan Vriend. “Ze kreeg een vaste rol in de Willem Ruis-shows. Ze danste tussen bloednerveuze kandidaten die een keuze moesten maken tussen prijzen in de ene of misschien wel die andere kluis. Waarbij de aanmoedigingen van de presentator en de bewegingen van de danseres de deelnemers nog meer op de zenuwen werkten.
Penney: ‘Met een nieuw showballet kwam ik weer uit de schulden. We dansten bij grote concerten en deden tv-werk in Nederland en Duitsland. Ik had de hele boel gefinancierd op basis van mijn contract met Willem Ruis. Maar toen opeens was er die rampdag dat Willem overleed [4 augustus 1986]. Voor mij was dat niet alleen een persoonlijk verlies, maar ook zakelijk een ramp. Want mijn contract voor zijn shows waren de basis onder mijn bedrijf”.
Penney de Jager ging opnieuw zingen. “Zes jaar werkte ze als zangeres op Scandinavische cruiseschepen. ‘Zingen was een oude droom van me. In Nederland hoefde ik het niet te proberen om als zangeres aan de bak te komen. Dan zeiden ze: Jij bent toch Penney de Jager? Jij bent toch danseres?’ Dan merk je dat roem ook een ramp kan zijn?”
Penney de Jager met Theo Zantman
Theo Zantman haalde haar uit de brand. Hij was kapper, gespecialiseerd in haar-extensions en woonde in een ‘paleisje’ bij het Belgische Sint Job in ’t Goor. Jaren woonden ze samen, zonder te trouwen. Totdat Zantman naar Bali vertrok en haar achterliet.
Penney: “Ik had een leven als een prinsesje met Theo. Achttien jaar lang heeft hij me verwend en me alles gegeven waar ik van droomde. Nu kom ik weer met één klap in de werkelijkheid. Mijn afscheid van Theo doet me nog steeds heel erg pijn, omdat hij me niet had gewaarschuwd. Hij spendeerde wel steeds meer tijd in ons huis op Bali, maar dat was omdat hij zich overspannen voelde. Ik wilde ook dat hij uitrustte en ik gun hem dat hij met alles kan breken om invulling te geven aan zijn grote wens om kunstschilder te worden. Al hoorde ik wel dat hij daar een Balinese vriendin heeft. Dat geeft me een rotgevoel”.
David
Tussen alle tegenslagen kwam er ook goed nieuws. Haar eerstgeboren zoon kwam opnieuw in het leven van Penney de Jager. In de krant liet ze afdrukken. “Ik zal het nooit vergeten. Ik was de keuken aan het opruimen. Mijn zusje Petie belde. Haar boodschap was kort maar krachtig: ‘Ik heb jouw eerstgeboren zoon gesproken. Je kind heet David, het gaat heel goed met hem en hij wil graag contact met je’.
Ik kon niets zeggen en ben meteen met mijn hondje het bos ingelopen. Huilen, huilen, huilen. Dit was het kind dat ik had weggegeven in Amerika. Over wie ik nooit meer had gepraat. Mijn geheime zoon. Mijn zwangerschap had ik in het huis van mijn zusje in San Francisco uitgedragen, de baby in een roes gekregen en hem daarna nooit meer gezien. Ik vond het ongelooflijk. Ik was gelukkig en verdrietig tegelijk”.
De omstandigheden van de hereniging waren niet gunstig. “David stond op straat nadat het Amerikaanse hotel waar hij werkte was verkocht. Penney was net weer alleen”.
Het tweetal besloot samen iets op te zetten. Ze begonnen een restaurant in België. “Hij is een kooktalent, ik liep in de bediening en deed de wc’s. Binnen twee jaar hadden we zeven man personeel. Toen ging het fout. David had niet de managerskwaliteiten die je voor zoiets nodig hebt. En ik zag het hele balletschoolavontuur weer voorbij komen”.
Na het mislukte onderneming in België maakten Penney en haar zoon nieuwe plannen. David: “We gaan samen naar Amerika en daar ga ik haarwerken-salons à la Zantman openen. Dat is daar werkelijk een gat in de markt. Het moet lukken. Met het doorzettingsvermogen dat ik erfde van Penney en de ondernemerslust die mijn adoptieouders me met de paplepel hebben ingegoten, heb ik er alle vertrouwen in”.
David en Penney de Jager
Samen met David vertrok De Jager naar Amerika. Zij op een (tijdelijk) toeristenvisum. Penney liet het visum echter verlopen zonder er iets aan te doen. Dat ontdekte ze na terugkeer van een optreden voor de Nederlandse tv. Op het vliegveld van San Francisco bleek dat haar papieren niet in orde waren. “Eerst sloten strenge uniformen haar een dag op, later mocht ze naar haar zoon om afscheid te nemen. Uitgewezen dus. En terug naar Nederland. Hoewel haar aanvraag voor een definitieve verblijfsvergunning in de VS nog steeds loopt. ‘Want ik wil weer terug. Terug naar mijn zoon. En terug naar Amerika. Ik voel gewoon dat daar een man is die op me wacht’”.
In een interview met Wilma Nanninga van de Telegraaf vertelde Penney: “In Nederland hoorde ik van de consul dat ik nu een strafblad heb in Amerika en dat ik nu voorlopig niet meer zal worden toegelaten. Ik vind het verschrikkelijk.
Ik wist niet dat ik door mijn leeftijd van zestig niet voor een werkvergunning in aanmerking kom. Amerika let nu heel erg op de grenzen, er is daar een economische crisis en bijna geen werk. Dat begrijp ik, maar niemand kan je die regels vertellen. Ik ben alleen maar aangemoedigd om een aanvraag in te dienen en heb een macht dollars betaald voor al die papieren. David moet dag en nacht werken om te overleven”.
De voormalige beatdanseres kwam terecht in een appartementje in Utrecht. “Alles is ingericht met hulp van vrienden. Zij steunen me ook in mijn onderhoud. En gelukkig is mijn naam nog bekend genoeg om me meteen weer werk te bezorgen”.
Penney wist te bereiken dat ze een modelijn op de 50-plus beurs mocht presenteren. Aan de pers kon ze bovendien vertellen dat ze jurylid mocht zijn in een talentenshow op de tv en dat ze danste in een aflevering van ‘Het schaep met de vijf pooten’. “Geen spagaatjes meer, maar gewoon leuk. Eerst dacht ik: ik doe het niet. Ik kan mezelf toch niet meer verbeteren. Ik hoef toch niet zo nodig te bewijzen dat ik het nog kan? Maar de regisseur geloofde erin. En van de camera’s om me heen word ik heel gelukkig. Zoiets weet je pas als je het hebt gemist”.
Zwanenmeer, Harry Potter en de can can
Zeven jaar geleden, in 2010, woonde Penney de Jager met zoon David in Maarssen. Op een terras van winkelcentrum Bisonspoor werd ze door een vrouw herkend. Die gaf haar spontaan een kus en legde haar vriend uit: “Toppop! Jaren zeventig, tachtig. Iedereen keek naar Toppop voor háár. Ze was zo gezegd een lekker wijf”.
Volgens Wilfred Takken was de ‘dansdiva’ niet veel veranderd. “Nog altijd 47 kilo, één meter 56, lang roodgeverfd haar (‘allemaal van mezelf, hoor’) dat ze in een zwarte band met zilveren glitters droeg”. Op een herdenkingsavond in Paradiso, Toppop Yeah’, was ze bovendien eregaste. “Dat was geweldig, ik kwam binnen en de hele uitverkochte zaal riep: ‘Penney! Penney! Penney!’ Ze vroegen of ik ook wilde dansen, maar ik was niet voorbereid”.
De Jager hield zich in leven met diverse activiteiten. “Ik geef dansles aan kinderen. Ze doen bijvoorbeeld een dans op de Potter Walz uit ‘Harry Potter en de vuurbeker’. Ik doe ook klassiek ballet. Mijn been zit weer naast mijn oor, ik kan weer draaien, het werkt nog allemaal. Met de kinderen maak ik het Zwanenmeer”.
Maar ook de cancan schuwde ze niet. “Met de EDC dansers uit Zeist maken we een erotische show in de traditie van Moulin Rouge en ‘Cabaret’. We doen een flitsende, liederlijke cancan. Ik wil de schoonheid en de elegance van de vrouw naar buiten halen. Nee, ik ga zelf niet uit de kleren. Het draait om het teasen, met een flinke knipoog. Het blijft Penney de Jager, dus wel chic”.
Twee jaar later zat Penney de Jager weer alleen thuis – zonder man in haar leven. “Ik mis echt iemand om ’s avonds een goed gesprek mee te voeren, helemaal nu David weg is. Maar ik geloof dat ik die persoon vanzelf een keer tegenkom. Iemand die mijn verleden kent en mij kan volgen. Want nu ben ik hier op mijn plek, maar dat kan morgen zo weer anders zijn”.
Erotische show met Burlesque
In een documentaire op RTV Utrecht, uitgezonden op 18 juni 2016, keek Penney de Jager nog eens giechelend terug op haar leven. Ze eindigde met de woorden: “Ik heb zeker mijn droom waargemaakt, want ik geloofde erin. Dat is de basis. Je bereikt iets als je ervan overtuigd bent en erin gelooft. De basis is er. Ik dans nu nog steeds”...
Harry Knipschild
12 januari 2017
Clips
Literatuur
Cees Mentink, ‘Bob Rooyens’, Kink, 25 maart 1967
Cees Mentink, ‘Regisseuse Tineke Roeffen: Contact genoeg met de tieners’, Kink, 15 april 1967
Frans van der Beek, ‘Penney: ik hou niet zo van jongens’, Veronica, 3 januari 1976
‘Penney de Jager weg bij Toppop. Ik ga nu heerlijk mijn eigen gang’, Leidsch Dagblad, 13 juli 1978
F.N. Ong, ‘Beat ballet’, Leidsch Dagblad, 27 oktober 1978
‘Peter Kraus haalt Penney de Jager weer in zijn show’, Leidsch Dagblad, 2 augustus 1979
‘Goede en slechte tijden voor Penney’, Telegraaf, 30 september 2002
Wilma Nanninga, ‘Penney de Jager mag zoon niet zien’, Telegraaf, 16 juni 2008
Jan Vriend, ‘Rituele dans van glamourmama’, Leidsch Dagblad, 9 augustus 2008
Wilfred Takken, ‘‘Kate Bush liep te wapperen, ik niet’’, NRC, 26 juni 2010
‘Penney de Jager verlangt naar liefde’, AD, 25 juni 2013
- Raadplegingen: 17242