Skip to main content

175 - ‘To know him is to love him’, een song van Phil Spector


 
Aan het einde van de jaren vijftig gingen mijn ouders tijdens het weekeinde nog wel eens ’s avonds de deur uit om bij vrienden te kaarten (canasta). Zo gebeurde het ook tegen het einde van het jaar 1958. Laat op een zaterdagavond lagen mijn jongere broers al te slapen. Maar ik was wakker. Theo Uden Masman zou op de radio komen. Aan het einde van zijn programma draaide hij dan de grootste Amerikaanse hits. Op het juiste tijdstip zat ik beneden bij de radio en hoorde een gloednieuwe plaat. De voor mij onbekende Teddy Bears stonden in de USA aan de top met ‘To know him is to love him’.
   Het was de eerste keer dat ik die song, geschreven door Phil Spector, hoorde. ‘To know him is to love him’ werd een klassiek nummer in de popmuziek. Peter & Gordon hadden er een grote hit mee in 1965, Bobby Vinton in 1969 en in 1987 werd het een nummer één country & western-succes voor het trio Dolly Parton, Linda Ronstadt en Emmylou Harris. De versie die Amy Winehouse ervan maakte tijdens haar korte carrière vind ik een van haar beste opnamen.
 


Theo Uden Masman

 
‘To know him is to love him’ was niet zo maar een liedje. De oorsprong ervan was te vinden op de grafsteen van zijn vader, ontdekte ik later. Over Ben Spector is een en ander te vinden in het boek He’s a rebel (uit 2006). De vader van Phil Spector werd op 10 januari 1903 geboren. Vanwege de vervolging van joden vluchtte Ben met zijn ouders op tienjarige leeftijd uit Rusland en arriveerde op Ellis Island bij New York. Ben Spector heette eigenlijk Ben Spektor. Maar iemand van de douane veranderde de ‘k’ in een ‘c’. Zo kwam de Amerikaanse naam Spector tot stand. Een paar jaar later was Ben terug in Europa, nu als Amerikaans soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog.
   Ook Bertha, de moeder van Phil Spector, was in Rusland geboren. Haar ouders hadden eveneens de achternaam Spektor. Zonder naamsverandering wisten ze via Ellis Island het land van de vrijheid binnen te komen. In 1934 trouwde Ben Spector met Bertha Spektor. Na dochter Shirley werd Harvey Phillip ‘Phil’ Spector geboren op 26 december 1940.
   Het lijkt erop dat Ben Spector niet gelukkig was in zijn Amerikaanse bestaan. Op 20 april 1949, 46 jaar oud, maakte hij een einde aan zijn leven. Zijn zoon Phil was op dat moment acht jaar. In de biografie is te lezen: “On April 22, 1949, Bertha Spector buried her husband in Beth David Cemetery in Elmont, New York. A year later, according to Jewish law, a headstone was unveiled at the gravesite. It was magnificent, marked with the Star of David and the heart-rending epitaph of personal loss”. Op de steen stond gebeiteld ‘To know him was to love him’. Ben Spector was een goed mens, leek de boodschap.


  

Phil, Ben, Bertha en Shirley Spector

 

Californië

 
Een oom van Bertha Spector-Spektor woonde in Los Angeles. Bertha besloot met haar twee kinderen te verhuizen naar de regio waar Albert Hammond het liedje ‘It never rains in southern California’ over schreef.
   Op school raakte Phil bevriend met Marshall Lieb. Evenals veel jongelui in die tijd wilden Marshall en Phil het maken met de nieuwe teenagermuziek van die tijd. Ze brachten een bezoek aan de Gold Star-platenstudio in Hollywood. Daar namen beroemde artiesten als de Four Lads en de Hi-Los hun platen op. Gold Star, in Vine Street, stond bekend om zijn echo-kamers. Dat was niet zo bedoeld, maar pakte goed uit toen het voormalige winkelpand tot opname-studio werd omgebouwd.
   Ribowsky gaf in zijn boek aan hoe de opname van de Teddy Bears tot stand kwam. Phil, inmiddels een jaar of zeventien, probeerde zaken te doen met Stan Ross, die samen met Dave Gold eigenaar van de Goldstar Studio was. Spector deed zich beter voor dan hij was. “Wat kost het om hier op te nemen?”, met dat soort woorden zou hij zich gepresenteerd hebben.
   Ross gaf de tarieven op: 15 dollar per uur en 6 dollar voor de studio-tape van een kwart inch.
   “Okay, I’ll be back with it”, was het antwoord van de jongeman van Russische afkomst. Maar in werkelijkheid had Phil op dat moment geen geld.
 

Een opname in de Gold Star-studio

 
Marshall Lieb legde later uit hoe die eerste single toch tot stand kwam. “We wilden onze stemmen dubbel opnemen. Maar niet op de manier zoals anderen dat deden, meezingen met het eerste spoor dat je in je koptelefoon hoorde. “We wanted the sound of the first track played back over the speakers in the studio and to sing to that – everything into the mike at once. That would make the sound bigger, fuller. There was a lot of overdubbing going on, but no one had stacked voices like that”.
   Phil had al een liedje geschreven dat Marshall en hij op die manier dachten te kunnen opnemen. Het heette ‘Don’t you worry my little pet’. Het tweetal ging ervan uit dat het in één uur nooit zou lukken om twee liedjes zo op te nemen. Als ze er twee uur over zouden doen moesten ze een bedrag van 40 dollar bij de hand hebben. De moeder van Phil kon dat bedrag niet ophoesten, maar kwam toch met 10 dollar op de proppen. Marshall wist een zelfde bedrag in te zetten. Een vriend die ook zou meedoen, Harvey Goldstein, stopte nog eens tien dollar in de pot. Alles bij elkaar 30 dollar, dus nog niet genoeg.
   Voor het resterende geld deden ze een beroep op Annette Kleinbard, een vriendin van een vriendin. Op voorwaarde dat ze ook mocht meezingen wist ze de resterende tien dollar te fourneren. Maar door die investering was het trio veranderd in een kwartet: Phil, Marshall, Harvey en Annette. Hoe dan ook, Phil had zijn veertig dollar en leverde het geld in zodat er op 20 mei 1958 twee uur studio beschikbaar kwam.
 
Omdat hij niet eerder aan een plaatopname had meegedaan was Phil uiteraard onervaren. Maar hij gebruikte de twee uur ten volle. Hij zong, speelde gitaar en piano, rende heen en weer tussen de studio en de controlekamer om te luisteren. Phil was ook degene die besliste of iets goed was of dat het overgedaan moest worden. Elke seconde werd gebruikt. Marshall Lieb: “He loved it. He’d never spent that much time in command of something. Phil was at the top of his game when he was in the studio”.
   Na de opname maakte Stan Ross een masterband en, om gemakkelijk af te spelen op een platenspeler, een lakplaat.
   Marshall en Phil waren in hun nopjes, lijkt het. Vlakbij de studio was een platenwinkel. Het tweetal stapte naar binnen om te zeggen dat ze zojuist een plaat gemaakt hadden. Ze hoopten dat iemand uit de winkel die meteen zou opzetten.
   Dat gebeurde niet. “So what?” kregen de twee jongelui te horen. Zo ontdekte Phil dat je pas een hit kon hebben als je plaat op de radio gedraaid werd.
 

 

Contract met Era Records

 
Je kon het bekijken zoals je wilde. Maar Phil, Harvey, Marshall en Annette hadden wel een ‘master’ voor mogelijke release door een platenmaatschappij. Via een vriendje wist Phil binnen te komen bij platenmaatschappij Era Records, eveneens in Vine Street. Era werd gerund door Lou Bedell en Herb Newman. Van dat soort bedrijfjes had je er veel aan de Amerikaanse westkust. In 1956 had Era een gigantische hit in de VS met het romantische ‘Wayward Wind’ van zangeres Gogi Grant. Bedell en Newman beseften evenwel dat het rock & roll-tijdperk was aangebroken en dat ze met hun tijd moesten meegaan.
   Lou Bedell liet Phil binnen en draaide de lakplaat van ‘Don’t you worry my little pet’ op zijn Victrola pick-up. Blijkbaar zag Lou er wel iets in, want hij haalde zijn partner er bij. Samen luisterden ze keer op keer naar de opname. Dat was niet naar genoegen van Phil Spector want een lakplaat kon je maar een beperkt aantal keren afspelen. Al snel hoorde je het slijten van het materiaal.
   Er was nog iets aan de hand. De platenspeler had niet het juiste toerental. “Your machine is running slow. It’s not the way we recorded it”, zou Phil verbeten opgemerkt hebben.
   Op de een of andere manier kwam Spector positief over bij de twee platenmensen. Ze boden hem zowaar een contract aan. Bedel zei het later zo: “I liked him. I like all Jewish kids”.
   Er kwam geld voor een wat uitgebreidere opname-sessie en bij het uitkomen van een single zouden ze samen anderhalve dollarcent per verkochte plaat ontvangen. Volgens Lieb was dat nog veel. “My dad, who was a businessman, thought a lawyer should examine everything. That’s when they came up with a penny and a half”.
   Er was nog een probleem. De vier ‘artiesten’ waren nog minderjarig en konden het contract dus niet zelf ondertekenen. Met alle ouders erbij gingen ze naar een rechter om de afspraken waterdicht vast te leggen. Era Records had Phil Spector c.s. nu formeel onder contract.
 

To know him is to love him

 
De nieuwe groep moest een naam hebben. Harvey Goldstein had wel een idee. “Elvis’s ‘Teddy Bear’ was a big hit at the time, so I casually mentioned at one of our sessions that we ought to name ourselves the Teddy Bears”.
   De sessie in Gold Star had maar één song opgeleverd. Er moest dus nog meer materiaal opgenomen worden. Platenmaatschappij Era koos het nummer ‘Wonderful Lovable You’ uit, eveneens geschreven door Spector. Op het laatste moment kwam Phil nog met ‘To know him is to love him’. Die song had hij, geïnspireerd door de graftekst van zijn vader, in het voorjaar van 1957 geschreven op zijn kamer.
   Ribowsky uitte zich in plastische termen over de manier waarop het nummer tot stand gekomen was. “Spector was on the edge of sleep, his eyes shut, his guitar at his side, when a harsh memory cut through his subconscious. He saw the blue shale tombstone of his father’s grave, which was three thousand miles to the east in a Long Island cemetery. In his haze, Spector thought he was at the foot of Ben Spector’s grave, and the epitaph on the stone – ‘To know him was to love him’ – was staring at him, assaulting him, taunting him”.
   Phil pakte zijn gitaar, is het verhaal, en sloeg hard op de snaren. Hij verwerkte zijn verdriet over het verlies van zijn vader terwijl hij ‘To know him was to love him’ speelde. Uren gingen voorbij. De donkere nacht en het verdriet vloeiden weg. Wat overbleef was de wedergeboorte van Ben Spector in een song die perfect was, wist Phil helemaal zeker.
 
Tijdens de repetities voor de tweede studio-opname ontdekte Phil hoe goed Annette Kleinbard kon zingen. Vooral de onschuld in haar stem sprak hem aan. Phil bouwde ‘To know him is to love him’ zo om dat Annette de voornaamste partij zong en er mee uit de verf kwam. In de studio probeerde hij door te drukken dat de meeste aandacht niet naar ‘Wonderful Lovable You’ maar naar ‘To know him is to love him’ uitging.
   Harvey Goldstein kon er die dag niet bij zijn. Phil haalde er wel een drummer bij,  Sammy (later: Sandy) Nelson. Die speelde in de Union High’s Sleepwalkers. De studiotijd liep aardig uit, vooral omdat het zoveel moeite kostte het geluid van Sandy Nelson vast te leggen.  
   Na de opname van ‘Wonderful Lovable You’ was de studiotijd voorbij. Phil wist echter door te drukken dat ze nog een half uur door mochten gaan. Maar geen minuut meer. Elk half uur kostte de platenmaatschappij immers vijf dollar. “Phil and Marshall wrang every second they could out of Stan Ross’ generosity, adding more background vocals and a guitar and piano track”, aldus de biograaf. Phil dramde bovendien door dat ‘To know him is to love him’ in plaats van ‘Wonderful Lovable You’ op de b-kant zou verschijnen.
 

 

Phil Spector met ‘To know him is to love him’ aan de wand

 

De single van de Teddy Bears

 
De mensen van Era Records zetten een label op voor de nieuwe jeugd. Ze noemden het Doré. Dat was de voornaam van de zoon van eigenaar Lew Bedell. Op 1 augustus 1958 werden de eerste exemplaren van de single (Doré 503) in de handel gebracht.
   De reactie op de release van de eerste single van de Teddy Bears was miniem. ‘Don’t you worry my little pet’ werd nauwelijks door de radio opgepakt. George Jay, die de distributie ter hand nam, besloot daarom meer aandacht aan de promotie van de b-kant te geven. Ook dat leek niet te lukken. “Het klinkt als een zelf opgenomen demo” kreeg hij als commentaar.
   In het najaar van 1958 zaten de bijna voormalige Teddy Bears weer gewoon op school. Het avontuur leek afgelopen. Maar plotseling pakte deejay Charlie Boone (Fargo, North Dakota) de b-kant op. Lou Riegert, programma-directeur van een radiostation in Minnesota, was de volgende die ‘To know him is to love him’ onder de aandacht van zijn luisteraars bracht. Die reageerden onmiddellijk. Er kwamen al snel orders binnen vanuit het noorden van de VS, tegen de Canadese grens aan. Eerst 150 stuks, daarna 300, en zomaar 1000. Toen Phil Spector bij de platenmaatschappij in Vine Street kwam informeren of er nog iets gebeurde ontdekte hij dat er juist die dag een bestelling van maar liefst 18.000 exemplaren alleen al voor Minneapolis was gearriveerd.
 

De doorbraak

 
Met wat airplay in een beperkte streek kwam ‘To know him is to love him’ na zeven weken toch zo maar op 82 binnen in de top 100 van het blad Billboard.
   Lew Bedell van Era Records rook zijn kans. Hij nam de telefoon en belde met de toonaangevende deejay Dick Clark in Philadelphia. Clark was niet alleen aankondiger van teenagerplaten, maar tevens zakenman. De deejay had belangen in Universal Distributors, een bedrijf dat platen distribueerde in Philadelphia en omgeving. Universal was bovendien eigenaar van platenmaatschappij Jamie (met gitarist Duane Eddy).
   Dick Clark vroeg Bedell dus of de plaat van de Teddy Bears, die hij nog niet kende, door Universal Distributors in zijn regio gedistribueerd werd. Dat was het geval. Aanleiding voor de deejay om naar ‘To know him is to love him’ te luisteren en de single vervolgens op te nemen in zijn populaire radioprogramma ‘American Bandstand’. Lew Bedell, later: “He heard it, thought it over, then put it on American Bandstand and boom – we wound up selling 1.4 million copies”.
 
Begin november 1958 hadden Bedell en Clark opnieuw telefonisch contact. Deze keer was het de deejay die het initiatief nam. Hij nodigde de Teddy Bears uit naar de tv-studio te komen. Vanuit Philadelphia zond Dick Clark een pop-programma uit dat zich richtte op de teenagers in Amerika. De Teddy Bears mochten er ‘To know him is to love him’ in playbacken.
   Era Records maakte van de gelegenheid gebruik om de Teddy Bears op een promotie-toernee in ‘het verre oosten’ te sturen. Behalve in Philadephia reisden ze naar Washington en New York. De enige die niet meemocht was Harvey Goldstein. Die was er immers niet bij toen ‘To know him is to love him’ als b-kantje werd opgenomen. Goldstein had nóg een probleem. Hij moest vechten voor zijn deel van de royalties als lid van de Teddy Bears. Die anderhalve dollarcent per verkocht exemplaar moest niet door drie maar door vier personen gedeeld worden. Er kwam een rechtszaak aan te pas om zijn gelijk, geheel of gedeeltelijk, te halen.
   Harvey zei het later zo: “We were eighteen-year-old kids fighting like animals over a few dollars”.
 

Dick Clark met de Teddy Bears: Annette Kleinbard, Phil Spector en Marshall Lieb

 
Phil Spector was doodsbang om in een vliegtuig te stappen, maar hij moest wel. In New York ging hij, samen met Marshall Lieb en Annette Kleinbard, op bezoek bij zijn oom Sam. Met de bus moesten ze op donderdag 27 november de Hudson over, helemaal naar Clifton in New Jersey. Daar werden de Teddy Bears, inmiddels op nummer 3 in de top 100, als teenager-helden onthaald. Samen bekeken ze de plakboeken van de Spectors en Spektors, de twee families die in de Bronx bij elkaar woonden. Het was Thanksgiving Day.
   De volgende dag, 28 november zaten Phil, Marshall en Annette in het tv-programma van Dick Clark. Op 1 december 1958 bereikte ‘To know him is to love him’ de eerste plaats in de Amerikaanse hitlijsten. Theo Uden Masman wist welke platen hij aan het einde van zijn zaterdagavond radio-programma moest draaien. Behalve de Teddy Bears waren dat ‘Tom Dooley’ (Kingston Trio, 2) en ‘It’s only make believe’ (Conway Twitty, 3).
 

Amerikaanse top 10, 1 december 1958, Billboard

 

 Naar het graf van Ben Spector
 

In het boek van Mark Ribowsky is te lezen dat Phil Spector nog een andere taak had op Thanksgiving Day. Op 27 november 1958 maakte hij ’s middags een reis naar het Beth David-kerkhof in Elmont op Long Island (Nassau County). “Phil went to see the gravestone that was a source of such incredible despair and inspiration. He went alone”.
   De tekst op het graf van zijn vader, kun je achteraf vaststellen, was het begin van de uiterst succesvolle carrière van Phil Spector. Zeker in de jaren zestig maakte hij hits aan de lopende band. Om er enkele te noemen: ‘Corinne Corinna’ (Ray Peterson), ‘Pretty Little Angel Eyes’ (Curtis Lee), ‘I love how you love me’ (Paris Sisters), ‘Zip-a-dee-doo-dah’ (Bob B. Soxx), ‘Da Doo Ron Ron’ (Crystals), ‘Be My Baby’ (Ronettes), ‘You’ve lost that loving feeling’ (Righteous Brothers), ‘River Deep Mountain High’ (Ike & Tina Turner), ‘Love is all I have to give’ (Checkmates Ltd), ‘The long and winding Road’ (Beatles), ‘My Sweet Lord’ (George Harrison), ‘Imagine’ (John Lennon) en ‘Rock ’n’ Roll High School’ (Ramones).
   Verbazingwekkend vond ik [HK] hoe moeilijk het was een fatsoenlijke foto te vinden van het graf van Ben Spector met daarop: “To know him was to love him’. Steeds zag je een zelfde kleine aftandse zwart-witte afbeelding. Zelfs in de biografie en op het internet. Bestond het graf nog wel?
 
In oktober 2013 waren Greetje en ik in New York. Bij het maken van plannen voor het bezoeken van interessante plekken in de stad had ik, zonder er al te veel over na te denken een paar wensen. Eén er van was een reisje naar Elmont op Long Island. Op de website ‘Find a Grave’ had ik immers gevonden waar de grafsteen van Ben Spector te vinden moest zijn. Zelfs daar trof ik de bekende aftandse foto aan die ik al kende.
 

De reis naar het kerkhof

 
Op woensdag 30 oktober was het zo ver. Eerst dronken we nog een kop koffie in een Starbucks tegenover het Pennsylvania Hotel waar we logeerden. Op de gele taxi’s (Joni Mitchell schreef er ‘Big Yellow Taxi’ over) zag ik de reclames voor een geurtje van Rihanna en de nieuwe albums van Katy Perry en Elton John. Op Penn Station (onder Madison Square Garden) hoorden we hoe je met de trein kon reizen tot in de omgeving van het Beth David Cemetery in Elmont. Voor 22 dollar konden we samen een retourtje nemen naar Valley Stream. De LIRR-trein vertrok vanaf perron 18. In Jamaica stapte je over op een stoptrein die in Valley Stream halt hield. Vandaar was het ‘tien minuten naar Elmont’.
 
Zo gezegd, zo gedaan. Alles klopte. We passeerden Forest Hills. Werden hier niet de open Amerikaanse tenniskampioenschappen gehouden? We raakten in gesprek met een medereiziger, zelf joods. Hij was wel eens in Beth David geweest. Heel wat joodse mensen weken naar dit kerkhof uit, zei hij, omdat New York zelf zo vol was.
   Spontaan begon hij te praten over zijn persoonlijke ervaringen met de orkaan Sandy een jaar eerder. Er was een vloedgolf van maar liefst 25 feet. Die had enorm veel vernield. Zelf was hij er gelukkig goed van afgekomen. In de media (televisie en kranten) van de afgelopen dagen zag je steeds beelden van precies twaalf maanden ervoor. Misschien was er daarom op de Amerikaanse televisie eveneens nogal wat aandacht voor de zware storm die Nederland eind oktober teisterde.
   Ik begon over Ben en Phil Spector te praten. Van Phil Spector had de man, een veertiger, nog nooit gehoord. Die naam was helemaal weggeëbd bij de ‘gewone mensen’ in de VS. Zelfs het noemen van de rechtszaak (2007-2009) vanwege de moord op Lana Clarkson (3 februari 2003) riep geen blik van herkenning meer op. En dan te bedenken dat onze medepassagier een popliefhebber was. Hij was naar eigen zeggen met name gek op Motown-muziek. Op Broadway draaide ‘Motown the Musical’, wist hij.   
 
Vanaf het piepkleine stationnetje van Valley Stream was het nog tien minuten te gaan. In mijn naïviteit had ik gedacht dat daarmee lopen bedoeld werd. Maar zo was het natuurlijk niet in Amerika. Om bij het kerkhof te komen moest je gewoon een taxi nemen. Die kostte 12,5 dollar, nog geen 10 euro, voor en flink eind rijden. Aan het einde van de rit gaf de chauffeur ons zijn kaartje. Als we een taxi terug wilden nemen hoefden we het nummer van het bedrijf bij het station maar te bellen.
 

Op zoek naar ‘To know him was to love him’

 

Plattegrond met aanwijzingen


 
Gelukkig, beseften we ineens, waren we niet op een zaterdag (sabbath) gekomen. Dan zou het informatiekantoor van het joodse kerkhof gesloten zijn. Terwijl een begrafenisstoet zich aan het opstellen was vroegen wij binnen om inlichtingen. In alle eerlijkheid dacht ik dat het noemen van de naam Phil Spector wel voldoende zou zijn om me verder te helpen.
   Dat bleek niet het geval te zijn.
   Gelukkig kon ik de naam van zijn vader, Ben Spector, noemen. En dat deze in 1949 overleden was. Er werd me uitgelegd dat in Beth David driehonderdduizend joden (!) begraven lagen van over de hele werld, tot Israel toe. Wilde je hier ter aarde besteld worden dan moest je je tijdens je leven al aansluiten bij een van de societies die er over een stuk grond beschikten. Op zo’n plot stonden alle grafstenen in dezelfde richting. De man die ons hielp zocht in zijn computerprogramma en vertelde dat er in 1984 nog een Ben Spector overleden was. In 1949 waren dat er twee, een in februari (‘overseas’) en een in april.
   Ik vertelde dat ik waarschijnlijk voor die laatste gekomen was.
   De man pakte een kaart van het kerkhof en tekende aan in welk plot we de grafsteen konden vinden. Het was ongeveer een kwartier lopen voor we blok 8 bereikten. Veel straten op het joodse kerkhof hadden de namen van Amerikaanse presidenten: Washington, Jefferson, Madison en Cleveland. Toen we er gearriveerd waren was het nog flink zoeken. We werkten alle rijtjes een voor een af. Een klein grafsteentje droeg de naam ‘Baby Spector’. Even verderop vond Greetje de grote grafsteen waar we voor gekomen waren. Hij bestond dus nog steeds, ondanks het ontbreken van een fatsoenlijke actuele foto op het internet. En op het graf natuurlijk de uitspraak ‘To know him was to love him’, de aanleiding voor de song waarmee Phil Spector (als lid van de Teddy Bears), Peter (Asher) & Gordon (Waller), Dolly Parton, Emmylou Harris, Linda Ronstadt en al die anderen gescoord hadden.
   In vergelijking met andere graven, viel op, was er maar weinig informatie op de steen aangebracht. Kwam dat omdat Ben Spector zelfmoord gepleegd had?

 

To know him was to love him (Ben Spector), 30 oktober 2013 (foto Margaretha Suman)

 
Uiteraard keken we rond tijdens de lange wandeling over het kerkhof. We zagen grafstenen van Amerikanen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in actie gedood waren, bijvoorbeeld in Nieuw-Guinea. Andere stenen wezen naar massamoorden in (nazi)-Duitsland en progroms in Rusland. We vonden het betrekkelijk nieuwe graf van iemand die op 9/11 in New York om het leven gekomen was. Een graf was er voor een zekere Wagner. De componist die in Europa bekend stond om zijn anti-semitische gevoelens had dus een joodse naamgenoot.
 

 

slachtoffer van 9/11, Beth David, 30 oktober 2013 (foto Margaretha Suman)

 
Terug bij het informatiecentrum ontvingen we een gebedsboekje. We hadden nog een vraag. Op diverse graven waren stickers aangebracht, geel of blauw. Wat betekende dat?
   Het antwoord was nogal simpel. Tegen vergoeding kon je het graf laten verzorgen. Bij een gele sticker werd het een jaar lang onderhouden, bij een blauwe was dat ‘perpetual care’, voor altijd. Op het graf van Ben Spector hadden we een blauwe sticker gezien. In zekere zin was dat maar goed ook. In 2009 werd de producer tot 19 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens de moord op Lana Clarkson. Mocht  Phil weer vrij komen, in 2028, dan zou hij 88 jaar oud zijn. De kans is heel groot dat Phil Spector nooit meer kan doen wat wij op 30 oktober 2013 deden: het graf van zijn vader bezoeken.
 


Gebedsboekje Beth David kerkhof


 

Terug naar Manhattan

 
Bij het centrum was men bereid het taxibedrijf voor ons te bellen. Vanwege een school en bouwwerkzaamheden maakten we deze keer een flink langere reis. Toch bleef het tarief 12,5 dollar. Toen we op de trein stonden te wachten kwam de chauffeur hijgend het perron opgelopen. Hij had ons per vergissing een verkeerd dollarbiljet bij het wisselen gegeven.
   Deze keer hadden we een rechtstreekse verbinding met Penn Station in het hartje van de stad. Aan het eind van de middag maakten we nog een wandeling naar de openbare bibliotheek, Central Station en Times Square. We aten perfect in een Olive Garden-restaurant. Het geld om je te bedienen, de ‘fooi’ van 18 procent, stond automatisch op de rekening.
   Op de terugweg naar ons hotel (bekend van de hit uit 1940 van Glenn Miller, ‘Pennsylvania six-five thousand, het telefoonnumer) liepen we nog even binnen bij het plaatselijke en stampvolle Hard Rock Café. Het Paramount Theater hadden ze er voor omgebouwd. Enigszins tot mijn verbazing kon ik er niets vinden van de New Yorkse artiest Lou Reed die drie dagen eerder overleden was. Op tal van plekken in New York werd hij herdacht, hier niet. Foto’s, kledingstukken, muziekinstrumenten en andere herinneringen waren er volop te vinden van onder meer de Beatles, Keith Moon, Jim Croce, Kurt Cobain, Linkin Park, Jack Bruce, The Edge (van U2), Bill Wyman, Elvis Presley en Frank Sinatra. Terwijl we er rondliepen hoorde je keihard ‘Smoke on the Water’ van Deep Purple. Zo hard dat het vrijwel onmogelijk was een praatje te maken met een Fransman die de Nederlandse zanger Dave bleek te kennen maar zich vooral aangetrokken voelde tot de muziek van AC/DC.
   In het Hard Rock Café was niet alleen niets terug te vinden als herinnering aan Lou Reed, ook de naam Phil Spector ontbrak ten ene male. Hier dus geen ‘To know him is to love him’. Niet iedereen die Phil Spector leerde kennen, bedacht ik, was van hem gaan houden...
 
Harry Knipschild
14 februari 2014

Clips

* Gogi Grant, The Wayward Wind, 1956
* Elvis Presley, Teddy Bear, 1957
Teddy Bears, Don't you worry my little pet, 1958
* Tedddy Bears, To know him is to love him, bij Dick Clark, 28 november 1958
* Peter & Gordon, To know you is to love you, 1965
* Bobby Vinton, To know you is to love you, 1969
* Dolly Parton, Emmylou Harris, Linda Ronstadt, To know him is to love him, 1987
* Doré Records
* Carol Conners (= Annette Kleinbard), To know him is to love him 
Amy Winehouse, To know him is to love him

Literatuur
Mark Ribowsky, He’s a Rebel. Phil Spector: Rock & Roll’s Legendary Producer, Da Capo Press 2006 (vernieuwde versie van boek uit 1989)      
 

  • Raadplegingen: 24632